Psoriasis

Initiatief: NVDV Aantal modules: 86

Methotrexaat

Uitgangsvraag

  • Wat moet er worden gedaan voorafgaand aan een behandeling met methotrexaat?
  • Wat moet er worden gedaan tijdens een behandeling met methotrexaat?

  • Wat moet er worden gedaan na het staken van de behandeling met methotrexaat?

  • Welke laboratoriumcontroles worden gedaan voor en tijdens een behandeling met methotrexaat?

Aanbeveling

Voorafgaand aan de behandeling

  • Beoordeel de ernst van de ziekte met een objectief instrument (zoals PASI en PGA).
  • Beoordeel de aanwezigheid van artritis psoriatica (zie module artritis psoriatica).
  • Overweeg om een gezondheidsgerelateerde kwaliteit-van-leven vragenlijst af te nemen (zoals DLQI/Skindex-29 of -17).
  • Neem een anamnese af en verricht lichamelijk onderzoek o.a. gericht op: actuele maligniteit of maligniteit in de voorgeschiedenis, infecties (zie o.a. module virale hepatitis), zwangerschap(swens) en alcoholafhankelijkheid.
  • Aanvullend onderzoek:
    • Laboratoriumonderzoek (zie tabel)
    • X-thorax
  • Als er afwijkingen in de leverfuncties worden gevonden, verwijs de patiënt dan naar een MDL-arts voor verdere evaluatie.
  • Controleer de noodzaak van vaccinaties en inventariseer (toekomstige) vaccinatie behoefte (zie module vaccinaties).
  • Adviseer betrouwbare anticonceptie bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd (beginnend na de menstruatie) en bij mannen (zie ook module kinderwens en zwangerschap).

Tijdens de behandeling 

  • Beoordeel de ernst van de ziekte met een objectief instrument (zoals PASI en PGA) .
  • Beoordeel de aanwezigheid van artritis (zie module artritis psoriatica).
  • Overweeg om een kwaliteit-van-leven vragenlijst af te nemen (zoals DLQI/Skindex-29 of -17).
  • Controleer gelijktijdig gebruik van andere medicatie i.v.m. mogelijke interacties.
  • Verricht lichamelijk onderzoek.
  • Aanvullend onderzoek:
    • Laboratoriumonderzoek (zie tabel)
  • Adviseer betrouwbare anticonceptie bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd, maar ook bij mannen (zie module kinderwens en zwangerschap).
  • Schrijf bij gebruik van methotrexaat altijd foliumzuur voor in een dosering van 5 of 10 mg eenmaal per week 24 uur na inname van methotrexaat. Overweeg een dosering van 10mg per week bij gastro-intestinale bijwerkingen.
  • Adviseer alcoholonthouding.
  • Informeer naar de tevredenheid van de behandeling in de dagelijkse praktijk, bijwerkingen en inpasbaarheid van de behandeling.
  • Let bij het gebruik van MTX op eventuele geneesmiddeleninteracties (zie overige zaken).

Na de behandeling 

  • Zowel mannen als vrouwen in de vruchtbare leeftijd dienen adequate anticonceptieve maatregelen te nemen. Voor vrouwen geldt een periode van ten minste 3 maanden na het staken van de behandeling en voor mannen ten minste ook 3 maanden (EMA beveelt 6 maanden uit voorzorg aan, de praktijk van de richtlijnwerkgroep wijkt hiervan af). Zie ook module kinderwens en zwangerschap.

Laboratoriumcontroles 

  • Voer laboratoriumcontroles uit voor de parameters genoemd in de tabel volgens aangegeven frequentie.

Overwegingen

Dosering

De aanbevolen start- en onderhoudsdosering voor orale behandeling is gewoonlijk 15 mg MTX eenmaal per week. Bij onvoldoende respons kan de dosis worden verhoogd tot 20 mg MTX eenmaal per week. Evalueer de respons na 8 weken. Een verdere verhoging tot 25 mg MTX heeft alleen meerwaarde voor een kleine subgroep van patiënten. Indien een patiënt is gestart met orale behandeling maar een suboptimale respons heeft, kan worden overwogen te wisselen naar subcutane behandeling.

Een startdosis van 15mg per week kan overwogen worden bij gezonde patiënten. Bij ouderen en patiënten met comorbiditeiten wordt een startdosis van 7,5-10mg per week aanbevolen.

 

Bijwerkingen

Zie de SmPC en andere bronnen voor een volledige lijst. De richtlijnwerkgroep besloot commentaar te geven op de volgende aspecten:

  • De twee belangrijkste bijwerkingen die verband houden met MTX zijn beenmergsuppressie en hepatotoxiciteit. Alcoholgebruik, obesitas, hepatitis en diabetes mellitus verhogen het risico op hepatotoxiciteit.
  • De meeste gevallen van overlijden ten gevolge van gebruik van MTX zijn echter het gevolg van beenmergsuppressie. Het informeren van patiënten over de vroege symptomen van pancytopenie (onder meer (bovenste) luchtweginfectie, misselijkheid, koorts, dyspneu, cyanose, stomatitis/orale symptomen en bloeding) kunnen vroege opsporing bevorderen.
  • Hypoalbuminemie en verminderde nierfunctie verhogen het risico op bijwerkingen. Let daarbij vooral op bij de behandeling van geriatrische patiënten, bij wie de dosis gewoonlijk lager moeten zijn en de nierfunctie regelmatig gecontroleerd moet worden.

