Meetinstrumenten
Uitgangsvraag
Welke gevalideerde patiënt- en arts-gerapporteerde meetinstrumenten worden aanbevolen in de dermatologische praktijk bij patiënten met CE?
Aanbeveling
Arts-gerapporteerde meetinstrumenten
Patiënt-gerapporteerde meetinstrumenten
- De gevalideerde patiënt-gerapporteerde meetinstrumenten zijn de Peak 24h NRS Itch, POEM, PO-SCORAD, DLQI, RECAP/ADCT.
- Beoordeel bij voorkeur de ernst van de ziekte met ten minste één gevalideerd arts-gerapporteerd meetinstrument en ten minste één gevalideerd patiënt-gerapporteerd meetinstrument. Maak bij systemische therapie minimaal gebruik van de vIGA-AD en Peak-24h NRS-Itch, bij voorkeur ook bij lokale therapie.
- Maak bij systemische therapie gebruik van de RECAP voor follow-up op de lange termijn.
- Overweeg in overleg met de patiënt vóór aanvang van de behandeling het doel van de behandeling vast te stellen door middel van de treat to target strategie, zie hiervoor de module ‘Behandeldoelen’.
- Besteed aandacht aan training voor de correcte manier van het afnemen van de meetinstrumenten.
Overwegingen
Kwaliteit van het bewijs
Overwegingen en aanbevelingen zijn tot stand gekomen op basis van systematische reviews van validatiestudies naar psychometrische eigenschappen van de verschillende meetinstrumenten en hierop volgend internationale consensus bijeenkomsten vanuit de HOME-werkgroep (Harmonising Outcome Measures for Eczema, www.homeforeczema.org) [Leshem, 2023; Spuls, 2017]. Deze internationale HOME-werkgroep werkt aan validatie, standaardisatie en implementatie van uitkomstdomeinen en meetinstrumenten bij constitutioneel eczeem, zowel voor (gerandomiseerde) klinische studies als voor de dagelijkse praktijk. Voor deze module is met name gebruik gemaakt van de aanbevelingen van de HOME-werkgroep voor de Clinical Practice Set: een lijst van gevalideerde en haalbare (‘easy-to-use’) meetinstrumenten voor het monitoren van constitutioneel eczeem in de dagelijkse praktijk.
Professioneel perspectief
De werkgroep onderstreept de noodzaak van meten van CE-activiteit bij patiënten met CE in de dagelijkse praktijk. Hierbij vindt de werkgroep het met name van belang dat er in ieder geval één arts-gerapporteerd meetinstrument en één patiënt-gerapporteerd meetinstrument wordt toegepast, met het advies telkens dezelfde(n) te gebruiken, en uiteraard bij een patiënt steeds dezelfde voor het vervolgen in de tijd.
De onderstaand genoemde meetinstrumenten (zie ook tabel 1) betreffen een “pick and choose list”, waarmee zorgverleners de vrijheid hebben om zelf te kiezen welke meetinstrumenten zij willen toepassen in de dagelijkse praktijk.
Arts-gerapporteerde meetinstrumenten
Klinische symptomen
De werkgroep volgt de aanbevelingen van de HOME-groep en adviseert het gebruik van één of meer van de volgende vier arts-gerapporteerde meetinstrumenten: de Eczema Area and Severity Index (EASI); de Validated Investigator Global Assessment scale for Atopic Dermatitis (vIGA-AD); de Investigator Global Assessment (IGA) vermenigvuldigt met of gebruikt naast de Body Surface Area (BSA) [Jacobsen, 2024; Hanifin, 2022; Simpson, 2020]. Het exacte meetinstrument dat voor de IGA x BSA en de IGA naast BSA kan worden aanbevolen wordt nog verder onderzocht.
Bij de EASI wordt de ernst van CE beoordeelt door op vier plaatsen (hoofd/hals, armen, romp en benen) zowel de uitgebreidheid als de intensiteit van vier symptomen (erytheem, induratie/papels, excoriaties en lichenificatie) te scoren [Hanifin, 2022]. Er is zowel een variant voor leeftijd <8 jaar als voor ≥8 jaar. De EASI kan (getraind) in minder dan twee minuten worden ingevuld [Jacobsen, 2024]. De vIGA-AD is een globale beoordeling van de ziekte-ernst, waarbij de behandelend arts de toestand van de patiënt op een schaal van 0 (geen symptomen) tot 4 (zeer ernstig) evalueert [Simpson, 2020]. Bij de IGA x BSA en IGA naast BSA wordt de IGA score respectievelijk vermenigvuldigd met het door CE aangedane lichaamsoppervlakte, of naast elkaar weergegeven.
De werkgroep adviseert om voor de dagelijkse praktijk, indien één van bovenstaande scoresystemen te tijdrovend is, in ieder geval de vIGA-AD te gebruiken omdat deze in minder dan 30 seconden kan worden ingevuld.
