Extracorporeal cardiopulmonary resuscitation
Uitgangsvraag
Wat is de plaats van extracorporeal cardiopulmonary resuscitation (eCPR) bij patiënten die reanimatie ondergaan?
Aanbeveling
Overweeg extracorporeal cardiopulmonary resuscitation alleen op zeer strikte indicatie (zoals bij jongere patiënten en/of patiënten met een schokbaar ritme) of in trialverband in extracorporele membraanoxygenatie centra.
Overwegingen
Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs
De werkgroep heeft een systematische literatuuranalyse uitgevoerd naar het effect van extracorporeal cardiopulmonary resuscitation (eCPR) als behandeling voor patiënten die een reanimatie ondergaan. Het effect van een behandeling met eCPR op de cruciale uitkomstmaat IC-overleving, ziekenhuis-overleving en 30-daagse overleving is onduidelijk vanwege een zeer lage bewijskracht. De zeer lage bewijskracht wordt onder andere veroorzaakt door risico op bias (vroege beëindiging van studies) en brede betrouwbaarheidsintervallen. Voor de uitkomstmaat 1-jaars overleving werd geen literatuur gevonden. Er bestaat dan ook een kennislacune.
De belangrijke uitkomstmaten kunnen geen richting geven aan de klinische besluitvorming, vanwege een zeer lage bewijskracht voor de uitkomstmaat positieve neurologische uitkomst. Voor de uitkomstmaten kwaliteit van leven en dagen levend buiten het ziekenhuis binnen 1 jaar werd geen literatuur gevonden.
De PICO opgesteld voor het beantwoorden van de vraag of eCPR toegevoegde waarde heeft bij een reanimatie leverde drie gerandomiseerde trials op. Deze beperken zich alle drie tot het effect van eCPR bij out of hospital cardiac arrest (OHCA) patiënten. Het betreft dus een geselecteerde patiëntpopulatie. Chronologisch: the advanced reperfusion strategies for patients with OHCA and refractory Ventricular firbrillation Trial (ARREST) in 2018, the Prague OHCA study in 2020 en de Nederlandse Early initiation of Extracorporeal Life support in refractory OHCA trial (Inception) in 2022 (Belohvlavek, 2022; Suverein, 2023; Yannopoulos, 2020).
Deze studies laten discrepante resulaten zien ten aanzien van primaire uitkomst survival en effectiviteit van eCPR bij OHCA. Verklaring hiervoor zijn te vinden in verschillen in opzet en uitvoering van deze studies. Positieve resultaten uit de Arrest trial (strikte selectie, strikt behandelprotocol, single centre met veel expertise) zijn daarmee niet te vergelijken met de Prague trial (ruimere selectie, single center, strikt behandelprotocol met crossover) en de Inception trail (strikte selectie, geen eenduidig behandelprotocol in 10 cardiothoracale centra in Nederland). Deze 3 goed ontworpen studies adresseren eigenlijk verschillende aspecten van eCPR bij OHCA. Deze verschillen leveren waardevolle informatie op betreffende verschillen in tijd tot canulatie, schokbaar/niet-schokbaar ritme, mechanische CPR, organisatie van reanimatie zorg (incl. post reanimatie), maar maakt conclusies met betrekking tot cruciale uitkomst maat survival moeilijk te vergelijken.
De hoofdonderzoekers van deze 3 RCT’s leggen dat uit in een gezamenlijk review artikel (Ubben, 2023). Er zijn aanwijzingen dat jongere leeftijd en schokbaar ritme (VF) mogelijk een gunstiger uitkomst hebben. Uitkomsten van de 3 studies lenen zich niet voor pooling van data (bijvoorbeeld voor een meta-analyse). De studies leveren informatie op voor nieuwe onderzoeksvragen.
De toegevoegde waarde van ECMO aan huidige (pre)hospitale CPR wordt momenteel in een aantal voornamelijk observationele studies onderzocht. Deze Nederlandse ONSCENE trial (Ali, 2024) poogt met verkorten van de tijd tot starten van de ECMO de cruciale uitkomstmaat survival te verbeteren. De eerste resultaten worden in 2026 verwacht.
Er is behoefte aan meer onderzoek om tot optimaal gebruik van eCPR te komen. Effectiviteit, patiëntselectie, schaalbaarheid, kosten en duurzaamheid zijn nog niet voldoende bekend. Dit geldt ook voor de mogelijk toegevoegde waarde bij donatiezorg; er is beperkte ervaring met orgaantransplantatie na ECMO behandeling.
Waarden en voorkeuren van patiënten (en evt. hun verzorgers)
Patiënten ontvangen bij voorkeur een behandeling met een zo hoog mogelijke overlevingskans en kwaliteit van leven. Voor de uitkomstmaten overleving en kwaliteit van leven na eCPR konden geen conclusies getrokken worden. Momenteel wordt eCPR op basis van lokale expertise en/of in studie verband uitgevoerd. Toekomstige resultaten zullen richting moeten geven aan toegankelijkheid en schaalbaarheid van deze zorg. Een behandeling met eCPR is zeer intensief en invasief, en daarom is het van groot belang continu aandacht te hebben voor optimalisatie van het comfort van de patiënt (zie ook de richtlijn Nazorg en Revalidatie van IC-Patiënten, ‘module preventie van PICS’).
Kosten (middelenbeslag)
De kosten voor eCPR zijn vooralsnog niet duidelijk, maar hoger dan conventionele CPR door meer diagnostiek, mogelijk langere ligduur en revalidatie. Elke toename in overleving leidt ook tot toename van kosten. De kosteneffectiviteitsanalyse van de INCEPTION studie laat een lage waarschijnlijkheid op kosteneffectiviteit van de interventie zien (Delnoij, 2024).
Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie
Inzet van eCPR vergt meer inzet van personeel. Door schaarste van personeel en middelen kan dit intensieve zorg voor andere patiënten verdringen, met name in tijden van hoge IC zorgbehoefte. Gezien de hogere kosten, het complexe karakter van de behandeling en verschil in lokale expertise kan het verschil in toegang tot deze zorg potentieel onrechtvaardig zijn.
Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventies
Gezien de vooralsnog onduidelijke meerwaarde van eCPR vindt de werkgroep dat terughoudendheid gepast is en dat eCPR na zorgvuldig afweging toegepast kan worden in centra die reeds ervaring hebben in eCPR en bij voorkeur in trial verband.
Onderbouwing
Achtergrond
Extracorporeal cardiopulmonary resuscitation (eCPR) is worldwide increasingly used in selected patients and in dedicated centers for resuscitation for cardiac arrest. However, despite using in more and more centers, solid clinical evidence is still missing for appropriate patient selection, timing, and efficacy. As a result, there is a significant variation in the use, availability, experience and clinical management, which is mainly dictated by the local centers experience, availability, and insights of the treating physicians.
Furthermore, lack of patient and society perspectives hampers in depth discussion like long-term treatment goal, quality of life, and end-of-life questions.
Conclusies
Very low GRADE |
The evidence is very uncertain about the effect of eCPR treatment on in hospital survival when compared to standard advanced cardiac life support in patients with out of hospital cardiac arrest.
Source: Yannopoulos, 2020; Suverein, 2023 |
Very Low GRADE |
The evidence is very uncertain about the effect of eCPR treatment on ICU survival when compared to standard advanced cardiac life support in patients with out of hospital cardiac arrest.
Source: Suverein, 2023 |
Very low GRADE |
The evidence is very uncertain about the effect of eCPR treatment on 30-day survival when compared to standard advanced cardiac life support in patients with out of hospital cardiac arrest. Source: Yannopoulos, 2020; Belohvlavek, 2022 |
No GRADE |
No literature was found about the effect of eCPR treatment on one year survival when compared with standard advanced cardiac life support in patients with out of hospital cardiac arrest. |
Very low GRADE |
The evidence is very uncertain about the effect of eCPR treatment on favourable neurological state when compared to standard advanced cardiac life support in patients with out of hospital cardiac arrest.
