Tabaks- en nicotineverslaving

Initiatief: NHG / NVALT / PSMR / Trimbos / VWS Aantal modules: 42

Startpagina - Tabaksontmoediging

Waar gaat deze richtlijn over?

De door roken en vapen aangerichte schade is verbonden met het gedrag van individuen en groepen. Het is ook een schade aan de volksgezondheid die te voorkomen en te beperken is: stoppen met roken is een van de meest effectieve mogelijkheden van preventie van het optreden van deze aandoeningen of het beperken van hun ernst. Het propageren en ondersteunen van het stoppen met roken is daarmee een verantwoordelijkheid van alle zorgverleners. Vrijwel alle specialismen en gezondheidszorgsettings hebben te maken met patiënten die roken en de daarmee samenhangende gezondheidsschade. Om deze reden hebben alle zorgverlener een taak in de behandeling van tabaks- en nicotineverslaving. Daarom onthoudt de richtlijn zich zo veel mogelijk van uitspraken over wie wat zou moeten doen. Dit staat beschreven in de Zorgstandaard Tabaksverslaving.

 

In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling van tabaks- en nicotineverslaving voor patiënten die roken.

 

Voor patiënten

Informatie voor stoppen met roken is te vinden op Thuisarts en op de site van het Trimbos-instituut: www.rokeninfo.nl.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van het Partnership stoppen met roken en Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De twee meest recente herzieningen (2017, 2024) zijn (mede) geïnitieerd en uitgevoerd door het Trimbos-instituut i.s.m. het Nederlands Huisartsen Genootschap.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 12-09-2024

Laatst geautoriseerd  : 12-09-2024

Geplande herbeoordeling  :

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlands Huisartsen Genootschap
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
  • Partnership Stoppen met Roken
  • Trimbos-instituut
  • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Volgende:
Niet-medicamenteuze ondersteuning