Isolatie

Initiatief: SRI Aantal modules: 14

Startpagina - Isolatie

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn richt zich op de huidige maatstaven voor passende zorg om verspreiding van infectieziekten of (potentieel) pathogene micro-organismen zoveel mogelijk te voorkomen. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan bod:

  • Indicaties voor isolatie en isolatieduur
  • Infectiepreventiemaatregelen voor contact-, druppel- en/of aerogene isolatie
    • Isolatiemaatregelen bij Clostridioides difficile
  • Kamer isolatiepatiënten
    • Ventilatie bij contact- en/of druppelisolatie
    • Isolatiekamer: ventilatievoud
    • Isolatiekamer: drukhiërarchie en -verschil
    • Isolatiekamer: positie luchtroosters

De richtlijn beschrijft bij welke infectieziekten of (potentieel) pathogene micro-organismen, of een verdenking hierop, aanvullende infectiepreventiemaatregelen nodig zijn boven op de algemene voorzorgsmaatregelen (AVM) en hoe lang de maatregelen genomen moeten worden, op welke wijze transmissie van het (veroorzakend) micro-organisme plaatsvindt, welke maatregelen erbij horen en wat deze maatregelen inhouden en welke eisen gesteld worden aan de ruimte waar de isolatiepatiënt verpleegd/behandeld wordt.

 

In deze richtlijn worden contactisolatie, druppelisolatie en aerogene isolatie beschreven. De term strikte isolatie komt te vervallen. De beschermende isolatie valt buiten de scope van deze richtlijn.

 

Naast deze isolatierichtlijn bestaan er separate richtlijnen voor:

Voor norovirus verwijzen we naar een separate richtlijn (in ontwikkeling), echter de isolatieduur is wel uitgewerkt als aparte module binnen deze richtlijn isolatie.

 

In deze richtlijn worden de volgende definities van kamers gebruikt:

  • Een isolatiekamer is een eenpersoons patiëntenkamer met eigen sanitair, voorzien van een sluis en specifieke luchtbeheersing (ventilatie, drukhiërarchie en positie luchttoevoer- en luchtretourroosters). Deze kamer is geschikt voor het geïsoleerd verplegen van een patiënt die gekoloniseerd of besmet is met een micro-organisme die aerogeen wordt overgedragen.
  • Een eenpersoonskamer is een eenpersoons patiëntenkamer, al dan niet met eigen sanitair, al dan niet met sluis en zonder additionele luchtbeheersing. Deze kamer is geschikt voor het geïsoleerd verplegen van een patiënt die gekoloniseerd of besmet is met een micro-organisme die via contact en/ of via druppels wordt overgedragen.

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

De beoogde gebruikers van de richtlijn zijn al diegenen die betrokken zijn bij het opstellen, implementeren en uitvoeren van het infectiepreventiebeleid in het medisch specialistisch domein.

 

Voor patiënten

Wanneer u een besmettelijke bacterie of virus bij u draagt, worden er extra voorzorgsmaatregelen bij u getroffen. Het ligt aan de bacterie of virus op welke manier deze verspreid kan worden. Dit kan via contact met handen, grote of kleine druppels via hoesten, of niezen en/of via besmette oppervlakken. Door extra maatregelen te treffen wordt het risico dat u andere patiënten of zorgmedewerkers kunt besmetten zoveel mogelijk voorkomen. In deze richtlijn wordt beschreven wanneer deze maatregelen genomen moeten worden en welke maatregelen dit zijn. Meer informatie in begrijpelijke taal is te lezen op Thuisarts.nl.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

De richtlijn betreft de herziening van de WIP-richtlijnen ‘Indicaties voor isolatie’, ‘Bouw- en inrichtingseisen: Ventilatie isolatiekamers’, ‘Aerogene isolatie’, ‘Aerogene isolatie kinderen’, ‘Contactisolatie’, ‘Contactisolatie kinderen’, ‘Druppelisolatie’, ‘Druppelisolatie kinderen’, ‘Strikte isolatie’, ‘Strikte isolatie kinderen’, ‘Onderzoek en behandeling van geïsoleerde patiënten’ en ‘Waterpokken’. Met het uitbrengen van deze richtlijn komen bovengenoemde richtlijnen te vervallen.

 

De richtlijn is in eerste instantie generiek opgesteld door een multidisciplinaire werkgroep met vertegenwoordigers uit de relevante domeinen, afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM), de Nederlandse Vereniging van Internist-Infectiologen (NIV/NVII), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de Vereniging voor Hygiëne & Infectiepreventie in de Gezondheidszorg (VHIG), Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), Verenso, de Nederlandse Vereniging Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) en de Nederlandse Vereniging voor Arbeidshygiëne (NVvA). Hierbij heeft de vertegenwoordiger van Verenso afgestemd met de NVAVG om zo beide partijen te vertegenwoordigen. Tijdens de commentaarfase is de richtlijn voorgelegd aan onder andere de Patiëntenfederatie Nederland (PFNL), de koepelorganisaties van ziekenhuizen en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Op 1 juli 2025 is de richtlijn vervolgens gespecificeerd voor de medisch specialistische zorg. Hierbij zijn uitsluitend tekstuele aanpassingen gedaan (dus geen inhoudelijke wijzigingen), zodat alleen de aanbevelingen en adviezen relevant voor ziekenhuizen zijn opgenomen. Elk domein maakt deze vertaalslag afzonderlijk. Dit zorgt voor een betere aansluiting bij de praktijk en maakt toekomstige herzieningen eenvoudiger.

 

Het SRI is als houder van deze richtlijn de eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijk verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de eerstverantwoordelijke over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied. 

De Federatie Medisch Specialisten heeft namens het SRI de leidende rol gehad bij de richtlijnontwikkeling. De richtlijnontwikkeling is ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en werd gefinancierd door het ministerie van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijn. 

Beoordelingsdatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 30-11-2023

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie
Volgende:
Isolatie-indicaties en isolatieduur