Hevig menstrueel bloedverlies (HMB)

Initiatief: Cluster Benigne Gynaecologie Aantal modules: 24

Hysteroscopische myoomresectie (TCRM): poliklinisch, in dagbehandeling of op de operatiekamer?

Uitgangsvraag

Disclaimer

Deze module gaat specifiek over de setting (i.v.m. pijnbestrijding) bij de hysteroscopische transcervicale resectie myomen (TCRM). Voor de endometriumablatie en TCRP bij therapeutische hysteroscopie kunt u de oorspronkelijke module HMB: Endometriumablatie en TCRP raadplegen.

 

Welke pijnbestrijding zou de voorkeur hebben bij een hysteroscopische myoomresectie (TRCM):

  1. Zonder verdoving of met lokale verdoving (ambulante setting)
  2. Onder sedatie (dagbehandeling)
  3. Onder algehele narcose of spinaal anesthesie (operatiekamer)?

Aanbeveling

Informeer de patiënt over de verschillende mogelijkheden van pijnbestrijding bij hysteroscopische myoomresectie.

 

Licht toe dat er geen verschillen lijken te zijn in re-interventies, menstrueel bloedverlies, herstel na operatie, kwaliteit van leven en patiënttevredenheid (pijnbeleving) tussen narcose op OK en sedatie in dagbehandeling.

 

De ambulante setting heeft de voorkeur omdat deze het minst invasief is, en daarnaast naar verwachting het meest duurzaam en kosteneffectief zal zijn.

Overwegingen

Balans tussen gewenste en ongewenste effecten

Er lijkt geen verschil te zijn in re-interventies, herstel, reductie in menstrueel bloedvolume en kwaliteit van leven tussen hysteroscopische myoomresectie onder narcose of onder sedatie. Over patiënttevredenheid kan geen uitspraak gedaan worden. Ook kunnen er geen conclusies worden getrokken met betrekking tot hysteroscopische myoomresectie in de ambulante setting of onder spinaal anesthesie. Pijn is gemeten met behulp van de NRS-score (numeric pain rating scale) en is direct postoperatief significant in het voordeel van algehele anesthesie (0.0 (0.0-2.0)) versus procedurele sedatie (2.0 (0.0-4.0)). Dit verschil, waarvan het de vraag is of het klinisch relevant is, was niet meer significant bij ontslag 1.0 (0.0-2.0)) versus 2.0 (0.0-2.0)) en na 24 uur (2.5 (1.0-5.0)) versus 2.0 (0.0-1.0)).

 

Waarden en voorkeuren van patiënten (en eventueel hun naasten/verzorgers)

De verschillende vormen van pijnbestrijding die in deze module bestudeerd zijn laten geen verschil zien in de door de werkgroep gedefinieerde relevante uitkomstmaten, hoewel we geen conclusie kunnen trekken m.b.t. spinaal anesthesie en de ambulante setting. Echter, patiënten hebben wel hun individuele waarden en voorkeuren. Zo kan er uitgesproken voorkeur bestaan voor de ene of andere vorm van pijnbestrijding, bijvoorbeeld op grond van eerdere ervaring met medische ingrepen, eerdere pijnbeleving of verhalen en ervaringen van anderen (naasten of via sociale media). De laatste jaren is er in den lande veel (positieve) ervaring opgedaan met andere vormen van therapeutische hysteroscopie in de ambulante setting. Denk daarbij aan endometriumablatie met paracervicaal blok en fundale verdoving of aan transcervicale poliepresectie met of zonder lokale verdoving, met in het algemeen hoge patiënttevredenheid en acceptabele gemiddelde VAS-scores (Reinders 2017, van Gemert 2022). Dit komt mede door verbeterde, snellere, gebruiksvriendelijkere en patiëntvriendelijkere apparatuur, die ook voor transcervicale myoomresectie beschikbaar is en inmiddels ook voor die indicatie goed toepasbaar lijkt in de ambulante setting, afhankelijk van grootte en type myoom (expert opinion). Uiteindelijk draait het erom dat de arts en patiënt, na het ontvangen van informatie over de verschillende mogelijkheden, een weloverwogen keuze kunnen maken op basis van shared decision making.

 

Kostenaspecten

Het kostenaspect is in deze module niet bestudeerd. In het algemeen kan men aannemen dat een opname en een ingreep waar een OK-ruimte voor gebruikt moet worden het duurst is. De ingreep waarbij de patiënt kortdurend in het ziekenhuis is, de ambulante setting, is dan bij gelijke effectiviteit en gelijk aantal reïnterventies te verkiezen boven de rest.

 

Gelijkheid ((health) equity/equitable)

Alle drie de interventies zijn in principe even toegankelijk voor alle patiëntgroepen. Het kan wel zo zijn dat de beschikbaarheid verschilt per ziekenhuis of kliniek, waardoor alsnog bepaalde patiëntgroepen verstoken blijven van de gewenste zorg. Dit is uiteraard een ongewenste situatie.

 

Aanvaardbaarheid:

Ethische aanvaardbaarheid

Er lijken geen ethische bezwaren te zijn aan welke van de drie interventies dan ook, vooropgesteld dat de patiënt de vrije keuze heeft.

 

Duurzaamheid

De duurzaamheid is in deze module niet onderzocht, maar op grond van eerdere studies is het aannemelijk dat de setting waarbij geen opname en geen OK-ruimte nodig is het meest duurzaam is, dus de ambulante setting.

 

Haalbaarheid

De haalbaarheid van de drie interventies kan verschillen per ziekenhuis/kliniek en is afhankelijk van logistieke, personele, financiële en organisatorische aspecten. De ambulante setting, die het meest kosteneffectief en duurzaam lijkt, is nog niet in elke kliniek uitgerold om bovengenoemde redenen. Maar een kloppende business case in combinatie met medische expertise zou dit probleem in elke kliniek moeten kunnen oplossen. Er zijn voldoende trainingen in het land om ervaring op te doen met hysteroscopische myoomresectie in de ambulante setting.

