In deze module wordt de volgende vraag beantwoord:

Wanneer is verwijzing van patiënten met visuele stoornissen ten gevolge van niet-aangeboren hersenletsel voor visuele revalidatie noodzakelijk?

Deze vraag omvat de volgende deelvragen:

1. Welke factoren moeten worden besproken tijdens de anamnese, en welke onderzoeken moeten minimaal worden gedaan om vast te kunnen stellen of een patiënt met (of bij een vermoeden op) visuele beperkingen na niet-aangeboren hersenletsel (NAH) baat zou kunnen hebben bij een verwijzing naar een instelling voor visuele revalidatie?
2. Welke revalidatie-opties hebben de voorkeur bij mensen met visuele stoornissen ten gevolge van niet-aangeboren hersenletsel?