Dementie en lichte cognitieve stoornissen (Mild Cognitive Impairment, MCI)

Initiatief: Cluster Cognitieve stoornissen en dementie Aantal modules: 69

Startpagina – Dementie en lichte cognitieve stoornissen (Mild Cognitive Impairment, MCI)

Waar gaat deze richtlijn over?

De richtlijn Dementie en lichte cognitieve stoornissen (mild cognitive impairment, MCI) richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor patiënten met cognitieve stoornissen. De richtlijn berust daar waar mogelijk op wetenschappelijk onderzoek aangevuld met overwegingen en patiëntenvoorkeuren. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • Diagnostiek van lichte cognitieve stoornissen en dementie
  • Behandeling van lichte cognitieve stoornissen en dementie
  • Besluitvorming
  • Organisatie dementiezorg
  • Cognitieve stoornissen als comorbiditeit in het ziekenhuis

 Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de in de tweede- en derde lijn zorg voor patiënten met cognitieve stoornissen of verdenking daarop.

 

Voor patiënten

Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen waarbij de verwerking van informatie in de hersenen is verstoord. Dementie kenmerkt zich door een geleidelijke achteruitgang van het geestelijk functioneren. Vaak vallen in het begin van de ziekte vooral de geheugenstoornissen op. Later krijgt de patiënt problemen met denken en taal. Ook kunnen het karakter en gedrag veranderen. Naarmate de ziekte vordert, verliest iemand met dementie steeds meer de regie over zijn eigen leven. De patiënt wordt meer afhankelijk van de hulp van anderen en dagelijkse handelingen worden steeds moeilijker.

 

De meest voorkomende oorzaken van dementie zijn de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie, fronto-temporale dementie, dementie met gemengde etiologie, dementie met Lewy bodies en dementie bij de ziekte van Parkinson. Eén op de vijf mensen krijgt dementie. Bij vrouwen is de kans nog groter: één op de drie vrouwen krijgt gedurende haar leven dementie. De kans op dementie neemt toe met het ouder worden.

 

Meer informatie over dementie en lichte cognitieve stoornissen is te vinden op Thuisarts:

Dementie

Snel dingen vergeten

 

Meer informatie over dementie en lichte cognitieve stoornissen is ook te vinden op de website van Alzheimer Nederland:

Wat is dementie?

Mild Cognitive Impairment (MCI)

 

Het syndroom ‘Mild Cognitive Impairment’ (MCI) wordt in het Nederlands met ‘lichte cognitieve stoornis’ aangeduid. Voor de patiënt is het het duidelijkst om de Nederlandse term ‘lichte cognitieve stoornis’ te blijven gebruiken, in de richtlijn spreken we verder kortheidshalve over MCI. Iemand met MCI heeft problemen met het geheugen, cognitief functioneren of met een andere hersenfunctie, waarbij vaak ook emotioneel-gedragsmatige veranderingen een belangrijke rol spelen. Maar hij/zij kan vaak nog zo goed als normaal functioneren in het dagelijks leven. MCI kan een voorstadium van dementie zijn, maar dit hoeft niet (bron: Alzheimer Nederland).

Mensen met een MCI hebben vaak last van geheugenproblemen. Maar ze kunnen ook moeite hebben met het overzicht houden, of het uitvoeren van handelingen. De klachten en stoornissen zijn minder ernstig dan bij dementie. Vaak vergeet iemand de details van een gebeurtenis of handeling, terwijl mensen met dementie de hele gebeurtenis vergeten (bron: Alzheimer Nederland).

 

Een bijzondere groep van patiënten met cognitieve stoornissen betreft de groep met een verstandelijke beperking en dan met name de groep met een Down syndroom, bij wie vaak cognitieve stoornissen en dementie ontstaan in de loop van hun ziektetraject. Voor diagnostiek van deze speciale groep patiënten is in samenwerking met de NVAVG een aparte module gemaakt (NVKG, 2023).