Speciale aandacht tijdens de behandeling

Zie de SmPC en andere bronnen voor een volledige lijst. De richtlijnwerkgroep besloot commentaar te geven op de volgende aspecten:

 

Oudere patiënten

Bijzondere voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van geriatrische patiënten, die een lagere dosis dienen te krijgen en bij wie de nierfunctie regelmatig moet worden gecontroleerd.

 

Belangrijke contra-indicaties

Zie de SmPC en andere bronnen voor een volledige lijst. De richtlijnwerkgroep besloot commentaar te geven op de volgende aspecten:

 

Absolute contra-indicaties

  • Ernstige infecties
  • Ernstige leverziekte
  • Verminderde nierfunctie eGFR < 30 ml/min (vanwege verhoogde risico op bijwerkingen)
  • Zwangerschap / borstvoeding
  • Alcoholmisbruik
  • Beenmergdepressie/hematologische veranderingen
  • Immunodeficiëntie
  • Acute maagzweer
  • Aanzienlijk verminderde longfunctie

Relatieve contra-indicaties

Geneesmiddelinteracties

Zie de SmPC en andere bronnen voor een volledige lijst. De richtlijnwerkgroep besloot commentaar te geven op de volgende aspecten:

Een aantal geneesmiddelen, waaronder salicylaten, sulfonamiden, fenytoïne, en sommige antibiotica (d.w.z. penicilline, tetracyclines, chlooramfenicol, trimethoprim), kunnen binding van MTX aan serumalbumine verminderen, waardoor het risico op MTX-toxiciteit toeneemt. Tubulaire afscheiding is geremd door probenecide. Er moet aandacht zijn voor patiënten die gelijktijdig azathioprine of retinoïden gebruiken. Sommige NSAID's kunnen de MTX-spiegels verhogen met MTX-toxiciteit tot gevolg, vooral wanneer MTX in hoge doses wordt toegediend. Daarom wordt aanbevolen om NSAID’s en MTX op verschillende tijdstippen toe te dienen. De vraag of foliumzuur de werkzaamheid van MTX vermindert blijft controversieel. Er zijn aanwijzingen dat foliumzuur de bijwerkingen van MTX kan verminderen zonder de werkzaamheid te beïnvloeden.1-3

Klinische verschijnselen van acute toxiciteit bij een overdosering van MTX kunnen onder meer beenmergsuppressie, slijmvliesulceratie (vooral van het mondslijmvlies) en, zelden, huidnecrose zijn. Overdosering wordt gewoonlijk versneld door factoren die de renale excretie van MTX verstoren of door geneesmiddeleninteracties. Folinezuur is een co-enzym dat, na intracellulair metabolisme, kan functioneren in nucleïnezuursynthese, waardoor de werking van MTX wordt omzeild. Als het interval tussen MTX-toediening en het starten van folinezuur te lang is, vermindert de werkzaamheid van folinezuur als antidotum bij hematologische toxiciteit.

Dien folinezuur (calciumleucovorine) onmiddellijk toe in een dosis van 20 mg (of 10 mg/m²) intraveneus of intramusculair. Volgende doses dienen parenteraal met tussenpozen van zes uur te worden gegeven of oraal. De toedienroute en dosering folinezuur hangen af van de ernst van de MTX intoxicatie. Behandel ernstige intoxicaties in overleg met de (ziekenhuis-)apotheker.

 

Wensen en voorkeuren patiënten

Onderstaande tekst is geschreven door Psoriasispatiënten Nederland en wordt gedragen door de werkgroep. Dit is een aanvulling, zie ook het algemene patiëntenperspectief.

Voor patiënten is de stap van uitwendig behandelen naar systemisch behandelen ook een stap naar een chronische/permanente behandeling. Besteed aandacht aan deze stap, evenals het belang van therapietrouwheid. Omdat het ervaren van bijwerkingen voor veel patiënten verschillend is, en dit na verloop van tijd kan afnemen, is het belangrijk hierbij bij de opbouw van de medicatie, maar ook na verloop van tijd aandacht aan te besteden. Omdat er verschillende toedieningsvormen zijn is het belangrijk deze te bespreken wat de voorkeur van de individuele patiënt is.

Onderbouwing

Methotrexaat (een foliumzuurantagonist) (MTX) wordt wereldwijd veelvuldig voorgeschreven voor de systemische behandeling van psoriasis sinds Gubner in 1951 het effect van foliumzuurantagonisten beschreef voor de behandeling van psoriasis. In 1971 is de behandeling reeds goedgekeurd door de FDA. MTX verhindert de reductie van dihydrofoliumzuur tot tetrahydrofoliumzuur, een essentiële stap bij de synthese van nucleïnezuren en bij de celdeling. Het exacte werkingsmechanisme is onbekend.

