Gebruik MRI bij patiënten met implantaten

Initiatief: NVKF Aantal modules: 3

Startpagina - Gebruik MRI bij patiënten met implantaten

Click here for the English version of the guideline Use of MRI in patients with implants.

Waar gaat deze richtlijn over?

Het gaat in deze richtlijn om patiënten die een implantaat hebben en voor wie een onderzoek wordt aangevraagd op een ‘whole body’ MRI-scanner met horizontale/gesloten supergeleidende magneet met een veldsterkte van 1,5 of 3 Tesla (T). De richtlijn geeft adviezen over het risico van MRI-onderzoek met een niet volledig gegarandeerd veilig implantaat voor het maken van een goede afweging tussen dit risico en het risico voor de patiënt van het ontbreken van diagnostische informatie van datzelfde MRI-onderzoek.   

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

De richtlijn is geschreven voor gebruik door MR veiligheidsdeskundigen zoals klinisch fysici. Daarnaast kan de richtlijn informatief zijn voor alle leden van beroepsgroepen die betrokken zijn bij de planning van MRI bij patiënten met implantaten; zijnde radiologen, MBB’ers (MR-laboranten) en verwijzers voor MRI-onderzoek.  

 

Voor patiënten

Met MRI kunnen beelden worden gemaakt van het inwendige van de mens. Bij dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een sterk magnetisch veld en radiogolven. Implantaten die in het lichaam zitten kunnen ervoor het soms niet lukt om goede beelden te krijgen. Andersom kan het magnetisch veld en of de radiogolven ook invloed hebben op het implantaat, bijvoorbeeld door het te laten verplaatsen of op te warmen. Dit kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Het is daarom belangrijk om voorafgaand aan MRI-onderzoek te weten welke implantaten er in het lichaam zitten en te bepalen of MRI-onderzoek veilig plaats kan vinden.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de klinisch fysici, radiologen, cardiologen, neurochirurgen en medisch beeldvormings- en bestralingsdeskundigen.

 

Status van de richtlijn

Op dit moment zijn er binnen deze richtlijn twee modules opgesteld over MRI bij patiënten met een hartklepprothese, annuloplastiekring of mitraclip en over MRI bij patiënten met een cerebrale aneurysma clip. In de toekomst zullen ook modules ontwikkeld worden voor MRI bij andere soorten implantaten.

Volgende:
MRI bij hartklepprothese, annuloplastiekring of mitraclip