 

Aanbeveling-1

Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventies

De verschillende vormen van pijnbestrijding die in deze module bestudeerd zijn laten geen verschil zien in de door de werkgroep gedefinieerde relevante uitkomstmaten. Op grond van kosten- en duurzaamheidsaspect lijkt hysteroscopische myoomresectie in de ambulante setting de voorkeur te hebben. Omdat het om pijnbestrijding gaat en pijnbeleving bij uitstek iets heel persoonlijks is, heeft de patiënt hierin een belangrijke stem. 

Onderbouwing

Hysteroscopic myoma resection is an effective treatment of heavy menstrual bleeding based on intracavitary fibroids. The last decades have seen a shift in the setting in which this is performed: from inpatient admission with anesthesia or spinal anesthesia to sedation in day care and to outpatient setting with or without local anesthesia. However, the variation in practice in the Netherlands is substantial. Hence, it is worthwhile to find out which setting is most effective with the highest satisfaction and best recovery time.

Procedural sedation and analgesia versus general anesthesia for hysteroscopic myomectomy (PROSECCO trial)

Patient or population:  Patients with heavy menstrual bleeding who are eligible for transcervical resection of myoma (TRCM) during hysteroscopy.

Intervention:

  1. Without anesthesia or with local anesthesia (outpatient setting)
  2. Under sedation (day treatment)
  3. Under general anesthesia or spinal anesthesia (operation room)

Control: /

Outcome

 

Study results and measurements

Absolute effect estimates

Certainty of the Evidence

(Quality of evidence)

Conclusions

Procedural sedation and analgesia (PSA)

General Anesthesia (GA)

  Reintervention (critical)

 

 

Relative risk: 0.79

(95% CI, 0.32 - 1.92)

Based on data from

145 participants in 1 study (after 1 year of follow up)

 

446

per 1000*

651

per 1000

Very Low1

Due to serious risk of bias, due to very serious imprecision

The evidence is very uncertain about the effect of PSA or GA on reintervention

(van der Meulen, 2023)

Difference: 205 more per 1000

(CI 95% 62 less - 660 more)

Recovery (important)

 

Based on data from

 

24 hours of follow-up:

161 participants in 1 study

 

2 weeks of follow-up: 155 participants in 1 study

 

8 weeks of follow-up: 142 participants in 1 study

Difference in median between groups

24 hours: 1.0 (-2.0 – 4.0)

2 weeks: 1.0 (-1.0 – 4.0)

8 weeks: 1.0 (-1.0 – 4.0)

Very Low2

Due to serious risk of bias, due to very serious imprecision

The evidence is very uncertain about the effect of PSA or GA on recovery

(van der Meulen, 2023)

 

Reduction in menstrual blood loss (important)

 

Based on data from

8 weeks: 118 participants in 1 study

 

12 months: 97 participants in 1 study

Difference in median between groups

8 weeks: 41.0 (-37.0 – 148.0)

12 months: -35.0 (-127.0 – 60.0)

Very Low3

Due to serious risk of bias, due to very serious imprecision

The evidence is very uncertain about the effect of PSA or GA on reduction in menstrual blood loss

(van der Meulen, 2023)

Quality of life (important)

Based on data from 123 participants in 1 study (after 1 year of follow up)

Median difference between groups

0.0 (-5.0 – 0.0)

Very Low4

Due to serious risk of bias, due to very serious imprecision.

The evidence is very uncertain about the effect of PSA or GA on Quality of Life (QoL)

(van der Meulen, 2023)

Patient satisfaction

(important)

Based on data from

 

Recovery room:

182 participants in 1 study

 

Discharge: 170 participants in 1 study

 

24 hours of follow-up: 162 participants in 1 study

Difference in median between groups

Recovery room: 0.0 (0.0 – 1.0)

Discharge: 0.0 (0.0 – 1.0)

24 hours: 0.0 (0.0 – 1.0)

Very Low5

Due to serious risk of bias, due to very serious imprecision.

The evidence is very uncertain about the effect of PSA or GA on patient satisfaction

(van der Meulen, 2023)

  1. Risk of bias: serious (-1 level). Imprecision: very serious (-2 levels). Due to overlap of the upper and lower limit of the 95% confidence interval with the minimal clinically important difference.
  2. Risk of bias: serious (-1 level). imprecision: very serious (-2 levels). Due to wide confidence interval
  3. Risk of bias: serious (-1 level). Imprecision: very serious (-2 levels). Due to wide confidence interval
  4. Risk of bias: serious (-1 level). Imprecision: very serious (-2 levels). Due to overlap of the upper limit of the 95% confidence interval. 
  5. Risk of bias: serious (-1 level). Imprecision: very serious (-2 levels). Due to wide confidence interval

Description of studies

One multicenter randomized controlled noninferiority trial was included in the analysis of the literature. Important study characteristics and results are summarized in table 2. The assessment of the risk of bias is summarized in the risk of bias tables (under the tab ‘Bijlagen bij module’). For this systematic review potential clinical trials, without restricting the language or year of publication were searched from 2000 to April 16th, 2024, on Ovid/Medline and Embase. The following inclusion criteria were used: age ³ 18 years, have a maximum of three Type 0 or Type 1 uterine fibroids, with individual fibroid diameters not exceeding 3.5 cm. Additionally, participants were required to be classified as American Society of Anesthesiologists (ASA) Class I or II and possess adequate proficiency in either the Dutch or English language.

 

Table 2. Characteristics of included study

Study

Participants (number, age, other important characteristics)

Comparison

Outcome measures

Comments

Risk of bias (if applicable/ necessary, per outcome measure)*

Included in systematic review author, year

Van der Meulen, 2023

N at baseline

Intervention: 106

Control: 103

 

Age (mean)

Procedural sedation and analgesia (PSA): 45.1 ± 6.4

General anesthesia (GA): 45.0 ± 7.7

 

Previous uterine surgery

PSA: 18 (17%)

GA: 24 (23.3%)

 

Use of hormonal medication at the time of surgery

PSA: 52 (49.1%)

GA: 45 (43.7%)

 

Reason for hysteroscopic myomectomy

  • Abnormal uterine bleeding

PSA: 101 (96.2%)

GA: 96 (93.2%)

  • Abdominal complaints

PSA: 6 (5.7%)

GA: 9 (8.7%)

  • Subfertility

PSA: 4 (3.8%)

GA: 5 (4.9%)

  • Other

PSA: 1 (1.0%)

GA: 2 (1.9%)

 

Myoma type

  • Type 0

PSA: 46 (39.3%)

GA: 56 (52.8%)

  • Type 1

PSA: 71 (60.7%)

GA: 50 (47.2%)

 

Maximum size (diameter [mm]; mean)

PSA: 20.9 ± 6.4

GA: 19.9 ± 6.8

 

A noninferiority trial

comparing hysteroscopic myomectomy under

procedural sedation and analgesia (PSA) with Propofol or under general anesthesia (GA).