De werkgroep adviseert om met patiënt de opties van orale en subcutane methotrexaat (MTX) te bespreken. De voordelen van een subcutane toediening van MTX zijn een verhoogde veiligheid (orale inname heeft een hoger risico op overdosering omdat patiënten tabletten eerder dagelijks zullen innemen in plaats van eenmaal wekelijks) en een verbeterde biologische beschikbaarheid.

In de evidence synthese zijn essentiële onderdelen van het literatuuronderzoek beschreven.

 

Het literatuuronderzoek is verricht door de EDF-werkgroep. Zij gebruiken hiervoor een standaardprocedure. Hieronder zijn door middel van hyperlinks verschillende onderdelen van de evidence synthese terug te vinden:

 

 

NB: De hyperlinks zijn toegevoegd in februari 2023. Indien de hyperlinks niet (meer) werkzaam zijn, kan bij navraag het PDF-document opgevraagd worden. Neem hiervoor contact op met richtlijnen@nvdv.nl

  1. 1. Duhra P. Treatment of gastrointestinal symptoms associated with methotrexate therapy for psoriasis. J Am Acad Dermatol 1993; 28: 466-9.
  2. 2. Ortiz Z, Shea B, Suarez Almazor M, Moher D, Wells G, Tugwell P. Folic acid and folinic acid for reducing side effects in patients receiving methotrexate for rheumatoid arthritis. The Cochrane database of systematic reviews 2000: CD000951.
  3. 3. van Ede AE, Laan RF, Rood MJ et al. Effect of folic or folinic acid supplementation on the toxicity and efficacy of methotrexate in rheumatoid arthritis: a forty-eight week, multicenter, randomized, double-blind, placebo-controlled study. Arthritis and rheumatism 2001; 44: 1515-24.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 17-03-2023

Laatst geautoriseerd  : 17-03-2023

Geplande herbeoordeling  :

De Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) is regiehouder van dit richtlijn en eerstverantwoordelijke op het gebied van de actualiteitsbeoordeling van het richtlijn. De andere aan dit richtlijn deelnemende wetenschappelijke verenigingen of gebruikers van het richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de regiehouder over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
  • Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen
  • Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
  • Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
  • Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
  • Nederlandse Vereniging voor Reumatologie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers
  • Patiëntenfederatie Nederland
  • Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten
  • Psoriasisvereniging Nederland

Algemene gegevens

Op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie is de richtlijn psoriasis in de periode 2021-2023 gedeeltelijk herzien. De modules keuzematrix, methotrexaat, ciclosporine, acitretine, dimethylfumaraat, apremilast, adalimumab, etanercept, infliximab, secukinumab, ustekinumab, biosimilars, artritis psoriatica, tuberculosescreening, vaccinaties, psoriasis bij zwangerschap zijn herzien t.o.v. de richtlijn uit 2017. De overige modules in deze richtlijn zijn nieuw. In 2022-2024 volgt een nieuwe herziening waarin o.a. de modules topicale therapie, screening en biologics bij kinderen en ouderen, nagelpsoriasis en afbouwen/ interval uitbreiden van biologics worden toegevoegd of herzien.

Voor de huidige herziening is gekozen om de richtlijn ‘Living EuroGuiDerm Guideline for the systemic treatment of psoriasis vulgaris’, beter bekend als de EDF (European Dermatology Forum) richtlijn voor psoriasis1, te adapteren naar de Nederlandse situatie. In het Adviesrapport Internationale richtlijnen, wordt geadviseerd een richtlijn alleen te adapteren indien de richtlijn vrij is van belangenverstrengeling, gebaseerd is transparant en systematisch literatuuronderzoek en als de geadresseerd knelpunten bij de vragen van de richtlijnwerkgroep2. De meest relevante modules, over de systemische behandelingen van psoriasis, zijn onderbouwt in een Cochrane systematische review met netwerk-meta analyse.3 Deze review wordt structureel geüpdatet, en de meest recente effectiviteit van de besproken systemische middelen kan het beste geraadpleegd worden in de actuele versie van de review via de Cochrane Database. De modules over specifieke situaties en comorbiditeiten zijn gebaseerd op systematische of narratieve reviews.

De EuroGuiDerm psoriasisrichtlijn is opgesteld door een Europese werkgroep met vertegenwoordigers uit alle Europese landen die hieraan wilden bijdragen, inclusief patiëntvertegenwoordigers. Belangenconflicten zijn beschreven, als mede hoe er is omgegaan met mogelijk conflicten.

Deze richtlijn herziening bevat aanbevelingen voor de behandeling van psoriasis met systemische medicatie: conventionele systemische medicatie, small molecule inhibitors en biologics. In deze richtlijn herziening wordt met de term psoriasis, psoriasis vulgaris bedoeld.

Doel en doelgroep

Deze richtlijn is een document met aanbevelingen ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. De richtlijn berust op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aansluitende meningsvorming gericht op het vaststellen van goed medisch handelen. De richtlijn geeft aanbevelingen over begeleiding en behandeling van patiënten met psoriasis.