Patiënt-gerapporteerde meetinstrumenten
Patiëntgerapporteerde symptomen
Binnen het domein patiënt-gerapporteerde symptomen wordt het gebruik van de volgende meetinstrumenten aanbevolen: de Patient Oriented Eczema Measure (POEM) en/of de Patient-Oriented SCORing Atopic Dermatitis (PO-SCORAD) [Leshem, 2020]. Specifiek voor het symptoom jeuk kan daarnaast gebruik worden gemaakt van de volgende meetinstrumenten, namelijk de piek 24-uur Numerical Rating Scale (NRS)-jeuk, de gemiddelde 1-week NRS-jeuk (PROMIS Itch Questionnaire) en de piek 1-week NRS-jeuk (PROMIS Itch Questionnaire) [Yosipovitch, 2019; Silverberg, 2020].
Zowel de POEM als de PO-SCORAD beschrijft meerdere symptomen die van belang zijn voor patiënten. Bij de POEM wordt de aanwezigheid en ernst van zeven symptomen (jeuk, slaapproblemen, bloeden, nattende huid, kloven, schilfering, xerose) in de afgelopen week ingevuld door de patiënt. De PO-SCORAD is een door de patiënt gerapporteerde versie van de SCORAD, die zowel zeven objectieve symptomen (xerose, erytheem, oedeem, nattende huid, krabletsel, lichenificatie) als subjectieve symptomen (jeuk en slaapproblemen) meet om de ernst van eczeem vanuit het perspectief van de patiënt te beoordelen. Het invullen van de POEM duurt 1 tot 2 minuten. Hoewel de eerste afname van de PO-SCORAD tot 15 minuten tijd kan kosten, neemt de afnametijd van deze test af bij meer gebruik [Leshem, 2020].
De piek 24-NRS-jeuk meet de maximale jeukintensiteit over een 24-uursperiode op een schaal van 0 tot 10. De gemiddelde 1-week NRS-jeuk en piek 1-week NRS-jeuk beoordelen respectievelijk de gemiddelde en hoogste jeukintensiteit ervaren in de afgelopen week. Alle drie de meetinstrumenten zijn in minder dan 1 minuut in te vullen [Leshem, 2022]. Jeuk zit ook geïncorporeerd in de POEM (gescoord als frequentie van jeukklachten in de laatste week) en in de PO-SCORAD (gescoord op de Visual Analogue Scale (VAS)). Vanuit de werkgroep is besloten om de Peak 24-hr NRS-itch aan te bevelen voor de dagelijkse praktijk omdat deze gemakkelijker uit te vragen is in de kliniek.
Ziektecontrole
Als meetinstrument voor ziektecontrole kan worden gekozen om óf de Recap of Atopic Eczema (RECAP) óf de Atopic Dermatitis Control Tool (ADCT) te gebruiken [Leshem, 2022].
Zowel de RECAP als de ADCT kan in minder dan twee minuten worden ingevuld. De RECAP bestaat uit een vragenlijst met zeven vragen gericht op symptomen en beperkingen die patiënten de afgelopen week hebben ervaren. De ADCT bestaat uit zes vragen met betrekking op symptomen zoals jeuk, slaapproblemen en beperkingen in het dagelijks leven door eczeem in de afgelopen week. Beide scoresystemen kunnen in minder dan twee minuten worden ingevuld [Leshem, 2022].
De voorkeur van de werkgroep gaat uit naar de RECAP omdat deze ook voor kinderen beschikbaar is en er een interpretatie beschikbaar is voor de uitkomsten.
Kwaliteit van leven
Op dit moment is er vanuit de HOME-werkgroep nog geen specifieke aanbeveling voor een meetinstrument om de kwaliteit van leven te meten in de dagelijkse praktijk. Omdat voor gebruik binnen klinische trials de Dermatology Life Quality Index (DLQI) familie (volwassenen >16 jaar: DLQI, kinderen tussen 4 en 16 jaar: Children’s Dermatology Life Quality Index (CDLQI), kinderen <4 jaar: Infants’ Dermatitis Quality of Life Index (IDQOL) wordt geadviseerd, neemt de werkgroep deze aanbeveling over voor gebruik in de dagelijkse praktijk [Thomas, 2021]. De DLQI/CDLQI/IDQOL is een gestandaardiseerde vragenlijst die de impact van huidaandoeningen op de kwaliteit van leven van patiënten meet middels tien vragen, met een focus op psychologische en sociale aspecten. Het invullen van de DLQI duurt gemiddeld twee minuten [Finlay, 1994].
Voorafgaand aan het starten van de behandeling kan in samenspraak met de patiënt worden bepaald wanneer (c.q. bij welke uitkomsten) zorgverlener en patiënt tevreden zijn over het resultaat van de behandeling (behandeldoelen). Een internationale consensusgroep heeft hier aanbevelingen voor opgesteld (treat-to-target). [De Bruin-Weller et al., 2021]. De treat-to-target strategie adviseert tijdens de meetmomenten gebruik te maken van de Patient Global Assessment (PtGA) en één van de volgende parameters (EASI, SCORAD, PP-NRS, DLQI, of POEM). Volgens dit model is de PtGA een vereist meetinstrument, welke middels één vraag aan de patiënt kan worden afgenomen. Dit is een toevoeging op de door de werkgroep geadviseerde meetinstrumenten. Er is meer informatie te vinden in de module 'Behandeldoelen’.