 

 

 

 

  • Re-intervention
  • Recovery time,
  • Reduction in menstrual blood loss
  • Quality of life (QoL)
  • Patient satisfaction (pain)

 

 

Some concerns

*For further details, see risk of bias table in the appendix

 

Results

 

Crucial outcome measure

 

Reintervention

Surgical reintervention was assessed using a self-tailored questionnaire at 12-month follow-up. The reintervention observations in the Procedural Sedation and Analgesia (PSA) group compared to the General Anesthesia (GA) group at 12 months were 8 out of 77 (10.4%) versus 9 out of 68 (13.2%), with a relative risk (RR) of 0.79 (95% CI- 0.32 to 1.92). Most performed reintervention was hysterectomy in both groups (5/8 (62.5%) in PSA versus 5/9 (55.6%) in GA group). The results do not demonstrate a clinically important difference in reintervention at 12 months follow up.

 

Important outcomes measures

 

Recovery

Recovery was assessed using the Recovery Index Questionnaire (RI-10), which has a scoring range from 10 to 50, where a score of 50 indicates a perfect recovery. Assessments of the RI-10 were conducted at three time points: 24 hours, 2 weeks, and 8 weeks post-intervention. At 24 hours, the median RI-10 score in the PSA group (N=89) was 35.0 compared to 32.0 in the GA group (N=72). At 2 weeks the median R10 score was 40.0 in the PSA group (N=87) compared to 39.0 in the GA group (N=68) at 2 weeks. At 8 weeks the RI10 score was 45.0 in the PSA group (N=76) compared to 44.0 in the GA group (N=66). The results do not demonstrate a clinically important difference in recovery between group.

 

Reduction in menstrual blood loss

Reduction in menstrual blood loss was assessed using the Pictorial Blood Assessment Chart (PBAC). Scores range from 5 to 456, with a cut off point of ³150 indicating heavy menstrual bleeding.

The PBAC was assessed at baseline, 8 weeks and 12 months follow-up.

The PBAC score in the PSA group decreased from median (interquartile range): 172 (45 to 370) at baseline (n=69), to 72 (7 to 196) at 8 weeks follow-up (n=69), to 5 (0 to 62) at 12 months follow-up (n=55).

The PBAC score in the GA group decreased from median (interquartile range): 192 (71 to 377) at baseline (n=56), to 22 (0-99) at 8 weeks follow-up (n=49), to 19 (0 to 128) at 12 months of follow-up (n=42). The results do not demonstrate a clinically important difference on blood loss between groups.

 

Quality of life (QoL)

QoL was measured with the European Quality of Life 5-Dimension 5-Level, VAS: Visual Analogue Scale (EQ-5D-5L), with ranges from 0 (worst health) to 100 (best health). The QoL was assessed at 24 hours, 2 weeks, 8 weeks, 6 months and 12 months. In the PSA group median scores were 75 at 24 hours (N=90), 80 at 2 weeks (N=87), 85 both at 8 weeks (N=77) and 6 months (N=76), and 85 at 12 months (N=68). In the GA group, the median scores were 70 at 24 hours (N=72), 80 at 2 weeks (N=69), 85 at both 8 weeks (N=68) and 6 months (N=61), and 85 at 12 months (N=55). The results do not indicate a difference between the PSA and GA groups on QoL.

 

Patient satisfaction

Patient satisfaction regarding pain was assessed using a self-tailored questionnaire, specifically the Numeric Rating Scale (NRS). Pain levels were assessed at three different time points: upon entry to the recovery room, at discharge, and 24 hours of follow up. In the PSA group, the median NRS scores (with interquartile ranges) were as follows: 2.0 (0.0 – 4.0) in the recovery room, 2.0 (0.0 – 2.0) at discharge, and 2.5 (1.0 – 5.0) at the 24-hour follow-up. For the GA group, the median NRS scores were 0.0 (0.0 – 2.0) in the recovery room, 1.0 (0.0 – 2.0) at discharge, and 2.0 (1.0 – 4.0) at the 24-hour follow-up. The results do not demonstrate a clinically important difference in patient satisfaction regarding pain.

A systematic review of the literature was performed to answer the following question(s):

What is the effectiveness and safety of different forms of pain relief during hysteroscopic fibroid resection (TRCM):

  1. With anesthesia or with local anesthesia (outpatient setting)
  2. Under sedation (day treatment)
  3. Under total spinal anesthesia (operating room)?

Table 1. PICO 1

Patients

Patients with heavy menstrual bleeding who are eligible for transcervical resection of myoma (TCRM) during hysteroscopy.

Intervention (1)

Without anesthesia or with local anesthesia (outpatient setting)

Intervention (2)

Under sedation (day treatment)

Intervention (3)

Under general anesthesia or spinal anesthesia (operation room)

Control

/

Outcomes

Re-interventions, recovery time, amenorrhea/reduction in menstrual bleeding (menstruation scores), quality of life (QoL), patient satisfaction

Other selection criteria

Study design: systematic reviews and randomized controlled trials

 

Relevant outcome measures

The guideline panel considered reintervention as a critical outcome measure for decision making; and recovery time, reduction in menstrual blood loss, quality of life and patient satisfaction as important outcome measures for decision making.

 

The guideline panel defined the outcome measures as follows:

Reintervention: surgical procedures performed due to return of fibroid-related complaints.

Recovery time: time to return to work or daily activities.