 

De richtlijn is bestemd voor leden van de medische en paramedische beroepsgroep. Daartoe behoren onder andere: Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV), Nederlandse Vereniging voor internisten (NIV), Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR), Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC), Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen (NVMDL), Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVVP) en Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN). Voor patiënten werd een patiëntenfolder ontwikkeld en informatie op Thuisarts. Voor huisartsen geldt primair de NHG-Standaard Psoriasis. Als de huisarts bij patiënten met psoriasis niet meer met de NHG-Standaard uitkomt, kan de huisarts gebruikmaken van deze richtlijn.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijn werd een multidisciplinaire werkgroep ingesteld. Bij het samenstellen van de werkgroep werd rekening gehouden met de geografische spreiding van de werkgroepleden en met een evenredige vertegenwoordiging van academische en niet-academische achtergrond. De werkgroepleden hebben onafhankelijk gehandeld en geen enkel lid ontving gunsten met het doel de richtlijnen te beïnvloeden. Naast de afgevaardigden van de verschillende beroepsgroepen is er ook een patiëntvertegenwoordiger betrokken geweest bij de ontwikkeling van de richtlijn. 

 

Overzicht werkgroepleden

Werkgroepleden Richtlijn Psoriasis

Vereniging

dr. E.M. Baerveldt, dermatoloog en voorzitter

NVDV

dr. D.M.W. Balak, dermatoloog

NVDV

prof. dr. E.M.G.J. de Jong, dermatoloog

NVDV

dr. P.M.J.H. Kemperman, dermatoloog

NVDV

drs. G.E. van der Kraaij, dermatoloog in opleiding

NVDV

dr. L.L.A. Lecluse, dermatoloog

NVDV

dr. P.P.M. van Lümig, dermatoloog

NVDV

dr. S.P. Menting, dermatoloog

NVDV

prof. dr. P.I. Spuls, dermatoloog

NVDV

dr. M.M.B. Seyger, dermatoloog

NVDV

dr. H.B. Thio, dermatoloog

NVDV

drs. W.R. Veldkamp, dermatoloog in opleiding

NVDV

dr. J.M.P.A. van den Reek, arts en wetenschappelijk onderzoeker

NVDV

drs. M.E. van Muijen, arts-onderzoeker

NVDV

drs. L.S. van der Schoot, arts-onderzoeker

NVDV

drs. S.E. Thomas, arts-onderzoeker

NVDV

dr. M. de Boer, gynaecoloog

NVOG

Prof. dr. F.W.A. Verheugt, cardioloog

NVVC

dr. S. Dieleman, psychiater

NVVP

dr. F.A. van Gaalen, reumatoloog

NVR

dr. E. Leijten, reumatoloog

NVR

dr. W. van Dop, MDL-arts

NVMDL

drs. F. Korving, ziekenhuisapotheker

NVZA

drs. W. Eizenga, huisarts

NHG

dr. M.W.F. van den Hoogen, internist-nefroloog

NIV

dr. P.J.J. van Genderen, internist-infectioloog

NIV

prof. dr. R. van Crevel, internist-infectioloog

NIV

dr. E.T.T.L. Tjwa, MDL-arts

NVMDL

J. Janssens, verpleegkundig specialist

V&VN

I. Laffra, verpleegkundig specialist

V&VN

I. van Ee, patiëntvertegenwoordiger

Psoriasispatiënten Nederland

Ondersteuning werkgroep Richtlijn Psoriasis

Vereniging

drs. M.O. Hoogeveen, arts-onderzoeker (vanaf januari 2023)

NVDV

drs. S.L. Wanders, arts-onderzoeker (vanaf juli 2021)

NVDV

drs. E. de Booij, arts-onderzoeker (tot juli 2021)

NVDV

dr. W.A. van Enst, klinisch epidemioloog

NVDV

 

Overzicht betrokken partijen

Overzicht betrokken partijen - Richtlijn 2021

Zitting neming in werkgroep

Knelpunten analyse

Commentaarfase

Autorisatie

Opmerkingen

Wetenschappelijke verenigingen

Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

X

X

X

X

 

Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)

X

X

X

X

 

Nederlandse Internisten Vereniging

(NIV)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie

(NVOG)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen (NVMDL)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVVP)

X

X

X

X

 

Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuis Apothekers (NVZA)

X

X

X

X

 

Nederlandse Vereniging voor Huidtherapeuten (NVH)

 

X

X

 

 

Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT)

 

X

X

 

 

Patiëntenverenigingen

Psoriasispatiënten Nederland

X

X

X

X

 

Stakeholders

Nederlandse Vereniging Ziekenhuizen (NVZ)

 

 

 

 

Willen graag op de hoogte gehouden worden tijdens het proces

Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU)

 

X

X

 

Gevraagd voor knelpuntenanalyse, geen reactie.

Zorgverzekeraars Nederland (ZN)

 

X

X

 

Gevraagd voor knelpuntenanalyse, geen reactie.

Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG)

 

X

X

 

 

Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)

 

 

 

 

Gevraagd voor knelpuntenanalyse, geen reactie.

*Merendeel van de partijen werden uitgenodigd voor de knelpuntenanalyse (invitational conference) en de commentaarfase.

Deelname aan de werkgroep en autorisatie wordt enkel aan de wetenschappelijke verenigingen, patiëntenverenigingen en overige organisaties voorgelegd.

Belangenverklaringen

De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste vijf jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoek financiering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie.

NB: De werkgroep is op de hoogte van elkaars belangen, voor zover die spelen. Deze zijn besproken in een werkgroep vergadering.