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie (NVKG) en wordt vanaf 2022 modulair herzien door het cluster Cognitieve stoornissen en dementie. Het NVN Addendum MCI is geïntegreerd tijdens cyclus 3, waarbij deze startpagina en de boomstructuur van de richtlijn zijn aangepast. De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de huisartsen, internisten, klinisch chemici, laboratoriumartsen, neurologen, nucleair geneeskundigen, psychiaters, psychologen, arts verstandelijk gehandicapten, radiologen, sociaal geriaters, specialisten ouderengeneeskunde, verpleegkundigen, verzorgenden en ziekenhuisapothekers. De samenstelling van het cluster kunt u vinden bij de ‘verantwoording’. Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door inbreng van de patiëntenvereniging Alzheimer Nederland ten aanzien van communicatie met de patiënt. Daarnaast is de richtlijn ter commentaar opgestuurd naar Alzheimer Nederland.

 

Geldigheid van de richtlijn

De richtlijnen in het cluster Cognitieve stoornissen en Dementie worden modulair onderhouden. Het cluster Cognitieve stoornissen en Dementie omvat de richtlijn Dementie en MCI, en de richtlijn Delier bij volwassenen en ouderen. In de derde cyclus ‘24-‘25 zijn onderstaande modules ontwikkeld:

  • Richtlijn Dementie en MCI: Module ‘Behandeling van neuropsychiatrische symptomen met antipsychotica bij dementie’
  • Richtlijn Dementie en MCI: Module ‘Behandeling van neuropsychiatrische symptomen met antidepressiva bij dementie’
  • Richtlijn Dementie en MCI: Module ‘Aanvullend onderzoek bij MCI’
  • Richtlijn Dementie en MCI: Module ‘Leefstijladviezen bij MCI’
  • Richtlijn Dementie en MCI: Module ‘Follow-up bij MCI’

In onderstaande tabel is te zien wat de geldigheid is van de richtlijnmodules. Tevens zijn de aandachtspunten vermeld die van belang zijn voor een herziening. Het cluster Cognitieve stoornissen en Dementie is als houder van deze richtlijn de eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. Jaarlijks wordt vastgesteld welke modules worden herzien. Meer informatie over werken in clusters en modulair onderhoud vindt u hier.

Richtlijn Dementie

Geautoriseerd in

Laatst beoordeeld in

Geplande herbeoordeling

Wijzigingen meest recente versie

1– Startpagina – Dementie en MCI

2025

2025

1 jaar

Geüpdatet

2. Diagnostiek cognitieve stoornissen en dementie

2025

2025 

5 jaar 

Geüpdatet

2.1 Definitie en diagnose MCI

2025

2025

5 jaar

Geüpdatet

2.2 Etiologie en prognose MCI

2018

2025

5 jaar

n.v.t.

2.3 Classificatie van dementie

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

2.4 Diagnostische criteria

2014 

2025 

5 jaar 

n.v.t. 

2.4.1 Dementie

2014

2025 

5 jaar

n.v.t.

2.4.2 Ziekte van Alzheimer

2014

2025 

5 jaar

n.v.t.

2.4.3 Dementie met Lewy Bodies (DLB)

2021

2025 

5 jaar

n.v.t.

2.4.4 Fronto-temporale dementie (FTD)

2014

2025 

5 jaar

n.v.t.

2.4.5 Vasculaire dementie (VaD)

2014

2025 

5 jaar

n.v.t.

2.4.6 Ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD)

2014

2025 

5 jaar

n.v.t.

2.5 Diagnostiek van dementie bij personen met een verstandelijke beperking

2023

2025 

5 jaar

n.v.t.

2.6 Screening cognitieve stoornissen - Mensen met een migratieachtergrond

2024

2025

5 jaar

n.v.t.

2.6.1 Screeningsinstrumenten

2024

2025

5 jaar

n.v.t.

2.6.2. Tolken

2024

2025

5 jaar

n.v.t.

2.7 Neuropsychologisch onderzoek

2025

2025

5 jaar

n.v.t.

2.7.1 Neuropsychologisch onderzoek bij progressie van MCI naar dementie

2018

2025

5 jaar

n.v.t.

2.7.2 Neuropsychologisch onderzoek en cognitieve screeningsinstrumenten bij dementie

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

2.8 Aanvullend onderzoek bij MCI en dementie

2025

2025

5 jaar

n.v.t.

2.8.1 Biomarkers bij MCI

2014

2025 

3 jaar 

n.v.t.

2.8.2 Structurele beeldvorming dementie

2014

2025

3 jaar

n.v.t.

2.8.3 Klinisch neurofysiologisch onderzoek dementie

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

2.8.4 Liquoronderzoek bij vermoeden op de ziekte van Alzheimer

2024

2025

5 jaar

n.v.t.

