Communicatie en bejegening
Uitgangsvraag
Welke aspecten zijn belangrijk in het bespreekbaar maken van alcoholgebruik en in de bejegening van patiënten met somatische complicaties ten gevolge van alcoholgebruik?
Aanbeveling
Maak alcoholgebruik bespreekbaar op een niet-veroordelende wijze.
Maak onderscheid tussen het individu en het gedrag of condities bij het bespreekbaar maken van (risicovol) alcoholgebruik.
Neem een rol in de (vroeg)signalering van alcoholgebruik en vervolgens in het motiveren van de patiënt om het alcoholgebruik te veranderen. Verwijs door naar een hulpinstantie die kan begeleiden bij het alcoholgebruik. Zie de module over ketenzorg voor overwegingen en aanbevelingen over een zorgpad (incl. verwijzing).
Informeer de patiënt over de somatische consequenties van het alcoholgebruik. Classificeer risicovol alcoholgebruik hiermee als een medisch probleem om zo samen met de patiënt (shared decision making) een passend, en binnen de psychosociale context van patiënt haalbaar, behandelplan op te stellen.
Overwegingen
Bespreekbaar maken van alcoholgebruik als probleem
Medisch specialisten/zorgprofessionals krijgen op verschillende manieren te maken met patiënten die somatische complicaties van alcoholgebruik hebben. Dit kan zijn omdat het alcoholgebruik direct geleid heeft tot lichamelijke schade zoals bij levercirrose. Communicatie over alcoholgebruik en uitleg over het nadelig effect hiervan door de zorgprofessional mag in zo’n geval als vanzelfsprekend worden verondersteld.
Alcoholgebruik kan echter ook indirect hebben geleid tot lichamelijke schade, zoals een val van de trap bij een patiënt onder invloed van alcohol. Ook hier is een leidende rol weggelegd voor de zorgprofessional in de (vroeg)signalering en het bespreekbaar maken van alcoholgebruik, in het motiveren van de patiënt het gedrag te veranderen en zo nodig door te verwijzen naar passende hulp (zie hiervoor ook de module ketenzorg).
Onvoldoende tijd, onvoldoende kennis over alcoholgebruik, onzekerheid over eigen communicatievaardigheden, een (voor)oordeel over alcohol en eigen alcoholgebruik zijn redenen waarom communicatie over alcoholgebruik door de zorgprofessional wordt vermeden (Gargaritano, 2020). De zorgprofessional dient zich bewust te zijn van deze mogelijke onderliggende beperkende factoren.
Stigmatisering – gepast taalgebruik
Gepast taalgebruik door - en een niet veroordelende houding van de zorgprofessionals zijn van groot belang bij het bespreken van (risicovol) alcoholgebruik. In een systematische review (Boekel, 2013) wordt geconcludeerd dat zorgprofessionals een negatieve houding hebben ten opzichte van patiënten met een stoornis in het gebruik van alcohol. Patiënten ervaren gedurende de behandeling belemmerende factoren als geweld, manipulatie, gebrek aan vertrouwen in herstel en slechte motivatie van de zorgprofessionals. Daarnaast ontbreekt het de zorgprofessionals ook aan goede educatie en scholing om deze patiëntengroep op een adequate manier te benaderen, resulterend in suboptimale zorg aan deze groep patiënten (Van Boekel 2013).
Ook vanuit de maatschappij veroordeelt men patiënten die door alcoholgebruik somatische problemen hebben opgelopen en heeft men weinig vertrouwen in herstelmogelijkheden (van Boekel, 2015). Dit terwijl zogenaamd “sociaal” alcoholgebruik vanuit de maatschappij als vanzelfsprekend gezien wordt. Stigmatiserend taalgebruik en de veroordeling vanuit de maatschappij kunnen, in combinatie met een negatieve houding van zorgprofessionals, leiden tot een gevoel van schuld en schaamte. Hierdoor wordt voorbijgegaan aan individuele kwaliteiten en de identiteit van de persoon die door alcoholgebruik somatische problemen heeft opgelopen. Dit kan tot gevolg hebben dat patiënten met risicovol alcoholgebruik een negatief zelfbeeld ontwikkelen en dat het vermogen om hun gedrag te veranderen negatief wordt beïnvloed (Shi, 2022; Schomerus, 2022; Vaz, 2024 en van Boekel, 2013).
