Niet kleincellig longcarcinoom

Initiatief: Cluster Longoncologie Aantal modules: 75

Invloed van leeftijd en performance status op de effectiviteit en toxiciteit van oncologische systeemtherapie bij gemetastaseerd NSCLC

Uitgangsvraag

Wat zijn de adviezen t.a.v. oncologische systeembehandeling met chemotherapie, chemo-immunotherapie, immunotherapie en doelgerichte therapie bij oudere patiënten met gemetastaseerd NSCLC?

 

Wat zijn de adviezen t.a.v. oncologische systeembehandeling met chemotherapie, chemo-immunotherapie, immunotherapie en doelgerichte therapie bij patiënten met een gemetastaseerd NSCLC en matig/slechte ECOG performance status?

Aanbeveling

Oudere patiënten en NSCLC zonder actionable driver mutatie waarvoor doelgerichte therapie beschikbaar is

Behandel oudere patiënten (≥70 jaar) met een goede performance status conform aanbevelingen voor de algemene populatie. Informeer bij patiënten ouder dan 75 jaar specifiek over de verhoogde kans op toxiciteit.

 

Oudere patiënten en NSCLC met actionable driver mutatie waarvoor doelgerichte therapie beschikbaar is

Geef doelgerichte behandeling aan oudere patiënten (≥70 jaar) met oncogen gedreven NSCLC met extra aandacht voor toxiciteit en interacties met comedicatie.

 

Performance status en NSCLC zonder actionable driver mutatie waarvoor doelgerichte therapie beschikbaar is

Performance status 2

Geef bij voorkeur als eerstelijnsbehandeling een platinum doublet met carboplatine aan NSCLC patiënten zonder actionable driver mutatie, een PD-L1<50% en een performance status 2, indien behandeling gewenst is. Bij een PDL1≥50% en een contraindicatie voor chemotherapie kan immunotherapie worden overwogen.

Als alternatief kan monotherapie met chemotherapie met gemcitabine, vinorelbine, of pemetrexed (bij niet-plaveiselcelcarcinoom) worden gegeven.

 

Performance status 3-4

Geef Best Supportive Care aan patiënten met een performance status 3-4.

 

Performance status en NSCLC met actionable driver mutatie waarvoor doelgerichte therapie beschikbaar is

Performance status 2

Geef doelgerichte behandeling aan patiënten met oncogen gedreven NSCLC en een performance status 2.

 

Performance status 3-4

Geselecteerde patiënten bij wie de performance status door de maligniteit wordt veroorzaakt zouden baat kunnen hebben bij doelgerichte behandeling.

 

Zie ook de volgende modules:

Overwegingen

In het literatuuroverzicht wordt een beeld gegeven van de effectiviteit en toxiciteit van verschillende systemische behandelingen bij gemetastaseerd NSCLC in de context van oudere patiënten en patiënten met verminderde performance status. Daarbij is de overall survival de meest gerapporteerde uitkomst. Dit is samen met toxiciteit de voornaamste uitkomst als het gaat om de toelating en vergoeding van oncologische geneesmiddelen.

 

Een algemene beperking van veel studies is dat er uitkomsten worden gerapporteerd voor oudere patiënten of patiënten met een verminderde performance status t.o.v. jongere patiënten of patiënten met een goede performance status. Er is weinig literatuur waarbij systeemtherapie bij oudere patiënten en verminderde performance status daadwerkelijk met een controle arm (RCT) of historisch cohort (observationeel) wordt vergeleken. Een andere beperking is dat de ECOG performance status op zichzelf een grove maat is en beperkt reproduceerbaar. In de praktijk is er niet altijd overeenstemming tussen artsen, verpleegkundigen en patiënten. De performance status is daarnaast onafhankelijk van de leeftijd ondanks dat sommige studies een inclusie doen van oudere patiënten óf verminderde performance status. De ECOG performance status is ontwikkeld voor het inschatten van toxiciteit van chemotherapie. Deze lijkt echter niet voorspellend voor immunotherapie toxiciteit. Er is echter een sterke en consistente relatie met de overleving bij behandeling met oncologische systeembehandeling in bredere zin (Tomasik, 2021).

 

Ondanks de beperkingen van de studies, lijkt de balans tussen de voordelen en nadelen in algemene zin positief te zijn als het gaat om oudere patiënten. Daarbij moet de kanttekening gemaakt worden dat er relatief weinig gegevens zijn over patiënten van 80 jaar en ouder. Ook wordt er bij oudere patiënten meer toxiciteit gerapporteerd dan bij jongere patiënten met als uitzondering de mono immunotherapie. Verder lijkt een geriatrisch assessment de selectie van patiënten voor behandelmodaliteiten (m.n. chemotherapie versus best supportive care) te verbeteren waarbij met op groepsniveau (a) behoud van mOS en (b) identificatie van een subpopulatie die best supportive care ontvangt en niet (onnodig) bloot gesteld wordt aan chemotherapie. Zie hiervoor ook de module Diagnostiek en besluitvorming bij (kwetsbare) ouderen met NSCLC.   

 

In tegenstelling tot leeftijd is een verminderde performance status van grote negatieve invloed op de overleving van de patiënt die wordt behandeld met chemotherapie, immunotherapie en chemo-immunotherapie. Daarnaast wordt er meer toxiciteit gezien van de component chemotherapie t.o.v. patiënten met een goede performance status. De balans voordelen/nadelen van deze behandelingen is op groepsniveau negatief. Dit is anders voor patiënten met een actionable driver mutatie waarvoor doelgerichte therapie beschikbaar is waarbij een matig verminderde performance status een beperktere invloed lijkt te hebben op de overleving en ook wel een verbetering van de performance status gezien wordt na gebruik van de doelgerichte therapie.

 

Immunotherapie, maar ook veel van de doelgerichte therapieën, zijn behandelingen die hoge kosten met zich meebrengen. De kosten van deze geneesmiddelen kunnen andere zorg verdringen en het is daarom belangrijk deze geneesmiddelen doelmatig/gepast in te zetten. Geneesmiddelen bij oncologische indicaties worden veelal vergoed wanneer er wordt voldaan aan de PASKWIL criteria, waarbij gekeken wordt naar de mate van effectiviteit en toxiciteit gerapporteerd in klinisch studieverband. Op basis van de literatuur is het onwaarschijnlijk dat de toepassing van met name immunotherapie als doelmatig kan worden beschouwd. Daarnaast is de toxiciteit hoger bij oudere patiënten en verminderde performance status bij chemotherapie en doelgerichte therapie waarbij meer zorg nodig is voor het management van toxiciteit.

 

Vanuit patiëntenperspectief is het van belang dat de gegevens uit deze module onderdeel zijn van de gezamenlijke besluitvorming waarbij er aandacht is voor tijd die verloren kan gaan door toxiciteit en voor proactieve zorgplanning (Advanced Care Planning).

Onderbouwing

Bij de behandeling van gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) spelen zowel de leeftijd als de performance status van de patiënt een belangrijke rol in de effectiviteit en toxiciteit van oncologische systeemtherapieën. Performance status, vaak gemeten met de ECOG-score, geeft een indicatie van het functioneren en de dagelijkse activiteiten van de patiënt, wat kan bepalen hoe goed iemand chemotherapie, chemo-immunotherapie, immunotherapie of doelgerichte therapie verdraagt en wat er aan levensverlengend effect kan worden verwacht. Oudere patiënten hebben vaak comorbiditeiten en verminderde orgaanfunctie, wat kan bijdragen aan verhoogde toxiciteit en verminderde effectiviteit van de behandeling. Het begrijpen van de interactie tussen leeftijd, performance status en therapie-uitkomsten is belangrijk bij de totstandkoming van een goede behandelbeslissing.

Leeftijd en performance status zijn grove maten maar veel onderzochte belangrijke patiëntkenmerken, en vormen in internationale richtlijnen belangrijke patiëntkenmerken waarop het in aanmerking komen voor behandeling wordt gebaseerd. De module Diagnostiek en besluitvorming bij (kwetsbare) ouderen met NSCLC geeft handvatten voor een meer uitgebreide uitvraag van de algehele conditie en hoe dit kan bijdragen aan gezamenlijke besluitvorming.

Deze module beoogt adviezen te geven ten aanzien van de behandeling van oudere en/of patiënten met een verminderde performance status met een gemetastaseerd NSCLC.