 

Werkgroep

lid

Hoofdfunct-

ie(s)

Nevenfunctie(s)

Persoonlijke financiële belangen

Persoonlijke relaties

Extern gefinancierd onderzoek

Intellectuele belangen en reputatie

Overige belangen

Getekend op

Acties (voorstel)

dr. E.M. Baerveldt

Dermatoloog IJsselland ziekenhuis, Capelle a/d IJssel

Oprichter en IP-houder concept TrackCura/ DermaNet (onbetaald)

 

Aandeelhouder i-Parse BV: Technical-start up gericht op screenen van high-risk offshore en zeevarend personeel op huidkanker.

 

Lid domeingroep inflammatoire dermatosen NVDV

 

Plaatsvervangend lid FMS Raad voor Wetenschap en Innovatie

 

Lid project Zorginstituut Zinnige Zorg: Huid en Subcutis: Psoriasis en Eczeem: vertegenwoordiger namens de NVDV

 

Gedurende 2017, 2018 en 2019 lid van Internationale Educatie Adviesraad Janssen inzake psoriasis: betrof jaarlijkse 1-daagse bijeenkomst hetgeen qua uren vergoed werd.

Naast IP-houder via het Erasmus MC op termijn samen met collega specialisten en huisartsen, deelcertificaten van de coöperatie TrackCura in eigendom krijgen.

Geen

Vanuit tijdelijk dienstverband bij Bravis in 2020 als lokaal onderzoeker betrokken bij fase 3 onderzoek. Hierbij wordt voor diverse partijen vanuit Industrie gewerkt. De meeste van deze trials lopen tegelijk ook in meerdere academische centra in Nederland.

Geen

Geen

31-08-2020

Geen actie

dr. D.M.W. Balak

Dermatoloog Langeland Ziekenhuis te Zoetermeer en

Universitair Ziekenhuis te Gent

Medisch adviseur psoriasispatiënten Nederland (onbetaald)

Spreker op congres: AbbVie, Almirall, Celgene, Eli Lilly, Janssen, Leo Pharma, Novartis, UCB. Adviesraad: AbbVie, Almirall, Janssen, Leo Pharma, Novartis, UCB. Congres organisatie: AbbVie, Janssen

Geen

Geen

Geen

Geen

31-01-2022

*

 

Prof. dr. E.M.G.J. de Jong

DermatoloogRadboud UMC, Nijmegen 

Zie verder bij extern gefinancierd onderzoek

Geen

Geen

Onderzoeks-subsidies ontvangen voor het onafhankelijke onderzoeksfonds van de afdeling dermatologie van het Radboudumc Nijmegen, Nederland van AbbVie, Novartis, Janssen Pharmaceutica, Leo Pharma, UCB, ZonMw, KCE en EU.

 

Opgetreden als adviseur en/of betaalde spreker voor en/of deelgenomen aan onderzoek dat wordt gesponsord door bedrijven die geneesmiddelen produceren die worden gebruikt voor de behandeling van psoriasis, waaronder AbbVie, Almirall, Janssen Pharmaceutica, Novartis, Lily, Celgene, Leo Pharma, Sanofi en UCB.

 

Alle financiering is niet persoonsgebonden maar gaat naar het onafhankelijke onderzoeksfonds van de afdeling dermatologie van het Radboudumc te Nijmegen.

Geen

Geen

28-04-2021

*

dr. P.M.J.H. Kemperman

Dermatoloog Dijklander Ziekenhuis en Amsterdam UMC

Adviseur Alopecia Vereniging (onbetaald)

Adviseur CMTC vereniging (onbetaald)

Adviseur vitiligo vereniging (onbetaald)

Adviseur Happi Huid app (onbetaald, bij succes in de toekomst honorarium per download)

 

Richtlijn jeuk (onbetaald)

Richtlijn vitiligo (onbetaald)

 

Sprekersvergoeding: Jansen, Galderma

Adviesraad: Sanofi, Leopharma

Geen

Geen

Geen

Geen

24-01-2022

*

dr. L.L.A. Lecluse

DermatoloogBergman Clinics

Lid domeingroep inflammatoire dermatosen NVDV, onbetaald

 

Lid wetenschappelijke raad bergman Clinics, onbetaald

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

11-06-2021

Geen actie

dr. P.P.M. van Lümig

Dermatoloog    MUMC+

2020 adviesraad LEO Pharma - betaald; 2020 adviesraad UCB - betaald;

2020 adviesraad Novartis - betaald; 2019 adviesraad LEO Pharma - betaald; 2019 adviesraad Novartis - betaald

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

20-04-2021

Geen actie

dr. S.P. Menting

Dermatoloog OLVG

Voorzitter domeingroep inflammatoire dermatosen OLVG, Werkgroeplid Santeon richtlijn dure geneesmiddelen, Supervisor SOA spreekuur GGD Amsterdam

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

14-04-2021

Geen actie

Prof. dr. P.I. Spuls

Dermatoloog en staflid Amsterdam UMC

Geen

Consultancy in het verleden voor Sanofi 11-10-17 en AbbVie 04-12-17 (onbetaald), sinds december 2019 een departementale onafhankelijke onderzoekssubsidie ​​voor TREAT NL registry van Pharma voor de

TREAT NL registry, is betrokken bij het uitvoeren van klinische proeven met veel farmaceutische industrieën die geneesmiddelen produceren die worden gebruikt voor de behandeling van psoriasis en atopische dermatitis, waarvoor een financiële vergoeding wordt betaald aan de afdeling/ziekenhuis

 

Hoofdonderzoeker (CI) van het register systemisch en fototherapie atopisch eczeem (TREAT NL) voor volwassenen en kinderen

 

Hoofdonderzoekers van het SECURE- AD-register.