Reduction in menstrual blood loss (=successful procedure): menstrual blood loss as measured post-procedure with a validated scale such as the PBAC. A successful intervention was defined as a mean or median post-treatment PBAC-score of ≤ 75.

Quality of life: quality of life as measured according to a validated scale.

Patient satisfaction: patient satisfaction as measured according to a validated scale

 

Per outcome measure:

The guideline panel defined the following as minimal clinically (patient) important differences:

Reintervention: Clinically important difference: a risk difference of ≥ 10 % or a number needed to treat of 10.

Recovery time: Clinically important difference: a difference of return to work at 8 weeks follow-up, or MD³8 points on RI-10 at the two-weeks follow-up (mean difference of ³20%).

Reduction in menstrual blood loss (=successful procedure): a difference between treatment groups of 50 points on PBAC-score or a reduction of menstrual blood loss ≥ 22%  (Herman, 2017; Lukes, 2010).

Quality of life: a mean difference of ≥20 %.

Patient satisfaction: a mean difference of ≥20 %.

 

Search and select (Methods)

The databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) were searched with relevant search terms until 16th of April, 2024. The detailed search strategy is listed under the tab ‘Literature search strategy’. The systematic literature search resulted in 99 hits. Studies were selected based on the following criteria:

  • Inclusion of patients with heavy menstrual bleeding who were eligible for transcervical resection of myoma (TCRM) during hysteroscopy
  • Comparison of at least two of the interventions listed above
  • Investigation of at least one of the outcomes listed above
  • Study design of systematic reviews and RCTs

Studies that included postmenopausal women or pediatric population were excluded. After reading the full text, 7 studies were excluded (see the exclusion table under the tab ‘bijlagen bij module’), and 1 study was included.

  1. Reinders I, Geomini PMAJ, Timmermans A, de Lange ME, Bongers MY. Local anaesthesia during endometrial ablation: a systematic review. BJOG. 2017 Jan;124(2):190-199.
  2. Van der Meulen JF, Bongers MY, van der Zee LG, Leemans JC, Duijnhoven RG, de Leeuw RA, Overdijk LE, Radder CM, van der Voet LF, Smeets NAC, van Vliet HAAM, Hehenkamp WJK, Manger AP, Lim AC, Peters LW, Horree N, Briët JM, van der Steeg JW, Coppus SFPJ, Kok HS. Procedural sedation and analgesia versus general anesthesia for hysteroscopic myomectomy (PROSECCO trial): A multicenter randomized controlled trial. PLoS Med. 2023 Dec 28;20(12):e1004323.
  3. van Gemert J, Herman MC, Beelen P, Geomini PM, Bongers MY. Endometrial polypectomy using tissue removal device or electrosurgical snare: a randomised controlled trial. Facts Views Vis Obgyn 2022 Sep;14(3):235-243.

Risk of Bias tables

Study reference

 

(first author, publication year)

Was the allocation sequence adequately generated?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Definitely yes

Probably yes

Probably no

Definitely no

Was the allocation adequately concealed?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Definitely yes

Probably yes

Probably no

Definitely no

Blinding: Was knowledge of the allocated

interventions adequately prevented?

 

Were patients blinded?

 

Were healthcare providers blinded?

 

Were data collectors blinded?

 

Were outcome assessors blinded?

 

Were data analysts blinded?

 

Definitely yes

Probably yes

Probably no

Definitely no

Was loss to follow-up (missing outcome data) infrequent?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Definitely yes

Probably yes

Probably no

Definitely no

Are reports of the study free of selective outcome reporting?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Definitely yes

Probably yes

Probably no

Definitely no

Was the study apparently free of other problems that could put it at a risk of bias?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Definitely yes

Probably yes

Probably no

Definitely no

Overall risk of bias

If applicable/necessary, per outcome measure

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LOW

Some concerns

HIGH

 

Van der Meulen, 2023

Definitely yes

 

Reason: randomization by using internet-based randomization program in a 1:1 ratio with random permuted blocks of sizes 2,4 or 6.

 

Definitely yes

 

Reason: randomization was performed by an internet-based randomization program with random permuted blocks and stratified for surgical technique (morcellation or resection).

Probably yes

 

Reason: treating physicians and patients were not blinded for the allocated treatment.

Probably yes

 

Reason: loss to follow up was infrequent and comparable between groups.

Definitely yes

 

Reason: all predefined outcomes were reported.

Definitely no

 

Reason: for the outcome reintervention a self-tailored non-validated questionnaire was used. Recall bias is possible. The study reported unclear analysis methods for the outcome measures recovery and reduction in menstrual blood loss. Unadjusted difference between groups were not reported. Reported differences in medians were not equal to unadjusted medians between groups.

 

The study was not powered to assess the secondary outcomes, only the primary outcome ‘complete resection’ (but for this grading for imprecision was assessed).

Some concerns

 

 

Table of excluded studies

Reference

Reason for exclusion

Laberge P, Leyland N, Murji A, Fortin C, Martyn P, Vilos G; Clinical Practice-Gynaecology Committee; Leyland N, Wolfman W, Allaire C, Awadalla A, Dunn S, Heywood M, Lemyre M, Marcoux V, Potestio F, Rittenberg D, Singh S, Yeung G; Society of Obstetricians and Gynaecologists of Canada. Endometrial ablation in the management of abnormal uterine bleeding. J Obstet Gynaecol Can. 2015 Apr;37(4):362-79. doi: 10.1016/s1701-2163(15)30288-7. PMID: 26001691.

Narrative review, wrong study design.

Reinders IMA, Cremers GR, van Rooijen SJ, Leemans JC, Perquin CW, Geomini PMAJ, Maas JWM, Bongers MY. The effect of an informative 360-degree virtual reality video on anxiety for women visiting the one-stop clinic for abnormal uterine bleeding: A randomized controlled trial (VISION-trial). Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol. 2022 May;272:96-103. doi: 10.1016/j.ejogrb.2022.02.179. Epub 2022 Mar 2. PMID: 35299013.

Wrong intervention – does not compare no or local analgesia with sedation, sedation with general anesthesia.