Tabel 1: Overzicht door HOME aanbevolen meetinstrumenten per domein
Meetinstrument |
Arts-gerapporteerde meetinstrumenten |
Domein: Klinische symptomen EASI vIGA-AD IGA vermenigvuldigt met, of gebruikt naast BSA |
Patiënt-gerapporteerde meetinstrumenten |
Domein: Patiënt-gerapporteerde symptomen POEM PO-SCORAD Subdomein van patiënt-gerapporteerde symptomen: Jeuk Peak 24-hr NRS-itch Average 1-week NRS-itch (PROMIS) Peak 1-week NRS-itch (PROMIS) |
Domein: Ziekte controle RECAP of ADCT |
Domein: Kwaliteit van leven* DLQI/CDLQI/IDQOL |
Legenda: EASI:Eczema Area and Severity Index, vIGA-AD: Validated Investigator Global Assessment scale for Atopic Dermatitis (vIGA-AD), IGA: Investigator Global Assessment, BSA: Body Surface Area, POEM: Patient Oriented Eczema Measure, PO-SCORAD: Patient-Oriented SCORing Atopic Dermatitis, NRS: Numeric Rating Scale, RECAP: Recap of Atopic Eczema, ADCT: Atopic Dermatitis Control, DLQI: Dermatology Life Quality Index, CDLQI: Children’s Dermatology Life Quality Index, IDQOL: Infants’ Dermatitis Quality Of Life.
* Aanbevolen binnen de Core outcomes for trials.
Dikgedrukt: door de werkgroep aanbevolen meetinstrumenten.
Training
Besteed aandacht aan training voor de correcte manier van het afnemen van de meetinstrumenten. Maak voor de EASI bijvoorbeeld gebruik van het trainingsmateriaal op de website vanuit de HOME-werkgroep.
Waarden en voorkeuren van patiënten
In de keuze voor patiënt-gerapporteerde meetinstrumenten dient rekening gehouden te worden met de belasting voor patiënten, inclusief de tijd, moeite en emotionele belasting die gepaard gaat met het invullen van een vragenlijst.
Aanvaardbaarheid en haalbaarheid
Het toepassen van meetinstrumenten in de klinische praktijk vraagt om een goede implementatie hiervan. Dit begint met het trainen van de dermatologen en verpleegkundigen; ze moeten leren hoe ze de meetinstrumenten op een consistente manier gebruiken en interpreteren. Ook patiënten moeten worden geïnformeerd over het invullen van vragenlijsten en dat hun eigen ervaringen een belangrijke rol spelen in de behandelbeslissingen. De uitkomstmaten kunnen een vast onderdeel van een consult worden. Arts-gerapporteerde meetinstrumenten kunnen tijdens het consult bij dermatologisch onderzoek worden bepaald. Patiënten kunnen vragenlijsten invullen voorafgaand aan de afspraak (thuis of in de wachtkamer), waarna de resultaten door de behandelaar met de patiënt worden besproken tijdens de afspraak. Het integreren van deze uitkomstmaten in de reguliere zorg kan verder worden gestroomlijnd door het gebruik van elektronische systemen.
Onderbouwing
Achtergrond
Meetinstrumenten worden gebruikt om de ernst van het CE te bepalen bij het eerste consult, wat van invloed kan zijn op de keuze van de therapie. Het gebruik van meetinstrumenten helpt niet alleen met het monitoren van het effect van een behandeling, maar ondersteunt ook shared decision making. Door het bespreken van meetresultaten kan de patiënt beter inzicht krijgen in het verloop van de ziekte en de effectiviteit van de behandeling. Door toegenomen betrokkenheid van de patiënt kan de therapietrouw mogelijk ook positief beïnvloed worden. Door de zorg meetbaar te maken en zo ook de doelmatigheid van een behandeling te kunnen meten, kan ook de transparantie in kwaliteitscriteria en financiering van therapeutische middelen worden gewaarborgd. Ook voor verzekeringsmaatschappijen speelt het meetbaar maken van de ernst van de aandoening en het verloop in de tijd een steeds grotere rol.
Voor het bepalen van de ernst van CE bestaat geen eenduidige laboratoriumtest, men zal daarom op basis van klinische efflorescenties en/of arts- en patiënt-gerapporteerde symptomen de ernst moeten bepalen. Dit kan in maat en getal met behulp van meetinstrumenten. Voor CE zijn internationaal door middel van consensus meetinstrumenten aanbevolen voor arts-gerapporteerde symptomen, patiënt-gerapporteerde symptomen, kwaliteit van leven en lange termijn (ziekte) controle.
In deze module wordt ingegaan op de best gevalideerde en meest haalbare meetinstrumenten om te gebruiken in de dagelijkse klinische praktijk. Hierbij wordt zowel gekeken naar arts- als patiënt-gerapporteerde meetinstrumenten. Zowel voor kinderen als volwassenen zijn vrijwel alle meetinstrumenten die aanbevolen worden gevalideerd.