Source: Belohvlavek, 2022; Suverein, 2023 |
No GRADE |
No literature was found about the effect of eCPR treatment on Quality of Life when compared with standard advanced cardiac life support in patients with indication ‘cardiac arrest’. |
No GRADE |
No literature was found about the effect of eCPR treatment on days alive and out of hospital after 1 year when compared with standard advanced cardiac life support in patients with indication ‘cardiac arrest’. |
Samenvatting literatuur
Description of studies
Yannopoulos (2020) conducted a phase 2, single centre, open-label RCT on city level to assess the safety and efficacy of Extra Corporeal Membrane Oxygenation (ECMO) resuscitation compared with standard advanced cardiac life support (ACLS) in patients with an out-of-hospital cardiac arrest. In contrast to the ECMO group, who received immediate care in the cardiac catheterisation laboratory, patients in the control group stayed in the emergency department and received care according to the clinical protocol. In total, 15 patients were randomized to ECMO treatment and 15 to ACLS. Groups were comparable at baseline for age (59y for intervention group range 43-73 and 58 for control group range 36-71). Percentage of men in the intervention group was 93% compared to 73% in the control group. The study was terminated early after the analyses of the first 30 randomized patients (out of the precalculated 77 patients), because results pointed to a superiority of ECMO.
Belohvlavek (2022) conducted a single centre RCT on city level to compare an invasive treatment strategy using mechanical compression, followed by intra-arrest transport to the cardiac centre for extracorporeal cardiopulmonary resuscitation (eCPR) and treatment, and on-site regular cardiac life support. Only patients with witnessed out-of-hospital cardiac arrest of presumed cardiac etiology were included. The control group received drugs and defibrillations. Patients were only transported to the hospital if return of spontaneous circulation was achieved. A cross over from the standard group to the invasive strategy group (and vice versa) was allowed in selected patients. This decision was left to the discretion of the physicians. In total, 124 patients were randomized to receive eCPR treatment and 132 to standard treatment. Although baseline characteristics seem comparable, not all data were available since baseline data were requested post eCPR. The mean age in the intervention group was 59 years (48-66) and in control group 57 years (47-65). Percentage of men in the intervention group was 82%, compared to 83% in the control group. Primary outcome was a good neurological function (CPC 1-2) at 180 days. Patients were followed for 180 days or until death. The study was terminated early (after 256 participants) because the primary endpoint intersected a pre-specified stopping rule for futility (n=285).
Suverein (2023) performed a multicentre RCT on national level with an adaptive design (allowing change of sample size according to pre-planned interim analysis) comparing eCPR with conventional CPR to assess survival with a favourable neurologic outcome. Patients with refractory out-of-hospital cardiac arrest and an initial ventricular arrhythmia were included. In total, 70 patients were randomized to the eCPR group, and 64 patients received conventional CPR. Groups were comparable at baseline for age (54y; SD+12 for the intervention group versus 57±10 in the control group) and sex (90% in intervention group versus 89% in the control group). The study followed a pre-specified stopping rule but was not terminated earlier. The primary outcome was survival with a favourable neurological outcome (CPC 1-2) at 30 days. All cross overs were allowed, however intention to treat analysis was performed.
Results
According to Ubben (2023), results of the three included studies could not be pooled. Yannopulos (2020) used strict selection criteria and treated patients with seasoned eCPR experts. Belohvlavek (2022) used less strict selection criteria as also patients with a non-shockable rhythm were included and treated patients with a small highly dedicated team. Suverein (2023) used strict selection criteria, but was more pragmatic in design without a specific eCPR protocol used in each participating center.
Survival
In hospital survival
Two studies reported in-hospital survival. Yannopoulos (2020) reported an in-hospital survival of 6/14 (43%) after extracorporeal cardiopulmonary resuscitation (eCPR) versus 1/15 (7%) in the control group (RR 6.43; 95%CI 0.88 to 46.92).
Suverein (2023) reported survival to hospital discharge of 14/70 (20%) after eCPR versus 13/64 (20%) in the control group (RR 0.98; 95%CI 0.50 to 1.93).
ICU survival
One study reported survival to ICU discharge. Suverein (2023) reported ICU survival of 14/70 (20%) in the intervention groups versus 15/64 (23%) in the control group (RR 0.85; 95%CI 0.45 to 1.63).
30-day survival
Two studies reported 30-day survival. Belohvlavek (2022) reported a survival of 52/124 (42%) in the intervention group versus 43/132 (33%) in the control group (RR 1.29; 95%CI 0.93 to 1.77).
Yannopoulos (2020), reported a 30-day survival of 6/15 (40%) in the intervention group versus 1/15 (7%) in the control group (RR: 6.00; 95%CI: 0.82-44.00)
1-year survival
Included studies did not report 1-year survival.
Favourable neurological state
Three studies reported favourable neurological state. Results are shown in table 1.
Table 1: favourable neurological results (CPC≤2)
Study |
Intervention group n/N (%) |
Control group RR n/N (%) |
RR (95%CI) |
30-day |
|
|
|
Belohvlavek (2022) |
38/124 (30.6%) |
24/132 (18.2%) |
1.69 (1.08 to 2.64) |
Suverein (2023) |
14/70 (20%) |
10/62 (16%) |
1.24 (0.59 to 2.59) |
3 months |
|
|
|
Suverein (2023) |
12/68 (18%) |
9/63 (14%) |
1.24 (0.56 to 2.73) |
6 months |
|
|
|
Behohvlavek (2022) |
39/124 (31.5%) |
29/132 (22%) |
1.43 (0.95 to 2.16) |
Suverein (2023) |
14/70 (20%) |
10/63 (16%) |
1.26 (0.60 to 2.63). |
Quality of life
Included studies did not report Quality of Life.
Days alive and out of hospital after 1 year
Included studies did not report days alive and out of hospital after 1 year.
Level of evidence of the literature
The level of evidence regarding the outcome measure in hospital survival in strictly selected patients treated by an experienced team was downgraded by three levels to very low because of early termination of study (-1, risk of bias) and wide confidence intervals crossing both borders of clinical relevance (-2, imprecision).
The level of evidence regarding the outcome measure in hospital survival in strictly selected patients treated with lower flow and cannulation times was downgraded by three levels to very low because very wide confidence intervals crossing both borders of clinical relevance (-3, imprecision).
The level of evidence regarding the outcome measure ICU survival in hospital survival in strictly selected patients treated with lower flow and cannulation times was downgraded by three levels to very low because of very wide confidence intervals crossing both borders of clinical relevance (-3, imprecision).
The level of evidence regarding the outcome measure 30-day survival in less strictly selected patients treated by an experienced team was downgraded by three levels to very low because of early termination of study and (-1, risk of bias), and wide confidence intervals crossing both borders of clinical relevance (-2, imprecision).
The level of evidence regarding the outcome measure 30-day survival in strictly selected patients treated by an experienced team was downgraded by three levels to very low because of early termination of study and (-1, risk of bias), and wide confidence intervals crossing both borders of clinical relevance (-2, imprecision).
The level of evidence regarding the outcome measure one year survival was not reported and therefore could not be assessed with GRADE.
The level of evidence regarding the outcome measure favourable neurological outcome at state 30 days and six months in less strictly selected patients treated by an experienced team was downgraded by three levels to very low because of risk of study design e.g. early termination (-1, risk of bias) and a low number of events in a small sample size (-2 imprecision)
The level of evidence regarding the outcome measure favourable neurological state three months in less strictly selected patients treated by an experienced team was not reported and could therefore not be assessed with GRADE.
The level of evidence regarding the outcome measure favourable neurological state after 30 days, three months and six months survival in strictly selected patients treated with lower flow and cannulation times was downgraded by three levels to very low because very wide confidence intervals (-3, imprecision)
Quality of life and days alive and out of hospital after 1 year were not reported and could therefore not be assessed with GRADE.
Zoeken en selecteren
A systematic review of the literature was performed to answer the following question: What is the efficacy of treatment with extracorporeal cardiopulmonary resuscitation eCPR compared to no eCPR in patients that underwent reanimation?
P: Patients that underwent reanimation
I: Extracorporeal cardiopulmonary resuscitation (eCPR)
C: No eCPR (standard resuscitation)
O: Survival, favourable neurological state, quality of life and days alive and out of hospital.
Relevant outcome measures
The guideline development group considered survival as a critical outcome measure for decision making; and favourable neurological state, quality of life and days alive and out of hospital as an important outcome measure for decision making.
The working group defined the outcomes measures as follows:
- Survival reported as events
- In-hospital survival
- ICU survival
- 30-day survival
- 1-year survival
- Favourable neurological state:
- Cerebral Performance Category (CPC) scale, using a 5-point scale
- Modified Rankin Scale (mRS), using a 6-point scale. For both scales, lower scores (≤2) indicate favourable neurological outcomes.