Wahba AH, Hassan AM, Kotb M, ElShenoufy H, Haggag HM. Impact of Uterine Scar on Pain Experienced During Outpatient Hysteroscopy: A Prospective Blinded Comparative Study. J Minim Invasive Gynecol. 2017 May-Jun;24(4):626-631. doi: 10.1016/j.jmig.2017.01.018. Epub 2017 Feb 1. PMID: 28161494.

Wrong intervention.

Scheiber MD, Chen SH. A Prospective Multicenter Registry of Patients Undergoing Hysteroscopic Morcellation of Uterine Polyps and Myomas. J Gynecol Surg. 2016 Dec 1;32(6):318-323. doi: 10.1089/gyn.2016.0008. PMID: 27965523; PMCID: PMC5144868.

Wrong intervention.

Salazar CA, Isaacson KB. Office Operative Hysteroscopy: An Update. J Minim Invasive Gynecol. 2018 Feb;25(2):199-208. doi: 10.1016/j.jmig.2017.08.009. Epub 2017 Aug 10. PMID: 28803811.

Narrative review, wrong study design.

 

The Use of Hysteroscopy for the Diagnosis and Treatment of Intrauterine Pathology: ACOG Committee Opinion, Number 800. Obstet Gynecol. 2020 Mar;135(3):e138-e148. doi: 10.1097/AOG.0000000000003712. PMID: 32080054.

Narrative review, wrong study design.

 

 

Cornelissen LGH, Kortekaas JC, Schoot BC, van Vliet HAAM. Four year evaluation of therapeutic hysteroscopy under procedural sedation in an outpatient clinic. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol. 2021 Jun;261:65-71. doi: 10.1016/j.ejogrb.2021.04.002. Epub 2021 Apr 9. PMID: 33894620.

Wrong intervention, only describe procedural sedation.

Beoordelingsdatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 11-06-2025

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Cluster Benigne Gynaecologie
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
  • Stichting Bekkenbodem4All

Algemene gegevens

De ontwikkeling van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.

Samenstelling werkgroep

Samenstelling van het cluster

Voor het ontwikkelen van Benigne Gynaecologie cyclus 2 is in 2023 een multidisciplinaire cluster ingesteld. Dit cluster bestaat uit vertegenwoordigers van alle relevante organisaties die betrekking hebben op de zorg voor patiënten met hevig menstrueel bloedverlies, patiënten in de menopauze en patiënten met EUG of ZOL.

 

Het cluster Benigne Gynaecologie bestaat uit meerdere richtlijnen, zie hier voor de actuele clusterindeling. De stuurgroep bewaakt het proces van modulair onderhoud binnen het cluster. De expertisegroepsleden worden indien nodig gevraagd om hun expertise in te zetten voor een specifieke richtlijnmodule.

 

Het cluster Benigne Gynaecologie cyclus 2 bestaat uit de onderstaande personen. Voor een overzicht per module, zie Samenstelling van de werkgroep. Sommige werkgroepleden zijn schrijver en meelezer bij meerdere modules.


Clusterstuurgroep

  • (Voorzitter) Timmermans, Mevr. dr. A. (Anne), gynaecoloog, AmsterdamUMC, Amsterdam, NVOG
  • Breijer, Mevr. dr. M.C. (Merel), gynaecoloog, ADRZ, Goes en Vlissingen, NVOG
  • Lips, Dhr. dr. D.J. (Daan), gastrointestinaal/oncologisch chirurg met HPB specialisatie, MST, Enschede, NVvH
  • Radder, Mevr. Dr. C.M. (Celine), gynaecoloog, OLVG, Amsterdam, NVOG

 Schrijvers module Hysteroscopische myoomresectie

  • Geomini, Mevr. dr. P.M.A.J. (Peggy), gynaecoloog, MaximaMC (MMC), Eindhoven en Veldhoven, NVOG
  • Janssen, Mevr. dr. C.A.H. (Ineke), gynaecoloog, Groene Hart Ziekenhuis (GHZ), Gouda, NVOG

Meelezers module Hysteroscopische myoomresectie

  • Bosch, Mevr. M. (Marlies), patiëntenvertegenwoordiger, Stichting Bekkenbodem4All
  • Bruijn, de Mevr. drs. A.M. (Annefleur) de, gynaecoloog i.o. (aios), Spaarne Gasthuis, Haarlem, NVOG
  • De Bie, Mevr. B.L.F. (Bianca), patiëntenvertegenwoordiger, Endometriose Stichting
  • Driessen, Mevr. Dr. S.R.C. (Sara), gynaecoloog, Haaglanden Medisch Centrum (HMC), Den Haag, NVOG
  • Kaijser, Dhr. drs. J. (Jeroen), gynaecoloog, Ikazia, Rotterdam, NVOG
  • Nieuwenhuis, Mevr. dr. L.L. (Lotte), gynaecoloog, Hagaziekenhuis, Den Haag, NVOG
  • Schrojenstein Lantman, Mevr. Ir. E.S. (Esther) van, klinisch fysicus, Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz), Dordrecht, Zwijndrecht en Sliedrecht en Beatrix Ziekenhuis, Gorinchem, NVKF
  • Vree, Mevr. Drs F.E.M. (Florentien), gynaecoloog, Bergman Clinics, Amsterdam
  • Wilms, Mevr. Dr. F. (Femke), gynaecoloog, Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ), Tilburg, NVOG

Met ondersteuning van

  • Dederen, MSc. dhr. T.A. (Thibaut), junior adviseur bij het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht, FMS
  • Labeur, MSc. Y.J. (Yvonne), adviseur bij het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht, FMS
  • Lee, PhD. Mevr. J.H. (Hanneke) van der, senior adviseur bij het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht, FMS
  • Tuijtelaars, dr. J. (Jana), adviseur bij het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht, FMS

Belangenverklaringen

De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle clusterstuurgroepleden en actief betrokken expertisegroepsleden (fungerend als schrijver en/of meelezer bij tenminste één van de geprioriteerde richtlijnmodules) hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een richtlijnmodule worden wijzigingen in belangen aan de projectleider doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase. Een overzicht van de belangen van de clusterleden en betrokken expertisegroepsleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Clusterstuurgroep

 

Tabel 2. Gemelde (neven)functies en belangen stuurgroep

Clusterlid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Timmermans*

Gynaecoloog; Amsterdam UMC; 0.8 fte

Lid commissie kwaliteitsdocumenten NVOG (onbetaald); projectgroep Gynae Goes Green NVOG (onbetaald)

Geen

Geen restricties

Breijer

Gynaecoloog Admiraal De Ruyter Ziekenhuis

Lid commissie kwaliteitsdocumenten NVOG namens pijler gynaecologie, onbetaald

Geen

Geen restricties

Lips

Chirurg, Chirurgencoöperatie Oost-Nederland Enschede, Medisch Spectrum Twente

Medisch Manager, afdeling chirurgie.