Zoeken en selecteren
Voor deze uitgangsvraag is geen systematische literatuuranalyse verricht.
Referenties
- Bruin-Weller, M., Biedermann, T., Bissonnette, R., Deleuran, M., Foley, P., Girolomoni, G., … Weidinger, S. (2021). Treat-to-target in atopic dermatitis: An international consensus on a set of core decision points for Systemic Therapies. Acta Dermato Venereologica, 101(2). doi:10.2340/00015555-3751
- Finlay, A. Y., & Khan, G. K. (1994). Dermatology Life Quality Index (DLQI)--a simple practical measure for routine clinical use. Clinical and experimental dermatology, 19(3), 210–216. https://doi.org/10.1111/j.1365-2230.1994.tb01167.x
- Hanifin, J. M., Baghoomian, W., Grinich, E., Leshem, Y. A., Jacobson, M., & Simpson, E. L. (2022). The Eczema Area and Severity Index-A Practical Guide. Dermatitis : contact, atopic, occupational, drug, 33(3), 187–192. https://doi.org/10.1097/DER.0000000000000895
- Jacobson, M. E., Leshem, Y. A., Apfelbacher, C., Spuls, P. I., Gerbens, L. A. A., Thomas, K. S., Williams, H. C., Katoh, N., Howells, L., Schmitt, J., Deckert, S., Seshadri, R., Simpson, E. L., & Harmonising Outcome Measures for Eczema (HOME) initiative (2024). Measuring Signs of Atopic Dermatitis in Clinical Practice: A HOME-CP Consensus Statement. JAMA dermatology, 160(8), 878–886. https://doi.org/10.1001/jamadermatol.2024.1162
- Leshem, Y. A., Simpson, E. L., Apfelbacher, C., Spuls, P. I., Thomas, K. S., Schmitt, J., Howells, L., Gerbens, L. A. A., Jacobson, M. E., Katoh, N., & Williams, H. C. (2023). The Harmonising Outcome Measures for Eczema (HOME) implementation roadmap. The British journal of dermatology, 189(6), 710–718. https://doi.org/10.1093/bjd/ljad278
- Leshem, Y. A., Chalmers, J. R., Apfelbacher, C., Katoh, N., Gerbens, L. A. A., Schmitt, J., Spuls, P. I., Thomas, K. S., Howells, L., Williams, H. C., Simpson, E. L., & Harmonising Outcome Measures for Eczema (HOME) initiative (2022). Measuring Atopic Eczema Control and Itch Intensity in Clinical Practice: A Consensus Statement From the Harmonising Outcome Measures for Eczema in Clinical Practice (HOME-CP) Initiative. JAMA dermatology, 158(12), 1429–1435.
- Leshem, Y. A., Chalmers, J. R., Apfelbacher, C., Furue, M., Gerbens, L. A. A., Prinsen, C. A. C., Schmitt, J., Spuls, P. I., Thomas, K. S., Williams, H. C., Simpson, E. L., & Harmonising Outcome Measures for Eczema (HOME) initiative (2020). Measuring atopic eczema symptoms in clinical practice: The first consensus statement from the Harmonising Outcome Measures for Eczema in clinical practice initiative. Journal of the American Academy of Dermatology, 82(5), 1181–1186.
- Silverberg, J. I., Lai, J. S., Patel, K. R., Singam, V., Vakharia, P. P., Chopra, R., Sacotte, R., Kantor, R., Hsu, D. Y., & Cella, D. (2020). Measurement properties of the Patient-Reported Outcomes Information System (PROMIS® ) Itch Questionnaire: itch severity assessments in adults with atopic dermatitis. The British journal of dermatology, 183(5), 891–898. https://doi.org/10.1111/bjd.18978
- Simpson, E., Bissonnette, R., Eichenfield, L. F., Guttman-Yassky, E., King, B., Silverberg, J. I., Beck, L. A., Bieber, T., Reich, K., Kabashima, K., Seyger, M., Siegfried, E., Stingl, G., Feldman, S. R., Menter, A., van de Kerkhof, P., Yosipovitch, G., Paul, C., Martel, P., Dubost-Brama, A., … Paller, A. S. (2020). The Validated Investigator Global Assessment for Atopic Dermatitis (vIGA-AD): The development and reliability testing of a novel clinical outcome measurement instrument for the severity of atopic dermatitis. Journal of the American Academy of Dermatology, 83(3), 839–846. https://doi.org/10.1016/j.jaad.2020.04.104
- Spuls, P. I., Gerbens, L. A. A., Simpson, E., Apfelbacher, C. J., Chalmers, J. R., Thomas, K. S., Prinsen, C. A. C., von Kobyletzki, L. B., Singh, J. A., Williams, H. C., Schmitt, J., & HOME initiative collaborators (2017). Patient-Oriented Eczema Measure (POEM), a core instrument to measure symptoms in clinical trials: a Harmonising Outcome Measures for Eczema (HOME) statement. The British journal of dermatology, 176(4), 979–984.