Bij het bespreken van (risicovol) alcoholgebruik is het belangrijk om eerst te refereren aan het individu en pas daarna aan het gedrag of condities en te kiezen voor oordeelsvrij taalgebruik. Bijvoorbeeld: ‘U heeft een leven waar stress een grote rol speelt en door het drinken van alcohol kunt u zich waarschijnlijk beter ontspannen’, in plaats van ‘U een bent een alcoholist’. Communicatie op deze manier doet recht aan het feit dat het gedrag van een patiënt met risicovol alcoholgebruik slechts een aspect is van deze persoon, en de persoon niet per definitie karakteriseert. Termen als alcoholist, verslaafde of gebruiker labelen individuen naar hun ziekte en doen geen recht aan individuele verschillen in het alcoholgebruik, de onderliggende redenen voor het gebruik en de ervaringen daarbij en moeten worden beschouwd als stigmatiserend. In de DSM-5 wordt bij de classificatie van alcoholstoornis dan ook niet gesproken over verslaafden of alcoholisten, maar wordt uitgegaan van gedrag dat classificeert voor de af- of aanwezigheid van een alcoholstoornis (zie Tekstvak; APA, 2013).
Tabel 1: Definitie stoornis in het gebruik van alcohol volgens de DSM-5 (APA, 2013)
Definitie volgens DSM-5 “Er is sprake van een stoornis in het gebruik van alcohol (hierna: alcoholstoornis) bij een problematisch patroon van alcoholgebruik dat leidt tot klinisch significante beperkingen of lijdensdruk”.
Criteria stoornis in het gebruik van alcohol (DSM-5)
Er is sprake van een lichte alcoholstoornis als 2 of 3 van de in totaal 11 criteria in het afgelopen jaar aanwezig waren. Bij 3 of 4 criteria spreekt men van een matige stoornis, bij 6 of meer van een ernstige stoornis. De ernstige alcoholstoornis komt het beste overeen met de term alcoholverslaving die in het dagelijks leven vaak gebruikt wordt. |
Fysiologische, sociologische, psychologische, economische, politieke en andere omgevingsfactoren zijn van invloed op het ontstaan risicovol alcoholgebruik. Echter, classificatie van het risicovolle alcoholgebruik in een medische context, zonder stigmatisering van falen of schuld, geeft de mogelijkheid om een medisch behandelplan gericht op herstel op te stellen. Hierbij dient er wel rekening te worden gehouden met de mogelijk onderliggende psychologische factoren/context van patiënt. Bij het opstellen van het behandelplan is het van belang om samen met de patiënt via shared decision making tot een realiseerbaar plan te komen, waarbij de autonomie van patiënt gewaarborgd blijft.
Screening and brief intervention (SBI)
Er zijn verschillende systematische methoden ontwikkeld om alcoholgebruik bespreekbaar te maken binnen een medische context. Deze interventies zijn doorgaans gebaseerd op motiverende gespreksvoering en zijn bewezen effectief in het verminderen van alcoholgebruik. De meest onderzochte interventies zijn SBI en Screening, Brief Intervention and Referral to Treatment (SBIRT).
SBI bestaat uit een gestructureerde screening van (risicovol) alcoholgebruik met een gevalideerd instrument en vervolgens het geven van een advies of het uitvoeren van een korte interventie met als doel om patiënten te stimuleren om hun alcoholconsumptie te verminderen c.q. te stoppen (Joseph, 2017). SBI is gebaseerd op de aanname dat individuen niet bekend zijn met het schadelijke effect van alcohol en positief zouden kunnen reageren op een kort advies van hun zorgverlener over hoe ze hun alcoholgebruik zouden kunnen verminderen. De AUDIT-score is in Nederland de meest gebruikte screening tool om risicovol alcoholgebruik te identificeren.
In een Cochrane meta-analyse van 34 studies blijkt dat individuen die, in de eerste lijn of op de eerste hulp een korte interventie ondergingen na 1 jaar 20 gram/week minder alcohol dronken. SBI is niet ontwikkeld voor ernstige vormen van stoornissen in het gebruik van alcohol en is bij deze groep patiënten ook niet effectief gebleken (Kaner, 2018).
