Algemene inleiding

Aanleiding voor het maken van de richtlijn

Er is in het veld onduidelijkheid over het stellen van de diagnose en de behandeling van zowel keloïd als littekenhypertrofie. Een onjuiste diagnose kan leiden tot een onjuiste behandeling en dat kan dan tot meer klachten leiden. Omdat de patiënt bij een zorgverlener terecht kan komen die onvoldoende expertise heeft met betrekking tot de pathologie en/of niet alle behandelingen tot zijn beschikking heeft, is het van belang dat er duidelijkheid komt over de diagnostiek en behandeling en het verwijzen van patiënten naar de juiste zorgverlener of naar een expertisecentrum voor littekens en keloïden.

 

Doel van de richtlijn

Met de ontwikkeling van een evidence-based richtlijn Keloïd en littekenhypertrofie wordt beoogd om keloïd en littekenhypertrofie adequaat te behandelen waardoor de zorg voor patiënten verbeterd wordt.

Er zullen handvatten gegeven worden om tot accuratere diagnose en indicatiestelling te kunnen komen. Daarnaast zal informatie verschaft worden over mogelijke behandelingen en over de organisatie van zorg.

 

Afbakening van de richtlijn

De richtlijn gaat over kinderen en volwassenen die een zorgverlener in de tweedelijn consulteren met (verdenking op) keloïd of littekenhypertrofie. Tevens gaat de richtlijn over verwijzingscriteria vanuit de eerstelijnszorg naar de tweedelijnszorg en over verwijzingscriteria vanuit de tweedelijnszorg naar een expertisecentrum voor littekens en keloïden.

 

De richtlijn gaat niet over:

 

De richtlijn dient aan te sluiten op de volgende richtlijnen en kwaliteitsstandaard:

 

Beoogde gebruikers van de richtlijn

Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die aan de ontwikkeling van de richtlijn hebben bijgedragen en overige zorgverleners die patiënten met keloïd en/of littekenhypertrofie behandelen.