Geen

Zie overzicht publicaties (op te vragen)

Geen

Geen

14-04-2021

Geen actie

dr. M.M.B. Seyger

Dermatoloog

Radboud UMC Nijmegen 

Geen

Geen

Geen

Onderzoeksgrant Janssen. Advisory boards/consultant: Janssen, Lilly, Novartis, Pfizer.

 

Deelname aan trials van Amgen, Janssen, Lilly.

 

Alle contracten zijn gesloten met het Radboudumc, en alle inkomsten gaan direct naar het Radboudumc.

Geen

Geen

18-04-2021

*

dr. H.B. Thio

DermatoloogErasmus MC

Presentaties verzorgen voor onderwijs: betaald

 

Medische adviesraden: betaald

 

Begeleiden PhD dermatologen uit Indonesië en Thailand: (on)betaald

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

17-01-2022

Geen actie

dr. W.R. Veldkamp

Dermatoloog in opleiding, Radboudumc

Lid (namens de NVDV) voor de richtlijn Myositis (NVR) - onkostenvergoeding

Lid Wereldpsoriasis dag commissie - geen vergoeding

Lid Domeingroep inflammatoire dermatosen - onkostenvergoeding

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

29-04-2021

Geen actie

drs. G.E. van der Kraaij

Dermatoloog in opleiding, Amsterdam UMC, PhD candidate

Geen

Geen

Geen

 

Geen

Geen

In het verleden meegewerkt aan de ontwik-keling van een consult-kaart en keuze-hulp bij psoriasis.

05-05-2022

Geen actie

dr. J.M.P.A. van den Reek

Arts en wetenschappelijk onderzoeker

Geen

Geen

Geen

Klinische proeven voor AbbVie, Celgene en Janssen

 

Spreekgeld ontvangen/bijgewoonde adviesraden van AbbVie, Janssen, BMS, Almirall, LEO Pharma en Eli Lilly

 

Vergoeding voor het bijwonen van een symposium van Janssen, Pfizer, Celgene en AbbVie. Alle financiering is niet persoonsgebonden, maar gaat naar het onafhankelijke onderzoeksfonds van de afdeling dermatologie van het Radboudumc in Nijmegen.

Geen

Geen

29-04-2021

*

drs. M.E. van Muijen

Arts-onderzoeker Radboudumc

Geen

Geen

Geen

Voert klinische proeven uit voor Abbvie, Celgene, Janssen en Novartis

 

Spreekgeld ontvangen van Janssen. Alle financiering is niet persoonlijk, maar gaat naar het onafhankelijke Onderzoeksfonds van de afdeling Dermatologie van het Radboudumc Nijmegen

Mogelijk 'Bescherming van de eigen reputatie/positie, positie van de werkgever of andere belangenorganisaties of verwerven van erkenning' vanwege promotieonderzoek op het gebied van behandeling van psoriasis met biologicals.

Geen

06-05-2021

 

*

drs. L.S. van der Schoot

Arts-onderzoeker (promovendus) dermatologie Radboudumc

Geen

Geen

Geen

Uitvoeren van trials voor Janssen en Novartis en ontvangen sprekersvergoeding van Janssen en Eli Lilly. Alle financiering was onpersoonlijk en werd uitbetaald aan het onafhankelijke onderzoeksfonds van de afdeling dermatologie van het Radboudumc.

Mogelijk 'Bescherming van de eigen reputatie/positie, positie van de werkgever of andere belangenorganisaties of verwerven van erkenning' vanwege promotieonderzoek op het gebied van behandeling van psoriasis met biologics.

Geen

28-06-2022

*

drs. S.E. Thomas

Arts-onderzoeker (promovendus) Dermatologie Radboud UMC

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

14-01-2022

Geen actie

dr. M. de Boer

GynaecoloogAmsterdam UMC

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

28-01-2022

Geen actie

Prof. dr. F.W.A. Verheugt

Cardioloog, OLVG Amsterdam

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

16-04-2021

Geen actie

dr. S. Dieleman

Psychiater

Erasmus MC

Speciale aandachtsgebieden zijn vroege psychotische en manische ontregelingen. Tevens waarnemend geneesheerdirecteur voor de WVGGZ. 2 uur per 2 weken werkzaam op het psychodermatologie spreekuur in het Erasmus MC.