- Quality of Life score measured by a validated questionnaire
- Days alive and out of hospital measured at one year
The working group defined clinical relevance boundaries as follows:
- Survival: 0.95 ≥ RR ≥ 1.05
- Favourable neurological state: 0.95 ≥ RR ≥ 1.05
- Quality of life: 20% of the of the maximum score of a validated scale
- Days alive and out of hospital: mean difference between treatments of 30 days
Search and select (Methods)
The databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) were searched with relevant search terms from 2005 until 7th of December 2022. The search was then updated from the 8th of December until the 10th of July 2023. The detailed search strategy is depicted under the tab Methods. It was a combined search for Veno-Arterial Extra Corporeal Membrane Oxygenation (VA-EMCO) and eCPR. The systematic literature search resulted in 472 hits. Studies were selected based on the following criteria:
- Systematic review (searched in at least two databases, and detailed search strategy, risk of bias assessment and results of individual studies available) or randomized controlled trial (RCT) comparing extracorporeal cardiopulmonary resuscitation (eCPR) with standard treatment (CPR).
- Included patient that underwent reanimation.
- Patients aged ≥ 18 years.
- At least one of the following outcomes: survival, neurological state defined by Modified Rankin Scale or CPC score, Quality of Life, days alive and out of hospital.
- Follow-up periods of 30 days and 1 year for survival (also in hospital or ICU) and 1 year for Quality of Life, favourable neurological state, days alive and out of hospital.
- Full-text English language publication.
48 studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, 45 studies were excluded (see the table with reasons for exclusion under the tab Methods). Three studies were included for the literature review about eCPR.
Results
Three studies were included in the analysis of the literature. Important study characteristics and results are summarized in the evidence tables. The assessment of the risk of bias is summarized in the risk of bias tables.
Referenties
- Ali S, Moors X, van Schuppen H, Mommers L, Weelink E, Meuwese CL, Kant M, van den Brule J, Kraemer CE, Vlaar APJ, Akin S, Lansink-Hartgring AO, Scholten E, Otterspoor L, de Metz J, Delnoij T, van Lieshout EMM, Houmes RJ, Hartog DD, Gommers D, Dos Reis Miranda D. A national multi centre pre-hospital ECPR stepped wedge study; design and rationale of the ON-SCENE study. Scand J Trauma Resusc Emerg Med. 2024 Apr 17;32(1):31. doi: 10.1186/s13049-024-01198-x. PMID: 38632661; PMCID: PMC11022459.
- Belohlavek J, Smalcova J, Rob D, Franek O, Smid O, Pokorna M, Horák J, Mrazek V, Kovarnik T, Zemanek D, Kral A, Havranek S, Kavalkova P, Kompelentova L, Tomková H, Mejstrik A, Valasek J, Peran D, Pekara J, Rulisek J, Balik M, Huptych M, Jarkovsky J, Malik J, Valerianova A, Mlejnsky F, Kolouch P, Havrankova P, Romportl D, Komarek A, Linhart A; Prague OHCA Study Group. Effect of Intra-arrest Transport, Extracorporeal Cardiopulmonary Resuscitation, and Immediate Invasive Assessment and Treatment on Functional Neurologic Outcome in Refractory Out-of-Hospital Cardiac Arrest: A Randomized Clinical Trial. JAMA. 2022 Feb 22;327(8):737-747. doi: 10.1001/jama.2022.1025. PMID: 35191923; PMCID: PMC8864504.
- Delnoij TSR, Suverein MM, Essers BAB, Hermanides RC, Otterspoor L, Elzo Kraemer CV, Vlaar APJ, van der Heijden JJ, Scholten E, den Uil C, Akin S, de Metz J, van der Horst ICC, Maessen JG, Lorusso R, van de Poll MCG; INCEPTION-investigators. Cost-effectiveness of extracorporeal cardiopulmonary resuscitation vs. conventional cardiopulmonary resuscitation in out-of-hospital cardiac arrest: a pre-planned, trial-based economic evaluation. Eur Heart J Acute Cardiovasc Care. 2024 Jun 30;13(6):484-492. doi: 10.1093/ehjacc/zuae050. PMID: 386522
- Lackermair K, Brunner S, Orban M, Peterss S, Orban M, Theiss HD, Huber BC, Juchem G, Born F, Boulesteix AL, Bauer A, Pichlmaier M, Hausleiter J, Massberg S, Hagl C, Guenther SPW. Outcome of patients treated with extracorporeal life support in cardiogenic shock complicating acute myocardial infarction: 1-year result from the ECLS-Shock study. Clin Res Cardiol. 2021 Sep;110(9):1412-1420. doi: 10.1007/s00392-020-01778-8. Epub 2020 Nov 12. PMID: 33180150.
- Suverein MM, Delnoij TSR, Lorusso R, Brandon Bravo Bruinsma GJ, Otterspoor L, Elzo Kraemer CV, Vlaar APJ, van der Heijden JJ, Scholten E, den Uil C, Jansen T, van den Bogaard B, Kuijpers M, Lam KY, Montero Cabezas JM, Driessen AHG, Rittersma SZH, Heijnen BG, Dos Reis Miranda D, Bleeker G, de Metz J, Hermanides RS, Lopez Matta J, Eberl S, Donker DW, van Thiel RJ, Akin S, van Meer O, Henriques J, Bokhoven KC, Mandigers L, Bunge JJH, Bol ME, Winkens B, Essers B, Weerwind PW, Maessen JG, van de Poll MCG. Early Extracorporeal CPR for Refractory Out-of-Hospital Cardiac Arrest. N Engl J Med. 2023 Jan 26;388(4):299-309. doi: 10.1056/NEJMoa2204511. PMID: 36720132.
- Ubben JFH, Heuts S, Delnoij TSR, Suverein MM, van de Koolwijk AF, van der Horst ICC, Maessen JG, Bartos J, Kavalkova P, Rob D, Yannopoulos D, B?lohlávek J, Lorusso R, van de Poll MCG. Extracorporeal cardiopulmonary resuscitation for refractory OHCA: lessons from three randomized controlled trials-the trialists' view. Eur Heart J Acute Cardiovasc Care. 2023 Aug 24;12(8):540-547. doi: 10.1093/ehjacc/zuad071. PMID: 37480551; PMCID: PMC10449372.
- Yannopoulos D, Bartos J, Raveendran G, Walser E, Connett J, Murray TA, Collins G, Zhang L, Kalra R, Kosmopoulos M, John R, Shaffer A, Frascone RJ, Wesley K, Conterato M, Biros M, Tolar J, Aufderheide TP. Advanced reperfusion strategies for patients with out-of-hospital cardiac arrest and refractory ventricular fibrillation (ARREST): a phase 2, single centre, open-label, randomised controlled trial. Lancet. 2020 Dec 5;396(10265):1807-1816. doi: 10.1016/S0140-6736(20)32338-2. Epub 2020 Nov 13. PMID: 33197396; PMCID: PMC7856571.
Evidence tabellen
Study reference |
Study characteristics |
Patient characteristics |
Intervention (I) |
Comparison / control (C)
|
Follow-up |
Outcome measures and effect size |
Comments |
Yannopoulos, D. 2020 |
Type of study: a phase 2, single centre, open -label, adaptive, safety and efficacy randomised controlled trial.
Setting and country: USA, University of Minnesota Medical Center
Funding and conflicts of interest: Funding National Heart, Lung, and Blood Institute. The funder had no role in study design. |
Inclusion criteria: -Adults aged 18-75 years -Presenting to University of Minnesota Medical Center -Out of Hospital Cardiac Arrest (OHCA) - automated cardiopulmonary resuscitation with a Lund University Cardiac Arrest System (body morphology able to accommodate a Lund University Cardiopulmondary Assist System). Exclusion criteria: Exclusion criteria included valid do not resuscitate orders; blunt, penetrating, or burn-related injury; drowning; known overdose; known pregnancy; being a prisoner; being a nursing home resident; presence of an opt-out study bracelet; unavailability of the catheterisation laboratory; terminal cancer; absolute contraindications to emergent angiography; contrast allergies; and active gastrointestinal or internal bleeding.
N total at baseline: Intervention: 15 Control: 15
Important prognostic factors2: age ± SD: I: 59 (43-73) C: 58 (36-71)
Sex: I: %93 M C: %73 M
Groups comparable at baseline? Yes
|
Extracorporeal membrane oxygenation (ECMO)-facilitated resuscitation.
