Audiologische zorg voor slechthorende volwassenen

Initiatief: NVKF Aantal modules: 12

Technische revalidatie licht gehoorverlies

Uitgangsvraag

Wat is de plaats van technische revalidatie bij volwassenen met een licht gehoorverlies (<35 dB)?

Aanbeveling

  • Gebruik vragenlijsten (zie module Vragenlijsten) en een intakegesprek om vast te stellen wat de problemen en behoeften zijn van de slechthorende met een licht gehoorverlies.
  • Bied de patiënt de mogelijkheid aan van het betrekken van de maatschappelijk werker bij het nader in kaart brengen van de klachten, de revalidatie doelen en de daarbij complicerende en faciliterende factoren wanneer de audiologische intake daartoe aanleiding geeft.
  • Overweeg een proef met hoortoestellen (en/of andere hoorhulpmiddelen) voor slechthorenden met een licht gehoorverlies en klachten over het verstaan. Neem in deze overweging het spraakverstaan bij lage intensiteit, het spraakverstaan in ruis mee en de aard van het verlies mee. Bespreek daarbij de mogelijk beperkte verwachte meerwaarde.
  • Overweeg dat naast technische revalidatie ook op andere manieren gerevalideerd kan worden (zoals counseling, luisterstrategieën, akoestische aanpassingen).
  • Evalueer het revalidatietraject met dezelfde vragenlijsten als bij de intake (zie module Vragenlijsten).
  • Spraakverstaanmetingen kunnen de gerapporteerde verbetering (of verslechtering) objectiveren (zie module Spraak-in-ruistesten).

Overwegingen

Voor deze module is een systematische literatuursearch uitgevoerd. Er zijn geen artikelen gevonden die voldoen aan de PICO. Dit komt mede omdat er in studies vaak geen onderscheid wordt gemaakt tussen lichte en zwaardere gehoorverliezen of omdat er andere afkappunten gebruikt worden.

 

Achtergrond

Dit onderdeel van de richtlijn gaat over de toegevoegde waarde van hoorhulpmiddelen voor volwassenen met een licht gehoorverlies. De vraagstelling is ingegeven doordat er momenteel praktijkvariatie is in het voorschrijven van hoorhulpmiddelen bij volwassenen met lichte verliezen. De huidige vergoedingsregel biedt ruimte om ook bij lichte verliezen een hoorhulpmiddel vergoed te krijgen, mits er een bijzondere individuele hulpvraag aanwezig is. De huidige vergoedingsgrens (35dB, gemiddeld over 1, 2 en 4 kHz) is destijds gebaseerd op onderzoek en consensus en gebaseerd op de ICF-classificatie.

 

Hoorhulpmiddelen bij lichte gehoorverliezen

Ferguson (2017) onderzochten in een systematisch review de meerwaarde van hoortoestellen bij de groep slechthorenden met lichte tot matige gehoorverliezen. Zij concludeerden dat hoortoestellen een gunstig effect hebben op zowel het auditief functioneren als algemeen kwaliteit van leven. Van de 5 meegenomen studies bevatte er slechts één een groep met lichte gehoorverliezen (Humes, 2017). De gemiddelde PTA (0.5, 1 en 2 kHz) en HFPTA (1, 2 en 4 kHz) van deze groep was 28 dB HL en 39 dB HL, respectievelijk. Ook in deze groep bleken hoortoestellen een positief effect te hebben. In een kleine studie van Timmer (2018) lijken hoortoestellen een positief effect te hebben bij volwassenen met milde gehoorverliezen. Via een Ecological Momentary Assessment bleek een significant verbeterd spraakverstaan, minder luisterinspanning, minder hinder van het gehoorverlies in de communicatie en meer plezier in luistersituaties. Dit is echter voor een zeer kleine groep onderzocht (10 personen) met een proefperiode van slechts 2 weken hoortoestellen.

Uit een andere studie van Timmer (2017) blijkt geen verschil in draagtijd van hoortoestellen tussen de groep met een mild en de groep met een matig gehoorverlies, wat er op kan wijzen dat er ook bij de groep met milde verliezen een positief effect is. Johnson (2016) laten in een systematisch review zien dat licht tot matig slechthorenden een positief effect ondervinden van hoortoestellen. De groep had echter wel een gehoorverlies <45 dB (PTA 4). Uit een inventarisatie van Koerner (2020) onder audiologen in de VS blijkt dat met regelmaat mensen met een (sub)normaal gehoor melden gehoorproblemen te hebben. Het gaat dan met name om verstaan in rumoer en overgevoeligheid voor geluid. Naast counseling geven deze audiologen aan dat hoortoestellen vaak succesvol zijn.

 

Audiologische criteria voor inzet hoorhulpmiddelen

In de literatuur is veel onderzoek beschikbaar waarin wordt gezocht naar een goede audiologische maat als voorspeller voor de ervaren auditieve beperkingen (handicap, of in termen van de ICF: participatieproblemen) en daarmee voor de onderbouwing van het effect van hoorhulpmiddelen. Audiologische maten waarnaar gekeken werd, zijn bijvoorbeeld: het toonaudiogram, spraakaudiogram, auditief discriminerend vermogen, binauraal horen.

 

1. Het toonaudiogram

In de loop van de twintigste eeuw zijn legio toonaudiometrische criteria geformuleerd die een voorspeller zouden zijn voor spraakverstaan en daarmee de ervaren auditieve beperking (ASHA, 1981; Smoorenburg, 1992; Timmer, 2015). Er is weliswaar vaak een duidelijke relatie tussen het toonaudiogram en spraakverstaan in stilte, maar de relatie met spraakverstaan in (stationaire) ruis is veel minder sterk (Festen & Plomp, 1983; Bosman & Smoorenburg, 1995; Smoorenburg, 1992; Timmer, 2015; Humes, 2021).

Er zijn diverse pogingen gedaan om een grens vast te stellen op basis van het toonaudiogram om onderscheid te maken tussen voldoende gehoor en gehoorverlies wat een auditieve beperking met zich meebrengt. In AHSA (1981) wordt uitgebreid ingegaan op een veelheid aan toonaudiometrische gemiddelden die in het verleden zijn voorgesteld. Uiteindelijk wordt in ASHA gekozen voor een gemiddelde gehoordrempel bij 500, 1000, 2000 en 4000 Hz (PTA4) als beste voorspeller, met een ondergrens van 25 dB HL waarboven men “redelijkerwijs kan aannemen dat er een communicatieprobleem wordt ervaren”. Ook de WHO (2021) neemt PTA4 als uitgangspunt en definieert een gehoorverlies als beperkend bij PTA4>35 dB HL. Curti (2019) geven aan dat in een groep van 1008 mensen met een gehoorverlies van minder dan 25 dB (gemiddeld over 0.5, 1, 2 en 4 kHz), 189 mensen (19%) vinden dat ze geen goed gehoor hebben (N.B.: inclusie was een drempel van 25 dB HL of meer op tenminste één frequentie). Koerner (2020) inventariseerden hoe vaak mensen met een “normaal gehoor” (wat overigens niet was gedefinieerd in het artikel) hulp zoeken. Zij vonden dat deze groep nog redelijk vaak door een audioloog wordt gezien (23% van de ondervraagden ziet meer dan 4 zulke patiënten per maand).

Knudsen (2010) bespreken in een systematisch review de factoren die bijdragen in het gebruik van of tevredenheid over hoortoestellen. Zij concluderen dat de mate van gehoorverlies geen voorspeller hiervoor is. Timmer (2015) vonden in hun systematische review bij de groep mensen met lichte gehoorverliezen (dus niet de totale groep slechthorenden) geen of hooguit een zwakke relatie tussen audiologische maten en zelf-gerapporteerde problemen.

 

2. Spraakverstaan in rumoer

Timmer (2015) laten zien dat voor de groep met lichte gehoorverliezen, spraakverstaan in rumoer (als mogelijke predictor voor ervaren beperkingen) niet voorspeld kan worden door het gehoorverlies. Maar ook de spraak-in-ruistest zelf blijkt geen voorspeller te zijn voor het starten van een hoortoestelproef (Pronk, 2017).