- Stalder JF, Barbarot S, Wollenberg A, Holm EA, De Raeve L, Seidenari S, Oranje A, Deleuran M, Cambazard F, Svensson A, Simon D, Benfeldt E, Reunala T, Mazereeuv J, Boralevi F, Kunz B, Misery L, Mortz CG, Darsow U, Gelmetti C, Diepgen T, Ring J, Moehrenschlager M, Gieler U, Taïeb A; PO-SCORAD Investigators Group. Patient-Oriented SCORAD (PO-SCORAD): a new self-assessment scale in atopic dermatitis validated in Europe. Allergy. 2011 Aug;66(8):1114-21.
- Thomas, K. S., Apfelbacher, C. A., Chalmers, J. R., Simpson, E., Spuls, P. I., Gerbens, L. A. A., Williams, H. C., Schmitt, J., Gabes, M., Howells, L., Stuart, B. L., Grinich, E., Pawlitschek, T., Burton, T., Howie, L., Gadkari, A., Eckert, L., Ebata, T., Boers, M., Saeki, H., … Katoh, N. (2021). Recommended core outcome instruments for health-related quality of life, long-term control and itch intensity in atopic eczema trials: results of the HOME VII consensus meeting. The British journal of dermatology, 185(1), 139–146.
- Yosipovitch, G., Reaney, M., Mastey, V., Eckert, L., Abbé, A., Nelson, L., Clark, M., Williams, N., Chen, Z., Ardeleanu, M., Akinlade, B., Graham, N. M. H., Pirozzi, G., Staudinger, H., Plaum, S., Radin, A., & Gadkari, A. (2019). Peak Pruritus Numerical Rating Scale: psychometric validation and responder definition for assessing itch in moderate-to-severe atopic dermatitis. The British journal of dermatology, 181(4), 761–769.
- Williams, H. C., Schmitt, J., Thomas, K. S., Spuls, P. I., Simpson, E. L., Apfelbacher, C. J., Chalmers, J. R., Furue, M., Katoh, N., Gerbens, L. A. A., Leshem, Y. A., Howells, L., Singh, J. A., Boers, M., & HOME Initiative (2022). The HOME Core outcome set for clinical trials of atopic dermatitis. The Journal of allergy and clinical immunology, 149(6), 1899–1911. https://doi.org/10.1016/j.jaci.2022.03.017
Evidence tabellen
Risk of bias
De Risk of bias analyse is overgenomen uit het standpunt van het Zorginstituut Nederland, de volledige Risk of bias analyse is ook terug te vinden in dit standpunt (Zorginstituut Nederland 2023). Het Zorginstituut Nederland heeft de methodologische kwaliteit van de studie van Ragamin et al. beoordeeld aan de hand van de Cochrane Risk of Bias tool. Zij vonden een hoog risico op attrition bias vanwege uitval van patiënten. De uitval was het grootst in de chitosangroep (44% na 12 maanden) en het kleinst in de controlegroep (17% na 12 maanden).
Verantwoording
Beoordelingsdatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 22-07-2025
Algemene gegevens
De ontwikkeling van deze richtlijnmodule werd ondersteund door Nederlandse Vereniging van Dermatologie en Venereologie (NVDV) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2024 een multidisciplinaire cluster ingesteld. Dit cluster bestaat uit vertegenwoordigers van alle relevante organisaties die betrekking hebben op de zorg voor patiënten met: eczeem.
Het cluster Eczeem bestaat uit meerdere richtlijnen, zie hier voor de actuele clusterindeling. De stuurgroep bewaakt het proces van modulair onderhoud binnen het cluster. De expertisegroepsleden worden indien nodig gevraagd om hun expertise in te zetten voor een specifieke richtlijnmodule. Het cluster Eczeem bestaat uit de volgende personen:
Clusterstuurgroepleden
- S. Stewart, Nederlandse Vereniging van Dermatologie en Venereologie (NVDV)
- M.L. Schuttelaar, NVDV
- M. de Bruin-Weller, NVDV
- I. Haeck, NVDV
- D.M.W. Gorissen, Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK)
Clusterexpertisegroepleden
- S. Stewart, NVDV
- T. Rustemeyer, NVDV
- M.L. Schuttelaar, NVDV
- M. de Bruin-Weller, NVDV
- L. Gerbens, NVDV
- S. G. M. A. Pasmans, NVDV
- I. Haeck, NVDV
- A.M. van Tuyll van Serooskerken, NVDV
- C.M. van Luijk, Nederlandse Oogheelkundig Gezelschap (NOG)
- L. Dam – Vervloet, Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF)
- D.M.W. Gorissen, NVK
- R. Lakenman, Jeugdartsen Nederland
- R. Rösken, Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) en Nederlandse Vereniging voor Allergologie en Klinische Immunologie (NVvAKI)
- W.P. Piebenga, Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB)
- M. van Dijk, Nederlandse Vereniging Voor Pathologie (NVVP)
- B. Breeuwsma, Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP)
- K. Sterkenburg, Nederlandse Vereniging Huidtherapeuten (NVH)
- J. de Groot, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN)
- W. Kouwenhoven, Vereniging voor Mensen met Constitutioneel Eczeem (VMCE)
Ondersteuning werkgroep:
- Dr. W.A. van Enst, epidemioloog, NVDV
- Drs. A. Kersbergen, arts-onderzoeker mei 2024 t/m januari 2025
- Drs. M.R. Masselink, arts-onderzoeker vanaf februari 2025
Met ondersteuning van
- Nederlandse Vereniging van Dermatologie en Venereologie (NVDV)