LEEFTIJD

CHEMOTHERAPIE

Oudere patiënten zijn in beperkte mate geïncludeerd in RCTs. Een subgroepanalyse in een meta-analyse van individuele patiëntgegevens uit 16 RCTs onderzocht de effectiviteit van chemotherapie bij verschillende leeftijdscategorieën waaronder >70 jaar. Er werd een vergelijkbaar voordeel gezien tussen jongere en oudere deelnemers van chemotherapie ten opzichte van de BSC (NSCLC Meta-Analyses Collaborative Group, 2008). Verder heeft een Cochrane-analyse naar RCTs gekeken waarin verschillende chemotherapie behandelingen voor patiënten >70 jaar (als subgroep of inclusiecriterium) met gevorderd NSCLC werd onderzocht. Carboplatine combinatiebehandelingen bij de oudere patiënt zonder significante comorbide ziekte(n) resulteren in toename van mOS, mPFS en ORR. Echter lijkt er ook meer toxiciteit te zijn dan in de populatie <70 jaar. Mono chemotherapie lijkt in mindere mate effectief maar ook minder toxisch (Santos, 2015).

 

IMMUNOTHERAPIE

Gridelli et al. geeft in een review een uitgebreid overzicht van de effectiviteit en toxiciteit van immunotherapie, al dan niet gecombineerd met chemotherapie (Gridelli, 2023). Er worden in RCTs, subgroepen van RCTs en observationele studies verschillende definities gehanteerd voor de oudere patiënt met leeftijdsgrenzen van 65, 70 en 75 jaar. Voor patiënten met een PDL1≥50% lijkt de leeftijd niet van invloed op de effectiviteit en toxiciteit van immunotherapie als monotherapie. Daarnaast was mono nivolumab even effectief in patiënten >70 jaar t.o.v. <70 jaar in de context van tweedelijns behandeling. Tsukita et al. laat in een Japanse observationele studie zien dat mono immunotherapie effectief is bij PDL1 positieve patiënten met leeftijd >75 jaar (Tsukita, 2024).

 

CHEMO-IMMUNOTHERAPIE

Subgroepanalyses van de KEYNOTE407 (Paz-Ares, 2018) en KEYNOTE 189 (Ghandi, 2018) laten geen verschil zien in effectiviteit voor >65 jaar versus <65 jaar voor de patiënten met een PDL1<50%. Er werd echter een beperkt aantal patiënten met leeftijd >75 jaar geïncludeerd.

 

Twee observationele studies met in totaal meer dan 100 patiënten van >75 jaar laten echter zien dat er vergelijkbare OS werd gehaald vergeleken met patiënten van <75 jaar (Fujimoto, 2022; Velcheti, 2021). Wat betreft toxiciteit laten deze observationele studies zien dat patiënten >75 jaar eerder stoppen met de chemo componenten en meer toxiciteit ervaren. Dit is in lijn met de literatuur uit het pre-immunotherapie tijdperk (Santos, 2015).

 

De observationele studie van Tsukita et al. laat zien dat immunotherapie met chemotherapie effectief is bij patiënten met leeftijd >75 jaar zonder toegevoegde waarde van de toevoeging van chemotherapie aan immunotherapie in de groep met PDL1>1% (Tsukita, 2024). De toepassing van mono immunotherapie bij PDL1 1-49% is echter geen behandelregime met vergoeding ten tijde van publicatie van deze richtlijnmodule.

 

De subgroepanalyse van patiënten >75 jaar uit de 9LA studie suggereert geen effectiviteit van duale immunotherapie in combinatie met chemotherapie ten opzichte van chemotherapie. De groep is echter klein (Paz-Ares, 2021). Een abstract van de Energy studie suggereert daarentegen wel effectiviteit van nivolumab/ipilimumab zonder chemotherapie in de groep ouder dan 70 jaar (geen PDL1 gerapporteerd) (Lena, 2022). Het voordeel van het 9LA schema is dat het beperkt is tot 2 cycli chemotherapie. De toepassing van nivolumab en ipilimumab zonder chemotherapie is echter geen behandelregime met vergoeding ten tijde van publicatie van deze richtlijnmodule.

 

TYROSINE KINASE INHIBITORS

In alle fase III RCTs met EGFR en ALK tyrosine kinase remmers zijn patiënten >65 jaar geïncludeerd. Patiënten >65 jaar blijken evenveel effect te hebben van behandeling als patiënten <65 jaar (Carmichael, 2018). Voor patiënten >75 jaar zijn verschillende observationele studies gedaan in de Japanse populatie. Sakata et al. includeerde 223 patiënten >75 jaar die behandeld werden met osimertinib in de eerste lijn. Patiënten >75 jaar hadden minder effect dan patiënten <75 jaar met een mPFS van 16.9 maanden versus 22.1 maanden en een mOS van 30 maanden versus niet bereikt. Daarnaast werd in 28,6% van de gevallen gestopt t.g.v. bijwerkingen in de >75 jaar groep t.o.v. 14.9% in de <75 jaar groep (Sakata, 2023). Yamamoto et al. beschrijft soortgelijke resultaten in een populatie van 123 osimertinib patiënten >75 jaar met een mPFS van 19.4 maanden en een mOS die nog niet bereikt was (95% betrouwbaarheidsinterval 24.6 maanden - “niet bereikt”). Er werd in 17.4% van de gevallen een pneumonitis gezien, waarvan de helft graad 3 of hoger (Yamamoto, 2021).

 

ECOG PERFORMANCE STATUS

CHEMOTHERAPIE

Er zijn data die laten zien dat chemotherapie de OS verlengt en kwaliteit van leven verbetert bij patienten met een performance status van 2 (Gridelli, 2004). Een Cochrane analyse van Gijtenbeek et al. laat zien dat een platinum doublet behandeling de voorkeur heeft ten opzichte van andere chemotherapie bij de behandeling van een patiënt met een ECOG performance status van 2 (HR van 0.67). Er moet rekening gehouden worden met meer risico op graad 3-5 hematologische toxiciteit met relatieve risico’s van 2-4 t.o.v. patiënten met een performance status 0/1 (Gijtenbeek, 2023).

 

IMMUNOTHERAPIE

Er zijn nauwelijks prospectieve studies gedaan naar immunotherapie waarbij patiënten met een ECOG performance status van 2 of meer zijn geïncludeerd. In de IPSOS trial werden voornamelijk patiënten met performance status 2 gerandomiseerd naar atezolizumab versus mono chemotherapie. In de groep met PDL1≥50% werd geen betere overleving gezien voor atezolizumab (n=50) dan voor chemotherapie (n=25). De PeSP2 fase 2 studie waarbij gevorderde NSCLC patiënten met een performance status van 2 behandeld werden met pembrolizumab monotherapie had geen controle arm (single arm). Er werd voor de groep PDL1≥50% een totaal van 15 patiënten geïncludeerd die een mOS hadden van 14.6 maanden, t.o.v. een mOS van 26.3 maanden voor dezelfde groep met performance status 0/1 uit de KEYNOTE-024 RCT (Reck, 2021). Daarnaast zijn er in de Checkmate 153 en 171 ook patiënten met performance status 2 geïncludeerd waarbij patiënten met gevorderd NSCLC reeds in eerdere lijn zijn behandeld. Ondanks dat de behandeling goed getolereerd werd, was de mOS voor de performance status 2 patiënten de helft van performance status 0/1 met een mOS van 4-5 maanden (Spigel, 2019; Felip, 2020). De Energy studie vergeleek duale immunotherapie (zonder chemotherapie) met chemotherapie waarbij tevens performance status 2 patiënten zijn geïncludeerd. De mOS van duale immunotherapie was 2.9 maanden t.o.v 6.1 maanden voor de chemotherapie groep (Lena, 2022). De toepassing van nivolumab en ipilimumab zonder chemotherapie is geen behandelregime met vergoeding ten tijde van publicatie van deze richtlijnmodule.

 

In lijn met deze uitkomst beschrijven verschillende observationele studies soortgelijke resultaten. Seghal et al. rapporteert een mPFS van 2.3 maanden en mOS van 4.1 maanden voor pembrolizumab monotherapie bij patiënten met een PDL1 positieve tumor en performance status 2 (Seghal, 2021). Ook Facchinetti et al. beschrijft een mPFS van 2.4 maanden en mOS van 3 maanden bij mono immunotherapie bij PDL1≥50%. Er is nadere analyse gedaan naar of de performance status bepaald werd door comorbiditeiten of door ziektelast. Patiënten met een verminderde performance status t.g.v. ziektelast hadden een OS van 2.8 maanden t.o.v. een OS van 11.8 maanden voor de groep met performance status 2 t.g.v. comorbiditeiten (Facchinetti, 2020). Een grote observationele studie uit Amerika rapporteert tevens een mOS van circa 5 maanden voor immunotherapie mono behandeling in voornamelijk patiënten met eerstelijns behandeling, PDL1≥50% en performance status ≥2 (Waterhouse, 2021). Shah et al. rapporteert een mOS van 6.8 maanden bij een performance status van ≥2 t.o.v. 14.3 maanden voor performance status 0/1 in een NSCLC cohort met zowel eerste- als tweedelijns behandeling met mono immunotherapie zonder verdere informatie over de PDL1 status (Shah, 2024).

 

Bij verminderde performance status lijkt de tolerabiliteit vergelijkbaar met patiënten met goede performance (Gridelli, 2022). De toxiciteit lijkt niet anders te zijn dan voor patiënten met een goede performance status (Tomasik, 2021).