 

3. Auditief discriminerend vermogen

Naast het toonaudiogram bestaat er een veelheid aan psychoakoestische maten die het analyserend vermogen (bijvoorbeeld spectraal of temporeel oplossend vermogen) van het gehoor beschrijven. Ook hier worden relaties met het spraakverstaan gevonden (Festen en Plomp, 1983, 1986). Voor zover ons bekend is er geen literatuur over de relatie tussen deze maten en de ervaren beperkingen.

 

4. Binauraal horen

Binauraal horen speelt een belangrijke rol bij richtinghoren en verstaan in rumoer. De gelijkwaardigheid van beide oren is hierbij essentieel. Asymmetrie zorgt voor grotere beperkingen dan symmetrie (Swan & Gatehouse, 1990). Denk bijvoorbeeld aan een gehoor waarbij één oor normaal is, maar het andere oor een licht gehoorverlies heeft.

 

Samenvattend geldt voor de groep lichte slechthorenden over het algemeen dat het toonaudiogram noch enig andere audiologische maat de ervaren beperking (als gemeten met vragenlijsten) kan voorspellen (bijvoorbeeld Newman, 1990, 1997 voor de HHIA-vragenlijst). Dat komt omdat de ervaren beperking niet alleen, of wellicht zelfs nauwelijks, afhangt van de auditieve verwerking, maar met name van de communicatieve behoeften. Ook andere, niet-auditieve, factoren spelen een rol. Dat betekent niet dat het toon- en spraakaudiogram nutteloos zijn: zij kunnen wel degelijk een deel van de ervaren problemen verklaren. Denk hierbij aan het moeten verstaan van zeer zachte stemmen, of de asymmetrie tussen beide oren.

 

Niet-audiologische criteria voor de inzet van hoorhulpmiddelen

Zoals gezegd spelen ook niet-audiologische factoren een rol bij de keuze voor de inzet van hoorhulpmiddelen. Denk hierbij aan cognitie, persoonskenmerken, of luisterinspanning. Of een slechthorende hoorhulpmiddelen wil gaan gebruiken, hangt af van bijvoorbeeld het zich bewust zijn van de problematiek, maar ook van het ervaren stigma of sociale druk (Timmer, 2015; Pronk, 2017; Knoetze, 2023).

 

Niet iedereen met een licht gehoorverlies heeft baat bij hoortoestellen. Omdat volwassenen met lichte verliezen veel geluiden wel horen, kan het lastig zijn voor zowel de personen zelf als de omgeving om in te zien welke rol het gehoor speelt in ervaren problemen. Bij klachten als vermoeidheid, moeite met concentratie of het begrijpen van wat er wordt gezegd kan het gehoor een rol spelen, maar hier kunnen ook andere problemen of persoonskenmerken oorzaak (of mede-oorzaak) van zijn. Het is daarom belangrijk om te zorgen voor bewustwording en goede voorlichting over de mogelijke relatie tussen gehoor en functioneren.

 

De noodzaak tot interventie hangt af van de problemen in de communicatieve behoeften. Het is belangrijk om mee te wegen welke luistersituaties voorkomen. Complexe luistersituaties met hoge auditieve eisen kunnen maken dat er eerder tot de inzet van hoorhulpmiddelen wordt besloten. Deze dient ruim genomen te worden; het horen van alarmsignalen en omgevingsbewustzijn behoort hier ook toe. Uit de literatuur blijkt dat audiologische maten geen goede voorspeller zijn bij de huidige groep. Hoorrevalidatie start bij de door de patiënt gerapporteerde problemen en zijn motivatie hier iets aan te doen (Sereda, 2015). De mate van gehoorverlies en het vermogen tot verstaan in rumoer is niet het enige dat invloed heeft op de ervaren last. Alleen rekening houden met de grens van het gehoorverlies is daarom niet verstandig. Niettemin is het goed te realiseren wat hoortoestellen kunnen betekenen in technisch oogpunt bij geringe gehoorverliezen (de versterking is immers ook gering). Hierin is het van belang de patiënt goed te counselen. In een aantal gevallen kan het gehoorverlies wel in ieder geval deels een verklaring geven voor de ervaren beperkingen. Denk hierbij ook aan het verschil tussen een conductief en perceptief verlies, waarbij het bij een conductief verlies gaat over een vermindering van de luidheid over het gehele dynamisch bereik, terwijl dat bij een perceptief verlies alleen geluiden met lagere intensiteit minder luid worden waargenomen. Mede daarom geldt, volgens gangbare rekenregels, dat de versterking bij een conductief verlies groter moet zijn dan bij een perceptief verlies.

 

Vragenlijsten en intakegesprek

Vragenlijsten zijn bij uitstek geschikt om een overzicht te krijgen over de ervaren beperkingen. Er bestaat een heel aantal vragenlijsten die hiervoor gebruikt kan worden. In de module Vragenlijsten wordt aangegeven welke op een AC zouden moeten worden ingezet.

 

Proef met hoortoestellen

Omdat het effect van hoortoestellen mogelijk niet meteen duidelijk is, dient een proef met hoortoestellen voldoende lang te duren (Wright en Gagné, 2021). Deze periode dient voor deze doelgroep minimaal 4 weken te duren en plaatsvinden, met voor hem/haar relevant en goed ingesteld hoortoestel in een periode die representatief is voor het dagelijks leven van die persoon (bijvoorbeeld niet in de vakantieperiode of tijdens de zomerstop van voor de persoon belangrijke activiteiten). Een goede evaluatie is hierbij belangrijk (denk aan real-ear metingen). Ofschoon het mogelijk is de proef te evalueren met bijvoorbeeld spraakverstaan-(in-ruis) testen, is evaluatie met vragenlijsten of gesprekken van groot belang. Hierin kan nagegaan worden of de specifieke problemen verminderd zijn.

 

Proef met overige hulpmiddelen

Naast of in plaats van hoortoestellen is het ook mogelijk om andere hulpmiddelen, zoals solo-apparatuur in te zetten. Voor de overwegingen die daarbij een rol spelen, verwijst de werkgroep naar de module Additionele hoorhulpmiddelen.

 

Waarden en voorkeuren van patiënten (en eventueel hun verzorgers)

Omdat er weinig onderbouwing is van de literatuur, beveelt de werkgroep aan om de voorkeur van de slechthorende een belangrijke rol in de overweging te geven. We verwachten meer mogelijke winst van de hoortoestellen bij slechthorenden die ook daadwerkelijk problemen ervaren van hun milde gehoorverlies. Motivatie is dus een belangrijke factor voor succes, maar het stigma van hoortoestellen ook (Pronk, 2017).

 

Een consensus statement uit Groot-Brittannië (BSA, 2016) geeft aan dat er bij milde gehoorverliezen veel waarde wordt gehecht aan de patiëntafhankelijke criteria, zoals de verstaansproblemen die de slechthorende zelf aangeeft, de motivatie om hoortoestellen te gaan dragen, en de zelf-gerapporteerde invloed van het gehoorverlies op de kwaliteit van leven. Ook realistische verwachtingen en de mate van gehoorverlies werden als belangrijke overwegingen aangeduid. Samen beslissen is hierbij essentieel.

 

Kosten

Gehoorklachten kunnen een grote impact op mensen hebben. Dit kan de maatschappij ook geld kosten door een lagere arbeidsparticipatie en verminderde kwaliteit van leven. Wanneer dit het geval is én hoortoestellen een verbetering geven van de situatie, is een hoortoestel en de bijbehorende audiologische zorg kosteneffectief.

 

Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie

Er is geen onderzoek gedaan naar de aanvaardbaarheid en haalbaarheid van de implementatie van de aanbevelingen. Daar waar technische revalidatie bijdraagt aan de participatie van de licht slechthorende heeft dit maatschappelijke voordelen.