SBIRT is in 2003 ontwikkeld om zich op het gehele spectrum van alcoholgebruik, inclusief zwaar alcoholgebruik, te richten waarbij de patiënt die overmatig alcohol drinkt wordt verwezen voor adequate behandeling (Bray, 2017). SBIRT is effectief in het verminderen van alcoholgebruik op korte termijn. De gezondheidswinst op langere termijn is echter onduidelijk (Adhikari, 2024; Bruguera, 2021 en Barata, 2017).
Kools (2022) concludeerden middels onderzoek waarbij zorgverleners die in of in samenwerking met zes algemene Nederlandse ziekenhuis werken, werden geïnterviewd, dat de implementatie van alcoholinterventies voor patiënten in deze algemene ziekenhuizen nog in de kinderschoenen staat. De ondervraagde zorgverleners benadrukken dat het belangrijk is om een duidelijk ziekenhuisprotocol te hebben over hoe om te gaan met het bespreekbaar maken van, interveniëren en verwijzen van een patiënt met risicovol alcoholgebruik. Hierbij zou continue scholing van de zorgprofessional en samenwerking met stakeholders binnen en buiten het ziekenhuis gewaarborgd moeten zijn.
De Werkgroep Tweedelijn heeft de handreiking “Implementatie (vroeg)signalering alcoholproblematiek” voor ziekenhuizen ontwikkeld waarin vier stappen worden beschreven - te weten case finding, screening, kortdurende interventie en behandeling -, die een zorgprofessional kan zetten om (vroeg)signalering van alcoholproblematiek te implementeren op de werkvloer.
In de handreiking worden de onderstaande twee vragen genoemd die als eerste stap gebruikt kunnen worden om op een gepaste manier vermoedens van risicovol alcoholgebruik bespreekbaar te maken:
- Bij mensen die dezelfde klachten hebben als u blijkt, uit wetenschappelijk onderzoek, dat alcoholgebruik een rol kan spelen bij het in stand houden en verergeren van de klachten. Drinkt u weleens alcohol?
- Heeft u zich weleens afgevraagd of deze klachten samen kunnen hangen met alcoholgebruik?
Indien er positieve case finding is kan er worden overgegaan tot de volgende stap “Screening” en indien geïndiceerd vervolgens kortdurende interventie en behandeling. Zie de module ketenzorg voor overwegingen en aanbevelingen voor een zorgpad. Hierin wordt ook verwijzing uitvoerig besproken.
Onderbouwing
Samenvatting literatuur
Voor bovenstaande vraag/vragen is gezien de aard van de vragen geen systematisch literatuuronderzoek verricht. De aanbevelingen zijn gebaseerd op de beschreven overwegingen. Deze overwegingen zijn opgesteld door de werkgroepleden op basis van kennis uit de praktijk en waar mogelijk onderbouwd door niet-systematisch literatuuronderzoek.
Referenties
- Adhikari K, Teare GF, Belon AP, Lee B, Kim MO, Nykiforuk C. Screening, brief intervention, and referral to treatment for tobacco consumption, alcohol misuse, and physical inactivity: an equity-informed rapid review. Public Health. 2024 Jan;226:237-247. doi: 10.1016/j.puhe.2023.11.001. Epub 2023 Dec 12. PMID: 38091812.
- American Psychiatric Association (APA). (2013). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5). Washington DC: American Psychiatric Association.
- Barata IA, Shandro JR, Montgomery M, Polansky R, Sachs CJ, Duber HC, Weaver LM, Heins A, Owen HS, Josephson EB, Macias-Konstantopoulos W. Effectiveness of SBIRT for Alcohol Use Disorders in the Emergency Department: A Systematic Review. West J Emerg Med. 2017 Oct;18(6):1143-1152. doi: 10.5811/westjem.2017.7.34373. Epub 2017 Sep 21. PMID: 29085549; PMCID: PMC5654886.
- van Boekel LC, Brouwers EP, van Weeghel J, Garretsen HF. Stigma among health professionals towards patients with substance use disorders and its consequences for healthcare delivery: systematic review. Drug Alcohol Depend. 2013 Jul 1;131(1-2):23-35. doi: 10.1016/j.drugalcdep.2013.02.018. Epub 2013 Mar 13. PMID: 23490450.