 

CHEMO-IMMUNOTHERAPIE

Voor de combinatie chemo-immunotherapie zijn geen prospectieve studies beschikbaar. Observationele data is beperkt beschikbaar. Een grote studie uit Amerika geeft een mOS van 8 maanden (plaveisel) en 6.3 maanden (niet plaveisel) bij een performance status 2 of meer en behandeling met chemo-immunotherapie bij patiënten met voornamelijk PDL1 <50% (Waterhouse, 2021). Een andere studie keek naar trial-eligible en trial-ineligible patiënten behandeld met immunotherapie. Van het trial ineligible NSCLC cohort had 61% een performance status ≥2. De mOS van trial-ineligible versus trial-eligible (zowel ICI monotherapie als ICI chemo) was 5.3 versus 20.4 maanden (Gan, 2021).

 

TYROSINE KINASE INHIBITORS

Sommige fase III RCTs met TKIs hebben ook performance status 2 patiënten geïncludeerd (4%-14% van de patiënten). De data laten zien dat de toxiciteit vaak mild is, de respons hoog en dat de meeste patiënten een verbetering ervaren van de performance status (Hendriks, 2023).

 

Kleine observationele studies uit Japan laten echter wel zien dat de uitkomsten van eerstelijns behandeling van EGFR gemuteerde NSCLC met osimertinib bij een verminderde performance status minder goed zijn dan bij een goede performance status. Bij een performance status van 2 (n=36) werd een mOS gevonden van 18.1 maanden en voor performance status 3-4 (n=20) een mOS van 5 maanden (Takmizawa, 2021). Een andere Japanse studie met 16 patiënten met een performance status 2 rapporteert een mPFS van 10.5 maanden met een verbetering van de performance status score bij 8 van de 16 patiënten (Igawa, 2022). Een derde observationele studie includeerde 19 patiënten met slechte performance status (waarvan 16 met performance status 2) met een gerapporteerde mPFS van 16.1 maanden (Yamamoto, 2021). Een fase 2 studie in 30 patiënten met een performance status van 2 of meer liet een mPFS en mOS zien van 8.0 en 25.4 maanden met een verbetering van de performance status voor 63.3% (Fukui, 2025).

Zoekstrategie

Binnen de specifieke scope van dit onderwerp werd een systematische search niet als waardevol beschouwd. Men verwachtte dat een brede search zou leiden tot een onevenredige toename van de complexiteit, dus is deze module gebaseerd op expert opinion en bij de werkgroep bekende literatuur. Overall survival en toxiciteit zijn als belangrijkste uitkomstmaten bestempeld, en progressievrije overleving is tevens meegenomen als uitkomst.