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle clusterstuurgroepleden en actief betrokken expertisegroepsleden (fungerend als schrijver en/of meelezer bij tenminste één van de geprioriteerde richtlijnmodules) hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een richtlijnmodule worden wijzigingen in belangen aan de projectleider doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase. Een overzicht van de belangen van de clusterleden en betrokken expertisegroepsleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Clusterstuurgroep
Tabel 1. Gemelde (neven)functies en belangen stuurgroep
Clusterlid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
S. Stewart
|
Voorzitter modulaire herziening richtlijn CE Dermatoloog Ijsselland Ziekenhuis |
Project Huid in de Klas – Huidpatiënten Nederland: 1 sessie betaald, de rest onbetaald |
IJsselland ziekenhuis neemt deel aan Bioday Registry |
Geen |
M.L. Schuttelaar |
Associate professor, dermatoloog UMC Groningen |
Advisor, consultant, speaker and/or investigator for AbbVie, Pfizer, LEO Pharma, Regeneron, Sanofi Genzyme, Eli Lilly, Galderma and Amgen. She has received grants from Regeneron, Sanofi Genzyme, Novartis and Pfizer. It involves paid work, for the department in the UMCG where I work or personally |
Geen |
Geen |
M. de Bruin-Weller |
Dermatoloog UMC Utrecht |
- Speakers Honoraria: (Betaald aan UMCU) - AbbVie, Almirall, Eli Lilly, Galderma, Leo Pharma, Novartis, Pfizer, Takeda, Regeneron, and Sanofi-Genzyme |
Extern gefinancieerd onderzoek:
|
Geen |
I. Haeck |
Dermatoloog UMC Utrecht |
Adviesraad/consultant voor: Lilly, Abbvie, Sonofi/Regeneron, LEO Pharma
M18-891 studie Abbvie |
Geen |
Geen |
D.M.W. Gorissen |
Kinderarts-allergoloog Deventer Ziekenhuis 0.7fte, Medisch Leider Innovatie en Zorgtransformatie Deventer Ziekenhuis 0.2fte |
Voorzitter Nationale Allergie Monitor, onbetaald. |
Expertcommissie rondom ernstig eczeem en rol van systemische medicatie daarbinnen, waarvoor honorering door de farmaceutische industrie. In de bijdrage aan het cluster eczeem niet bemoeid met het onderdeel systemische medicatie. |
Geen |
Clusterexpertisegroep
Tabel 2. Gemelde (neven)functies en belangen expertisegroep
Clusterlid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
S. Stewart |
Voorzitter modulaire herziening richtlijn CE Dermatoloog Ijsselland Ziekenhuis |
Project Huid in de Klas – Huidpatiënten Nederland: 1 sessie betaald, de rest onbetaald |
IJsselland ziekenhuis neemt deel aan Bioday Registry |
Geen |
T. Rustemeyer |
Leidinggevende van de subafdeling Dermato-Allergologie en Arbeidsdermatologie, dermatoloog Amsterdam UMC |
- Bestuurslid NVKA. Onbetaald. Voorzitter van verschillende ESCD en -EADV taskforce. Onbetaald. |
Adviesraden en Sanofi, LeoPharma, Janssen, Pfizer, Galderma, Vifor, L’Oreal. |
Geen |
M.L. Schuttelaar |
Professor, dermatoloog UMC Groningen |
Advisor, consultant, speaker and/or investigator for AbbVie, Pfizer, LEO Pharma, Regeneron, Sanofi Genzyme, Eli Lilly, Galderma and Amgen. She has received grants from Regeneron, Sanofi Genzyme, Novartis and Pfizer. It involves paid work, for the department in the UMCG where I work or personally |
Geen |
Geen |
M. de Bruin-Weller |
Dermatoloog UMC Utrecht |
- Speakers Honoraria: (Betaald aan UMCU) - AbbVie, Almirall, Eli Lilly, Galderma, Leo Pharma, Novartis, Pfizer, Takeda, Regeneron, and Sanofi-Genzyme |
Extern gefinancieerd onderzoek:
|
Geen |
L. Gerbens |
Dermatoloog Amsterdam UMC, Huid Medisch Centrum |
- Co-auteur European Dermatology Forum (EDF) EuroGuiDerm Atopic Dermatitis guideline, geleid doorprof. dr. A. Wollenberg en prof. dr. C. Flohr. Onbetaald. - Projectleider UPDATE trial, beurs ZonMw. Mijn functie is in-kind. - Data Monitoring Board (DMC) van A-STAR registry UK/Ireland. Onbetaald. - Lid Board of Directors C3: The CHORD COUSIN Collaboration for Dermatology Outcomes. Onbetaald. - Lid Scientific Committee Skin Inflammation & Psoriasis International Network (SPIN). Onbetaald. - Advisory journal editor of Dutch Amsterdam Medical Student journal (AMSj). Onbetaald. - Lid Executive Committee Harmonising Outcome Measurements for Eczema (HOME) initiative. Onbetaald. - Lid steering committee of the international TREatment of ATopic eczema (TREAT) Registry Taskforce and of the Dutch TREAT NL registry. Onbetaald. |
Geen. Wel projectleider UPDATE trial; NB-UVB bij atopisch eczeem. Geen systemische medicatie is hierbij betrokken. |
Geen |
S. G. M. A Pasmans |
Professor, (kinder)dermatoloog/immunoloog Erasmus Universiteit Rotterdam, Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis/afdeling Dermatologie, Centrum Kinderdermatologie/ Centrum voor Zeldzame Huidziekten |