As described in the trial Yannopoulos D, Kalra R, Kosmopoulos M, et al. Rationale and methods of the Advanced R2Eperfusion STrategies for refractory cardiac arrest (ARREST) trial. Am Heart J 2020; 229: 29– 39. [PubMed: 32911433] |
Standard advanced cardiac life support (ACLS) treatment.
In patients without pulses, the protocol dictated that the emergency department team continued treatment for at least 15 min after arrival to the department or for at least 60 min after the 911 call. |
Length of follow-up: 6 months
Loss-to-follow-up: Intervention N (%) 1/15 (percentage) Reasons (describe)
Control: N (%) 0 Reasons (describe). NA
Incomplete outcome data: Intervention: N (%) 0 Reasons (describe) NA
Control: N (%)15/15 (percentage) Reasons (describe): All patients died before the third month.
|
Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):
Survival Survival (in hospital) n/N, % (RR, 95%CI) I 6/14, 43% (RR 6.43; 95%CI 0.88 to 46.92)
Risk difference (RD, 95%CI)
ICU survival Not reported
30 d survival (RR: 6.00; 95%CI: 0.82-44.00)
All primary analysis were done on an intention to treat basis. 1 year survival
Favourable neurological status - Not reported
Quality of life (1 year) Not reported
Days alive and out of hospital (1 year). **Safety not defined. However, serious adverse events were measured (table 3) |
The study was terminated at the first preplanned interim analysis after unanimous recommendation from the Data Safety Monitoring Board after enrolling 30 patients because the posterior probability of ECMO superiority exceeded the prespecified monitoring boundary.
Intention to treat analysis was performed.
Higher number of male in intervention group compared to normal population. |
Belohvlavek 2022 |
Type of study: Single-center randomized clinical trial
Setting and country: Czech Republic, Prague
Funding and conflicts of interest:
|
Inclusion criteria: -Adults aged 18 to 65 years -receiving ongoing resuscitation - witnessed OHCA of presumed cardiac etiology a minimum of 5 minutes of advanced cardiac life support without ROSC cardiac center
Exclusion criteria: Patients who had unwitnessed cardiac arrest or presumed noncardiac cause, -had suspected or confirmed pregnancy, -attained ROSC within 5 minutes during initial resuscitation, comorbidities, order, Category (CPC) 3 or greater
N total at baseline: Intervention: 124 Control: 132
Important prognostic factors2: age (IQR)
Sex: I: 82%M C: 83%M
Groups comparable at baseline? Yes |
Patients received mechanical compression (using LUCAS, Lund University Cardiac Arrest System; Physio-Control Inc/Jolife AB, Lund, Sweden) followed by intra-arrest transport to a cardiac center for ECPR and immediate invasive assessment and treatment. Hyperinvasive approach to out-of-hospital cardiac arrest using mechanical chest compression device, prehospital intraarrest cooling, extracorporeal life support and early invasive assessment compared to standard of care: a randomized parallel groups comparative study proposal. J Transl Med. 2012;10: 163. doi:10.1186/1479-5876-10-163 |
Patients received continued advanced cardiac life support on site. Drugs, further defibrillations, or other interventions followed recommended guidelines. If ROSC was achieved, transport to the hospital was initiated and an early invasive strategy (ie, coronary angiography) was encouraged. |
Length of follow-up: 180 days
Loss-to-follow-up: Intervention: N (%) 0 Reasons (describe) NA
Control: N (%) 0 Reasons (describe) - NA
Incomplete outcome data: Intervention: 0 N (%) NA Reasons (describe)
Control: N (%) 0 Reasons (describe) NA |
Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):
Crucial
Survival In hospital survival
ICU survival Not reported 1 year survival
Important
Favourable neurological status
OR 1.99 [1.11- to 3.57]
RD 12.4% [1.9%-22.7%, P=0.02]
OR 1.63 [0.93- to 2.85]
RD 9.5% [-1.3%-20.1%, P=0.09]
|
Study was not focussed on mortality data.
Study was terminated earlier because the standardized test statistics for results of primary end point in the study intersected a prespecified stopping rule for futility at n = 256.
Cross over of patients took place (total of n=20, 7.6%). However, in the main analysis patients were analysed according to the randomization group (intention to treat).
|
Suverein, 2023
|
Type of study: Multicenter randomized, controlled trial (with an adaptive design).
Setting and country: The Netherlands, Maastricht
Funding and conflicts of interest: Authors declare no conflict of interest
|
Inclusion criteria: -between 18 and 70 years of age, -witnessed and had received bystander CPR, - refractory out-of-hospital cardiac arrest -Had an initial ventricular arrhythmia -and did not have a return of spontaneous circulation within 15 minutes after CPR had been initiated
Exclusion criteria: -Return of spontaneous circulation with sustained hemodynamic recovery within 15 minutes.
N total at baseline: Intervention: 70 Control: 64
Important prognostic factors2: age (+SD)
Sex: I: 90%M C: 89%M
Groups comparable at baseline? Yes |
Extracorporeal CPR (eCPR)
eCPR was performed with the use of Cardiohelp System and HLS Set Advanced 7.0 and 5.0 (Getinge) according to local institutional protocols. Postresuscitation care including targeted temperature management and extracorporeal circulation management, was delivered according to current guidelines and institutional protocols.
As described in Bol ME, Suverein MM, Lorusso R, et al. Early initiation of extracorporeal life support in refractory out-of-hospital cardiac arrest: design and rationale of the INCEPTION trial. Am Heart J 2019; 210: 58-68.
|
Conventional CPR (standard advanced cardiac life support). |
Length of follow-up: 12 months
Loss-to-follow-up: Intervention N (%) 0 Reasons (describe) NA
Control: N (%) 2/64 Reasons (describe) One patient withdrew consent for the use of data before the 30 day follow-up. Other patient was not assessed by an independent neurologist at 30 days.
Incomplete outcome data: Intervention: N (%) 0 Reasons (describe) NA
Control: N (%): 2 Reasons (describe): NA Patient who withdrew and patient who was not assessed by an independent neurologist. |
Outcome measures and effect size (include 95%CI and p-value if available):
Crucial
Survival (RR 0.98; 95%CI 0.50 to 1.93).
ICU survival I: 14/70, 20% C: 15/64 (23%)
1 year survival Not reported
Important
Favourable neurological status C: 10/62, 16% OR: 1.4 [0.5 to 3.5, P=0.52];
RD 1.05 [0.97 to 1.13]
I: 12/68, 18% C: 9/63, 14% OR: 1.5 [0.6 to 3.8];
I: 14/70, 20% C: 10/63, 16% OR: 1.3 [0.5 to 3.3];
|
Adaptive study design with interim analysis
Cross over of patients took place(n=3). Data was analysed according to intention to treat analysis.
Unclearified loss of patients (ECPR group has 68 (out of 70) patients at 3 months survival)
Higher number of male in intervention and control group compared to normal population. |
List of abbreviations:
OHCA: out of hospital cardiac arrest
ROSC: return of spontaneous circulation
ACLS: Standard advanced cardiac life support
ECPR: Extracorporeal CPR
CPC: cerebral performance score
mRS: modified rankin score
Risk of Bias Table
Study reference
(first author, publication year) |
Was the allocation sequence adequately generated?
Definitely yes Probably yes Probably no Definitely no |
Was the allocation adequately concealed?
Definitely yes Probably yes Probably no Definitely no |
Blinding: Was knowledge of the allocated interventions adequately prevented?
Were patients blinded?
Were healthcare providers blinded?
Were data collectors blinded?
Were outcome assessors blinded?
Were data analysts blinded?
Definitely yes Probably yes Probably no Definitely no |
Was loss to follow-up (missing outcome data) infrequent?
Definitely yes Probably yes Probably no Definitely no |
Are reports of the study free of selective outcome reporting?
Definitely yes Probably yes Probably no Definitely no |
Was the study apparently free of other problems that could put it at a risk of bias?
Definitely yes Probably yes Probably no Definitely no |
Overall risk of bias If applicable/necessary, per outcome measure
LOW Some concerns HIGH
|
Yannopoulos, 2020 |
Definitely yes;
Reason: schedule was generated by Statisctical Data and Coordinating Center, with use of standard random number generator in R, with random permutations in blocks of two, four and six. |
Definitely yes;
Reason: physical layer with opaque layer to determine assignment. Researchers had no access to patients randomly assignment. |
Probably no;
Reason: Patients not mentioned. Health care providers and researchers: were masked for the randomization process. However, treatment by ECMO – facilitated resuscitation or standard ACLS treatment was not masked.