 

Rationale

Er is geen hard criterium te vinden als grens tussen het wel of niet aanbevelen van hoorrevalidatie. De keuze om wel of niet een proef met hoorhulpmiddelen te starten zal daarom een gezamenlijke afweging moeten zijn tussen patiënt en audioloog, waarbij eerst de ervaren auditieve beperking en de verwachtingen van het hoorhulpmiddel in kaart zullen moeten worden gebracht.

Onderbouwing

In de huidige situatie worden hoortoestellen en andere hoorhulpmiddelen niet vergoed voor lichte gehoorverliezen (d.w.z. pure-tone average (PTA) minder dan 35 dB HL, gemiddeld over 1, 2 en 4 kHz), tenzij via een bijzondere individuele zorgvraag. In de praktijk zien we dat er door audiologen verschillend wordt gedacht over het nut van hoortoestellen en andere hoorhulpmiddelen bij lichte verliezen, waardoor bij de ene patiënt wel een proef gestart zal worden en bij de andere niet. Het knelpunt daarbij is dat het onduidelijk is in welke situatie een hoortoestel bij lichte verliezen een verbetering kan geven en welke aspecten daarbij een rol spelen.

Description of studies

Not applicable

 

Results

Not applicable

 

Level of evidence of the literature

Not applicable

A systematic review of the literature was performed to answer the following question: What is the added value of hearing aids or assistive listening devices on speech intelligibility in noise/quiet in adults with mild hearing loss?

 

P: Adults with mild hearing loss (<35 dB) or high frequency hearing loss

I: Hearing aid, assistive listening device

C: No hearing aid, no assistive listening device

O: Speech intelligibility in quiet, speech intelligibility in noise, listening effort

 

Relevant outcome measures

The guideline development group considered speech intelligibility in quiet, speech intelligibility in noise as a critical outcome measure for decision making; and listening effort, as an important outcome measure for decision making.

 

A priori, the working group did not define the outcome measures listed above but used the definitions used in the studies. The working group defined a limit of 25% difference for dichotomous outcomes (RR < 0.8 or > 1.25), and 10% for continuous outcomes as a minimal clinically (patient) important difference.

 

Search and select (Methods)

The databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) were searched with relevant search terms until 28-09-2022. The search strategy is available upon reasonable request via info@richtlijnendatabase.nl. The systematic literature search resulted in 303 hits. Studies were selected based on the following criteria: complying with the PICO, systematic review, RCT or observational studies. 83 studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, 83 studies were excluded (see the table with reasons for exclusion), and no studies were included.

 

Results

No studies were included in the analysis of the literature.

  1. American Speech-Language-Hearing Association (ASHA). On the Definition of Hearing Handicap. 1981. Obtained from https://www.asha.org/policy/rp1981-00022/#sec1.2.
  2. Bosman AJ, Smoorenburg GF., Intelligibility of Dutch CVC syllables and sentences for listeners with normal hearing and with three types of hearing impairment., Audiology. 1995 Sep-Oct;34(5):260-84. doi: 10.3109/00206099509071918.
  3. British Society of Audiology (BSA). Practice guidance: Common principles of rehabilitation for adults in audiological services. 2016.
  4. Curti SA, Taylor EN, Su D, Spankovich C., Prevalence of and Characteristics Associated With Self-reported Good Hearing in a Population With Elevated Audiometric Thresholds., JAMA Otolaryngol Head Neck Surg. 2019 Jul 1;145(7):626-633. doi: 10.1001/jamaoto.2019.1020.
  5. Ferguson MA, Kitterick PT, Chong LY, Edmondson-Jones M, Barker F, Hoare DJ. Hearing aids for mild to moderate hearing loss in adults. Cochrane Database Syst Rev. 2017 Sep 25;9(9):CD012023. doi: 10.1002/14651858.CD012023.pub2. PMID: 28944461; PMCID: PMC6483809.
  6. Festen JM, Plomp R. Relations between auditory functions in impaired hearing. J Acoust Soc Am. 1983 Feb;73(2):652-62. doi: 10.1121/1.388957. PMID: 6841805
  7. Festen JM, Plomp R. Speech-reception threshold in noise with one and two hearing aids. J Acoust Soc Am. 1986 Feb;79(2):465-71. doi: 10.1121/1.393534. PMID: 3950200.
  8. Humes LE, Rogers SE, Quigley TM, Main AK, Kinney DL, Herring C. The Effects of Service-Delivery Model and Purchase Price on Hearing-Aid Outcomes in Older Adults: A Randomized Double-Blind Placebo-Controlled Clinical Trial. Am J Audiol. 2017 Mar 1;26(1):53-79. doi: 10.1044/2017_AJA-16-0111. Erratum in: Am J Audiol. 2019 Sep 13;28(3):730. PMID: 28252160; PMCID: PMC5597084.
  9. Humes LE (2021) Factors Underlying Individual Differences in Speech-Recognition Threshold (SRT) in Noise Among Older Adults. Front. Aging Neurosci. 13:702739. doi: 10.3389/fnagi.2021.702739
  10. Johnson CE, Danhauer JL, Ellis BB, Jilla AM. Hearing Aid Benefit in Patients with Mild Sensorineural Hearing Loss: A Systematic Review. J Am Acad Audiol. 2016 Apr;27(4):293-310. doi: 10.3766/jaaa.14076. PMID: 27115240.
  11. Knoetze M, Manchaiah V, Mothemela B, Swanepoel W. Factors Influencing Hearing Help-Seeking and Hearing Aid Uptake in Adults: A Systematic Review of the Past Decade. Trends Hear. 2023 Jan-Dec;27:23312165231157255. doi: 10.1177/23312165231157255. PMID: 36798964; PMCID: PMC9940236.
  12. Knudsen LV, Oberg M, Nielsen C, Naylor G, Kramer SE. Factors influencing help seeking, hearing aid uptake, hearing aid use and satisfaction with hearing aids: a review of the literature. Trends Amplif. 2010 Sep;14(3):127-54. doi: 10.1177/1084713810385712. PMID: 21109549; PMCID: PMC4111466.
  13. Koerner TK, A Papesh M, Gallun FJ. A Questionnaire Survey of Current Rehabilitation Practices for Adults With Normal Hearing Sensitivity Who Experience Auditory Difficulties. Am J Audiol. 2020 Dec 9;29(4):738-761. doi: 10.1044/2020_AJA-20-00027. Epub 2020 Sep 23. PMID: 32966118.
  14. Meijerink JF, Pronk M, Lissenberg-Witte BI, Jansen V, Kramer SE. Effectiveness of a Web-Based SUpport PRogram (SUPR) for Hearing Aid Users Aged 50+: Two-Arm, Cluster Randomized Controlled Trial. J Med Internet Res. 2020 Sep 22;22(9):e17927. doi: 10.2196/17927. PMID: 32960175; PMCID: PMC7539169.
  15. Newman CW, Weinstein BE, Jacobson GP, Hug GA. The Hearing Handicap Inventory for adults: psychometric adequacy and audiometric correlates. Ear Hear. 1990 Dec;11(6):430-3. doi: 10.1097/00003446-199012000-00004. PMID: 2073976.
  16. Newman CW, Jacobson GP, Hug GA, Sandridge SA. Perceived hearing handicap of patients with unilateral or mild hearing loss. Ann Otol Rhinol Laryngol. 1997 Mar;106(3):210-4. doi: 10.1177/000348949710600305. PMID: 9078932
  17. Pronk M, Deeg DJH, Versfeld NJ, Heymans MW, Naylor G, Kramer SE. Predictors of Entering a Hearing Aid Evaluation Period: A Prospective Study in Older Hearing-Help Seekers. Trends Hear. 2017 Jan-Dec;21:2331216517744915. doi: 10.1177/2331216517744915. PMID: 29237333; PMCID: PMC5734439.
  18. Sereda M, Hoare DJ, Nicholson R, Smith S, Hall DA. Consensus on Hearing Aid Candidature and Fitting for Mild Hearing Loss, With and Without Tinnitus: Delphi Review. Ear Hear. 2015 Jul-Aug;36(4):417-29. doi: 10.1097/AUD.0000000000000140. PMID: 25587668; PMCID: PMC4478070.
  19. Smoorenburg GF. Speech reception in quiet and in noisy conditions by individuals with noise-induced hearing loss in relation to their tone audiogram. J Acoust Soc Am. 1992 Jan;91(1):421-37. doi: 10.1121/1.402729. PMID: 1737889.
  20. Swan IR, Gatehouse S. Factors influencing consultation for management of hearing disability. Br J Audiol. 1990 Jun;24(3):155-60. doi: 10.3109/03005369009076550. PMID: 2364186.
  21. Timmer BH, Hickson L, Launer S. Adults with mild hearing impairment: Are we meeting the challenge? Int J Audiol. 2015;54(11):786-95. doi: 10.3109/14992027.2015.1046504. Epub 2015 Jun 8. PMID: 26050524.
  22. Timmer BHB, Hickson L, Launer S. Hearing Aid Use and Mild Hearing Impairment: Learnings from Big Data. J Am Acad Audiol. 2017 Sep;28(8):731-741. doi: 10.3766/jaaa.16104. PMID: 28906244.
  23. Timmer BHB, Hickson L, Launer S. Do Hearing Aids Address Real-World Hearing Difficulties for Adults With Mild Hearing Impairment? Results From a Pilot Study Using Ecological Momentary Assessment. Trends Hear. 2018 Jan-Dec;22:2331216518783608. doi: 10.1177/2331216518783608. Erratum in: Trends Hear. 2022 Jan-Dec;26:23312165221121305. PMID: 29956590; PMCID: PMC6048604.
  24. Wright D, Gagné JP. Acclimatization to Hearing Aids by Older Adults. Ear Hear. 2021 Jan/Feb;42(1):193-205.
  25. World Health Organization (WHO). World report on hearing. 2021.