2.8.5 Diagnostiek met SPECT of PET

2021

2025

5 jaar 

  n.v.t.

2.8.5.1 Amyloïd PET-scan

2021

2025

3 jaar

n.v.t.

2.8.5.2 18F-FDG PET bij onderscheid AD-FTD

2021

2025

3 jaar

n.v.t.

2.8.5.3 PET/SPECT in de etiologische diagnostiek

2021

2025

3 jaar

n.v.t.

2.9 Genetische risicofactoren

2023

2025

5 jaar

n.v.t.

3. Preventie

 

 

 

 

 3.1 Preventie cognitieve achteruitgang en dementie

2023

2025

5 jaar

n.v.t.

3.2 Effectiviteit van lichaamsbeweging op cognitief functioneren bij dementie

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

3.3  HERZIENING module 4: Leefstijladviezen bij MCI

2025

2025 

5 jaar 

Herziening module

3.4 Domotica en e-health bij dementie

2021

2025

5 jaar

n.v.t.

4. Behandeling en begeleiding van MCI en dementie

2025

2025

5 jaar 

Geüpdatet

4.1 Neurotransmitter-modulerende geneesmiddelen

2014

2025

5 jaar

n.v.t. 

4.1.1 Cholinesteraseremmers bij dementie

2024

2025

5 jaar

n.v.t.

4.1.2 Memantine bij dementie

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

4.2 Medicatie neuropsychiatrische symptomen

2014

2025

5 jaar

n.v.t. 

4.2.1  HERZIENING module 1: Antipsychotica bij dementie

2025

2025 

5 jaar 

Herziening module

4.2.2  HERZIENING module 2: Antidepressiva bij dementie

2025

2025 

5 jaar 

Herziening module

4.2.3 Anticonvulsiva bij dementie

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

4.3 Psychosociale non-farmacologische interventie

2014

2025

5 jaar

n.v.t. 

4.3.1 Cognitieve stimulatie en realiteitsoriëntatie

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

4.3.2  Psychologische behandeling MCI

2018

2025

5 jaar

n.v.t.

4.3.3 Cognitieve revalidatie bij MCI

2018

2025

5 jaar

n.v.t.

5. Besluitvorming bij cognitieve stoornissen en dementie

2021

2025

5 jaar 

n.v.t. 

5.1. Voorlichting over MCI

2018

2025

5 jaar

n.v.t.

5.2. HERZIENING module 5: Follow-up bij MCI

2025

2025

5 jaar

Herziening module

5.3 Wilsbekwaamheid medische besluitvorming

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

5.4 Gezamenlijke besluitvorming (shared decision making)

2021

2025

5 jaar

n.v.t.

5.5 Voorlichting over rijvaardigheid bij MCI

2018

2025

5 jaar

n.v.t.

5.6 Rijgeschiktheid bij dementie

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

5.7 Bespreken levenseinde bij dementie

2024

2025

5 jaar

n.v.t.

6. Organisatie

2021

2025

5 jaar

n.v.t.

6.1 Regionale samenwerking dementiezorg

2014

2025

3 jaar

n.v.t.

6.2 De zorgstandaard dementie

2014

2025

3 jaar

n.v.t.

6.3 Casemanagement bij dementie

2021

2025

3 jaar

n.v.t.

6.4 Scholing verzorgend personeel bij dementie

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

7. Cognitieve stoornissen als comorbiditeit in het ziekenhuis

2014

2025

5 jaar 

n.v.t. 

7.1 Herkennen van cognitieve stoornissen op de Spoedeisende Hulp

2021

2025

5 jaar

n.v.t.

7.2 Screening op dementie/ cognitieve stoornissen in het ziekenhuis

2023

2025

5 jaar

n.v.t.

7.3 Wils&oordeelsbekwaamheid en behandelbeperking

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

7.4 Informatie, communicatie en bejegening

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

7.5 Omgeving en voorzieningen opname en verblijf

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

7.6 Beoordeling van pijn bij dementie

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

7.7 Voedings&vochtproblemen bij dementie

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

7.8 Procedure ontslag uit ziekenhuis bij dementie

2014

2025

5 jaar

n.v.t.

Beoordelingsdatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 23-10-2025

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Cluster Cognitieve stoornissen en dementie
Volgende:
Diagnostiek cognitieve stoornissen en dementie