  1. 1 - Carmichael JA, Wing-San Mak D, O'Brien M. A Review of Recent Advances in the Treatment of Elderly and Poor Performance NSCLC. Cancers (Basel). 2018 Jul 18;10(7):236. doi: 10.3390/cancers10070236. PMID: 30021993; PMCID: PMC6070834.
  2. 2 - Facchinetti F, Mazzaschi G, Barbieri F, Passiglia F, Mazzoni F, Berardi R, Proto C, Cecere FL, Pilotto S, Scotti V, Rossi S, Del Conte A, Vita E, Bennati C, Ardizzoni A, Cerea G, Migliorino MR, Sala E, Camerini A, Bearz A, De Carlo E, Zanelli F, Guaitoli G, Garassino MC, Ciccone LP, Sartori G, Toschi L, Dall'Olio FG, Landi L, Pizzutilo EG, Bartoli G, Baldessari C, Novello S, Bria E, Cortinovis DL, Rossi G, Rossi A, Banna GL, Camisa R, Di Maio M, Tiseo M. First-line pembrolizumab in advanced non-small cell lung cancer patients with poor performance status. Eur J Cancer. 2020 May;130:155-167. doi: 10.1016/j.ejca.2020.02.023. Epub 2020 Mar 25. PMID: 32220780.
  3. 3 - Felip E, Ardizzoni A, Ciuleanu T, Cobo M, Laktionov K, Szilasi M, Califano R, Carcereny E, Griffiths R, Paz-Ares L, Duchnowska R, Garcia MA, Isla D, Jassem J, Appel W, Milanowski J, Van Meerbeeck JP, Wolf J, Li A, Acevedo A, Popat S. CheckMate 171: A phase 2 trial of nivolumab in patients with previously treated advanced squamous non-small cell lung cancer, including ECOGperformance status 2 and elderly populations. Eur J Cancer. 2020 Mar;127:160-172. doi: 10.1016/j.ejca.2019.11.019. Epub 2020 Feb 3. PMID: 32028209.
  4. 4 - Fujimoto D, Miura S, Yoshimura K, et al. A real-world study on the effectiveness and safety of pembrolizumab plus chemotherapy for nonsquamous NSCLC. JTO Clin Res Rep. 2022;3:100265.
  5. 5 - Gan CL, Stukalin I, Meyers DE, Dudani S, Grosjean HAI, Dolter S, Ewanchuk BW, Goutam S, Sander M, Wells C, Pabani A, Cheng T, Monzon J, Morris D, Basappa NS, Pal SK, Wood LA, Donskov F, Choueiri TK, Heng DYC. Outcomes of patients with solid tumour malignancies treated with first-line immuno-oncology agents who do not meet eligibility criteria for clinical trials. Eur J Cancer. 2021 Jul;151:115-125. doi: 10.1016/j.ejca.2021.04.004. Epub 2021 May 8. PMID: 33975059.
  6. 6 - Gandhi L, Rodríguez-Abreu D, Gadgeel S, Esteban E, Felip E, De Angelis F, Domine M, Clingan P, Hochmair MJ, Powell SF, Cheng SY, Bischoff HG, Peled N, Grossi F, Jennens RR, Reck M, Hui R, Garon EB, Boyer M, Rubio-Viqueira B, Novello S, Kurata T, G
  7. 7 - ray JE, Vida J, Wei Z, Yang J, Raftopoulos H, Pietanza MC, Garassino MC; KEYNOTE-189 Investigators. Pembrolizumab plus Chemotherapy in Metastatic Non-Small-Cell Lung Cancer. N Engl J Med. 2018 May 31;378(22):2078-2092. doi: 10.1056/NEJMoa1801005. Epub 2018 Apr 16. PMID: 29658856.
  8. 8 - Gijtenbeek RG, de Jong K, Venmans BJ, van Vollenhoven FH, Ten Brinke A, Van der Wekken AJ, van Geffen WH. Best first-line therapy for people with advanced non-small cell lung cancer, performance status 2 without a targetable mutation or with an unknown mutation status. Cochrane Database Syst Rev. 2023 Jul 7;7(7):CD013382. doi: 10.1002/14651858.CD013382.pub2. PMID: 37419867; PMCID: PMC10327404.
  9. 9 - Gridelli C, Peters S, Mok T, Forde PM, Reck M, Attili I, de Marinis F. First-line immunotherapy in advanced non-small-cell lung cancer patients with ECOG performance status 2: results of an International Expert Panel Meeting by the Italian Association of Thoracic Oncology. ESMO Open. 2022 Feb;7(1):100355. doi: 10.1016/j.esmoop.2021.100355. Epub 2021 Dec 16. PMID: 34922299; PMCID: PMC8689080.
  10. 10 - Gridelli C, Peters S, Velcheti V, Attili I, de Marinis F. Immunotherapy in the first-line treatment of elderly patients with advanced non-small-cell lung cancer: results of an International Experts Panel Meeting by the Italian Association of Thoracic Oncology (AIOT). ESMO Open. 2023 Apr;8(2):101192. doi: 10.1016/j.esmoop.2023.101192. Epub 2023 Mar 23. PMID: 36965261; PMCID: PMC10073636.
  11. 11 - Gridelli C, Ardizzoni A, Le Chevalier T, Manegold C, Perrone F, Thatcher N, van Zandwijk N, Di Maio M, Martelli O, De Marinis F. Treatment of advanced non-small-cell lung cancer patients with ECOG performance status 2: results of an European Experts Panel. Ann Oncol. 2004 Mar;15(3):419-26. doi: 10.1093/annonc/mdh087. PMID: 14998843.
  12. 12 - Hendriks LE, Kerr KM, Menis J, Mok TS, Nestle U, Passaro A, Peters S, Planchard D, Smit EF, Solomon BJ, Veronesi G, Reck M; ESMO Guidelines Committee. Electronic address: clinicalguidelines@esmo.org. Oncogene-addicted metastatic non-small-cell lung cancer: ESMO Clinical Practice Guideline for diagnosis, treatment and follow-up. Ann Oncol. 2023 Apr;34(4):339-357. doi: 10.1016/j.annonc.2022.12.009. Epub 2023 Jan 23. PMID: 36872130.
  13. 13 - Herve Lena et al., Randomized phase III study of nivolumab and ipilimumab versus carboplatin-based doublet in first-line treatment ofperformance status 2 or elderly (≥ 70 years) patients with advanced non–small cell lung cancer (Energy-GFPC 06-2015 study). JCO 40, 9011-9011(2022).
  14. 14 - Fukui, Tomoya, Nobuaki Mamesaya, Toshiaki Takahashi, Kazuma Kishi, Takahiro Yoshizawa, Takaaki Tokito, Koichi Azuma, et al. 2025. “A Prospective Phase II Trial of First-Line Osimertinib for Patients With EGFR Mutation-Positive NSCLC and Poor Performance Status (OPEN/TORG2040).” Journal of Thoracic Oncology : Official Publication of the International Association for the Study of Lung Cancer, January. https://doi.org/10.1016/j.jtho.2024.12.027.
  15. 15 - Reck, Martin, Delvys Rodríguez-Abreu, Andrew G Robinson, Rina Hui, Tibor Csőszi, Andrea Fülöp, Maya Gottfried, et al. 2021. “Five-Year Outcomes With Pembrolizumab Versus Chemotherapy for Metastatic Non-Small-Cell Lung Cancer With PD-L1 Tumor Proportion Score ≥ 50.” Journal of Clinical Oncology : Official Journal of the American Society of Clinical Oncology 39 (21): 2339–49. https://doi.org/10.1200/JCO.21.00174.
  16. 16 - Shah, Neil J, Alexandra Della Pia, Tianmin Wu, Aquino Williams, Melinda Weber, Brittany Sinclaire, Elli Gourna Paleoudis, et al. 2024. “Clinical Outcomes of Immune Checkpoint Inhibitors in Unique Cohorts Underrepresented in Clinical Trials.” Cancers 16 (12). https://doi.org/10.3390/cancers16122223.
  17. 17 - Igawa S, Fukui T, Kasajima M, Ono T, Ozawa T, Kakegawa M, Kusuhara S, Sato T, Nakahara Y, Hisashi M, Sasaki J, Naoki K. First-line osimertinib for poor performance status patients with EGFR mutation-positive non-small cell lung cancer: A prospective observational study. Invest New Drugs. 2022 Apr;40(2):430-437. doi: 10.1007/s10637-021-01195-2. Epub 2021 Nov 22. PMID: 34807331.
  18. 18 - Lee SM, Schulz C, Prabhash K, Kowalski D, Szczesna A, Han B, Rittmeyer A, Talbot T, Vicente D, Califano R, Cortinovis D, Le AT, Huang D, Liu G, Cappuzzo F, Reyes Contreras J, Reck M, Palmero R, Mak MP, Hu Y, Morris S, Höglander E, Connors M, Biggane AM, Vollan HK, Peters S. First-line atezolizumab monotherapy versus single-agent chemotherapy in patients with non-small-cell lung cancer ineligible for treatment with a platinum-containing regimen (IPSOS): a phase 3, global, multicentre, open-label, randomised controlled study. Lancet. 2023 Aug 5;402(10400):451-463. doi: 10.1016/S0140-6736(23)00774-2. Epub 2023 Jul 6. Erratum in: Lancet. 2023 Aug 5;402(10400):450. PMID: 37423228.
  19. 19 - Lena H, Monnet I, Bylicki O, et al. Randomized phase III study of nivolumab and ipilimumab versus carboplatin-based doublet in firstline treatment ofperformance status 2 or elderly (> 70 years) patients with advanced nonesmall cell lung cancer (Energy-GFPC 06-2015 study). J Clin Oncol. 2022;40:9011-9012.
  20. 20 - Mok TSK, Wu YL, Kudaba I, Kowalski DM, Cho BC, Turna HZ, Castro G Jr, Srimuninnimit V, Laktionov KK, Bondarenko I, Kubota K, Lubiniecki GM, Zhang J, Kush D, Lopes G; KEYNOTE-042 Investigators. Pembrolizumab versus chemotherapy for previously untreated, PD-L1-expressing, locally advanced or metastatic non-small-cell lung cancer (KEYNOTE-042): a randomised, open-label, controlled, phase 3 trial. Lancet. 2019 May 4;393(10183):1819-1830. doi: 10.1016/S0140-6736(18)32409-7. Epub 2019 Apr 4. PMID: 30955977.
  21. 21 - NSCLC Meta-Analyses Collaborative Group. Chemotherapy in addition to supportive care improves survival in advanced non-small-cell lung cancer: a systematic review and meta-analysis of individual patient data from 16 randomized controlled trials. J Clin Oncol. 2008 Oct 1;26(28):4617-25. doi: 10.1200/JCO.2008.17.7162. Epub 2008 Aug 4. PMID: 18678835; PMCID: PMC2653127.
  22. 22 - Paz-Ares L, Ciuleanu TE, Cobo M, et al. First-line nivolumab plus ipilimumab combined with two cycles of chemotherapy in patients with non-small-cell lung cancer (CheckMate 9LA): an international, randomised, open-label, phase 3 trial. Lancet Oncol. 2021;22:198-211.
  23. 23 - Paz-Ares L, Luft A, Vicente D, Tafreshi A, Gümüş M, Mazières J, Hermes B, Çay Şenler F, Csőszi T, Fülöp A, Rodríguez-Cid J, Wilson J, Sugawara S, Kato T, Lee KH, Cheng Y, Novello S, Halmos B, Li X, Lubiniecki GM, Piperdi B, Kowalski DM; KEYNOTE-407 Investigators. Pembrolizumab plus Chemotherapy for Squamous Non-Small-Cell Lung Cancer. N Engl J Med. 2018 Nov 22;379(21):2040-2051. doi: 10.1056/NEJMoa1810865. Epub 2018 Sep 25. PMID: 30280635.
  24. 24 - Sakata Y, Saito G, Sakata S, Oya Y, Tamiya M, Suzuki H, Shibaki R, Okada A, Yokoyama T, Matsumoto H, Otsuki T, Sato Y, Junji U, Tsukita Y, Inaba M, Ikeda H, Arai D, Maruyama H, Hara S, Tsumura S, Morinaga J, Sakagami T. Osimertinib as first-line treatment for elderly patients with advanced EGFR mutation-positive non-small cell lung cancer in a real-world setting (OSI-FACT-EP). Lung Cancer. 2023 Dec;186:107426. doi: 10.1016/j.lungcan.2023.107426. Epub 2023 Nov 19. Erratum in: Lung Cancer. 2023 Dec 29;:107450. PMID: 37992594.
  25. 25 - Santos FN, de Castria TB, Cruz MR, Riera R. Chemotherapy for advanced non-small cell lung cancer in the elderly population. Cochrane Database Syst Rev. 2015 Oct 20;2015(10):CD010463. doi: 10.1002/14651858.CD010463.pub2. PMID: 26482542; PMCID: PMC6759539.
  26. 26 - Sehgal K, Gill RR, Widick P, Bindal P, McDonald DC, Shea M, Rangachari D, Costa DB. Association of Performance Status With Survival in Patients With Advanced Non-Small Cell Lung Cancer Treated With Pembrolizumab Monotherapy. JAMA Netw Open. 2021 Feb 1;4(2):e2037120. doi: 10.1001/jamanetworkopen.2020.37120. PMID: 33570575; PMCID: PMC7879233.
  27. 27 - Spigel DR, McCleod M, Jotte RM, Einhorn L, Horn L, Waterhouse DM, Creelan B, Babu S, Leighl NB, Chandler JC, Couture F, Keogh G, Goss G, Daniel DB, Garon EB, Schwartzberg LS, Sen R, Korytowsky B, Li A, Aanur N, Hussein MA. Safety, Efficacy, and Patient-Reported Health-Related Quality of Life and Symptom Burden with Nivolumab in Patients with Advanced Non-Small Cell Lung Cancer, Including Patients Aged 70 Years or Older or with Poor Performance Status (CheckMate 153). J Thorac Oncol. 2019 Sep;14(9):1628-1639. doi: 10.1016/j.jtho.2019.05.010. Epub 2019 May 20. PMID: 31121324.
  28. 28 - Takamizawa S, Okuma Y, Kato Y, Hakozaki T, Kitagawa S, Zenke Y. First-line osimertinib in EGFR mutation-positive non-small cell lung cancer patients with poor performance status. Future Oncol. 2022 Jan;18(3):291-300. doi: 10.2217/fon-2021-0947. Epub 2021 Nov 11. PMID: 34758637.
  29. 29 - Tomasik B, Bieńkowski M, Braun M, Popat S, Dziadziuszko R. Effectiveness and safety of immunotherapy in NSCLC patients with ECOGperformance status score ≥2 - Systematic review and meta-analysis. Lung Cancer. 2021 Aug;158:97-106. doi: 10.1016/j.lungcan.2021.06.004. Epub 2021 Jun 6. PMID: 34144405.
  30. 30 - Tsukita Y, Tozuka T, Kushiro K, Hosokawa S, Sumi T, Uematsu M, Honjo O, Yamaguchi O, Asao T, Sugisaka J, Saito G, Shiihara J, Morita R, Katakura S, Yasuda T, Hisakane K, Miyauchi E, Morita S, Kobayashi K, Asahina H. Immunotherapy or Chemoimmunotherapy in Older Adults With Advanced Non-Small Cell Lung Cancer. JAMA Oncol. 2024 Apr 1;10(4):439-447. doi: 10.1001/jamaoncol.2023.6277. PMID: 38451530; PMCID: PMC10921348.
  31. 31 - Velcheti V, Hu X, Piperdi B, et al. Real-world outcomes of first-line pembrolizumab plus pemetrexed-carboplatin for metastatic nonsquamous NSCLC at US oncology practices. Sci Rep. 2021;11:9222.
  32. 32 - Waterhouse D, Lam J, Betts KA, Yin L, Gao S, Yuan Y, Hartman J, Rao S, Lubinga S, Stenehjem D. Real-world progression-free survival in first-line advanced non-small cell lung cancer treated with immunotherapy-based regimens using a US dataset. Data Brief. 2021 Jun 6;37:107195. doi: 10.1016/j.dib.2021.107195. PMID: 34169127; PMCID: PMC8209237.
  33. 33 - Yamamoto G, Asahina H, Honjo O, Sumi T, Nakamura A, Ito K, Kikuchi H, Hommura F, Honda R, Yokoo K, Fujita Y, Oizumi S, Morita R, Ikezawa Y, Tanaka H, Kimura N, Sasaki T, Sukoh N, Takashina T, Harada T, Dosaka-Akita H, Isobe H; Hokkaido Lung Cancer Clinical Study Group Trial. First-line osimertinib in elderly patients with epidermal growth factor receptor-mutated advanced non-small cell lung cancer: a retrospective multicenter study (HOT2002). Sci Rep. 2021 Nov 30;11(1):23140. doi: 10.1038/s41598-021-02561-z. PMID: 34848786; PMCID: PMC8632978.

Beoordelingsdatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 16-09-2025

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Cluster Longoncologie
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Internisten Vereniging
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
  • Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers
  • Longkanker Nederland

Algemene gegevens

De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodules werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodules.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodules is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met niet kleincellig longcarcinoom en kleincellig longcarcinoom. Deze werkgroep is ingesteld in het kader van het cluster longoncologie.

 

Werkgroep Niet kleincellig longcarcinoom

  • dr. A. (Annemarie) Becker (voorzitter), Longarts, Amsterdam UMC, NVALT
  • dr. A.J. (Anthonie) van der Wekken, Longarts, UMCG, NVALT
  • dr. A. (Annemarieke) Bartels – Rutten, Radioloog, AVL, NVvR
  • prof. dr. V. (Volkher) Scharnhorst, Klinisch chemicus, Catharina Ziekenhuis, NVKC
  • prof. dr. E.F.I. (Emile) Comans, Nucleaire geneeskundige, Amsterdam UMC, NVNG
  • dr. J. (Joost) Verhoeff (tot januari 2025), Radiotherapeut, Amsterdam UMC, NVRO
  • prof. dr. J. (Jerry) Braun, Hoogleraar Cardio-thoracale chirurgie, LUMC, NVT
  • dr. K.J. (Koen) Hartemink, Hoogleraar Longchirurgie, LUMC, NVvH
  • dr. R.A.M. (Ronald) Damhuis, Arts-onderzoeker, IKNL
  • drs. L.A. (Lidia) Barberio, Directeur Longkanker Nederland
  • dr. B.J.M. (Bas) Peters, Ziekenhuisapotheker, St. Antonius Ziekenhuis, NVZA
  • dr. R. (Rob) ter Heine, Ziekenhuisapotheker- klinisch farmacoloog, Radboudumc, NVZA
  • drs. D.C.M. (Desirée) Verheijen, Klinisch geriater, ZGV, NVKG
  • dr. J.H. (Jan) von der Thüsen, Patholoog, Erasmus MC, NVVP
  • dr. W. (Wouter) van Geffen, Longarts, MCL, NVALT
  • dr. L.E.L. (Lizza) Hendriks, Longarts, MUMC+, NVALT
  • dr. A. (Arifa) Moons-Pasic, Longarts, OLVG, NVALT
  • dr. I. (Idris) Bahce, Longarts, Amsterdam UMC, NVALT
  • prof. dr. E. (Ed) Schuuring, Hoogleraar in de Moleculaire Oncologische Pathologie, UMCG, NVVP
  • dr. J.M.J. (Josephine) Stoffels, Internist Ouderengeneeskunde, NIV
  • dr. J.W. (Joost) van den Berg, Internist Ouderengeneeskunde i.o., NIV
  • drs. H. (Hîlal) Tekatli, Radiotherapeut-oncoloog, UMC Utrecht, NVRO
  • dr. C.J. (Corneline) Hoekstra, Nucleair geneeskundige, JBZ, NVNG
  • drs. Z. (Zeno) Gouw, Radiotherapeut-oncoloog, NKI, NVRO
  • T. (Tineke) Lammers, Verpleegkundig specialist, OLVG, V&VN
  • M.J.C. (Marjon) Natris-Geerts, Verpleegkundig specialist, Diakonessenhuis, V&VN

Met ondersteuning van

  • M.L. (Miriam) te Lintel Hekkert, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • S.N. (Sarah) van Duijn, adviseur, Kennisinstituut van de Fedratie Medisch Specialisten
  • dr. R.J.S. (Rayna) Anijs, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • dr. D. (Dagmar) Nieboer, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • dr. I.M. (Irina) Mostovaya, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • A. (Alies) Oost, medisch informatiespecialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • W. (Wasan) Ali, stagiare, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.

 

De NVALT heeft vastgesteld dat het niet mogelijk was werkgroepleden af te vaardigen met voldoende expertise zonder potentiële belangenverstrengeling. Het gaat daarbij met name om werkgroepleden die deelnemen aan adviesraden/kennisuitwisselingsbijeenkomsten met de farmaceutische industrie. Daarom heeft afstemming plaatsgevonden tussen de werkgroepvoorzitter, de belangencommissie van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en de NVALT over passende acties naar aanleiding van de gemelde belangen.

 

Restricties voor de modules over onderwerpen (medicamenteuze behandeling) waar de adviesraden betrekking op hebben:

  • Werkgroeplid werkt niet als enige inhoudsdeskundige aan de module;
  • Werkgroeplid werkt tenminste samen met een werkgroeplid met een vergelijkbare expertise in alle fasen (zoeken, studieselectie, data-extractie, evidence synthese, Evidence-to-decision, aanbevelingen formuleren) van het ontwikkelproces. Indien nodig worden werkgroepleden toegevoegd aan de werkgroep;
  • In alle fasen van het ontwikkelproces is een onafhankelijk methodoloog betrokken;
  • Overwegingen en aanbevelingen worden besproken en vastgesteld tijdens een werkgroepvergadering onder leiding van een onafhankelijk voorzitter (zonder gemelde belangen).

Aansluitend op de reguliere commentaarronde bij de achterban van de bij de richtlijn betrokken wetenschappelijke verenigingen, heeft een methodoloog van het Kennisinstituut die niet betrokken was bij ontwikkeling van de modules, aanvullend beoordeeld of de aanbevelingen logischerwijs aansluiten bij het gevonden bewijs en de overwegingen, om de onafhankelijkheid van de richtlijn te waarborgen.

 

Wellicht ten overvloede willen wij erop wijzen dat medisch specialistische richtlijnen niet worden vastgesteld door de betreffende richtlijnwerkgroep maar door de besturen/ledenvergadering van de betrokken verenigingen.

 

Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Niet kleincellig longcarcinoom

Werkgroeplid

Functie

Nevenwerkzaamheden

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Becker

Longarts Amsterdam UMC

Geen

Extern gefinancierd onderzoek: SYMPRO studie (tot Q1 2025)

Project over beeldvorming in de follow-up na behandeling voor longkanker (gefinancierd door ZIN)

geen restricties

Bartels-Rutten

Radioloog, NKI-AVL

Geen

Geen

geen restricties

van der Wekken

UMCG - longarts

Geen

Extern gefinancierd onderzoek:
* AstraZeneca - POSITION 20 trial – Projectleider
* Boehringer - Ingelheim - Cellculture in NSCLC – Projectleider
* Pfizer - Cellculture in NSCLC - ?
* Roche - Cellculture in NSCLC – Projectleider
* Takeda - Cellculture in NSCLC – Projectleider

Lid bestuur Sectie oncologie NVALT

Lid dure geneesmiddelen commissie NVALT

Lid Cie Geneesmiddelen FMS

Specialisten panel Longkanker Nederland

Consortium partner 3D modeling in MTB

Adviesraden voor UMCG bij Lilly, Astra Zeneca, Roche, Janssen

restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling*

Comans

Nucleair geneeskundige HMC Den Haag (0.6 FTE)

Hoogleraar nucleaire geneeskunde Amsterdam UMC lokatie VUmc (0.4 FTE).