Table of excluded studies

Reference

Reason for exclusion

Abrams H, Chisolm TH, McArdle R. A cost-utility analysis of adult group audiologic rehabilitation: are the benefits worth the cost? J Rehabil Res Dev. 2002 Sep-Oct;39(5):549-58. PMID: 17684833.

wrong outcome

Allen NH, Burns A, Newton V, Hickson F, Ramsden R, Rogers J, Butler S, Thistlewaite G, Morris J. The effects of improving hearing in dementia. Age Ageing. 2003 Mar;32(2):189-93. doi: 10.1093/ageing/32.2.189. PMID: 12615563.

wrong population

Baumfield A, Dillon H. Factors affecting the use and perceived benefit of ITE and BTE hearing aids. Br J Audiol. 2001 Aug;35(4):247-58. doi: 10.1080/00305364.2001.11745243. PMID: 11694099.

wrong comparison

Bertoli S, Bodmer D, Probst R. Survey on hearing aid outcome in Switzerland: associations with type of fitting (bilateral/unilateral), level of hearing aid signal processing, and hearing loss. Int J Audiol. 2010 May;49(5):333-46. doi: 10.3109/14992020903473431. PMID: 20380609.

wrong comparison

Bestel J, Legris E, Rembaud F, Mom T, Galvin JJ 3rd. Speech understanding in diffuse steady noise in typically hearing and hard of hearing listeners. PLoS One. 2022 Sep 14;17(9):e0274435. doi: 10.1371/journal.pone.0274435. PMID: 36103551; PMCID: PMC9473430.

wrong intervention

Bloom BS, Banta HD, Gross PF, Peña-Mohr J, Sisk JE, Stocking B. The Swedish Council on Technology Assessment in Health Care. Int J Technol Assess Health Care. 1989;5(1):154-8. doi: 10.1017/s0266462300006061. PMID: 10292538.

wrong publication type

Boecking B, Rausch L, Psatha S, Nyamaa A, Dettling-Papargyris J, Funk C, Brueggemann P, Rose M, Mazurek B. Hearing Therapy Improves Tinnitus-Related Distress in Mildly Distressed Patients with Chronic Tinnitus and Mild-to-Moderate Hearing Loss: A Randomized-Controlled Cross-Over Design. J Clin Med. 2022 Mar 22;11(7):1764. doi: 10.3390/jcm11071764. PMID: 35407372; PMCID: PMC9000020.

wrong population

Boecking B, Rausch L, Psatha S, Nyamaa A, Dettling-Papargyris J, Funk C, Oppel K, Brueggemann P, Rose M, Mazurek B. DSLchild-Algorithm-Based Hearing Aid Fitting Can Improve Speech Comprehension in Mildly Distressed Patients with Chronic Tinnitus and Mild-to-Moderate Hearing Loss. J Clin Med. 2022 Sep 5;11(17):5244. doi: 10.3390/jcm11175244. PMID: 36079176; PMCID: PMC9457182.

wrong population

Boecking B, Rausch L, Psatha S, Nyamaa A, Dettling-Papargyris J, Funk C, Oppel K, Brueggemann P, Rose M, Mazurek B. DSLchild-Algorithm-Based Hearing Aid Fitting Can Improve Speech Comprehension in Mildly Distressed Patients with Chronic Tinnitus and Mild-to-Moderate Hearing Loss. J Clin Med. 2022 Sep 5;11(17):5244. doi: 10.3390/jcm11175244. PMID: 36079176; PMCID: PMC9457182.

wrong population

Böheim K, Nahler A, Schlögel M. Rehabilitation der Hochtoninnenohrschwerhörigkeit: Einsatz eines aktiven Mittelohrimplantats [Rehabilitation of high frequency hearing loss: use of an active middle ear implant]. HNO. 2007 Sep;55(9):690-5. German. doi: 10.1007/s00106-006-1506-4. PMID: 17160659.

wrong intervention

Brennan-Jones CG, Weeda E, Ferguson M. Cochrane corner: hearing aids for mild to moderate hearing loss in adults. Int J Audiol. 2018 Jul;57(7):479-482. doi: 10.1080/14992027.2018.1432903. Epub 2018 Jan 31. PMID: 29383941.

wrong publication type

Brewster KK, Pavlicova M, Stein A, Chen M, Chen C, Brown PJ, Roose SP, Kim AH, Golub JS, Brickman A, Galatioto J, Kuhlmey M, Rutherford BR. A pilot randomized controlled trial of hearing aids to improve mood and cognition in older adults. Int J Geriatr Psychiatry. 2020 Aug;35(8):842-850. doi: 10.1002/gps.5311. Epub 2020 Apr 23. PMID: 32291802; PMCID: PMC7656495.

wrong population

Brody L, Wu YH, Stangl E. A Comparison of Personal Sound Amplification Products and Hearing Aids in Ecologically Relevant Test Environments. Am J Audiol. 2018 Dec 6;27(4):581-593. doi: 10.1044/2018_AJA-18-0027. PMID: 30458521; PMCID: PMC9653212.

wrong comparison

Chia EM, Wang JJ, Rochtchina E, Cumming RR, Newall P, Mitchell P. Hearing impairment and health-related quality of life: the Blue Mountains Hearing Study. Ear Hear. 2007 Apr;28(2):187-95. doi: 10.1097/AUD.0b013e31803126b6. PMID: 17496670.

wrong comparison

Cho YS, Park SY, Seol HY, Lim JH, Cho YS, Hong SH, Moon IJ. Clinical Performance Evaluation of a Personal Sound Amplification Product vs a Basic Hearing Aid and a Premium Hearing Aid. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg. 2019 Jun 1;145(6):516-522. doi: 10.1001/jamaoto.2019.0667. PMID: 31095263; PMCID: PMC6537843.

wrong intervention

Chou R, Dana T, Bougatsos C, Fleming C, Beil T. Screening adults aged 50 years or older for hearing loss: a review of the evidence for the U.S. preventive services task force. Ann Intern Med. 2011 Mar 1;154(5):347-55. doi: 10.7326/0003-4819-154-5-201103010-00009. PMID: 21357912.