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

28-04-2021

Geen actie

dr. F.A. van Gaalen

ReumatoloogLUMC, Leiden en Alrijne ziekenhuis, Leiderdorp

Bestuurslid en penningmeester Assessment of SpondyloArthritis international Society (ASAS) (onbetaald)

Betaald adviseurschap MSD, AbbVie, Novartis, Bristol Myers Squibb

Geen

-Externe onderzoeksfinanciering ontvangen van Stichting Vrienden van Sole Mio, Stichting ASAS, Jacobus Stichting, Novartis, UCB

 

-vanuit ASAS lid van stuurgroep van het ASAS-GRAPPA axial involvement in psoriatic arthriits cohort (AXIS)

Bestuurslid en penningmeester Assessment of SpondyloArthritis (SpA) international Society

 

Secretaris werkgroep SpA van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR)

 

Adviseur Stichting Axiale SpA

 

Lid wetenschappelijke adviesraad (WAR) Reuma Nederland

Geen

29-04-2021

*

dr. E. Leijten

Reumatoloog

Sint Maartenskliniek

Geen

Dienstverlening (spreker) honorarium Janssen – Cilag

Geen

Geen

Geen

Geen

29-04-2021

Geen actie

dr. W. van Dop

MDL-arts, Radboudumc

Nijmegen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

05-07-2022

Geen actie

dr. E.T.T.L. Tjwa

MDL-arts/

hepatoloog

Radboudumc Nijmegen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

08-06-2022

Geen actie

drs. F. Korving

Poliklinisch apotheker in Tergooi MC

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

13-01-2022

Geen actie

drs. W. Eizenga

Huisarts

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

27-04-2021

Geen actie

dr. P.J.J. van Genderen

Directeur Corporate Travel Clinic Erasmus MC

 

Universitair Hoofd Docent, internist afdeling Medische Microbiologie en Infectieziekten, Erasmus MC

Lid van werkgroepen van Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering, te weten Malaria werkgroep (MWG), Kleine werkgroep (KWG) en Brede werkgroep (BWG) - onbetaald (vacatievergoeding)

 

Medische Advies Raad Sanquin - onbetaald (vacatievergoeding)

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

24-01-2022

Geen acite

Prof. dr. R. van Crevel

Internist-infectioloog, Radboudumc

Nijmegen

Kleine vergoeding vanuit University of Oxford voor werkzaamheden in Jakarta binnen het Oxford Tropical Network

Geen

Geen

Geen conflictbelangen, onderzoek naar tuberculose, meest in Afrika en Azië, met financiering van National Institute of Health (USA), Wellcome Trust (UK, en EU)

Geen

Geen

12-01-2022

Geen actie

Dr. M.W.F. van den Hoogen

Internist-nefroloog

Opleider nefrologie

Erasmus MC

Onderwijs / consultancy voor een groot aantal zorgverleners / farmaceutische bedrijven.

Honorarium of andere (financiële) vergoeding

 

Astellas, Sanofi,

Vifor

 

Zie ook www.transparantieregister.nl

Geen

Onderzoeksgeld (aan Erasmus MC)

 

Astellas, Novartis,

Shire

De gegeven adviezen zullen ongetwijfeld bijdragen aan opbouwen van mijn eigen reputatie/positie en daarmee van het Erasmus MC.

 

Heeft bijzondere en unieke expertise over immuunsuppressiva.

Geen

30-03-2022

*

J. Janssens

Verpleegkundig specialist AGZ Bravis Ziekenhuis Bergen op Zoom/Roosendaal

Aandachtsgebied inflammatoire huidaandoeningen in dienstverband

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

12-01-2022

Geen actie

I. Laffra

Verpleegkundig specialist

Rijnstate

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

29-04-2021

Geen actie

I. van Ee

Patiëntvertegenwoordiger

Patiënt partner, coördinator en centrale redactielid  - psoriasispatiënten Nederland - onbetaald

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

18-01-2021

Geen actie

drs. E. de Booij

Arts-onderzoeker NVDV

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

12-04-2021

Geen actie

drs. S.L. Wanders

Arts-onderzoeker NVDV

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

01-01-2022

Geen actie

drs. M.O. Hoogeveen

 

Arts-onderzoeker

NVDV

Klinisch onderzoek pediatrie Virtual Reality Hypnosis (geen medicamenteuze interventie); Literatuuronderzoek botulinetoxine en spieratrofie

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

25-01-2023

Geen actie

dr. W.A. van Enst

Klinisch epidemioloog

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

Geen

01-02-2023

Geen actie

* Ten aanzien van belangen: geen actie. Er is in deze richtlijn geen uitspraak gedaan over de eerste keuze biologics.

Inbreng patiëntenperspectief

Er is aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door de zitting neming van een patiënt in de werkgroep en de opname van een tekst over het patiëntenperspectief per module. Het conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan de patiëntenvereniging Psoriasispatiënten Nederland. Bij de patiëntenperspectief is de inbreng van het patiëntenperspectief besproken in een klankbordgroep bestaande uit 5 patiënt-partners bespreken, te weten: P. Vermeulen, F van Loon, J. van der Zon, H. Hulshuizen. S. Smits en I. van Ee

 

Wkkgz & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen

 

Bij de richtlijn is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn richtlijnmodules op verschillende domeinen getoetst (gebaseerd op het stroomschema ontwikkeld door FMS).

 

Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn, zie onderstaande tabel.