Medisch voorzitter, Chirurgencooperatie ChirCON

Proctor, Intuitive Surgical

Geen restricties

Radder

Gynaecoloog te OLVG in Amsterdam, 1.0 fte

Registratiecommissie Obstetrie en Gynaecologie van NVOG, onbetaald

Clusterstuurgroep koploperproject richtlijnen 2.0 FMS, betaald

Geen

Geen restricties

*Voorzitter cluster Benigne Gynaecologie

                             

Clusterexpertisegroep

 

Tabel 3. Gemelde (neven)functies en belangen expertisegroep

Clusterlid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Bosch

Stichting Bekkenbodem4All: PR en Belangenbehartiging

'Fotograaf en journalist voor diverse kerkelijke bladen. Soms betaald, meestal niet.

We hebben een informatieve functie als belangenbehartiger voor het welzijn van patiënten met bekkenbodemklachten in het algemeen.

Geen restricties

Bruijn, de

Aios gynaecologie

Geen

Geen

Geen restricties

De Bie

Voorzitter en projectleider bij Endometriose Stichting

Geen

In loondienst als projectleider van de Endometriose Stichting

Een nieuwe up to date richtlijn voor endometriose zou voor ons als patientenorganisatie van grote toegevoegde waarde zijn voor de verbetering van de behandeling van die patientengroep

Geen restricties

Driessen

Gynaecoloog HMC ziekenhuis

Tot december 2024: chef de clinique HMC ziekenhuis

Vanaf januari 2025: gynaecoloog HMC ziekenhuis

Geen

Geen restricties

Geomini

Peggy Geomini, gynaecoloog Maxima MC

Geen

Live demonstratie Novasure endometriumablatie onder lokaal anesthesie voor binnenlandse en buitenlandse collega's die door Hologic worden uitgenodigd. Voor deze werkzaamheden ontvang ik een financiele vergoeding van Hologic

ACCEPT studie: kwaliteit van leven onderzoek naar vrouwen met ovariumcyste

ZonMW Kwaliteit van leven onderzoek naar vrouwen met ovariumcyste

Geen restricties

Janssen

Gynaecoloog GHZ Gouda

Lid externe klachtencommissie HMC, vacatievergoeding

Consortiumstudie Myomex-2, geen projectleider

Geen restricties

Kaijser

Gynaecoloog Ikazia Ziekenhuis, Rotterdam

Cursusinstructeur Echografie van het vergrote ovarium: Nederlandse IOTA cursus.

Jaarlijkse eendaagse cursus.

Accreditatie via NVOG

Kleine financiële vergoeding.

Geen

Geen restricties

Nieuwenhuis

Gynaecoloog, Hagaziekenhuis

Lid NVOG commissie Echo onderwijs

Lid NVOG commissie Preventie

Geen

Geen restricties

Schrojenstein Lantman

Klinisch Fysicus, Albert Schweitzer Ziekenhuis

Klinisch fysicus, Rivas Zorggroep

Geen

Geen restricties

Vree

Gynaecoloog Bergman Clinics

Geen

Geen

Geen restricties

Wilms

Gynaecoloog, Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis

Geen

Geen

Geen restricties

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door deelname van relevante patiëntenorganisaties aan de need-for-update, de prioritering en de ontwikkeling van modules. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijnmodules zijn tevens ter commentaar voorgelegd aan de relevante patiëntenorganisaties in de expertisegroep (zie ‘Initiatief en autorisatie’ onder ‘Verantwoording’). De eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt. 

 

Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz

Bij de richtlijnmodule is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijnmodule op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).

 

Tabel 4. Kwalitatieve raming

 

Module

Uitkomst raming

Toelichting

Module HMB Hysteroscopische myoomresectie (TCRM)

Geen financiële gevolgen

p.27 (kostenaspect, overwegingen TCRM)

Werkwijze

AGREE

Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 3.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).

 

Need-for-update, prioritering en uitgangsvragen

Tijdens de need-for-update fase (september-oktober, 2023) inventariseerde het cluster de geldigheid van de richtlijnmodules binnen het cluster. Ook was er de mogelijkheid om nieuwe onderwerpen aan te dragen die aansloten bij één (of meerdere) richtlijn(en) behorend tot het cluster. Naast de partijen die deelnemen aan de stuur- en expertisegroep zijn hier ook andere stakeholders voor benaderd.

 

Deze betrokken partijen betroffen:

Beroepsvereniging Verzorgenden Verpleegkundigen (V&VN)

Endometriose Stichting

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)

KBO-PCOB (samenwerkingsverband inmiddels opgeheven)

Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA)

Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ)

Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA)

Nederlandse Vereniging voor Bekkenfysiotherapie (NVFB)

Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV)

Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH)

Nederlandse Vereniging voor Hematologie (NVvH) via NIV

Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK)

Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde (NVKC)

Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF)

Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM)

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)

Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP)

Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR)

Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU)

Nederlandse Vereniging voor Vulva Pathologie (NVvVP)

Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie (NVVS)

Stichting Bekkenbodem4All (BB4All)

Vereniging van Klinische Genetica Nederland (VKGN)

Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM)

Vuurvrouw

Werkgroep Psychosomatische Obstetrie en Gynaecologie (WPOG)

Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN)

Zorginstituut Nederland (ZiNL)

Zorgverzekeraars Nederland (ZN)

 

In de 1e cyclus is per richtlijnmodule aangegeven of deze geldig is, herzien moet worden, kan vervallen of moet worden samengevoegd. In de 2e cyclus is dit overzicht van cyclus 1 opnieuw beoordeeld door de stuurgroep. De richtlijnmodules die mogelijk herzien moesten worden, werden doorgezet naar de prioriteringsronde. Ook suggesties voor nieuwe richtlijnmodules (afkomstig van de uitvraag bij bovenstaande stakeholders en expertiseleden) werden doorgezet naar de prioriteringsronde.