wrong aim

Chou R, Dana T, Bougatsos C, Fleming C, Beil T. Screening adults aged 50 years or older for hearing loss: a review of the evidence for the U.S. preventive services task force. Ann Intern Med. 2011 Mar 1;154(5):347-55. doi: 10.7326/0003-4819-154-5-201103010-00009. PMID: 21357912.

wrong aim

Curti SA, Taylor EN, Su D, Spankovich C. Prevalence of and Characteristics Associated With Self-reported Good Hearing in a Population With Elevated Audiometric Thresholds. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg. 2019 Jul 1;145(7):626-633. doi: 10.1001/jamaoto.2019.1020. PMID: 31169892; PMCID: PMC6555479.

wrong comparison

Feltner C, Wallace IF, Kistler CE, Coker-Schwimmer M, Jonas DE, Middleton JC. Screening for Hearing Loss in Older Adults: An Evidence Review for the U.S. Preventive Services Task Force [Internet]. Rockville (MD): Agency for Healthcare Research and Quality (US); 2021 Mar. Report No.: 20-05269-EF-1. PMID: 33818999.

wrong comparison

Feltner C, Wallace IF, Kistler CE, Coker-Schwimmer M, Jonas DE. Screening for Hearing Loss in Older Adults: Updated Evidence Report and Systematic Review for the US Preventive Services Task Force. JAMA. 2021 Mar 23;325(12):1202-1215. doi: 10.1001/jama.2020.24855. PMID: 33755082.

wrong population

Ferguson MA, Henshaw H, Clark DP, Moore DR. Benefits of phoneme discrimination training in a randomized controlled trial of 50- to 74-year-olds with mild hearing loss. Ear Hear. 2014 Jul-Aug;35(4):e110-21. doi: 10.1097/AUD.0000000000000020. PMID: 24752284; PMCID: PMC4072445.

wrong intervention

Ferguson MA, Henshaw H. Auditory training can improve working memory, attention, and communication in adverse conditions for adults with hearing loss. Front Psychol. 2015 May 28;6:556. doi: 10.3389/fpsyg.2015.00556. PMID: 26074826; PMCID: PMC4447061.

wrong intervention

Ferguson MA, Kitterick PT, Chong LY, Edmondson-Jones M, Barker F, Hoare DJ. Hearing aids for mild to moderate hearing loss in adults. Cochrane Database Syst Rev. 2017 Sep 25;9(9):CD012023. doi: 10.1002/14651858.CD012023.pub2. PMID: 28944461; PMCID: PMC6483809.

wrong population

Ferguson MA, Kitterick PT, Chong LY, Edmondson-Jones M, Barker F, Hoare DJ. Hearing aids for mild to moderate hearing loss in adults. Cochrane Database Syst Rev. 2017 Sep 25;9(9):CD012023. doi: 10.1002/14651858.CD012023.pub2. PMID: 28944461; PMCID: PMC6483809.

wrong publication type

Forti S, Crocetti A, Scotti A, Costanzo S, Pignataro L, Ambrosetti U, Del Bo L. Tinnitus sound therapy with open ear canal hearing aids. B-ENT. 2010;6(3):195-9. PMID: 21090162.

wrong population

Gieseler A, Tahden MAS, Thiel CM, Colonius H. Does hearing aid use affect audiovisual integration in mild hearing impairment? Exp Brain Res. 2018 Apr;236(4):1161-1179. doi: 10.1007/s00221-018-5206-6. Epub 2018 Feb 16. PMID: 29453491.

wrong aim

Glick HA, Sharma A. Cortical Neuroplasticity and Cognitive Function in Early-Stage, Mild-Moderate Hearing Loss: Evidence of Neurocognitive Benefit From Hearing Aid Use. Front Neurosci. 2020 Feb 18;14:93. doi: 10.3389/fnins.2020.00093. PMID: 32132893; PMCID: PMC7040174.

wrong comparison

Golub JS, Brewster KK, Brickman AM, Ciarleglio AJ, Kim AH, Luchsinger JA, Rutherford BR. Association of Audiometric Age-Related Hearing Loss With Depressive Symptoms Among Hispanic Individuals. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg. 2019 Feb 1;145(2):132-139. doi: 10.1001/jamaoto.2018.3270. PMID: 30520955; PMCID: PMC6396846.

wrong comparison

Goode RL, Krusemark J. Advantages of a new miniature hearing aid for mild to moderate hearing loss. Laryngoscope. 1999 Dec;109(12):1919-23. doi: 10.1097/00005537-199912000-00004. PMID: 10591347.

wrong comparison

Henshaw H, McCormack A, Ferguson MA. Intrinsic and extrinsic motivation is associated with computer-based auditory training uptake, engagement, and adherence for people with hearing loss. Front Psychol. 2015 Aug 6;6:1067. doi: 10.3389/fpsyg.2015.01067. PMID: 26300796; PMCID: PMC4526789.

wrong intervention

Hickson L, Worrall L, Scarinci N. A randomized controlled trial evaluating the active communication education program for older people with hearing impairment. Ear Hear. 2007 Apr;28(2):212-30. doi: 10.1097/AUD.0b013e31803126c8. PMID: 17496672.

wrong intervention

Hua H, Karlsson J, Widén S, Möller C, Lyxell B. Quality of life, effort and disturbance perceived in noise: a comparison between employees with aided hearing impairment and normal hearing. Int J Audiol. 2013 Sep;52(9):642-9. doi: 10.3109/14992027.2013.803611. Epub 2013 Jun 28. PMID: 23808681.

wrong population

Humes LE, Kinney DL, Main AK, Rogers SE. A Follow-Up Clinical Trial Evaluating the Consumer-Decides Service Delivery Model. Am J Audiol. 2019 Mar 15;28(1):69-84. doi: 10.1044/2018_AJA-18-0082. Erratum in: Am J Audiol. 2019 Sep 13;28(3):730. PMID: 30938563; PMCID: PMC6802858.

wrong intervention

Humes LE, Rogers SE, Quigley TM, Main AK, Kinney DL, Herring C. The Effects of Service-Delivery Model and Purchase Price on Hearing-Aid Outcomes in Older Adults: A Randomized Double-Blind Placebo-Controlled Clinical Trial. Am J Audiol. 2017 Mar 1;26(1):53-79. doi: 10.1044/2017_AJA-16-0111. Erratum in: Am J Audiol. 2019 Sep 13;28(3):730. PMID: 28252160; PMCID: PMC5597084.

wrong outcome

Jayakody DMP, Almeida OP, Ford AH, Atlas MD, Lautenschlager NT, Friedland PL, Robinson S, Makate M, Coetzee L, Liew ASP, Flicker L. Hearing aids to support cognitive functions of older adults at risk of dementia: the HearCog trial- clinical protocols. BMC Geriatr. 2020 Nov 26;20(1):508. doi: 10.1186/s12877-020-01912-1. PMID: 33243153; PMCID: PMC7690174.

wrong publication type

Jilla AM, Johnson CE, Danhauer JL. Disruptive Hearing Technologies and Mild Sensorineural Hearing Loss II: Current Research on Affordable Hearing Technologies and Direct-to-Consumer Models. Semin Hear. 2018 May;39(2):146-157. doi: 10.1055/s-0038-1641741. Epub 2018 Jun 15. PMID: 29915452; PMCID: PMC6003812.

wrong intervention

Johnson CE, Danhauer JL, Ellis BB, Jilla AM. Hearing Aid Benefit in Patients with Mild Sensorineural Hearing Loss: A Systematic Review. J Am Acad Audiol. 2016 Apr;27(4):293-310. doi: 10.3766/jaaa.14076. PMID: 27115240.