Lid geworden van het bestuur van de Dutch Thoracic Group (multidisciplinair thorax), onbezoldigd.

Geen

geen restricties

Braun

Hoogleraar Cardio-thoracale Chirurgie, Leids Universitair Medisch Centrum en Amsterdams Universitair Medisch Centrum.

Lid bestuur Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie (onbetaald).

Lid Thoracic Domain, EACTS (European Association for Cardiothoracic Surgery).

Geen

geen restricties

Hartemink

Hoogleraar longchirurgie, LUMC

Chirurg NKI-AVL, Amsterdam

Hoogleraar Longchirurgie Universiteit Leiden/LUMC

- Educational fee Intuitive (betaald, training AIOS chirurgie 1x/jaar), Benecke Medical Teaching Advisory Board (betaald), Educational fee MSD (betaald, eenmalig, voordracht), Chair Scientific Committee Dutch Thoracic Group (onbetaald), educational fee (BMS? Betaald (eenmalig), podcast), educational fee J&J (betaald, eenmalig, voordracht).

Onbetaald:
Specialisten adviesraad patientenvereniging Longkanker Nederland
Commissielid Richtlijncommissie NVvH
Bestuurslid Multidisciplinair Researchplatform Long(oncologie)
Bestuurslid Dutch Thoracic Group (DTG)
Bestuurslid DLCRG

Betaald:
Faculty NVALT cursus (Wad'n Workshop Thoracale Oncologie, vanaf 2023 getiteld: Masterclass Longoncologie)
Commissielid Wetenschappelijke commissie DLCA-S
Commissielid Richtlijn Tabaksontmoediging
Commissielid Richtlijn NSCLC
Commissielid Richtlijn Mediastinale tumoren
Advisory board MSD, BMS en AstraZeneca (eenmalig)
Webinar Medtalks (eenmalig)
Educational grant Medtronic; fellow Longchirurgie
KWF-grant ontvangen (2021) voor het doen van onderzoek naar radiotherapie en chirurgie bij het vroeg-stadium NSCLC.

KWF-grant ontvangen (2021) voor het doen van onderzoek naar radiotherapie en chirurgie bij het vroeg-stadium NSCLC.

restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling*

Scharnhorst

Klinisch chemicus, Catharina Ziekenhuis Eindhoven

Deeltijdhoogleraar klinische chemie TU/e
klinisch chemicus Analytisch Diagnostisch Centrum, Willemstad, Curaçao

Extern gefinancierd onderzoek:
* NWO - Ontwikkeling van massaspectrometrische analyses voor tumor merkers – Projectleider
* RVO - Validatie van PPG signalen voor de detectie van deterioriatie – Projectleider
* Catharina Onderzoeksfonds - diverse onderzoeken

geen restricties

Moons-Pasic

Longarts OLVG Amsterdam

Niet van toepassing

Extern gefinancierd onderzoek:
1. Paulin Studie
2. Imreal Studie
3. Pacific-R Studie

geen restricties

Peters

Ziekenhuisapotheker
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht

Niet van toepassing

Extern gefinancierd onderzoek:
Diverse publicaties/onderzoeken waarbij coauteur

* Abbvie - Systematic evaluation of the efficacy-effectiveness gap of systemic treatmens in extensive disease - Geen projectleider
* Dutch Cancer Society (Grant Number SAN2016-7942) - Real-world outcomes versus clinical trial results of immunotherapy in stage IV non-small cell lung c - Geen projectleider

geen restricties

Verheijen

Klinisch geriater, voor 0,8 fte.
werkzaam in Ziekenhuis Gelderse Vallei te Ede.
Klinisch en poliklinisch.

Geen

Geen

geen restricties

Schuuring

Senior staflid en lid van MT (Management Team) van de afdeling Pathologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen.

Hoofd van het Laboratorium voor Moleculaire Pathologie binnen de afdeling Pathologie UMCG Groningen

Hoogleraar in “Moleculaire Oncologische Pathologie” (RUG/UMCG)

Geregistreerd Klinisch Moleculair Bioloog in de Pathologie (KMBP) binnen de afdeling Pathologie UMCG Groningen

Erkend opleider voor opleiding tot Klinisch Moleculair Bioloog in de Pathologie binnen de afdeling Pathologie UMCG Groningen

Adviseur/KMBP voor Moleculaire Pathologie voor de Stichting Pathologie Friesland in Leeuwarden, voor Martini Ziekenhuis te Groningen, voor Treant Zorggroep Bethesda ziekenhuis in Hoogeveen en voor ADCNV to Curacao (allen onbetaald)

Voorzitter van de commissie BeOordeling Diagnostiek, cieBOD (gemandateerd door NVVP) (vacatiegelden naar UMCG account)

Bestuurslid van de sectie Klinische Moleculaire Experimentele Pathologie van NVVP (Nederlandse Vereniging voor Pathologie) (onbetaald)

Lid BVO BMHK-hrHPV screening, Landelijk Kwaliteitsplatform hrHPV-testing (onbetaald)

Lid stuurgroep ZONMW-COIN: “cfDNA on the way to implementation in the Netherlands” [www.cfDNA.nl/COIN] (onbetaald)

Adviseur/scientific expert voor organisatie van (inter)nationale ringstudies tbv diagnostiek van longkanker (External Quality Assessment) voor de European Society of Pathology (ESP), IQNPATH en ESP/QUiP (onbetaald)

Lid landelijke commissies bij Zorginstituut Nederland mbt VWS-advies mbt Moleculaire Pathologie (gemandateerd door NVVP) (onbetaald)

Lid van steering committee DI-CUP protocol (onbetaald)

Bestuurslid van de cieKNT (commissie Klinisch Noodzakelijke Targets, gemandateerd door NVVP)

Bestuurslid van de commissie Tripartite (samenwerking van cieKNT, cieBAG en NFK; vertegenwoordiger uit de cieKNT (onbetaald))

Lid FMS/NVALT van de NSCLC-Oncorichtlijn-commissie (vacatiegelden naar UMCG account)

Adviseur/consultant m.b.t. (moleculaire) diagnostiek voor firma's (2019-2023): MSD/Merck, AstraZeneca, Astellas Pharma, Roche, Novartis, Bayer, BMS, Lilly, Amgen, Illumina, Agena Bioscience, Janssen Cilag (Johnson&Johnson), GSK, Diaceutics, CC Diagnostics (honoraria op UMCG rekening)

Lezingen, onderwijs, nascholing op het gebied van de moleculaire pathologie van longkanker (2019-2023) deels tegen vergoeding van firma zoals Bio-Rad, Seracare, Novartis, Roche, Biocartis, Illumina, Lilly, Janssen Cilag (Johnson&Johnson) en Agena Bioscience (honoraria op UMCG rekening)

Ik heb op gebied van moleculaire pathologie GEEN directe financiele belangen (aandelen of opties) in een bedrijf/firma.

Ik ben op gebied van longkanker GEEN patent of product

Patenten (alleen als inventor, geen eigendom):
* PCR-based clonality studies for early diagnosis of lymphoproliferative disorders (geen uitkering). Applicant/Proprietor: Erasmus University. Inventors: van Dongen JJM, Langerak AW, Schuuring EMD, San Miguel JF, García Sanz R, Parreira A, Smith JL, Lavender L, Morgan G, Evans PA, Kneba M, Brüggemann M, Hummel M, Macintyre E, Bastard C and Davi F (P62015US00, WO 2004/033728 en US 20060234234)
* Detection and prognosis of cervical cancer (geen uitkering). Applicant/Proprietor: Oncomethylome Sciences. Inventors: Deregoski V, Dehaspe L, van Criekinge W, Wisman B, van der Zee, AGJ, Schuuring E (PCT/EP2009053386, 3036342/61038549, WO 2009115615 A2)
* Biomarkers for cervical cancer (geen uitkering). Applicant/Proprietor: Rijksuniversiteit Groningen. Inventors: Wisman B, van der Zee AGJ, Schuuring E (WO2016048138A1; EP1985715A2)

Extern gefinancierd onderzoek:

