Koorts bij kinderen op de Spoedeisende Hulp

Initiatief: NVK Aantal modules: 11

Startpagina - Koorts bij kinderen op de Spoedeisende Hulp

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor kinderen met koorts die zich presenteren in de 2e of 3e lijn. De richtlijn is geschreven vanuit de presentatie ‘koorts’ op de spoedeisende hulp waarbij de diagnose (nog) niet bekend is. Voor specifieke informatie/beleid bij een gestelde diagnose verwijzen we naar (en sluiten we aan bij) de specifieke richtlijnen zoals o.a. richtlijn urineweginfecties bij kinderen, behandeling influenza, onderste luchtweginfecties en sepsis bij kinderen. Voor de beoordeling en behandeling van sepsis bij neonaten verwijzen we naar de richtlijn early-onset neonatale infecties. De richtlijn richt zich niet op de niet-infectieuze oorzaken van koorts, zoals post-vaccinatie koorts, en koorts bij auto-inflammatoire aandoeningen.

De richtlijn is een herziening van de richtlijn ‘Koorts bij kinderen in de tweedelijn’ uit 2013. In de herziene richtlijn wordt een grotere rol toebededeeld aan predictiemodellen en biomarkers (CRP en PCT) om de kans op ernstige infecties beter in te schatten. Verder wordt de toepassing van nieuwe diagnostische technieken zoals point-of-care ultrasound (POCUS) besproken.

De afgelopen jaren is de epidemiologie van koortsende ziektes bij kinderen onder invloed van de corona-pandemie en bijbehorende maatregelen sterk aan verandering onderhevig geweest. Zo waren er periodes met weinig circulatie van pathogenen en periodes met hoge ziektelast door virale infecties (zoals COVID-19, influenza en RS-bronchiolitis), een periode met relatief veel kinderen met het nieuwe ziektebeeld MIS-C en waren er verheffingen van invasieve bacteriële infecties (zoals invasieve groep A streptokokken infecties en meningokokkenziekte). De werkgroep is echter van mening dat onafhankelijk van deze schommelingen in de epidemiologie van koortsende ziektes, de alarmsymptomen voor een ernstige bacteriële infectie bij kinderen met koorts niet is veranderd. De herziene richtlijn is wat conservatiever in het beleid ten aanzien van bloedkweek en liquoronderzoek. De bewijslast om deze adviezen te verruimen werd onvoldoende geacht door de werkgroep. Zoals bij elke richtlijn kan gemotiveerd van de richtlijn worden afgeweken, mits deze motivatie goed wordt vastgelegd in het dossier.

 

In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • Criteria bij eerste opvang kind met koorts
  • Prognostische factoren en predictiemodellen voor ernstige bacteriële infecties
  • Aanvullende diagnostiek ten behoeve van differentiatie ernstige vs. invasieve bacteriele infecties: procalcitonine (PCT)
  • Indicatie bloedkweek, urinekweek en liquorpunctie
  • Indicatie PCR enterovirus en parechovirus
  • Indicatie virale luchtwegdiagnostiek
  • Diagnostiek lagere luchtweginfectie
  • Indicatie HSV diagnostiek en antivirale behandeling
  • Antibiotische behandeling
  • Voorlichting aan ouders/verzorgers van kinderen met koorts

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bedoeld voor alle zorgverleners in de tweede en derde lijn betrokken bij de opvang van het kind met koorts op de spoedeisende hulp.

De werkgroep stelt geen specifieke leeftijdslimiet, en toepassing van de richtlijn in de leeftijdsgroep 16-18 jaar is afhankelijk van de lokale setting. Het is goed om te beseffen dat de bewijslast vooral aanwezig is voor jonge kinderen (<36 maanden). Aan de andere kant komen ernstige infecties ook bij oudere kinderen voor, zodat de werkgroep besloten heeft de aanbevelingen voor de gehele leeftijdsgroep te beschrijven. Bij kinderen met een voorgeschiedenis die ze extra kwetsbaarder maakt voor infecties of een ernstiger beloop, zoals kinderen met afweerproblematiek, prematuur geboren kinderen of kinderen die niet gevaccineerd zijn, dient de vooraf hogere kans op infecties te worden meegewogen in het beleid.