wrong population

Johnson CE, Jilla AM, Danhauer JL, Sullivan JC, Sanchez KR. Benefits from, Satisfaction with, and Self-Efficacy for Advanced Digital Hearing Aids in Users with Mild Sensorineural Hearing Loss. Semin Hear. 2018 May;39(2):158-171. doi: 10.1055/s-0038-1641742. Epub 2018 Jun 15. PMID: 29915453; PMCID: PMC6003810.

wrong population

Johnson CE, Jilla AM, Danhauer JL, Sullivan JC, Sanchez KR. Benefits from, Satisfaction with, and Self-Efficacy for Advanced Digital Hearing Aids in Users with Mild Sensorineural Hearing Loss. Semin Hear. 2018 May;39(2):158-171. doi: 10.1055/s-0038-1641742. Epub 2018 Jun 15. PMID: 29915453; PMCID: PMC6003810.

wrong comparison

Johnson JA, Xu J, Cox RM. Impact of Hearing Aid Technology on Outcomes in Daily Life II: Speech Understanding and Listening Effort. Ear Hear. 2016 Sep-Oct;37(5):529-40. doi: 10.1097/AUD.0000000000000327. PMID: 27556363; PMCID: PMC4998844.

wrong intervention

Kim JS, Kwon JK, Kim NJ, Lee JH. Speech-in-Noise Test results of compensation claimants for noise induced hearing loss in Korean male workers: Words-in-Noise Test (WIN) and quick-Hearing-in-Noise Test (HINT). Ann Occup Environ Med. 2021 Apr 20;33:e11. doi: 10.35371/aoem.2021.33.e11. PMID: 34754472; PMCID: PMC8144841.

wrong intervention

Kim SY, Kim HJ, Kim MS, Park B, Kim JH, Choi HG. Discrepancy between self-assessed hearing status and measured audiometric evaluation. PLoS One. 2017 Aug 8;12(8):e0182718. doi: 10.1371/journal.pone.0182718. PMID: 28792529; PMCID: PMC5549722.

wrong comparison

Kitterick PT, Ferguson MA. Hearing Aids and Health-Related Quality of Life in Adults With Hearing Loss. JAMA. 2018 Jun 5;319(21):2225-2226. doi: 10.1001/jama.2018.5567. PMID: 29872841.

wrong intervention

Kollmeier B, Lenarz T, Winkler A, Zokoll MA, Sukowski H, Brand T, Wagener KC. Hörgeräteindikation und -überprüfung nach modernen Verfahren der Sprachaudiometrie im Deutschen [Indication for and verification of hearing aid benefit using modern methods of speech audiometry in German]. HNO. 2011 Oct;59(10):1012-21. German. doi: 10.1007/s00106-011-2345-5. PMID: 21769581.

wrong comparison

López-Torres Hidalgo J, Boix Gras C, Téllez Lapeira J, López Verdejo MA, del Campo del Campo JM, Escobar Rabadán F. Functional status of elderly people with hearing loss. Arch Gerontol Geriatr. 2009 Jul-Aug;49(1):88-92. doi: 10.1016/j.archger.2008.05.006. Epub 2008 Jul 7. PMID: 18603314.

wrong publication type

MacKenzie K, Browning GG. Randomized, cross over study to assess patient preference for an acoustically modified hearing aid system. J Laryngol Otol. 1991 Jun;105(6):405-8. doi: 10.1017/s0022215100116159. PMID: 2072003.

wrong outcome

Maidment DW, Barker AB, Xia J, Ferguson MA. A systematic review and meta-analysis assessing the effectiveness of alternative listening devices to conventional hearing aids in adults with hearing loss. Int J Audiol. 2018 Oct;57(10):721-729. doi: 10.1080/14992027.2018.1493546. PMID: 30388942.

wrong comparison

Maidment DW, Barker AB, Xia J, Ferguson MA. Effectiveness of alternative listening devices to conventional hearing aids for adults with hearing loss: a systematic review protocol. BMJ Open. 2016 Oct 27;6(10):e011683. doi: 10.1136/bmjopen-2016-011683. PMID: 27789514; PMCID: PMC5093370.

wrong publication type

Marcrum SC, Picou EM, Steffens T, Hannemann R, Vielsmeier V, Schecklmann M, Langguth B, Schlee W. Conventional versus notch filter amplification for the treatment of tinnitus in adults with mild-to-moderate hearing loss. Prog Brain Res. 2021;260:235-252. doi: 10.1016/bs.pbr.2020.06.020. Epub 2020 Jul 16. PMID: 33637220.

wrong comparison

Martinez-Amezcua P, Powell D, Kuo PL, Reed NS, Sullivan KJ, Palta P, Szklo M, Sharrett R, Schrack JA, Lin FR, Deal JA. Association of Age-Related Hearing Impairment With Physical Functioning Among Community-Dwelling Older Adults in the US. JAMA Netw Open. 2021 Jun 1;4(6):e2113742. doi: 10.1001/jamanetworkopen.2021.13742. PMID: 34170305; PMCID: PMC8233700.

wrong comparison

Moradi S, Lidestam B, Hällgren M, Rönnberg J. Gated auditory speech perception in elderly hearing aid users and elderly normal-hearing individuals: effects of hearing impairment and cognitive capacity. Trends Hear. 2014 Jul 31;18:2331216514545406. doi: 10.1177/2331216514545406. PMID: 25085610; PMCID: PMC4227697.

wrong comparison

Mukari SZMS, Wan Hashim WF. Self-Perceived Hearing Loss, Hearing-Help Seeking and Hearing Aid Adoption Among Older Adults in Malaysia. Ann Otol Rhinol Laryngol. 2018 Nov;127(11):798-805. doi: 10.1177/0003489418795982. Epub 2018 Aug 23. PMID: 30139270.

wrong comparison

Oosterloo BC, Homans NC, Baatenburg de Jong RJ, Ikram MA, Nagtegaal AP, Goedegebure A. Assessing hearing loss in older adults with a single question and person characteristics; Comparison with pure tone audiometry in the Rotterdam Study. PLoS One. 2020 Jan 27;15(1):e0228349. doi: 10.1371/journal.pone.0228349. PMID: 31986178; PMCID: PMC6984733.

wrong comparison

Ostevik AV, Caissie R, Verge J, Gulliver M, Hodgetts WE. Are Open-Fit Hearing Aids a Possible Alternative to Bone-Anchored Hearing Devices in Patients with Mild to Severe Hearing Loss? A Preliminary Trial. Audiol Res. 2013 Aug 13;3(1):e2. doi: 10.4081/audiores.2013.e2. PMID: 26557340; PMCID: PMC4627125.

wrong comparison

Plyler PN, Fleck EL. The effects of high-frequency amplification on the objective and subjective performance of hearing instrument users with varying degrees of high-frequency hearing loss. J Speech Lang Hear Res. 2006 Jun;49(3):616-27. doi: 10.1044/1092-4388(2006/044). PMID: 16787899.

wrong comparison

Polonenko MJ, Scollie SD, Moodie S, Seewald RC, Laurnagaray D, Shantz J, Richards A. Fit to targets, preferred listening levels, and self-reported outcomes for the DSL v5.0 a hearing aid prescription for adults. Int J Audiol. 2010 Aug;49(8):550-60. doi: 10.3109/14992021003713122. PMID: 20438300.

wrong population

Prakash P, Sreedhar A, Balan JR, Varghese AM. Benefit on daily listening with technological advancements: comparison of basic and premium category hearing aids. Eur Arch Otorhinolaryngol. 2022 Jun;279(6):3179-3187. doi: 10.1007/s00405-021-07240-3. Epub 2022 Jan 17. PMID: 35038028; PMCID: PMC8762635.

wrong comparison

Ray J, Popli G, Fell G. Association of Cognition and Age-Related Hearing Impairment in the English Longitudinal Study of Ageing. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg. 2018 Oct 1;144(10):876-882. doi: 10.1001/jamaoto.2018.1656. PMID: 30193368; PMCID: PMC6233824.