In UMCG-team heb ik financiele ondersteuning voor onderzoek ontvangen van:
* ZonMw: Predictive Analysis for Therapy: PATH to Optimizing Access to Personalised Cancer Therapy in the Netherlands; from Tissue to Therapy - projectleider/steering committee
* ZonMw: CIN2+-specific methylation markers in the triage of hrHPVpositive self-samples will improve efficacy of population-based cervical cancer screening - (mede) projectleider
* ZonMw: cfDNA on the way to implementation in the Netherlands, COIN - projectleider/steering committee
* Roche/Ventana: Validation and implementation of pan-TRK immuno staining and RNA-based NTRK-fusion detection in a diagnostic setting - (mede) projectleider
* Astrazeneca: De validatie van Illumina’s TSO500 NGS panel voor DNA-analyse van HRD-genen in het kader van diagnostiek van prostaatkanker - (mede) projectleider
* Archer/Bayer/Invitae: Implementatie Invitae-ArcherDX fusiegendetectie tbv NTRK diagnostiek - (mede) projectleider
* Roche: B-IO - Unraveling tumor response and resistance to combined chemotherapy and PD-L1 inhibition with minimal invasive techniques in patients with advanced NSCLC with targetable disease - (mede) projectleider
* Agena Biosciences: CLINBASE - validation and implementation of Agena UltraSEEK using plasma cfDNA samples from NSCLC patients - (mede) projectleider
* CC Diagnostics: Evaluation of CIN2+ specific methylation markers as triage testing optimizing referral to gynecologist for colposcopy after primary hrHPV-positive test in the new Dutch population-based screening program - (mede) projectleider
* Roche/CancerID: ctDNA as predictor of treatment response in NSCLC patients treated with immune modulating therapy - (mede) projectleider
* Roche: ALPINE-study - Identification of resistant mechanisms in progressing lung cancer patients with an initial tumor response or with stable disease on immunotherapy using comprehensive ultrasensitive NGS biomarker analysis - (mede) projectleider
* Alpe d’HuZes/KWF/ Agena Biosciences: GALLOP-11 study - treatment of gastrointestinal stromal tumors based on serial mutation analysis of circulating tumor DNA – WP-leader
* Imalife/Siemens: NEO-PUSH study - cfDNA from whole blood to detect lung cancer in high risk group of Imalife patients undergoing ULD-CT screening - (mede) projectleider
* BioRAD: ctKRAS testing using BioRad ddPCR in cfDNA from plasma as a predictive biomarkers for tumor response to Nivolumab in KRAS-mutated non-small cell lung cancer – projectleider
* KWF/NKB: FORCE – Infrastructure fOr rare Cancers in the NEtherlands: Towards a comprehensive platform for early detection and treatment of rare cancers – (mede) projectleider
* EU-IHI-Horizon: GUIDE.MRD - GUIding multi-moDal thErapies against MRD by liquid biopsies – steering committee/WP-leader

EU-IHI-Horizon: GUIDE.MRD - GUIding multi-moDal thErapies against MRD by liquid biopsies – steering committee/WP-leader

KRF UMCG Kanker Researchfonds KRF - Development of a highly sensitive DNA methylation classifier for the identification of lung cancer in patients in a high-risk screening population and for the early detection of progression in advanced stage lung cancer using ctDNA from plasma – projectleider

MSD-HPV Genotyping - HPV genotype distribution in cervical scrapings of low/high-grade intraepithelial lesions and cervical cancer in the Netherlands – an observational study – (mede) projectleider

Guardant Health - Resistance on EGFR TKI osimertinib in ctDNA (POSITION20, trial registered under NL6705) – mede-projectleider

SNN/EFRO - Innovatieve diagnostiek voor verbetering screening naar gynaecologische kanker – (mede) projectleider

restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling*

Bahce

Commissielid
Amsterdam UMC, locatie VUmc

Geen

Geen dienstverband, eigendom, patent of anderszins

Incidenteel participeer ik in adviesraden waarvan het geld naar onze afdeling gaat, dit betreft de meeste grote farmaciebedrijven (AstraZeneca, BMS, Boehringer, MSD, Takeda, Roche, Pfizer)

Extern gefinancierd onderzoek:

Diverse investigator-initiated onderzoeken op de longafdeling van het Amsterdam worden gefinancierd door de bedrijven Boehringer Ingelheim, AstraZeneca en BMS

restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling*

von der Thüsen

Patholoog

Geen

Honoraria en consulting fees van:
Eli Lilly, Jansen, MSD, Pfizer, Roche, Roche Diagnostics

Extern gefinancierd onderzoek:
* ZonMW - Onderzoek pathologie COVID-19 – Projectleider
* KWF - Onderzoek LCNEC - Geen projectleider
* Hanarth - Onderzoek NE tumoren -Projectleider
* AstraZeneca - Onderzoek EGFR in longcarcinoom - Geen projectleider

restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling*

Barberio

Directeur patiëntenorganisatie Longkanker Nederland (betaald)

Geen (zie bijdrage aan extern gefinancierd onderzoek)

Extern gefinancierd onderzoek:
* ZonMW - Optrial - Geen projectleider
* KWF - ERATS - Geen projectleider
* ZonMW - Zorgpad optimalisatie longkanker UMCG
* KWF - Donan trial - Geen projectleider
* Stichting Treatmeds - Dedication trial - Geen projectleider

Betrokken bij verschillende studies (allemaal geen projectleider)

Het gaat met name om studies m.b.t. de vroege opsporing van longkanker en bijna allemaal om het lidmaatschap van de user committee.

LIAISON
AMARA
IMAGIO
NELSON POP
SOLACE
LUNA25 challenge – Artificial Intelligence and Radiologists for Nodule Risk Estimation in Lung Cancer Screening CT
PERSON
DOPREDICT

geen restricties

Hendriks

Longarts
Maastricht UMC+

0.55 FTE detachering Maastricht University (onderwijs -onderzoek)

Voorzitter stichting NVALT studies. onbetaald. tot eind 2024 secretaris

Vice-voorzitter wetenschappelijke commissie Dutch Thoracic Group

Lid ESMO richtlijn commissies metastatic NSCLC en non-metastatic NSCLC, voormalig lid SCLC

Lid ESMO faculty metastatic NSCLC

Betaling voor webinars Benecke, MedTalks, VJOncology
deelname mentorship programma AstraZeneca met key opinion leaders in longkanker (geen vergoeding, stop 2019)
travel support Roche (laatste 2019), eenmaal persoonlijke betaling adviesraad Roche (2020)

Extern gefinancierd onderzoek:
1. AstraZeneca, Takeda, Boehringer INgelheim, Roche - SATIN studie: evaluatie craniele radiotherapie concurrent met TKI (Projectleider JA)
2. AstraZeneca - NVALT28:evaluatie lage dosis PCI + durvalumab vs durvalumab bij stadium III NSCLC (Projectleider JA)
3. Gilead - evaluatie sacituzumab govitecan plus bevacizumab bij patienten met NSCLC en actieve asympt hersenmetas (Projectleider JA)
4. Merck - evaluatie invloed van MDO op beleid bij hersenmetastasen van NSCLC (Projectleider JA)
5. Pfizer - evaluatie factoren die geassocieerd zijn met ontwikkelen van hersenmetastasen bij stad IV NSCLC behandeld met 1e lijn immuno of chemo-immuno (Projectleider JA)
6. Pfizer - evaluatie factoren geassocieerd met uitkomsten bij synchroon oligometastatisch NSCLC (Projectleider JA)
7. Summit (contractonderhandelingen gaande) - ivonescimab+ chemo vs SRT + ivonescimab + chemo voor stadium IV NSCLC met actieve asympt hersenmetas (Projectleider JA)
8. Amgen (onderhandelingen gaande) - tarlatamab voor SCLC met actieve asympt hersenmetas en progressie op minimaal platinum-doublet chemo (Projectleider JA)
9. Wassink Hesp stichting - evaluatie factoren geassocieerd met uitkomsten bij synchroon oligometastatisch NSCLC (Projectleider JA)
10. Longfonds - ja, zie onder. Ook longfonds grant voor optimalisatie behandeling hersenmetastasen bij longkanker (Projectleider JA)
11. Novartis (contract beeindigd) - JDQ443 voor NSCLC met KRAS G12C en hersenmetastasen (studie gestopt voor inclusie gezien stop ontwikkeling JDQ443) (Projectleider JA)
12. Longfondsgrant voor optimalisatie behandeling hersenmetastasen bij longkanker

Chair metastatic NSCLC

Voorzitter stichting NVALT studies. onbetaald. tot eind 2024 secretaris

Vice-voorzitter wetenschappelijke commissie Dutch Thoracic Group

Lid ESMO richtlijn commissies metastatic NSCLC en non-metastatic NSCLC, voormalig lid SCLC

Lid ESMO faculty metastatic NSCLC

Adviesraden (betaald aan instituut, niet aan mij): Amgen, BMS, Boehringer Ingelheim, Janssen, Lilly, Merck, MSD, Novartis, Pfizer, Roche and Takeda

Betaling voor educational webinars (betaald aan instituut niet aan mij) Janssen, podcasts Takeda, invited speaker AstraZeneca, Bayer, high5oncology, Lilly en Merck Sharp & Dohme (MSD), interview sessies Roche

Betaling aan instituut voor lokale PI farma studies van AbbVie, AstraZeneca, Blueprint Medicines, Gilead, GlaxoSmithKline (GSK), Merck Serono, Mirati, MSD, Novartis, Roche en Takeda

Speaker educationals/webinars: AstraZeneca, Bayer, Lilly, MSD, high5oncology, Takeda, Janssen, GSK, Sanofi, Pfizer (al het geld naar instituut)

Advisory boards: Abbvie, Amgen, Anhearth, AstraZeneca, Bayer, BMS, Boehringer Ingelheim, Daiichi, GSK, Janssen, Lilly, Merck, MSD, Novartis, Pfizer, Pierre Fabre, Roche, Sanofi, Summit Therapeutics, Takeda (al het geld naar instituut)

Local PI of clinical trials: AstraZeneca, GSK, Novartis, Merck, Roche, Takeda, Blueprint, Mirati, Abbvie, Gilead, MSD, Merck, Amgen, Boehringer Ingelheim, Pfizer, Daiichi, Amgen (al het geld naar instituut)

restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling*

ter Heine

Ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog, Radboudumc

Geen

Ik heb een onkostenvergoeding ontvangen voor het geven van een scholing over de klinische farmacologie van sotorasib, een nieuw middel in de behandeling van longkanker, van de firma AMGEN.