Outcomes assessors partly blinded: functional assessment was done by research nurses who were masked. Collection of survival data (primary outcome) not mentioned.
Data analysing: not mentioned. |
Probably no;
Reason: One loss to follow-up – withdrew consent, 3 days after randomisation. |
Probably yes;
Reason: no selective reporting was found |
Definitely no;
Reason: Early terminated study.
ITT was performed for primary analysis.
High number of male in intervention group compared to control.
|
In hospital survival 30 d mortality |
Belohlavek, 2022 |
Probably yes;
Reason: Schedule was generated by a web based secured randomization system from the Institute of Biostatistics and Analyses, Faculty of Medicine, Masaryk University, Brno. Patients were randomly assigned in 4 strata with block size of 8. |
Probably yes;
Reason: A telephone connection was subsequently established during the ongoing chest compressions between the cardiac center coordinator and the physician or paramedic on scene (randomization call). |
Probably no;
Reason:
Health care personel : not mentioned, but probably not blinded (because of phone contact)
Patients: not mentioned, probably not blinded
Researchers: mentioned that they were blinded to the randomization
Outcome assessors: Was assessed by a neurologist in a blinded fashion
Data analyst: not mentioned.
A side note is however that: the team, including study coordinator, intensivist, perfusionist (a specialist responsible for an ECLS), interventional cardiologist, study data manager, and interventional and intensive care unit nurses simultaneously prepared all the necessary equipment
|
Probably yes;
|
Probably yes;
Reason: No selective reporting was found |
Definitely no;
Reason: Early terminated study.
Some bassline characteristics were obtained later and were therefore not available during initial treatment. The study does not discuss further influence of this on the results.
Blinding was not further clearified. |
30 d survival
Favourable neurological status - CPC at 30 days and 6 months |
Suverein, 2023 |
Definitely yes;
Reason: Stratifying was done by smartphone app |
Probably no;
Reason: The authors state that masking of treatment assignments was impossible and that this lead to cross over of three patients. |
Probably no;
Were healthcare providers blinded?
Were data collectors blinded?
Were outcome assessors blinded?
Were data analysts blinded? |
Probably no?
|
Probably yes:
Reason: survival measurements are not consistently used. Methods description mentions two times 30-day survival, and lacks 3 months survival. Number of death/survival after hospital discharge was not mentioned either. |
Definitely no:
Cross over (n=3, from control to intervention) but intention to treat was performed.
Table 4 shows unclearified loss of patients (ECPR group has 68 (out of 70) patients at 3 months survival)
High numbers of male in control and intervention group, results might therefore not be generalizable.
|
In hospital survival
ICU survival LOW Important
Favourable neurological status - CPC at 30 days, 3 months and 6 months
|
Table of excluded studies
Reference |
Reason for exclusion |
Alfalasi R, Downing J, Cardona S, Lowie BJ, Fairchild M, Chan C, Powell E, Pourmand A, Grazioli A, Tran QK. A Comparison between Conventional and Extracorporeal Cardiopulmonary Resuscitation in Out-of-Hospital Cardiac Arrest: A Systematic Review and Meta-Analysis. Healthcare (Basel). 2022 Mar 21;10(3):591. doi: 10.3390/healthcare10030591. PMID: 35327068; PMCID: PMC8955421.
|
RCTs individual in included in current literature review
|
Kaso ER, Pan JA, Salerno M, Kadl A, Aldridge C, Haskal ZJ, Kennedy JLW, Mazimba S, Mihalek AD, Teman NR, Giri J, Aronow HD, Sharma AM. Venoarterial Extracorporeal Membrane Oxygenation for Acute Massive Pulmonary Embolism: a Meta-Analysis and Call to Action. J Cardiovasc Transl Res. 2022 Apr;15(2):258-267. doi: 10.1007/s12265-021-10158-0. Epub 2021 Jul 19. PMID: 34282541; PMCID: PMC8288068. |
Wrong study design: No RCTs included |
Scquizzato T, Bonaccorso A, Consonni M, Scandroglio AM, Swol J, Landoni G, Zangrillo A. Extracorporeal cardiopulmonary resuscitation for out-of-hospital cardiac arrest: A systematic review and meta-analysis of randomized and propensity score-matched studies. Artif Organs. 2022 May;46(5):755-762. doi: 10.1111/aor.14205. Epub 2022 Feb 23. PMID: 35199375; PMCID: PMC9307006.
|
RCTs individual in included in current literature review
|
Karami M, Mandigers L, Miranda DDR, Rietdijk WJR, Binnekade JM, Knijn DCM, Lagrand WK, den Uil CA, Henriques JPS, Vlaar APJ; DUTCH ECLS Study Group. Survival of patients with acute pulmonary embolism treated with venoarterial extracorporeal membrane oxygenation: A systematic review and meta-analysis. J Crit Care. 2021 Aug;64:245-254. doi: 10.1016/j.jcrc.2021.03.006. Epub 2021 Mar 24. PMID: 34049258. |
Wrong study design: No RCTs included |
Wyckoff MH, Singletary EM, Soar J, Olasveengen TM, et al.; COVID-19 Working Group. 2021 International Consensus on Cardiopulmonary Resuscitation and Emergency Cardiovascular Care Science With Treatment Recommendations: Summary From the Basic Life Support; Advanced Life Support; Neonatal Life Support; Education, Implementation, and Teams; First Aid Task Forces; and the COVID-19 Working Group. Resuscitation. 2021 Dec;169:229-311. doi: 10.1016/j.resuscitation.2021.10.040. Epub 2021 Nov 11. PMID: 34933747; PMCID: PMC8581280. |
Wrong study design: Refers to Bierens 2021 (excluded in ti,ab selection) |
Mariani S, Richter J, Pappalardo F, Bělohlávek J, Lorusso R, Schmitto JD, Bauersachs J, Napp LC. Mechanical circulatory support for Takotsubo syndrome: a systematic review and meta-analysis. Int J Cardiol. 2020 Oct 1;316:31-39. doi: 10.1016/j.ijcard.2020.05.033. Epub 2020 May 28. PMID: 32473281. |
Re-analysis of primary study data |
Miraglia D, Miguel LA, Alonso W. The evolving role of novel treatment techniques in the management of patients with refractory VF/pVT out-of-hospital cardiac arrest. Am J Emerg Med. 2020 Mar;38(3):648-654. doi: 10.1016/j.ajem.2019.11.003. Epub 2019 Nov 18. PMID: 31836341. |
Wrong study design: No quality assesment performed |
Miraglia D, Miguel LA, Alonso W. Extracorporeal cardiopulmonary resuscitation for in- and out-of-hospital cardiac arrest: systematic review and meta-analysis of propensity score-matched cohort studies. J Am Coll Emerg Physicians Open. 2020 May 28;1(4):342-361. doi: 10.1002/emp2.12091. PMID: 33000057; PMCID: PMC7493557. |
Wrong study design: No RCTs included |
Miraglia D, Miguel LA, Alonso W. Long-term neurologically intact survival after extracorporeal cardiopulmonary resuscitation for in-hospital or out-of-hospital cardiac arrest: A systematic review and meta-analysis. Resusc Plus. 2020 Dec 11;4:100045. doi: 10.1016/j.resplu.2020.100045. PMID: 34223320; PMCID: PMC8244502. |