 

De prioriteringsronde is uitgevoerd door de stuur- en expertisegroep, en gebundeld per vereniging. Daarna werd de RE-weighted Priority-Setting (REPS) – tool gebruikt, om tussen verenigingen te ranken. De uitkomst (ranklijst) van de schriftelijke prioritering werd gebruikt als uitgangspunt voor de discussie. De definitieve top-5 is afgestemd door de stuurgroep.

 

Uitkomstmaten

Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde het cluster welke uitkomstmaten relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. Het cluster waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde het cluster tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.

 

Methode literatuursamenvatting

Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’. Indien mogelijk werd de data uit verschillende studies gepoold in een random-effects model. Review Manager 5.4 werd indien mogelijk gebruikt voor de statistische analyses. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.

 

Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs

De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding). GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).

 

Tabel 5. Gradaties voor de kwaliteit van wetenschappelijk bewijs

GRADE

Definitie

Hoog

  • er is hoge zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is zeer onwaarschijnlijk dat de literatuurconclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Redelijk

  • er is redelijke zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is mogelijk dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Laag

  • er is lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • er is een reële kans dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Zeer laag

  • er is zeer lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • de literatuurconclusie is zeer onzeker.

 

Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in een richtlijnmodule volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).

 

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE methodiek.

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door het cluster wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. Het cluster heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.

 

In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.

 

Tabel 6. Sterkte van de aanbevelingen

Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers

 

Sterke aanbeveling

Zwakke (conditionele) aanbeveling

Voor patiënten

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet.

Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. 

Voor behandelaars

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen.

Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren.

Voor beleidsmakers

De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid.

Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. 

 

Organisatie van zorg

Bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de richtlijnmodule Organisatie van zorg.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijnmodules zijn voorgelegd aan alle partijen die beschreven zijn in Tabel 1. Initiatief en autorisatie (dit voorstel is vooraf met alle betrokken partijen afgestemd). De commentaren werden verzameld en besproken met het cluster. Naar aanleiding van de commentaren werden de conceptrichtlijnmodules aangepast en definitief vastgesteld door het cluster. De definitieve richtlijnmodule werd ter autorisatie of goedkeuring voorgelegd aan de partijen die beschreven staan bij ‘Initiatief en autorisatie’ onder ‘Verantwoording’.

 

Literatuur

Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.

 

Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.

 

Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.

 

Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.

 

Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.

 

Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html

 

Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.

 

Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.

Zoekverantwoording

Zoekverantwoording

Algemene informatie

 

Cluster/richtlijn: Benigne gynaecologie - HMB Therapeutische hysteroscopie

Uitgangsvraag/modules: Met welke pijnbestrijding kan een therapeutische myoomresectie (TRCM) tijdens hysteroscopie het beste plaatsvinden?

Database(s): Embase.com, Ovid/Medline

Datum: 16 april 2024

Periode: vanaf 2000

Talen: geen restrictie

Literatuurspecialist: Esther van der Bijl

Rayyan review: https://rayyan.ai/reviews/1000770

BMI-zoekblokken: voor verschillende opdrachten wordt (deels) gebruik gemaakt van de zoekblokken van BMI-Online https://blocks.bmi-online.nl/ Bij gebruikmaking van een volledig zoekblok zal naar de betreffende link op de website worden verwezen.

Toelichting:

Voor deze vraag is gezocht op de elementen hysteroscopische myomectomie EN (analgesia OF anesthesia) OF (ambulante setting OF dagbehandeling).

 

In de I zijn ook de ambulante setting en de dagbehandeling meegenomen. De klinische setting is niet meegenomen, omdat dit de gangbare setting is. 

 

à Het sleutelartikel wordt gevonden met deze search.

Te gebruiken voor richtlijntekst:

In de databases Embase.com en Ovid/Medline is op 16 april 2024 systematisch gezocht naar systematische reviews en RCTs over pijnbestrijding tijdens een hysteroscopische myoomresectie. De literatuurzoekactie leverde 99 unieke treffers op.

 

Zoekopbrengst

 

EMBASE

OVID/MEDLINE

Ontdubbeld

SR

14

14

24

RCT

39

44

75

Totaal

53

58

99*

*in Rayyan

 

Zoekstrategie Embase.com 16 april 2024

No.

Query

Results

#1

'hysteroscopic myomectomy'/exp OR ('hysteroscopy'/exp AND 'myomectomy'/exp) OR (((hysteroscop* OR endoscop*) NEAR/3 (myomectom* OR myomatectom* OR myomotom*)):ti,ab,kw)

1598

#2

'outpatient'/exp OR 'outpatient department'/exp OR 'day care'/exp OR (((ambulant* OR day*) NEAR/3 (patient* OR operation* OR care* OR clinic* OR hospital*)):ti,ab,kw) OR 'out* patient*':ti,ab,kw OR outpatient*:ti,ab,kw OR ambulatory:ti,ab,kw OR policlinic*:ti,ab,kw OR polyclinic*:ti,ab,kw OR surgicenter*:ti,ab,kw OR 'day care*':ti,ab,kw OR 'daycare*':ti,ab,kw

905265

#3

'anesthesiological procedure'/exp OR 'analgesia'/exp OR 'anesthesia'/exp OR 'procedural sedation'/exp OR 'procedural sedation and analgesia'/exp OR 'sedation'/exp OR ((pain* NEAR/3 management*):ti,ab,kw) OR relief:ti,ab,kw OR anesthe*:ti,ab,kw OR analges*:ti,ab,kw OR analgaes*:ti,ab,kw OR anaesthe*:ti,ab,kw OR narcosis:ti,ab,kw OR narcotic*:ti,ab,kw OR sedat*:ti,ab,kw