- Huidpatienten Nederland; bestuurslid en commissielid zeldzame huidaandoeningen - Board Member of the European Reference Network Skin+vice chair subthematic group Mosaicism; coordinator transversal groups registry, research; coordinator HPO in dermatology. Onkostenvergoeding. - Board member European Society of Pediatric Dematology; chair education for certificaat in pediatric dermatology. Onkostenvergoeding. - Lid Domeingroep Kinderdermatologie Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (vacatiegelden). -Lid domeingroep Eczeem en Allergie NVDV (vacatiegelden). - Advisor, consultant, speaker and/or investigator for LEO Pharma, Regeneron Pharmaceuticals, Sanofi Genzyme, Novartis, Pierre Fabre. Boehringer, Quoin, Biocryst. Onkostenvergoeding/vergoeding werkzaamheden. - Unrestricted grant department of dermatology of Pierre Fabre, VWS/Zorginstituut/ZonMw, ZonMw, Novartis, BAP Medical, D&M B.V., and DeclaCare (part of BENU Netherlands), Micreos, Boehringer, Sophia foundation. Vergoeding werkzaamheden. - NFU-Rare disease program beoordelaar en ook deelnemer Onkostenvergoeding. - ZonMW commissie Paramedische zorg till Dec 2024 (onkostenvergoeding). - Lid medische adviesraad Patiëntenvereniging Hemangiomen en Vaatmalformaties (HEVAS). Onkostenvergoeding. - Lid medische adviesraad Patiëntenvereniging Alopecia Areata. Onkostenvergoeding. - Lid medische adviesraad Patiëntenvereniging Cutis Marmorata Teleangiectatica Congenita. Onkostenvergoeding. - Lid medische adviesraad Patiëntenvereniging Nevus Netwerk Nederland. Onkostenvergoeding. - Lid Raad van advies Stichting Under Your Skin Foundation. - Bestuurslid Stichting Huidhuis.nl. - Ontwikkelen van informatie voor patienten (en betrokken professionals) voor Nationaal Constitutioneel Eczeem Plan (NCEP), Huidhuis.nl, ERN-SKIN, centrum Kinderdermatologie/Zeldzame Huidziekten. - Initiator and organizer together with Netherton patients of the International Netherton Networkrk. - Voorzitter revisie richlijn Congenital Melanocytic Nevi. Vacatiegelden. - Lid werkgroep commissie revisie richtlijn Huid voor de Jeugdgezondheidszorg. Vacatiegelden. - Lid werkgroep modulaire revisie richtlijn Constitutioneel eczeem. Vacatiegelden. - Marathons and triathlons for fundraising for the Under Your Skin Foundation: NCEP, huishuis.nl, information for patients (and professionals). |
Verbandpakken studie-ABC studie heeft een “unrestricted grant” aan de afdeling dermatologie gegeven naast het ministerie van VWS voor het uitvoeren van de trial multicenter |
Geen |
I. Haeck |
Dermatoloog UMC Utrecht |
Adviesraad/consultant voor: Lilly, Abbvie, Sonofi/Regeneron, LEO Pharma
M18-891 studie Abbvie |
Geen |
Geen |
A.M. van Tuyll van Serooskerken |
Dermatoloog HagaZiekenhuis |
Adviesraden voor verschillende firma's echter hiervoor geen persoonlijke betaling aangezien vergoeding voor werkzaamheden gestort wordt op de Stichting Dermatologische Scholing en Communicatie ten behoeve van de kwaliteit van zorg t.b.v. het NCEP Projectleider Nationaal Constitutioneel Eczeem Project (NCEP): onbetaald. |
Deelname aan het pedistad onderzoek, maar dit heeft weer geen relatie met advies met t.b.v. de richtlijn |
Geen |
R. Lakenman |
Jeugdarts KNMG GGD Hollands Noorden |
Geen |
Geen |
Geen |
C.M. van Luijk |
Oogarts UMC Utrecht |
Eenmalig betaalde nascholing door Santen (4-2021)
Eenmalig deelname adviescommissie bijwerkingen dupilumab waarvoor vergoeding door Regeneron (12-2019)
Bijzondere en unieke expertise in atopische oogpathologie binnen multidisciplinair eczeem zorgteam in UMC Utrecht |
Beurs voor onderzoek te besteden aan ciclosporine door Santen. Onafhankelijkheid verklaard in overeenkomst. |
Geen |
D.M.W. Gorissen |
Kinderarts-allergoloog Deventer Ziekenhuis |
Geen |
Geen |
Geen |
R. Rösken |
Internist allergoloog-immunoloog Zaans Medisch Centrum |
Geen |
Geen |
Geen |
W.P. Piebenga |
Bedrijfsarts en klinisch arbeidsgeneeskundige Amsterdam UMC |
Geen |
Geen |
Geen |
M. van Dijk |
Professor, patholoog UMC Utrecht |
Spreker op symposia en congressen, deels betaald, deels onbetaald. |
Geen |
Geen |
B. Breeuwsma |
Apotheker, Apotheek pharmacor |
Geen |
Geen |
Geen |
W. Kouwenhoven |
Patiëntvertegenwoordiger VMCE |
Geen |
Geen |
Geen |
K. Sterkenburg |
Huidtherapeut, Beleidsmedewerker onderzoek & kwaliteit bij de Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten |
Projectlid 'Eczeemvriendelijk Veenendaal'. Betaald. |
Geen |
Geen |
J. de Groot |
Verpleegkundig specialist UMC Utrecht |
Geen |
Geen |
Geen |