Wrong study design: No RCTs included |
Modarresi M, Amro A, Amro M, Sobeih A, Okoro U, Mansoor K, Rueda C, Elhamdani R, BenHamed N, Kocher T, Elhamdani M. Management of Cardiogenic Shock due to Thyrotoxicosis: A Systematic Literature Review. Curr Cardiol Rev. 2020;16(4):326-332. doi: 10.2174/1573403X16666200313103657. PMID: 32167428; PMCID: PMC7903499. |
Wrong study design: review of case reports |
Chen Z, Liu C, Huang J, Zeng P, Lin J, Zhu R, Lu J, Zhou Z, Zuo L, Liu G. Clinical Efficacy of Extracorporeal Cardiopulmonary Resuscitation for Adults with Cardiac Arrest: Meta-Analysis with Trial Sequential Analysis. Biomed Res Int. 2019 Jul 9;2019:6414673. doi: 10.1155/2019/6414673. PMID: 31360719; PMCID: PMC6652040. |
Wrong study design: No RCTs included |
Twohig CJ, Singer B, Grier G, Finney SJ. A systematic literature review and meta-analysis of the effectiveness of extracorporeal-CPR versus conventional-CPR for adult patients in cardiac arrest. J Intensive Care Soc. 2019 Nov;20(4):347-357. doi: 10.1177/1751143719832162. Epub 2019 Mar 4. PMID: 31695740; PMCID: PMC6820228. |
Wrong study design: No RCTs included |
Urban M, Siddique A, Merritt-Genore H, Um J. What are the results of venoarterial extracorporeal membrane oxygenation bridging to heart transplantation? Interact Cardiovasc Thorac Surg. 2019 Oct 1;29(4):632-634. doi: 10.1093/icvts/ivz096. PMID: 31321425. |
Wrong study design: No RCTs included |
Holmberg MJ, Geri G, Wiberg S, Guerguerian AM, Donnino MW, Nolan JP, Deakin CD, Andersen LW; International Liaison Committee on Resuscitation’s (ILCOR) Advanced Life Support and Pediatric Task Forces. Extracorporeal cardiopulmonary resuscitation for cardiac arrest: A systematic review. Resuscitation. 2018 Oct;131:91-100. doi: 10.1016/j.resuscitation.2018.07.029. Epub 2018 Jul 29. PMID: 30063963; PMCID: PMC6441971. |
Wrong study design: No RCTs included |
den Uil CA, Akin S, Jewbali LS, Dos Reis Miranda D, Brugts JJ, Constantinescu AA, Kappetein AP, Caliskan K. Short-term mechanical circulatory support as a bridge to durable left ventricular assist device implantation in refractory cardiogenic shock: a systematic review and meta-analysis. Eur J Cardiothorac Surg. 2017 Jul 1;52(1):14-25. doi: 10.1093/ejcts/ezx088. PMID: 28472406. |
Wrong study design: No quality assesment |
Wang GN, Chen XF, Qiao L, Mei Y, Lv JR, Huang XH, Shen B, Zhang JS. Comparison of extracorporeal and conventional cardiopulmonary resuscitation: A meta-analysis of 2 260 patients with cardiac arrest. World J Emerg Med. 2017;8(1):5-11. doi: 10.5847/wjem.j.1920-8642.2017.01.001. PMID: 28123613; PMCID: PMC5263037. |
Wrong study design: No RCTs included |
Kim SJ, Kim HJ, Lee HY, Ahn HS, Lee SW. Comparing extracorporeal cardiopulmonary resuscitation with conventional cardiopulmonary resuscitation: A meta-analysis. Resuscitation. 2016 Jun;103:106-116. doi: 10.1016/j.resuscitation.2016.01.019. Epub 2016 Feb 2. PMID: 26851058. |
Wrong study design: No RCTs included |
Ortega-Deballon I, Hornby L, Shemie SD, Bhanji F, Guadagno E. Extracorporeal resuscitation for refractory out-of-hospital cardiac arrest in adults: A systematic review of international practices and outcomes. Resuscitation. 2016 Apr;101:12-20. doi: 10.1016/j.resuscitation.2016.01.018. Epub 2016 Feb 1. PMID: 26836946. |
Wrong study design: No RCTs included |
Ouweneel DM, Schotborgh JV, Limpens J, Sjauw KD, Engström AE, Lagrand WK, Cherpanath TGV, Driessen AHG, de Mol BAJM, Henriques JPS. Extracorporeal life support during cardiac arrest and cardiogenic shock: a systematic review and meta-analysis. Intensive Care Med. 2016 Dec;42(12):1922-1934. doi: 10.1007/s00134-016-4536-8. Epub 2016 Sep 19. PMID: 27647331; PMCID: PMC5106498. |
Wrong study design: No RCTs included for eCPR |
Tramm R, Ilic D, Davies AR, Pellegrino VA, Romero L, Hodgson C. Extracorporeal membrane oxygenation for critically ill adults. Cochrane Database Syst Rev. 2015 Jan 22;1(1):CD010381. doi: 10.1002/14651858.CD010381.pub2. PMID: 25608845; PMCID: PMC6353247. |
Wrogn study design: no relevant studies after 2005 included |
Affas ZR, Touza GG, Affas S. A Meta-Analysis Comparing Venoarterial (VA) Extracorporeal Membrane Oxygenation (ECMO) to Impella for Acute Right Ventricle Failure. Cureus. 2021 Nov 16;13(11):e19622. doi: 10.7759/cureus.19622. PMID: 34956754; PMCID: PMC8674946. |
Wrong study design en intervention: RCTs no quality assessment and VA-ECMO does not directly compare with Impella (ECMO + control versus Impella + control), also animal studies |
Ahn C, Kim W, Cho Y, Choi KS, Jang BH, Lim TH. Efficacy of extracorporeal cardiopulmonary resuscitation compared to conventional cardiopulmonary resuscitation for adult cardiac arrest patients: a systematic review and meta-analysis. Sci Rep. 2016 Sep 23;6:34208. doi: 10.1038/srep34208. PMID: 27659306; PMCID: PMC5034223. |
Wrong study design: No RCTs included |
Al-Fares AA, Randhawa VK, Englesakis M, McDonald MA, Nagpal AD, Estep JD, Soltesz EG, Fan E. Optimal Strategy and Timing of Left Ventricular Venting During Veno-Arterial Extracorporeal Life Support for Adults in Cardiogenic Shock: A Systematic Review and Meta-Analysis. Circ Heart Fail. 2019 Nov;12(11):e006486. doi: 10.1161/CIRCHEARTFAILURE.119.006486. Epub 2019 Nov 13. PMID: 31718322. |
Wrong outcome measurement: data was analysed on basis of LV venting |
Baldetti L, Gramegna M, Beneduce A, Melillo F, Moroni F, Calvo F, Melisurgo G, Ajello S, Fominskiy E, Pappalardo F, Scandroglio AM. Strategies of left ventricular unloading during VA-ECMO support: a network meta-analysis. Int J Cardiol. 2020 Aug 1;312:16-21. doi: 10.1016/j.ijcard.2020.02.004. Epub 2020 Feb 4. PMID: 32057479. |
Wrong outcome measurement: data was analysed on basis of LV venting |
Batchelor RJ, Wheelahan A, Zheng WC, Stub D, Yang Y, Chan W. Impella versus Venoarterial Extracorporeal Membrane Oxygenation for Acute Myocardial Infarction Cardiogenic Shock: A Systematic Review and Meta-Analysis. J Clin Med. 2022 Jul 7;11(14):3955. doi: 10.3390/jcm11143955. PMID: 35887718; PMCID: PMC9317942. |
Wrong study design: no RCT |
Gravesteijn BY, Schluep M, Disli M, Garkhail P, Dos Reis Miranda D, Stolker RJ, Endeman H, Hoeks SE. Neurological outcome after extracorporeal cardiopulmonary resuscitation for in-hospital cardiac arrest: a systematic review and meta-analysis. Crit Care. 2020 Aug 17;24(1):505. doi: 10.1186/s13054-020-03201-0. PMID: 32807207; PMCID: PMC7430015. |
Wrong study design/comparison: No comparison group, articles only about follow up of neurological outcomes after eCPR for in hospital cardiac arrest. |