 

Module

Uitkomst Raming

Toelichting

Dimethylfumaraat

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Acitretine

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Ciclosporine

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

 

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Methotrexaat

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Apremilast

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Infliximab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Etanercept

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Adalimumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Certolizumab pegol

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Ustekinumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Secukinumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Brodalumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Ixekizumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Bimekizumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Tildrakizumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Guselkumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Risankizumab

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Biosimilars

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Artritis psoriatica

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

IBD

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Kanker

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Depressie en suïcidaliteit

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Diabetes mellitus

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Ischemische hartziekten en hartfalen

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Verminderde nierfunctie

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Virale hepatitis

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Tuberculose

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Kinderwens en zwangerschap

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Vaccinaties

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Immunogeniciteit

Geen substantiële financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Implementatie

In de verschillende fasen van de ontwikkeling van het richtlijn is rekening gehouden met de implementatie van het richtlijn en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van het richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. Het richtlijn wordt via het internet verspreid onder alle relevante beroepsgroepen en ziekenhuizen en er zal in verschillende specifieke vaktijdschriften aandacht worden besteed aan het richtlijn. Tevens zal een samenvatting worden gemaakt.

 

In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn(module) en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren, zoals de introductie van nieuwe biosimilars voor ustekinumab en secukinumab in de behandeling van psoriasis voor volwassenen. Het implementatieplan is te vinden als bijlagedocument. Omdat de maatschappelijke impact van de introductie van nieuwe biosimilars als groot werd ingeschat, is in 2022 een doorrekening van de gewijzigde kosten bij integrale implementatie van de richtlijn gerealiseerd in een zogenaamde Budget Impact Analyse (BIA). De volledige rapportage is opgenomen in de separate ‘Budget Impact analyse’. Voor de budget impact analyse wordt het huidige gebruik met biologics (originator en biosimilars) vergeleken met het toekomstige gebruik waarin de verwachte nieuwe biosimilars voor ustekinumab en secukinumab in zijn meegenomen.

Werkwijze

Knelpuntenanalyse

In de voorbereidingsfase heeft een bijeenkomst plaatsgevonden waarvoor alle belanghebbenden zijn uitgenodigd. In deze bijeenkomst zijn knelpunten aangedragen door de werkgroepleden; NVDV, Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), Nederlandse Tevens werden uitgenodigd Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Nederlandse Vereniging Ziekenhuizen (NVZ), Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). 

 

Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur

Er is gekozen om de richtlijn Psoriasis van de European Dermatology Forum/EuroGuiDerm Guidelines, beter bekend als EDF, te adapteren naar de Nederlandse situatie. Het literatuuronderzoek is verricht door de EDF-werkgroep. Zij gebruiken hiervoor een standaardprocedure. Wij verwijzen u voor volledige informatie naar de website van de EDF-richtlijn.    

 

Uitgangsvragen en uitkomstmaten

De uitgangsvragen van de EDF-guideline werden geadapteerd naar de Nederlandse situatie.

 

Indicatorontwikkeling

Er werden geen nieuwe indicatoren ontwikkeld voor deze richtlijn. De huidige indicatoren volstaan.

 

Kennislacunes

Het literatuuronderzoek werd verricht door de EDF-werkgroep. Een overzicht van de onderwerpen waarvoor (aanvullend) wetenschappelijk van belang wordt geacht, is als aanbeveling beschreven (zie bijlage op de startpagina). 

 

Juridische betekenis van richtlijnen

Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften maar wetenschappelijk onderbouwde en breed gedragen inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners zouden moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Aangezien richtlijnen uitgaan van ‘gemiddelde patiënten’, kunnen zorgverleners in individuele gevallen zo nodig afwijken van de aanbevelingen in de richtlijn. Afwijken van richtlijnen is, als de situatie van de patiënt dat vereist en na overleg met de patiënt, soms zelfs noodzakelijk. Een richtlijn beschrijft wat goede zorg is, ongeacht de financieringsbron (Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet langdurige zorg (Wlz), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), aanvullende verzekering of eigen betaling door de cliënt/patiënt). Opname van een richtlijn in een register betekent dus niet noodzakelijkerwijs dat de in de richtlijn beschreven zorg verzekerde zorg is.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijn is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen, (patiënt) organisaties en stakeholders voorgelegd ter commentaar. De commentaren zijn verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren is de conceptrichtlijn aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijn is aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter autorisatie door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.

 

Referenties

1. Living EuroGuiDerm Guideline for the systemic treatment of psoriasis vulgaris https://www.edf.one/home/Guidelines/EuroGuiDerm-psoriasis-vulgaris.html Geraadpleegd op 25-03-2022

2. FMS. Adapteren van internationale richtlijnen naar de Nederlandse praktijk. Adviesrapport. 20 november 2016. Utrecht

3. Sbidian E, Chaimani A, Garcia-Doval I, Doney L, Dressler C, Hua C, Hughes C, Naldi L, Afach S, Le Cleach L. Systemic pharmacological treatments for chronic plaque psoriasis: a network meta-analysis. Cochrane Database Syst Rev. 2022 May 23;5(5):CD011535. doi: 10.1002/14651858.CD011535.pub5. PMID: 35603936; PMCID: PMC9125768.

Volgende:
Combinatietherapie