wrong comparison

Reed NS, Oliver A, Srinivasan NK, Lin FR, Korczak PA. Pilot Comparison of Adjustment Protocols of Personal Sound Amplification Products. Semin Hear. 2019 Feb;40(1):26-36. doi: 10.1055/s-0038-1676781. Epub 2019 Feb 5. PMID: 30728647; PMCID: PMC6363538.

wrong comparison

Ricketts T, Henry P. Low-frequency gain compensation in directional hearing aids. Am J Audiol. 2002 Jun;11(1):29-41. doi: 10.1044/1059-0889(2002/006). PMID: 12227355.

wrong comparison

Riko K, McShane D, Hyde ML, Alberti PW. Hearing aid usage in occupational hearing loss claimants. J Otolaryngol. 1990 Feb;19(1):25-30. PMID: 2138229.

wrong study design

Rosenhall U, Karlsson Espmark AK. Hearing aid rehabilitation: what do older people want, and what does the audiogram tell? Int J Audiol. 2003 Jul;42 Suppl 2:2S53-7. PMID: 12918629.

wrong comparison

Sacco G, Gonfrier S, Teboul B, Gahide I, Prate F, Demory-Zory M, Turpin JM, Vuagnoux C, Genovese P, Schneider S, Guérin O, Guevara N. Clinical evaluation of an over-the-counter hearing aid (TEO First®) in elderly patients suffering of mild to moderate hearing loss. BMC Geriatr. 2016 Jul 9;16:136. doi: 10.1186/s12877-016-0304-4. PMID: 27392722; PMCID: PMC4938978.

wrong comparison

Schilder AG, Chong LY, Ftouh S, Burton MJ. Bilateral versus unilateral hearing aids for bilateral hearing impairment in adults. Cochrane Database Syst Rev. 2017 Dec 19;12(12):CD012665. doi: 10.1002/14651858.CD012665.pub2. PMID: 29256573; PMCID: PMC6486194.

wrong comparison

Schultz-Coulon HJ, Schultz H. Zur Effektivität der Hörgeräteversorgung [Communicative performance using hearing aids (author's transl)]. Laryngol Rhinol Otol (Stuttg). 1980 Jun;59(6):369-77. German. PMID: 7453439.

wrong outcome

Scinicariello F, Przybyla J, Carroll Y, Eichwald J, Decker J, Breysse PN. Age and sex differences in hearing loss association with depressive symptoms: analyses of NHANES 2011-2012. Psychol Med. 2019 Apr;49(6):962-968. doi: 10.1017/S0033291718001617. Epub 2018 Jun 18. PMID: 29909806; PMCID: PMC8114788.

wrong comparison

Sereda M, Hoare DJ, Nicholson R, Smith S, Hall DA. Consensus on Hearing Aid Candidature and Fitting for Mild Hearing Loss, With and Without Tinnitus: Delphi Review. Ear Hear. 2015 Jul-Aug;36(4):417-29. doi: 10.1097/AUD.0000000000000140. PMID: 25587668; PMCID: PMC4478070.

wrong publication type

Simonetti P, Ono CR, Godoi Carneiro C, Ali Khan R, Shahsavarani S, Husain FT, Oiticica J. Evaluating the efficacy of hearing aids for tinnitus therapy - A Positron emission tomography study. Brain Res. 2022 Jan 15;1775:147728. doi: 10.1016/j.brainres.2021.147728. Epub 2021 Nov 15. PMID: 34793755.

wrong population

Sugiura S, Uchida Y, Nishita Y, Teranishi M, Shimono M, Suzuki H, Nakashima T, Tange C, Otsuka R, Ando F, Shimokata H. Prevalence of usage of hearing aids and its association with cognitive impairment in Japanese community-dwelling elders with hearing loss. Auris Nasus Larynx. 2022 Feb;49(1):18-25. doi: 10.1016/j.anl.2021.03.017. Epub 2021 Apr 15. PMID: 33865654.

wrong outcome

Tahden MAS, Gieseler A, Meis M, Wagener KC, Colonius H. What Keeps Older Adults With Hearing Impairment From Adopting Hearing Aids? Trends Hear. 2018 Jan-Dec;22:2331216518809737. doi: 10.1177/2331216518809737. PMID: 30451099; PMCID: PMC6243636.

wrong outcome

Tanzariello, A., Callipari, S., Tringali, M. A., Cantio, M., & Tanzariello, V. N. (2006). NOISE-INDUCED HEARING LOSS AND HEARING AIDSOPEN FITTING. GIORNALE ITALIANO DI MEDICINA DEL LAVORO ED ERGONOMIA, 28(3), 122-124.

wrong comparison

Tesch-Römer C. Psychological effects of hearing aid use in older adults. J Gerontol B Psychol Sci Soc Sci. 1997 May;52(3):P127-38. doi: 10.1093/geronb/52b.3.p127. PMID: 9158564.

wrong outcome

Timmer BH, Hickson L, Launer S. Adults with mild hearing impairment: Are we meeting the challenge? Int J Audiol. 2015;54(11):786-95. doi: 10.3109/14992027.2015.1046504. Epub 2015 Jun 8. PMID: 26050524.

wrong outcome

Timmer BHB, Hickson L, Launer S. Do Hearing Aids Address Real-World Hearing Difficulties for Adults With Mild Hearing Impairment? Results From a Pilot Study Using Ecological Momentary Assessment. Trends Hear. 2018 Jan-Dec;22:2331216518783608. doi: 10.1177/2331216518783608. Erratum in: Trends Hear. 2022 Jan-Dec;26:23312165221121305. PMID: 29956590; PMCID: PMC6048604.

wrong study design

Timmer BHB, Hickson L, Launer S. Hearing Aid Use and Mild Hearing Impairment: Learnings from Big Data. J Am Acad Audiol. 2017 Sep;28(8):731-741. doi: 10.3766/jaaa.16104. PMID: 28906244.

wrong outcome

Tran NR, Manchaiah V. Outcomes of Direct-to-Consumer Hearing Devices for People with Hearing Loss: A Review. J Audiol Otol. 2018 Oct;22(4):178-188. doi: 10.7874/jao.2018.00248. Epub 2018 Aug 22. PMID: 30126260; PMCID: PMC6233940.

wrong publication type

Tran Y, Tang D, Lo C, McMahon C, Mitchell P, Gopinath B. Co-occurring Hearing Loss and Cognitive Decline in Older Adults: A Dual Group-Based Trajectory Modeling Approach. Front Aging Neurosci. 2021 Dec 24;13:794787. doi: 10.3389/fnagi.2021.794787. PMID: 35002682; PMCID: PMC8740280.

wrong outcome

Tye-Murray N, Spehar B, Mauze E, Cardinal C. Hearing Health Care Digital Therapeutics: Patient Satisfaction Evidence. Am J Audiol. 2022 Sep 21;31(3S):905-913. doi: 10.1044/2022_AJA-21-00236. Epub 2022 Aug 29. PMID: 36037482; PMCID: PMC9886161.

wrong outcome

van der Werf M, van Boxtel M, Verhey F, Jolles J, Thewissen V, van Os J. Mild hearing impairment and psychotic experiences in a normal aging population. Schizophr Res. 2007 Aug;94(1-3):180-6. doi: 10.1016/j.schres.2007.04.006. Epub 2007 May 23. PMID: 17524621.

wrong comparison

Windle R. Trends in COSI responses associated with age and degree of hearing loss. Int J Audiol. 2022 May;61(5):416-427. doi: 10.1080/14992027.2021.1937347. Epub 2021 Jun 17. PMID: 34137647.

wrong outcome

Wu YH, Stangl E, Chipara O, Hasan SS, DeVries S, Oleson J. Efficacy and Effectiveness of Advanced Hearing Aid Directional and Noise Reduction Technologies for Older Adults With Mild to Moderate Hearing Loss. Ear Hear. 2019 Jul/Aug;40(4):805-822. doi: 10.1097/AUD.0000000000000672. PMID: 30379683; PMCID: PMC6491270.

wrong comparison

Zavdy O, Fostick L, Fink N, Danin S, Levin A, Lipschitz N, Hilly O. The Effect of Hearing Aids on Sound Localization in Mild Unilateral Conductive Hearing Loss. J Am Acad Audiol. 2022 Dec 30. doi: 10.1055/a-1889-6578. Epub ahead of print. PMID: 35777670.

wrong population

Zitelli L, Palmer C, Mamula E, Johnson J, Rauterkus G, Nilsen ML. Hearing screening and amplifier uptake results in a multidisciplinary head and neck cancer survivorship clinic. J Cancer Surviv. 2023 Jun;17(3):720-728. doi: 10.1007/s11764-022-01198-9. Epub 2022 Mar 29. PMID: 35348995.

wrong population

 

Beoordelingsdatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 11-04-2025

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied
  • Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica
  • Hoormij / Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden
  • Landelijke Werkverband van Maatschappelijk werkers in de Audiologie

Algemene gegevens

De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2021 een multidisciplinaire werkgroep samengesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de audiologische zorg voor slechthorende volwassenen.