Mandigers L, Boersma E, den Uil CA, Gommers D, Bělohlávek J, Belliato M, Lorusso R, Dos Reis Miranda D. Systematic review and meta-analysis comparing low-flow duration of extracorporeal and conventional cardiopulmonary resuscitation. Interact Cardiovasc Thorac Surg. 2022 Sep 9;35(4):ivac219. doi: 10.1093/icvts/ivac219. PMID: 36000900; PMCID: PMC9491846. |
Wrong outcome measurement : compare the relation between short term survival curves and low-flow duration of eCPR versus CCPR |
Zhang Q, Han Y, Sun S, Zhang C, Liu H, Wang B, Wei S. Mortality in cardiogenic shock patients receiving mechanical circulatory support: a network meta-analysis. BMC Cardiovasc Disord. 2022 Feb 13;22(1):48. doi: 10.1186/s12872-022-02493-0. PMID: 35152887; PMCID: PMC8842943. |
Wrong study design: no RCT |
Abrams D, MacLaren G, Lorusso R, Price S, Yannopoulos D, Vercaemst L, Bělohlávek J, Taccone FS, Aissaoui N, Shekar K, Garan AR, Uriel N, Tonna JE, Jung JS, Takeda K, Chen YS, Slutsky AS, Combes A, Brodie D. Extracorporeal cardiopulmonary resuscitation in adults: evidence and implications. Intensive Care Med. 2022 Jan;48(1):1-15. doi: 10.1007/s00134-021-06514-y. Epub 2021 Sep 10. PMID: 34505911; PMCID: PMC8429884. |
Wrong study design: Not a systematic review, not a RCT |
Grunau B, Bashir J, Cheung A, Boone R, McDonald K, Scheuermeyer F, Singer J, Jenneson S, Straight R, Twaites B, Harris L, Haig S, Harris D, Vandegriend R, Kanji H, Christenson J. A pragmatic parallel group implementation study of a prehospital-activated ECPR protocol for refractory out-of-hospital cardiac arrest. Resuscitation. 2021 Oct;167:22-28. doi: 10.1016/j.resuscitation.2021.08.004. Epub 2021 Aug 9. Erratum in: Resuscitation. 2021 Dec;169:312-313. PMID: 34384821. |
Wrong study design: No RCT |
Addison D, Cheng E, Forrest P, Livingstone A, Morton RL, Dennis M. Cost-effectiveness of extracorporeal cardiopulmonary resuscitation for adult out-of-hospital cardiac arrest: A systematic review. Resuscitation. 2022 Sep;178:19-25. doi: 10.1016/j.resuscitation.2022.07.010. Epub 2022 Jul 11. PMID: 35835249. |
Wrong outcome: cost effectiveness. Used for 'Overwegingen/Background' |
Ahn C, Kim W, Cho Y, Choi KS, Jang BH, Lim TH. Efficacy of extracorporeal cardiopulmonary resuscitation compared to conventional cardiopulmonary resuscitation for adult cardiac arrest patients: a systematic review and meta-analysis. Sci Rep. 2016 Sep 23;6:34208. doi: 10.1038/srep34208. PMID: 27659306; PMCID: PMC5034223. |
Wrong study design: No RCT included |
Beyea MM, Tillmann BW, Iansavichene AE, Randhawa VK, Van Aarsen K, Nagpal AD. Neurologic outcomes after extracorporeal membrane oxygenation assisted CPR for resuscitation of out-of-hospital cardiac arrest patients: A systematic review. Resuscitation. 2018 Sep;130:146-158. doi: 10.1016/j.resuscitation.2018.07.012. Epub 2018 Jul 11. PMID: 30017957. |
Wrong study design: No RCT included |
Grant C Jr, Richards JB, Frakes M, Cohen J, Wilcox SR. ECMO and Right Ventricular Failure: Review of the Literature. J Intensive Care Med. 2021 Mar;36(3):352-360. doi: 10.1177/0885066619900503. Epub 2020 Jan 22. PMID: 31964208. |
No systematic review |
Grunau B, Hornby L, Singal RK, Christenson J, Ortega-Deballon I, Shemie SD, Bashir J, Brooks SC, Callaway CW, Guadagno E, Nagpal D. Extracorporeal Cardiopulmonary Resuscitation for Refractory Out-of-Hospital Cardiac Arrest: The State of the Evidence and Framework for Application. Can J Cardiol. 2018 Feb;34(2):146-155. doi: 10.1016/j.cjca.2017.08.015. Epub 2017 Sep 9. PMID: 29249614. |
No systematic review: narrative review. |
Miraglia D, Almanzar C, Rivera E, Alonso W. Extracorporeal cardiopulmonary resuscitation for refractory cardiac arrest: a scoping review. J Am Coll Emerg Physicians Open. 2021 Feb 12;2(1):e12380. doi: 10.1002/emp2.12380. PMID: 33615309; PMCID: PMC7880165. |
No systematic review: scoping review. (The primary limitation of the scoping review is that risk of bias and methodological quality are generally not appraised. However eCPR versus no eCPR studies with neurological outcomes. Also forrest plot, BUT compared in adult patients versus out of hospital patients ) |
Prondzinsky R, Werdan K. Extracorporeal life support during cardiac arrest and cardiogenic shock-how good is the evidence really? Ann Transl Med. 2017 Feb;5(3):58. doi: 10.21037/atm.2017.01.30. PMID: 28251137; PMCID: PMC5326650. |
No systematic review: narrative review. |
Chen CY, Tsai J, Hsu TY, Lai WY, Chen WK, Muo CH, Kao CH. ECMO Used in a Refractory Ventricular Tachycardia and Ventricular Fibrillation Patient: A National Case-Control Study. Medicine (Baltimore). 2016 Mar;95(13):e3204. doi: 10.1097/MD.0000000000003204. PMID: 27043684; PMCID: PMC4998545. |
Retrospective database study (propensity score matching). |
Havranek S, Fingrova Z, Rob D, Smalcova J, Kavalkova P, Franek O, Smid O, Huptych M, Dusik M, Linhart A, Belohlavek J. Initial rhythm and survival in refractory out-of-hospital cardiac arrest. Post-hoc analysis of the Prague OHCA randomized trial. Resuscitation. 2022 Dec;181:289-296. doi: 10.1016/j.resuscitation.2022.10.006. Epub 2022 Oct 13. PMID: 36243225. |
Wrong study objective: compares shocable versus non shockable |
Karatolios K, Chatzis G, Markus B, Luesebrink U, Ahrens H, Divchev D, Syntila S, Jerrentrup A, Schieffer B. Comparison of mechanical circulatory support with venoarterial extracorporeal membrane oxygenation or Impella for patients with cardiogenic shock: a propensity-matched analysis. Clin Res Cardiol. 2021 Sep;110(9):1404-1411. doi: 10.1007/s00392-020-01777-9. Epub 2020 Nov 13. PMID: 33185749; PMCID: PMC8405518. |
Wrong study design: no RCT |
Klee TE, Kern KB. A review of ECMO for cardiac arrest. Resusc Plus. 2021 Feb 6;5:100083. doi: 10.1016/j.resplu.2021.100083. PMID: 34223349; PMCID: PMC8244483. |
No RCT or systematic review: Narrative review. Is not specifically about comparing eCPR / ECMO with non eCPR |
Patel JK, Meng H, Qadeer A, Parikh PB. Impact of Extracorporeal Membrane Oxygenation on Mortality in Adults With Cardiac Arrest. Am J Cardiol. 2019 Dec 15;124(12):1857-1861. doi: 10.1016/j.amjcard.2019.09.013. Epub 2019 Sep 25. PMID: 31679644. |
Wrong study design: no RCT |
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 07-11-2024
Laatst geautoriseerd : 07-11-2024
Geplande herbeoordeling : 07-11-2029
De richtlijn zal modulair onderhouden worden in het cluster “Intensive Care” en frequent worden beoordeeld op de geldigheid van de aanbeveling vanaf 2026. Meer informatie over werken in clusters en modulair onderhoud vindt u hier.
Algemene gegevens
De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten die extracorporele membraanoxygenatie (ECMO) ondergaan.
