Drie nieuwe modules COVID-19 richtlijn
Er zijn drie modules toegevoegd aan de richtlijn COVID-19 in de Richtlijnendatabase.
De eerste gaat in op COVID-19 bij zwangerschap, bevalling en kraambed. De tweede beschrijft welke aanvullende diagnostiek kan worden verricht bij patiënten na een negatieve PCR-test. Daarnaast is er een module gepubliceerd die betrekking heeft op tromboseprofylaxe op de intensive care.
COVID-19 en zwangerschap, bevalling en kraambed
De nieuwe module bevat aanbevelingen over het niet-farmacologische beleid en de informatieverstrekking voor zwangere vrouwen en kraamvrouwen met COVID-19. Er is nog veel onzeker over het risico van COVID-19 voor zwangere vrouwen. Het lijkt erop dat sommige zwangerschapscomplicaties vaker voorkomen bij vrouwen die COVID-19 doormaken tijdens de zwangerschap. Ook zijn er aanwijzingen dat met name in de tweede helft van de zwangerschap het risico om ademhalingsproblemen te krijgen groter is dan bij niet-zwangere vrouwen. Het is belangrijk dat vrouwen goed geïnformeerd worden over de risico’s. De informatie waarop deze module is gebaseerd is afkomstig uit de eerste periode van de pandemie. Latere varianten van het virus kunnen een ander beeld geven.
Aanvullende diagnostiek na negatieve PCR
De richtlijnmodule ‘Aanvullende diagnostiek COVID-19 na negatieve PCR’ vervangt de Leidraad ‘Diagnostiek bij patiënten met opname-indicatie en verdenking op COVID-19’. Deze beschrijft welke aanvullende diagnostiek (zoals herhaling van de PCR-test), serologie en beeldvorming zinvol is bij patiënten die een negatieve PCR-uitslag hebben maar waarvan vermoed wordt dat ze toch COVID-19 hebben. Daarbij is een stroomschema ontwikkeld over de aanvullende diagnostiek die ingezet kan worden bij deze patiënten.
Tromboseprofylaxe bij COVID-19 patiënten op de intensive care
De leidraad COVID-19 coagulopathie uit 2020 is geactualiseerd en opgenomen in de Richtlijnendatabase als module van de richtlijnen COVID-19 en Antitrombotisch beleid. Deze module geeft aanbevelingen over het antitrombotisch beleid bij COVID-19 patiënten die zijn opgenomen op de intensive care. Ondanks tromboseprofylaxe (toedienen van antistollingsmedicatie om te voorkomen dat een trombose ontstaat) en een verbeterde behandeling van COVID-19, komen trombotische complicaties nog regelmatig voor bij deze groep patiënten. Op de werkvloer bestond onduidelijkheid of de huidige aanbevelingen over het antitrombotisch beleid bij deze patiënten nog steeds actueel waren. Naar aanleiding daarvan heeft de werkgroep de laatste wetenschappelijke literatuur zorgvuldig geanalyseerd en de aanbeveling als volgt herzien: ‘Geef een standaard profylactische dosis antistolling aan patiënten met COVID-19 op de intensive care.’