 

Werkgroep

  • Drs. D.J.E.J. Pans, voorzitter, klinisch fysicus-audioloog, Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF)
  • Dr. M. Boymans, vice-voorzitter, klinisch fysicus-audioloog, Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF)
  • Dr. ir. N.J. Versfeld, klinisch fysicus-audioloog, Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF)
  • Ir. M.B.A. Rodenburg, klinisch fysicus-audioloog, Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF)
  • Dr. ir. K. Douma, klinisch fysicus-audioloog, Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF)
  • M. van den Tillaart, klinisch fysicus-audioloog, Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF), tot januari 2023
  • Dr. ir. J.G. Dingemanse, klinisch fysicus-audioloog, Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF)
  • Ir. T.P.W. Thielemans, klinisch fysicus-audioloog, Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF), vanaf maart 2023
  • Drs. C.P.A. Delsing, kno-arts, Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde (NVKNO), tot september 2023
  • M.P. van der Heijden, maatschappelijk werker, Landelijk Werkverband voor Maatschappelijk werkers In de Audiologie (LWMA)
  • Drs. H.W. Hofstee, patiëntvertegenwoordiger, Stichting Hoormij

Klankbordgroep

  • W.J. Dekker, patiëntvertegenwoordiger, Stichting Hoormij
  • Drs. A.G. Schriemer, bedrijfsarts, Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB)
  • C.P.W.M. van Daelen-Swinkels, logopedist, Nederlandse vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF)
  • Drs. B. van Oel, logopedist, Nederlandse vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF)
  • H.F.M. Bijsterveld, Geestelijke Gezondheidszorg en Maatschappelijke Dienstverlening voor doven en slechthorenden (GGMD)
  • M.E. Delreux, MSc, Master Audiologen actief in Nederland (MAaN)
  • A. Knoop, MSc, Master Audiologen actief in Nederland (MAaN)

Met ondersteuning van

  • Drs. A.E. Sussenbach, junior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • Dr. A.N. Nguyen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • L.H.M. Niesink-Boerboom, literatuurspecialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
  • L.W.M. Boerboom, literatuurspecialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.

 

Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Drs. D.J.E.J. Pans

Klinisch fysicus-audioloog, B-opleider KF-

Medisch manager,

Adelante-zorggroep in Hoensbroek

- Bestuurslid LAD (Landelijke Vereniging Artsen in Dienstverband)

- Onafhankelijk voorzitter Raad van Advies StAr (Stichting Audicienregister)

Geen

Geen actie vereist

Dr. ir. N.J. Versfeld

Klinisch fysicus-audioloog, Amsterdam UMC, locatie VUmc

Geen

Geen

Geen actie vereist

Ir. M.B.A. Rodenburg

Klinisch fysicus-audioloog bij Koninklijke Auris Groep, Audiologisch Centrum Rotterdam

Geen

Geen

Geen actie vereist

Dr. ir. K. Douma

Klinisch fysicus-audioloog

Geen

Geen

Geen actie vereist

Dr. M. Boymans

Klinisch fysicus-audioloog en medisch manager bij Libra Revalidatie en Audiologie

Patientenzorg en beleid

- Wetenschappelijk onderzoeker bij Amsterdam UMC locatie AMC

- Begeleiden promovendi

- MT lid van de FENAC

Geen

Geen actie vereist

M. van den Tillaart

Klinisch fysicus-audioloog bij Pento Audiologisch Centrum Amersfoort

Volwassen team en Kinderteam, Coördinator/kartrekker van Tinnitus zorgteam

Geen

Geen

Geen actie vereist

Dr. ir. J.G. Dingemanse

Klinisch fysicus-audioloog

Bij Erasmus MC

Lid werkgroep binnen NVKF

Geen

Geen actie vereist

Ir. T.P.W. Thielemans

Klinisch fysicus-audioloog, Hoortoestel Advies Centrum

- Docent audiologie-assistenten opleiding

- Docent audiciens opleiding

Verzorgen van audiologische trainingen via audicate.nl

Consultant zorgverzekeraar

Beheerder HT-database voor stichting SPHHM

- Audiologisch ondersteuner als ZZP'er bij ziekenhuis Elkerliek binnen de KNO-poli

Geen

Geen actie vereist

Drs. C.P.A. Delsing

KNO-arts/Fellowship otologie Sydney

Plug&Play

Geen

Geen actie vereist

M.P. van der Heijden

Audiologisch maatschappelijk werker, Libra Revalidatie en Audiologie

- Bestuurslid LWMA

- Opleidingscommissie FENAC

Geen

Geen actie vereist

Drs H.W. Hofstee

Ervaringsdeskundige Hoormij. NVVS

Geen

Geen

Geen actie vereist

 

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door deelname van Stichting Hoormij aan de werkgroep en deelname aan de klankbordgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan Stichting Hoormij en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.

 

Wkkgz & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen

Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz

Bij de richtlijn is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling zijn richtlijnmodules op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).

 

Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk geen substantiële financiële gevolgen zijn, zie onderstaande tabel.

 

Module

Uitkomst raming

Toelichting

Technische revalidatie lichte gehoorverliezen

geen financiële gevolgen

Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen financiële gevolgen verwacht.

Werkwijze

AGREE

Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 3.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II, Brouwers 2010).

 

Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen

Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de zorg voor patiënten met langdurig of blijvend gehoorverlies. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door de NVKF, NVLF, CVZA, Audined, Stichting Plots- en Laatdoven, Stichting Hoormij, Hoorprofs, NVAB, GGMD, LWMA en DKA via een invitational conference. Een verslag hiervan is opgenomen onder aanverwante producten.

 

Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.

 

Uitkomstmaten

Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.

 

Methode literatuursamenvatting

Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. Indien mogelijk werd de data uit verschillende studies gepoold in een random-effects model. Review Manager 5.4 werd gebruikt voor de statistische analyses. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.

 

Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs

De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).

GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann 2013, Hultcrantz 2017).

 

GRADE

Definitie

Hoog

  • er is hoge zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is zeer onwaarschijnlijk dat de literatuurconclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Redelijk

  • er is redelijke zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is mogelijk dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Laag

  • er is lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • er is een reële kans dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Zeer laag

  • er is zeer lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • de literatuurconclusie is zeer onzeker.

 

Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz 2017).

 

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit aanpalende specialismen KNO-heelkunde, geriatrie of bedrijfsgeneeskunde bijvoorbeeld, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello 2016a, Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE methodiek.

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas 2017, Neumann 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.

 

In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.

 

Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers

 

 

Sterke aanbeveling

Zwakke (conditionele) aanbeveling

Voor patiënten

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet.

Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet.

Voor behandelaars

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen.

Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren.

Voor beleidsmakers

De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid.

Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen.

 

Organisatie van zorg

In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijnmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.

 

Literatuur

Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open 2017;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593.

 

Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016.

 

Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S,Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016, 353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089.

 

Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in healthcare. CMAJ 2010;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449.

 

Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006.

 

Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html

 

Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017.

 

Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html

Volgende:
Additionele hoorhulpmiddelen