1553331

#4

#2 OR #3

2357019

#5

#1 AND #4

313

#6

#5 AND [2000-2024]/py NOT ('conference abstract'/it OR 'editorial'/it OR 'letter'/it OR 'note'/it) NOT (('animal'/exp OR 'animal experiment'/exp OR 'animal model'/exp OR 'nonhuman'/exp) NOT 'human'/exp)

184

#7

'meta analysis'/exp OR 'meta analysis (topic)'/exp OR metaanaly*:ti,ab OR 'meta analy*':ti,ab OR metanaly*:ti,ab OR 'systematic review'/de OR 'cochrane database of systematic reviews'/jt OR prisma:ti,ab OR prospero:ti,ab OR (((systemati* OR scoping OR umbrella OR 'structured literature') NEAR/3 (review* OR overview*)):ti,ab) OR ((systemic* NEAR/1 review*):ti,ab) OR (((systemati* OR literature OR database* OR 'data base*') NEAR/10 search*):ti,ab) OR (((structured OR comprehensive* OR systemic*) NEAR/3 search*):ti,ab) OR (((literature NEAR/3 review*):ti,ab) AND (search*:ti,ab OR database*:ti,ab OR 'data base*':ti,ab)) OR (('data extraction':ti,ab OR 'data source*':ti,ab) AND 'study selection':ti,ab) OR ('search strategy':ti,ab AND 'selection criteria':ti,ab) OR ('data source*':ti,ab AND 'data synthesis':ti,ab) OR medline:ab OR pubmed:ab OR embase:ab OR cochrane:ab OR (((critical OR rapid) NEAR/2 (review* OR overview* OR synthes*)):ti) OR ((((critical* OR rapid*) NEAR/3 (review* OR overview* OR synthes*)):ab) AND (search*:ab OR database*:ab OR 'data base*':ab)) OR metasynthes*:ti,ab OR 'meta synthes*':ti,ab

1019208

#8

'clinical trial'/exp OR 'randomization'/exp OR 'single blind procedure'/exp OR 'double blind procedure'/exp OR 'crossover procedure'/exp OR 'placebo'/exp OR 'prospective study'/exp OR rct:ab,ti OR random*:ab,ti OR 'single blind':ab,ti OR 'randomised controlled trial':ab,ti OR 'randomized controlled trial'/exp OR placebo*:ab,ti

4011567

#9

#6 AND #7 – SR’s

14

#10

#6 AND #8 NOT #9 – RCT’s

39

#11

#9 OR #10

53

 

Zoekstrategie Ovid/Medline 16 april 2024

#

Searches

Results

1

Uterine Myomectomy/ or (exp Hysteroscopy/ and (myomectom* or myomatectom* or myomotom*).ti,ab,kf.) or ((hysteroscop* or endoscop*) adj3 (myomectom* or myomatectom* or myomotom*)).ti,ab,kf.

1849

2

exp Outpatients/ or exp Ambulatory Care/ or exp Day Care, Medical/ or ((ambulant* or day*) adj3 (patient* or operation* or care* or clinic* or hospital*)).ti,ab,kf. or out* patient*.ti,ab,kf. or outpatient*.ti,ab,kf. or ambulatory.ti,ab,kf. or policlinic*.ti,ab,kf. or polyclinic*.ti,ab,kf. or surgicenter*.ti,ab,kf.

533300

3

exp "Anesthesia and Analgesia"/ or exp Anesthesia/ or exp Analgesia/ or (pain* adj3 management*).ti,ab,kf. or relief.ti,ab,kf. or anesthe*.ti,ab,kf. or analges*.ti,ab,kf. or analgaes*.ti,ab,kf. or anaesthe*.ti,ab,kf. or narcosis.ti,ab,kf. or narcotic*.ti,ab,kf. or sedation*.ti,ab,kf.

776575

4

2 or 3

1275665

5

1 and 4

228

6

limit 5 to yr="2000 -Current"

219

7

6 not (comment/ or editorial/ or letter/) not ((exp animals/ or exp models, animal/) not humans/)

217

8

meta-analysis/ or meta-analysis as topic/ or (metaanaly* or meta-analy* or metanaly*).ti,ab,kf. or systematic review/ or cochrane.jw. or (prisma or prospero).ti,ab,kf. or ((systemati* or scoping or umbrella or "structured literature") adj3 (review* or overview*)).ti,ab,kf. or (systemic* adj1 review*).ti,ab,kf. or ((systemati* or literature or database* or data-base*) adj10 search*).ti,ab,kf. or ((structured or comprehensive* or systemic*) adj3 search*).ti,ab,kf. or ((literature adj3 review*) and (search* or database* or data-base*)).ti,ab,kf. or (("data extraction" or "data source*") and "study selection").ti,ab,kf. or ("search strategy" and "selection criteria").ti,ab,kf. or ("data source*" and "data synthesis").ti,ab,kf. or (medline or pubmed or embase or cochrane).ab. or ((critical or rapid) adj2 (review* or overview* or synthes*)).ti. or (((critical* or rapid*) adj3 (review* or overview* or synthes*)) and (search* or database* or data-base*)).ab. or (metasynthes* or meta-synthes*).ti,ab,kf.

739750

9

exp clinical trial/ or randomized controlled trial/ or exp clinical trials as topic/ or randomized controlled trials as topic/ or Random Allocation/ or Double-Blind Method/ or Single-Blind Method/ or (clinical trial, phase i or clinical trial, phase ii or clinical trial, phase iii or clinical trial, phase iv or controlled clinical trial or randomized controlled trial or multicenter study or clinical trial).pt. or random*.ti,ab. or (clinic* adj trial*).tw. or ((singl* or doubl* or treb* or tripl*) adj (blind$3 or mask$3)).tw. or Placebos/ or placebo*.tw.

2714120

10

7 and 8 – SR’s

14

11

(7 and 9) not 10 – RCT’s

44

12

10 or 11

58

Volgende:
HMB: Endometriumablatie en TCRP