Werkgroep
Dhr. dr. L.C. (Luuk) Otterspoor (voorzitter), cardioloog-intensivist, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven; NVIC
Mw. dr. J.M.D. (Judith) van den Brule, cardioloog-intensivist, Radboudumc, Nijmegen; NVIC
Dhr. drs. C.V. (Carlos) Elzo Kraemer, internist-intensivist, Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden; NVIC
Mw. dr. A. (Annemieke) Oude Lansink-Hartgring, internist-intensivist, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen; NVIC
Dhr. drs. J.E. (Jorge) Lopez Matta, longarts-intensivist, Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden; NVALT
Dhr. dr. M. (Meindert) Palmen, cardiothoracaal chirurg, Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden; NVT
Dhr. dr. K. (Kadir) Çaliskan, cardioloog, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam; NVVC
Dhr. dr. (Krischan) Sjauw (vanaf januari 2023), interventiecardioloog, St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein; NVVC
Dhr. M.A. (Michel) de Jong, klinisch perfusionist, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht; NeSECC
Dhr. drs. E. (Erik) Scholten, anesthesioloog-intensivist, St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein; NVA
Mw. K.S.M. (Kimberley) Amatdasim (vanaf februari 2023), intensive care verpleegkundige, Maastricht UMC+, Maastricht; V&VN
Mw. J. (Juul) van de Steeg (tot 30 oktober 2023), verpleegkundig specialist intensive- en medium care, St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein; V&VN
Mw. J. (José) Joustra, patiëntvertegenwoordiger; FCIC/IC Connect
Klankbordgroep
Dhr. dr. F.J. (Erik) Slim, revalidatiearts, Ziekenhuis Rivierenland, Tiel; VRA
Mw. drs. M.P. (Marijn) Mulder, technisch geneeskundige en docent-onderzoeker, Universiteit Twente, Twente; NVvTG
Dhr. R. (Robert) van der Stoep, fysiotherapeut, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam; KNGF, NVZF
Met ondersteuning van
Mw. drs. I. (Ingeborg) van Dusseldorp, senior medisch informatiespecialist, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
Mw. drs. F.M. (Femke) Janssen, junior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
Mw. dr. J.C. (José) Maas, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
Mw. drs. L.H.M. (Linda) Niesink-Boerboom, medisch informatiespecialist, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Annemieke Oude Lansink - Hartgring |
Intensivist bij Universitair Medisch Centrum Groningen |
Bestuurslid bij Stichting Venticare - vrijwilligersvergoeding |
Geen |
Geen restricties |
Carlos Elzo Kraemer |
Internist-Intensivist volwassen IC, LUMC |
Geen |
Toegevoegd 24-1-24 |
Geen restricties |
Erik Scholten |
Anesthesioloog-intensivist st Antonius ziekenhuis |
Geen |
Deelgenomen aan de INCEPTION trial (rol: lokale onderzoeker, PI Antonius ziekenhuis; geen overkoepelend projectleider) |
Geen restricties |
Jorge E. Lopez Matta |
Longarts-Intensivist. Werkzaam als full time intensivist in het Leids Universitair Medisch Centrum. |
Longarts-intensivist in het LUMC: Betaald. Full time. Behalve regulier IC, ook actief betrokken bij het opstellen van protocollen en onderwijs rondom ECMO en point of care ultrasound. |
Geen |
Geen restricties |
Jose Joustra |
Ervaringsdeskundige |
Communicatiemedewerker gemeente Purmerend |
Geen |
Geen restricties |
Judith van den Brule |
Cardioloog-intensivist Radboudumc |
- |
Geen |
Geen restricties |
Juul van de Steeg, vertrokken 30-10-2023 |
Verpleegkundig Specialist Intensive- en Medium Care |
Literatuur selecteren |
Geen |
Geen restricties |
Kadir Çaliskan |
Cardioloog |
Werkgroep MCS |
Geen |
Geen restricties |
Kimberley Amatdasim |
Intensive Care Verpleegkundige, Maastricht UMC+ |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Krischan Sjauw |
Interventiecardioloog Medisch Centrum Leeuwarden. |
Afgevaardigde NVVC - inhoudelijk voorzitter ZiN/Programma Uitkomstgerichte zorg, project "Samen beslissen in Acuut coronaire syndromen"; vacatie/uren vergoeding |
- 1. Industry initiated international trial Philips/Volcano: DEFINE-GPS trial (ClinicalTrials.gov Identifier: NCT04451044); Multi-center, prospective, randomized controlled study comparing PCI guided by angiography versus iFR Co-Registration using commercially available Philips pressure guidewires and the SyncVision co-registration system, employing an adaptive design study for interim sample size re-estimation; rol Nationale PI en local PI MCL; betaling trial patient fees aan Research afdeling Cardiologie/HAVA.
|
Geen restricties. Onderwerp van industrie gesponsorde onderzoek valt buiten bestek van de richtlijn. |
Luuk Otterspoor (voorzitter) |
Intensivist (50%) Cardioloog (50%), Catharina Ziekenhuis |
Geen |
1EURO-ICE Toegev (restricted grant, geen PI) INCEPTION. Deze werd deels gefinancierd door Getinge. ON SCENE trial, initiatiefnemer is Erasmus MC. |
Geen restricties |
Meindert Palmen |
Cardiothoracaal chirurg LUMC. Uit hoofde van deze functie leid ik het LVAD programma in het LUMC |
Geen. |
Cytosorbents voor inclusie patiënten cytosorb tijdens hartfalen studie. Zoals hierboven aangegeven komen alle financiële vergoedingen ten bate van het afdelingsfonds van de afdeling cardiothoracale chirurgie van het LUMC
|
Geen restricties. Onderwerp van industrie gesponsorde onderzoek valt buiten bestek van de richtlijn. |
Michel de Jong |
Klinisch perfusionist UMCU, betaald ( niet in loondienst maar vanuit de maatschap heartbeat)
|
LVAD specialist, betaald
|
Geen |
Geen restricties |
Erik Slim |
Revalidatiearts |
n.v.t. |
Geen |
Geen restricties
|
Marijn Mulder |
Docent/onderzoeker - Universiteit Twente (1.0 FTE) |
n.v.t. |
Betrokken bij research consultancy voor Maquet Critical Care, AB, maar krijg daarvoor geen persoonlijke vergoeding, deze wordt uitbetaald aan de universiteit.
De scope van dit onderzoeksproject valt buiten de scope van de richtlijn.
|
Geen restricties
|
Robert van der Stoep |
Fysiotherapeut Erasmus Medisch Centrum (36 uur per week, betaald) |
Gastdocent voor het Nederlands Paramedisch Instituut bij verschillende cursussen over fysiotherapie op de IC. (2 à 3 keer per jaar, betaald). |
Visual incentivised and monitored rehabilitation for early mobilisation in the Intensive Care Unit - ICMOVE
|
Geen restricties
|
Valentijn Schweitzer
NVMM heeft zich teruggetrokken uit klankbordgroep, omdat voor NVMM geen relevante modules zijn opgenomen in het definitieve raamwerk |
AIOS MMB |
Geen |
Geen |
Geen restricties
|
Nelianne Verkaik, Vertrokken 22-11-2023
NVMM heeft zich teruggetrokken uit klankbordgroep, omdat voor NVMM geen relevante modules zijn opgenomen in het definitieve raamwerk |
Arts-microbioloog Erasmus MC |
Deelnemersraad Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid onbetaald |
Intellectueel gewin in zin van meer kennis opdoen/expertise opbouwen omtrent antibiotica bij ECLS, zonder mogelijkheden voor vermarkting
|
Geen restricties
|
Femke Janssen |
Junior adviseur kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten |
Geen |
Geen |
Geen restricties
|
José Maas |
Adviseur kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten |
Geen |
Geen |
Geen restricties
|
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door het uitnodigen van Family and Patient Centered Intensive Care/IC Connect (FCIC/IC Connect), Harteraad en het Longfonds voor deelname aan de invitational conference. Een afgevaardigde van Family and Patient Centered Intensive Care/IC Connect (FCIC/IC Connect) nam deel aan de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan FCIC/IC Connect, Harteraad, het Longfonds en de Patiëntenfederatie Nederland en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz
Bij de richtlijnmodule is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijnmodule op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
Module Extracorporeal cardiopulmonary resuscitation |
geen financiële gevolgen |
Uit de toetsing volgt dat de aanbeveling(en) niet breed toepasbaar zijn (<5.000 patiënten) en zal daarom naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen hebben voor de collectieve uitgaven. |
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).
Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen
Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de zorg voor patiënten die extracorporele membraanoxygenatie (ECMO) ondergaan. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door verschillende partijen/vertegenwoordigers via een invitational conference. Een verslag hiervan is opgenomen onder aanverwante producten.
Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.
Uitkomstmaten
Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.
Methode literatuursamenvatting
Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. Indien mogelijk werd de data uit verschillende studies gepoold in een random-effects model. Review Manager 5.4 werd gebruikt voor de statistische analyses. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).
GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).
GRADE |
Definitie |
Hoog |
|
Redelijk |
|
Laag |
|
Zeer laag |
|
Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE methodiek.
Formuleren van aanbevelingen
De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers |
||
|
||
|
Sterke aanbeveling |
Zwakke (conditionele) aanbeveling |
Voor patiënten |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. |
Een aanzienlijk deel van de patiënten zou de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor behandelaars |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. |
Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers |
De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. |
Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Organisatie van zorg
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijnmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Literatuur
Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.
Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.
Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.
Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.
Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.
Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html
Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.
Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.