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door deelname van relevante patiëntenorganisaties aan de need-for-update en/of prioritering. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijnmodule is tevens ter commentaar voorgelegd aan alle relevante patiëntenorganisaties in de stuur- en expertisegroep (zie ‘Samenstelling cluster’ onder ‘Verantwoording’) en aan alle patiëntenorganisaties die niet deelnemen aan de stuur- en expertisegroep, maar wel hebben deelgenomen aan de need-for-update (zie ‘Need-for-update’ onder ‘Verantwoording’). De eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz
Bij de richtlijnmodule is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijnmodule op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema op de Richtlijnendatabase).
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
Meetinstrumenten |
Geen financiële gevolgen |
Uitkomst 3 |
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 3.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).
Need-for-update, prioritering en uitgangsvragen
Tijdens de need-for-update fase (oktober, 2023) inventariseerde het cluster de geldigheid van de richtlijnmodules binnen het cluster. Naast de partijen die deelnemen aan de stuur- en expertisegroep zijn hier ook andere stakeholders voor benaderd. Per richtlijnmodule is aangegeven of deze geldig is, herzien moet worden, kan vervallen of moet worden samengevoegd. Ook was er de mogelijkheid om nieuwe onderwerpen aan te dragen die aansluiten bij één (of meerdere) richtlijn(en) behorend tot het cluster. De richtlijnmodules waarbij door één of meerdere partijen werd aangegeven herzien te worden, werden doorgezet naar de prioriteringsronde. Ook suggesties voor nieuwe richtlijnmodules werden doorgezet naar de prioriteringsronde. Afgevaardigden vanuit de partijen in de stuur- en expertisegroep werden gevraagd om te prioriteren (zie ‘Samenstelling cluster’ onder ‘Verantwoording’). Hiervoor werd de RE-weighted Priority-Setting (REPS) – tool gebruikt. De uitkomsten (ranklijst) werd gebruikt als uitgangspunt voor de discussie. Voor de geprioriteerde richtlijnmodules zijn door de het cluster concept-uitgangsvragen herzien of opgesteld en definitief vastgesteld.
Uitkomstmaten
Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde het cluster welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. Het cluster waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde het cluster tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.
Methode literatuursamenvatting
Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’. Indien mogelijk werd de data uit verschillende studies gepoold in een [random-effects model]. [Review Manager 5.4] werd indien mogelijk gebruikt voor de statistische analyses. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding). GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).
Tabel 6. Gradaties voor de kwaliteit van wetenschappelijk bewijs
GRADE |
Definitie |
Hoog |
|
Redelijk |
|
Laag |
|
Zeer laag |
|
Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in een richtlijnmodule volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE methodiek.
Formuleren van aanbevelingen
De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door het cluster wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. Het cluster heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
Tabel 7. Sterkte van de aanbevelingen
Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers |
||
|
Sterke aanbeveling |
Zwakke (conditionele) aanbeveling |
Voor patiënten |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. |
Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor behandelaars |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. |
Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers |
De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. |
Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Organisatie van zorg
Bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de richtlijnmodule Organisatie van zorg.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijnmodule werd voorgelegd aan alle partijen die benaderd zijn voor de need-for-update fase. De commentaren werden verzameld en besproken met het cluster. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door het cluster. De definitieve richtlijnmodule werd ter autorisatie of goedkeuring voorgelegd aan de partijen die beschreven staan bij ‘Initiatief en autorisatie’ onder ‘Verantwoording’.
Literatuur
Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.
Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.
Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.
Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.
Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.
Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html
Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.
Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.