- van Boekel LC, Brouwers EP, van Weeghel J, Garretsen HF. Comparing stigmatising attitudes towards people with substance use disorders between the general public, GPs, mental health and addiction specialists and clients. Int J Soc Psychiatry. 2015 Sep;61(6):539-49. doi: 10.1177/0020764014562051. Epub 2014 Dec 9. PMID: 25500945.
- Bray JW, Del Boca FK, McRee BG, Hayashi SW, Babor TF. Screening, Brief Intervention and Referral to Treatment (SBIRT): rationale, program overview and cross-site evaluation. Addiction. 2017 Feb;112 Suppl 2:3-11. doi: 10.1111/add.13676. PMID: 28074566.
- Bruguera P, Barrio P, Manthey J, Oliveras C, López-Pelayo H, Nuño L, Miquel L, López-Lazcano A, Blithikioti C, Caballeria E, Matrai S, Rehm J, Vieta E, Gual A. Mid and long-term effects of a SBIRT program for at-risk drinkers attending to an emergency department. Follow-up results from a randomized controlled trial. Eur J Emerg Med. 2021 Oct 1;28(5):373-379. doi: 10.1097/MEJ.0000000000000810. PMID: 33709997.
- Gargaritano KL, Murphy C, Auyeung AB, Doyle F. Systematic Review of Clinician-Reported Barriers to Provision of Brief Advice for Alcohol Intake in Hospital Inpatient and Emergency Settings. Alcohol Clin Exp Res. 2020 Dec;44(12):2386-2400. doi: 10.1111/acer.14491. Epub 2020 Nov 21. PMID: 33119905.
- Joseph J, Basu D. Efficacy of Brief Interventions in Reducing Hazardous or Harmful Alcohol Use in Middle-Income Countries: Systematic Review of Randomized Controlled Trials. Alcohol Alcohol. 2017 Jan;52(1):56-64. doi: 10.1093/alcalc/agw054. Epub 2016 Aug 27. PMID: 27567270.
- Kaner EF, Beyer FR, Muirhead C, Campbell F, Pienaar ED, Bertholet N, Daeppen JB, Saunders JB, Burnand B. Effectiveness of brief alcohol interventions in primary care populations. Cochrane Database Syst Rev. 2018 Feb 24;2(2):CD004148. doi: 10.1002/14651858.CD004148.pub4. PMID: 29476653; PMCID: PMC6491186.
- Kools N, van de Goor I, Bovens RHLM, van de Mheen D, Rozema AD. Impeding and facilitating factors for the implementation of alcohol interventions in hospitals: a qualitative and exploratory study among Dutch healthcare professionals. BMC Health Serv Res. 2022 Jan 2;22(1):6. doi: 10.1186/s12913-021-07412-1. PMID: 34974830; PMCID: PMC8722137.
- Schomerus G, Leonhard A, Manthey J, Morris J, Neufeld M, Kilian C, Speerforck S, Winkler P, Corrigan PW. The stigma of alcohol-related liver disease and its impact on healthcare. J Hepatol. 2022 Aug;77(2):516-524. doi: 10.1016/j.jhep.2022.04.026. Epub 2022 May 5. PMID: 35526787.
- Shi HD, McKee SA, Cosgrove KP. Why language matters in alcohol research: Reducing stigma. Alcohol Clin Exp Res. 2022 Jun;46(6):1103-1109. doi: 10.1111/acer.14840. Epub 2022 Jun 21. PMID: 35727299; PMCID: PMC9246863.
- Vaz J, Willemse J, Jepsen P. Addressing the impact of stigma in liver diseases: A call for proper language and responsibility allocation. J Hepatol. 2024 Aug 20:S0168-8278(24)02478-4. doi: 10.1016/j.jhep.2024.08.004. Epub ahead of print. PMID: 39173956.
Verantwoording
Beoordelingsdatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 10-09-2025
De Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) autoriseert de richtlijn onder voorbehoud van goedkeuring tijdens de ALV in december 2025.
Algemene gegevens
De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit [de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met somatische complicaties als gevolg van risicovol alcoholgebruik.