 

Voor patiënten

Linken:

https://sehzorg.nl/informatie/koorts-bij-kinderen/  

https://www.thuisarts.nl/koorts-bij-kinderen

Koorts komt vaak voor bij kinderen. Koorts is een natuurlijke, op zichzelf onschuldige reactie van het lichaam (vaak op een infectie) om herstel van weefsel en cellen te bevorderen. Het is dus een teken dat het eigen afweersysteem in actie komt tegen een infectie. Patiënten met koorts kunnen klachten als koude rillingen, zweten, malaise en ijlen hebben. Alarmklachten bij kinderen zijn onder andere sufheid, veel minder drinken, ontroostbaar huilen en kreunen. Elk gezond kind maakt gemiddeld acht infecties met koorts door in de eerste achttien levensmaanden. Voor 20-40% van deze kinderen wordt een arts geconsulteerd in verband met koorts, waarbij dit het vaakst voorkomt bij kinderen in de leeftijd van 6 tot 18 maanden. Jaarlijks worden ongeveer 300.000 kinderen gezien op de SEH van Nederlandse ziekenhuizen. Ongeveer de helft van de kinderen die de kindergeneeskundige SEH bezoekt, komt vanwege koorts. Het merendeel van deze kinderen heeft een virale infectie die meestal vanzelf overgaat, zoals een verkoudheid of oorontsteking. Een ernstige (bacteriële) infectie (serious bacterial infection, SBI), zoals een longontsteking of nierbekkenontsteking, is aanwezig bij 10-15% van de kinderen met koorts, een invasieve bacteriële infectie (IBI) zoals sepsis/meningitis in 0.03-1% waarbij met name een te late onderkenning van die laatste een gecompliceerd of eventueel fataal beloop kan hebben.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor de richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de kinderartsen, artsen-microbioloog, radiologen, klinisch chemici, spoedeisende hulpartsen, verpleegkundigen, huisartsen, en de patiëntenorganisatie Stichting Kind en Ziekenhuis.

 

Toepassen

Er is een samenvattingskaart ontwikkeld van de richtlijn.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 13-03-2024

Laatst geautoriseerd  : 13-03-2024

Geplande herbeoordeling  : 13-03-2029

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen
  • Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
  • Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Radiologie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde

Algemene gegevens

De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2020 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen met koorts op de Spoedeisende Hulp.

 

Werkgroep

  • Dr. R. (Rianne) Oostenbrink, kinderarts, werkzaam in het ErasmusMC te Rotterdam, NVK (voorzitter)
  • Dr. E.P. (Emmeline) Buddingh, kinderarts- infectioloog/immunoloog, werkzaam in het LUMC te Leiden, NVK
  • Drs. J. (Joël) Israëls, kinderarts/pulmonoloog, werkzaam in het LUMC te Leiden, NVK
  • Dr. A.E. (Anna) Westra, algemeen kinderarts, werkzaam in het Flevoziekenhuis te Almere, NVK
  • Drs. E.P.M. (Erika) van Elzakker, arts-microbioloog, werkzaam in het Amsterdam UMC te Amsterdam, NVMM
  • Dr. M.R.A. (Matthijs) Welkers, arts-microbioloog, werkzaam in het Amsterdam UMC te Amsterdam, NVMM, vanaf 25-04-2022
  • Dr. C.R.B. (Christian) Ramakers, laboratoriumspecialist Klinische Chemie, werkzaam in het ErasmusMC te Rotterdam, NVKC
  • Dr. G. (Jorgos) Alexandridis, spoedeisende hulp-arts, werkzaam in het Franciscus Gasthuis & Vlietland te Rotterdam, NVSHA
  • Drs. K.M.A. (Karlijn) Meys, kinderradioloog, werkzaam in het UMC Utrecht te Utrecht, NVvR
  • Dr. E (Eefje) de Bont, Huisarts, NHG
  • I.J.M. (Ingrid) Vonk, verpleegkundig specialist, werkzaam in het Maasstad ziekenhuis te Rotterdam, V&VN

 Klankbordgroep

  • R. (Rowy) Uitzinger, junior projectmanager en beleidsmedewerker, Stichting Kind en Ziekenhuis, tot 01-06-2022
  • E. (Esen) Doganer, junior projectmanager en beleidsmedewerker, Stichting Kind en Ziekenhuis, vanaf 01-06-2022
  • Dr. A. (Annelies) Riezebos-Brilman, arts-microbioloog, werkzaam in het UMC Utrecht te Utrecht, NVMM, tot 25-04-2022

 Met ondersteuning van:

  • Dr. J. (Janneke) Hoogervorst – Schilp, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Dr. M. (Mattias) Göthlin, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Dr. T. (Tim) Christen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • M. (Miriam) van der Maten, MSc, junior medisch informatiespecialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Volgende:
Criteria eerste opvang kind met koorts