Extern gefinancierd onderzoek:
Financiering door ZONMW, stichting Treatmeds en zorgverzekeraars

geen restricties

Damhuis

Onderzoeker IKNL (betaald)
Opzetten, analyse, rapportage van onderzoeksprojecten

Lid wetenschappelijke commissie DLCA-S (onbetaald)
Lid wetenschappelijke commissie DLCA-R (onbetaald)

Extern gefinancierd onderzoek:
* ESLUNG
* LEGO
* KWF - ESLUNG Comparison of SABR vs MI Lobectomy for early-stage NSCLC - Geen projectleider
* KWF - LEGO Improving diagnostic accuracy and systemic treatment of LCNEC - Geen projectleider

geen restricties

van Geffen

Longarts Frisius MC tot oktober 2025

Vanaf oktober 2025 longarts Radboud UMC

NVALT bestuur
IKNL Medisch adviseur, betaald

Lid van de Maatschap Friese longartsen

Extern gefinancierd onderzoek:
* MCL - Protect studie: kwaliteit van leven bij longkanker – Projectleider
* MSD - MK7684A-008 - Geen projectleider
* Roche - SCYSCRAPER01 - ?
* VIOZ - Kwaliteit van leven bij NSCLC EGFR gemuteerd - Projectleider

* Projectleider
* Stichting Longgeneeskunde Fryslan - Protect studie: kwatliteit van leven bij longkanker – Projectleider

1. Roche-International trial site (Projectleider NEE)
2. Pfizer - International trial site (Projectleider NEE)
3. Novartis - International trial site (Projectleider NEE)
4. Novocure - International trial site (Projectleider NEE)
5. MSD - International trial site (Projectleider NEE)

restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling*

Stoffels

Internist ouderengeneeskunde Amsterdam UMC

freelance nieuwsschrijver Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde

 

Amsterdam UMC innovatiefonds

Extern gefinancierd onderzoek:
Amsterdam UMC - Wensen en waarden centraal (Projectleider JA)

geen restricties

van den Berg

Internist Ouderengeneeskunde Amsterdam UMC

Betaalde nevenfunctie:

* Post-doctoraal onderzoek Professional Performance and Compassionate Care-onderzoeksgroep AmsterdamUMC (niet extern gefinancierd)

Geen

geen restricties

Tekatli

Radiotherapeut-oncoloog
UMC Utrecht

Lid Commissie Kwaliteit NVRO: onbetaald

Geen

geen restricties

Hoekstra

Nucleair geneeskundige Jeroen Bosch ziekenhuis te 's-Hertogenbosch

Geen

Geen

geen restricties

Gouw

Radiotherapeut-oncoloog Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis

Geen

Mede-aanvrager en leider van een van de werkpaketten van een TKI-PPP aanvraag waarbij health holland publiek geld inzet bij public-private partnerships (in dit geval tussen AvL/NKI en Elekta). De grant bestaat uit 3 werkpaketten waarbij 1 gaat over preklinisch onderzoek naar resistentie tegen radiotherapie, 1 over imaging biomarkers en 1 over het voorspellen van respons bij radiotherapie door computer simulaties.

restricties voor de modules over medicamenteuze behandeling*

Lammers

Verpleegkundig Specialist Longoncologie

OLVG Amsterdam

Kernlid TWG PO van V&VN

Geen

geen restricties

Natris-Geerts

Verpleegkundig specalist longoncologie in het Diakonessenhuis Utrecht 28 uur per week

Consulent palliatie team voor 4 uur per week

Verzorgen scholing HU over longkanker, 2 x per jaar (1.5 uur), betaald

Geen

geen restricties

*Restricties voor de modules over onderwerpen (medicamenteuze behandeling) waar de adviesraden betrekking op hebben:

•               Werkgroeplid werkt niet als enige inhoudsdeskundige aan de module;

•               Werkgroeplid werkt tenminste samen met een werkgroeplid met een vergelijkbare expertise in alle fasen (zoeken, studieselectie, data-extractie, evidence synthese, Evidence-to-decision, aanbevelingen formuleren) van het ontwikkelproces. Indien nodig worden werkgroepleden toegevoegd aan de werkgroep;

•               In alle fasen van het ontwikkelproces is een onafhankelijk methodoloog betrokken;

•               Overwegingen en aanbevelingen worden besproken en vastgesteld tijdens een werkgroepvergadering onder leiding van een onafhankelijk voorzitter (zonder gemelde belangen).

 

Inbreng patiëntenperspectief

Longkanker Nederland heeft bijgedragen aan de schriftelijke knelpunteninventarisatie voor het cluster Longoncologie. Daarnaast werd er aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door de afvaardiging van Longkanker Nederland in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptmodule wordt tevens voor commentaar voorgelegd bij Longkanker Nederland (in afstemming met de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties).

 

Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz

Module

Uitkomst raming

Toelichting

Module ‘Invloed van leeftijd en performance status op de effectiviteit en toxiciteit van oncologische systeemtherapie bij gemetastaseerd NSCLC’

Geen financiële gevolgen

Uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen zullen hebben voor de collectieve uitgaven.

 

Werkwijze

AGREE

Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 3.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).

 

Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen

Tijdens de schriftelijke knelpuntenanalyse werden verschillende partijen uitgenodigd om input te geven op een concept-raamwerk voor de richtlijnen niet kleincellig longcarcinoom en kleincellig longcarcinoom. Deze richtlijnen zijn dermate verouderd, dat een grotere herziening noodzakelijk is om uiteindelijk goed mee te kunnen draaien in het modulair onderhoud zoals in de Koploperprojecten wordt beoogd.

 

Het doel van deze stakeholderraadpleging was om te inventariseren welke knelpunten men ervaart rondom de te herziene richtlijnen. De benoemde knelpunten werden vervolgens door de richtlijnwerkgroep geprioriteerd en vertaald in uitgangsvragen.

 

De volgende zes modules kregen prioriteit bij het uitvoeren van onderhoud aan de richtlijn:

Niet kleincellig longcarcinoom:

  • Beeldvormend onderzoek
  • Diagnostiek en besluitvorming bij (kwetsbare) ouderen met NSCLC
  • Invloed van leeftijd en performance status op de effectiviteit en toxiciteit van oncologische systeemtherapie bij gemetastaseerd NSCLC
  • Doorlooptijden analyse verdenking longcarcinoom
  • TNM classificatie longcarcinoom (voor zowel Niet-kleincellig als Kleincellig carcinoom)

Kleincellig longcarcinoom:

  • Diagnostiek en besluitvorming bij (kwetsbare) ouderen met SCLC.

Uitkomstmaten

Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.

 

Methode literatuursamenvatting

Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. Indien mogelijk werd de data uit verschillende studies gepoold in een random-effects model (Review Manager 5.4). De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.

 

Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs

De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: 10 het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).

 

GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).

GRADE

Definitie

Hoog

  • er is hoge zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is zeer onwaarschijnlijk dat de literatuurconclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Redelijk

  • er is redelijke zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is mogelijk dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Laag

  • er is lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • er is een reële kans dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Zeer laag

  • er is zeer lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • de literatuurconclusie is zeer onzeker.

Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).

 

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello, 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE-methodiek.

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.

 

In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.

Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers

 

Sterke aanbeveling

Zwakke (conditionele) aanbeveling

Voor patiënten

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet.

Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. 

Voor behandelaars

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen.

Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren.

Voor beleidsmakers

De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid.

Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. 

Organisatie van zorg

In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijnmodule wordt aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt)organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren worden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren wordt de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule wordt aan de relevante deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt)organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.

 

Literatuur

Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.

 

Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.

 

Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.

 

Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.

 

Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.

 

Medisch Specialistische Richtlijnen 3.0 (2023). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html

 

Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.

 

Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.

Volgende:
Palliatieve zorg