Werkgroep
- Dr. H. van Soest, MDL-arts, Haaglanden MC, NVMDL (voorzitter)
- Dr. M.A. Lantinga, MDL-arts, Amsterdam UMC, NVMDL (vice-voorzitter)
- Dr. R.B. Takkenberg, MDL-arts, Amsterdam UMC, NVMDL
- Dr. H.J.M. de Jonge, MDL-arts, Jeroen Bosch Ziekenhuis, NVMDL
- Prof. dr. A.F.A. Schellekens, psychiater, Radboudumc, NVVP
- Drs. T. van Grinsven, verslavingsarts, Novadic Kentron, VVGN
- Dr. M. van Loon, spoedeisende hulparts, Haaglanden MC, NVSHA
- Drs. H. Lam, levertransplantatiechirurg, LUMC, NVvH (vanaf 2024)
- Drs. J.A. Willemse, directeur, Nederlandse Leverpatienten Vereniging
- Drs. P.J. van Dongen, ervaringsdeskundige en vrijwilliger, Hersenletsel.nl (tot 2023)
- H.M. Luttikhuis Msc, ziekenhuisapotheker, Slingeland Ziekenhuis, NVZA (vanaf 2023)
- Dr. R.A. Weersink, ziekenhuisapotheker, Deventer Ziekenhuis (tot 2024), NVZA (vanaf 2023)
- Dr. J. Blokzijl, MDL-arts, UMCG, NTV/LOL (vanaf 2025, specifiek voor module levertransplantatie)
Klankbordgroep
- J.E. de Haan, intensivist, Erasmus MC, NVIC
- Drs. A.T. Timmer, klinisch geriater, Tjongerschans Ziekenhuis, NVKG
- Dr. J.M.W. van den Ouweland, klinische chemie en endocrinologie, Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, NVKC
- Dhr. A. van den Berg, ervaringsdeskundige, Stichting het Zwarte Gat (vanaf 2024)
Met ondersteuning van
- H. Olthuis-van Essen MSc, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- J.M.H. van der Hart MSc, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten via secretariaat@kennisinstituut.nl.
Tabel 1 Gemelde (neven)functies en belangen werkgroep
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Dr. H. van Soest (voorzitter) |
MDL-arts, Haaglanden MC |
Voorzitter commissie hepatologie NVMDL; Voorzitter richtsnoer hepatitis C; Lid richtsnoer commissie hepatitis B; Lid medisch advies raad NLV; Lid visitatiecommissie NVMDL; Lid adviesraad MLDS/NAFLD-NL (initiation of a Dutch NAFLD consortium), lid werkgroep portale hypertensie |
Geen |
Geen restricties |
Dr. M.A. Lantinga (vice-voorzitter) |
MDL-arts, Amsterdam UMC, locatie VUmc |
Post Doc, Radboudumc (onbetaald), copromotor. Co-voorzitter portale hypertensie werkgroep, Nederlandse Vereniging van Hepatologie (NVH), onbetaald. Advisory Board - ERN RARE-LIVER // Training and Education Committee, onbetaald. |
Geen |
Geen restricties |
Dr. R.B. Takkenberg |
MDL-arts, Amsterdam UMC |
Deelname werkgroep tweede lijn, lid alcoholalliantie, gesprekken in het kader van nationaal preventieakkoord, deelname adviesraad over hepatitis Delta, Gilead |
ZonMw, Prevention of hepatic Encephalopathy by Administration of in patients with l, projectleider; Fonds-LVC, Neurofilament light chain and glial fibrillary acidic protein for hepatic encephalopathy, projectleider; KWF, Validation of a Short and Effective MRI Surveillance protocol for Hepatocellular Carcinoma Scr; MLDS, Initiation of a Dutch NAFLD consortium, geen projectleider |
Geen restricties (adviesraad betreft onderwerp dat niet relevant is voor deze richtlijnmodules) |
Dr. H.J.M. de Jonge |
MDL-arts, Jeroen Bosch Ziekenhuis |
Lid AIH werkgroep, lid werkgroep portale hypertensie, deelname werkgroep tweede lijn |
Geen |
Geen restricties |
Prof. dr. A.F.A. Schellekens |
Psychiater, Radboudumc |
Nationaal rapporteur verslavingen, adviescommissie alcohol van Gezondheidsraad |
ZonMw, onderzoek over verslaving, projectleider; NWO, onderzoek over verslaving, geen projectleider |
Geen restricties |
Drs. T. van Grinsven |
Verslavingsgeneeskundige, Novadic-Kentron |
Geen |
Dienstverband bij verslavingszorg Novadic-Kentron |
Geen restricties |
Dr. M. van Loon |
SEH-arts in Haaglanden MC; onderzoeker bij LUMC, afdeling Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde |
Promotieonderzoek naar effectiviteit screening/haalbaarheid op SEH (afgerond); lid werkgroep 2e Lijn, samenwerkingsverband Vroegsignalering Alcoholstoornissen, onbetaald; Lid sectie Geriatrische Spoedzorg, NVSHA, scholing geven aan collega's m.b.t. acute geriatrie, betaald; de NVSHA vertegenwoordigen op landelijke bijeenkomsten, waarbij gesproken en beleid gemaakt wordt over geriatrische zorg in de acute keten, onbetaald; Instructeur voor aantal medische cursussen. |
Geen |
Geen restricties |
Drs. J.A. Willemse |
Directeur Nederlandse Leverpatienten Vereniging (betaald, tot 2024); bestuurslid/penningmeester Liver Patients International (onbetaald); bestuurslid ERN RARE LIVER (onbetaald) |
Deelname diverse commissies op gebied van leverziekten (onbetaald) |
Geen |
Geen restricties |
Drs. P.J. van Dongen (tot 2023) |
Patiëntenvertegenwoordiger bij Hersenletsel.nl (onbetaald) |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
H.M. Luttikhuis Msc (vanaf 2023) |
Ziekenhuisapotheker in Slingelandziekenhuis |
Mede-eigenaar bij cooperatie Herenboerderij De Groote Modderkolk |
Geen |
Geen restricties |
Dr. R.A. Weersink (vanaf 2023) |
Ziekenhuisfarmacie, Deventer Ziekenhuis (tot 2024) |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Drs. H. Lam (vanaf 2024) |
Levertransplantatiechirurg, LUMC |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Dr. J. Blokzijl (vanaf 2025) |
MDL-arts, UMCG |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Klankbordgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
J.E. de Haan |
Internist-intensivist |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Drs. A.T. Timmer |
Klinisch geriater in het Tjongerschans Ziekenhuis |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Dr. J.M.W. van den Ouweland |
Klinisch chemicus Dicoon, locatie Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, Nijmegen |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
|
Lid algemeen bestuur Stichting het Zwarte Gat |
Lid cliëntenraad verslavingszorg; Lid werkgroepen Verslavingskunde Nederland; Lid expertcommissie MIND/LpGgz; Cliëntdeskundige bij twee zorgstandaarden, twee werkwijzers/richtlijnen voor alcohol/verslaving en werk en/of leefstijl, etc. |
Bij werken aan herstel van verslaving is er baat voor familie vanwege werk aan herstel. Verder zijn de uitkomsten altijd van nut bij naasten (b.v. cliënten die ik vertegenwoordig) |
Geen restricties |
Inbreng patiëntenperspectief
De werkgroep besteedde aandacht aan het patiëntenperspectief door het uitnodigen van patiëntenverenigingen voor de invitational conference, focusgroep en afgevaardigde patiëntenverenigingen in de werkgroep. Het verslag van de invitational conference is besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan Hersenletsel.nl, de Nederlandse Leverpatienten Vereniging en Stichting het Zwarte Gat en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz
Bij de richtlijnmodule is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijnmodule op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
Module Communicatie en bejegening |
geen financiële gevolgen |
Hoewel uit de toetsing volgt dat de aanbevelingen breed toepasbaar zijn (>40.000 patiënten), volgt ook uit de toetsing dat het geen nieuwe manier van zorgverlening of andere organisatie van zorgverlening betreft, het geen toename in het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners betreft en het geen wijziging in het opleidingsniveau van zorgpersoneel betreft. Er worden daarom geen substantiële financiële gevolgen verwacht. |
Werkwijze
Voor meer details over de gebruikte richtlijnmethodologie verwijzen wij u naar de Werkwijze. Relevante informatie voor de ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule is hieronder weergegeven.