Kwaliteitsstandaard Organisatie van wondzorg in Nederland

Initiatief: NVDV / NVPC / NVVH Aantal modules: 7

Inventarisatie bestaande standaarden wondzorg

Uitgangsvraag

Wat staat er in de Nederlandse medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden over (multidisciplinaire, gespecialiseerde) wondzorg en de volgende onderdelen:

  1. definities van wonden;
  2. diagnostiek;
  3. behandeling;
  4. nazorg en preventie;
  5. organisatie en implementatie van wondzorg.

Aanbeveling

Volg de aandoeningsspecifieke medisch-specialistische richtlijn(en) of NHG-standaard(en) voor de zorg voor een wond waarvan de diagnose of het onderliggend lijden bekend is.

Overwegingen

Inventarisatie richtlijnen en standaarden

Richtlijnen over wondzorg die zich richten op de volwassen patiënt zijn geïnventariseerd en geanalyseerd om inzicht te krijgen in (de organisatie van) wondzorg. Richtlijnen die vóór 2018 beschikbaar waren, zijn in deze analyse meegenomen en opgenomen in tabel 1. Tevens zijn in deze tabel richtlijnen opgenomen die (naar verwachting) in 2018 en uitkwamen zodat er een overzicht ontstaat van richtlijnen die geraadpleegd kunnen worden voor details over wondzorg bij specifieke diagnoses/aandoeningen. Deze opsomming is niet uitputtend.

 

Bij het analyseren van de richtlijnen is gekeken naar de volgende onderdelen van (wond)zorg:

  • definities van wonden;
  • diagnostiek;
  • behandeling;
  • nazorg en preventie;
  • organisatie en implementatie van wondzorg;
  • competenties van betrokken zorgverleners.

 

Onderstaand wordt bij elk van deze onderdelen kort samengevat wat er in de richtlijnen over beschreven staat.

 

Tabel 1 Overzicht richtlijnen wondzorg meegenomen in de inventarisatie

Richtlijn

Wetenschappelijke Vereniging, jaartal

Acute wondzorg

NVVH, 2013

Amputatie en prothesiologie onderste extremiteiten

VRA, 2012

Cellulitis en erysipelas onderste extremiteiten

NVDV, 2013

Decubitus

NHG, 2015

Decubitus

V&VN, 2011

Diabetes Mellitus

NIV, 2014, i.o., verwacht 2018

Diabetes Mellitus type II

NHG, 2013

Diabetische voet

NIV, 2017

Dwarslaesierevalidatie

VRA, 2017

Eerste opvang brandwondpatiënten

NVVH, Ned. Brandwonden Stichting, 2014

Fasciitis necroticans

NVVH, i.o., verwacht 2018

Lymfoedeem

NVDV, 2014

Netwerkrichtlijn Diabetes Mellitus

NIV, 2013

Necrotiserende weke deleninfecties

NVVH, 2018

Oncologische ulcera

IKNL, 2010

Open cruris fractuur

NVVH, NVPC, 2016

Perifeer arterieel vaatlijden

NVVH, 2016

Perifeer arterieel vaatlijden

NHG, 2014

Ulcus cruris venosum

NHG, 2010

Veneuze pathologie - varices/ulcus cruris

venosum/compressietherapie

NVDV, NVVH, 2014

Zorg voor patiënten met brandwonden

NVVH, Brandwondenzorg Nederland, 2017

Zorgstandaard Dwarslaesie

DON, 2013

Informatie-uitwisseling tussen huisarts en specialist (HASP)

NHG, 2017

 

Definities

Richtlijnen geven vaak definities van de specifieke aandoeningen die ze beschrijven. Er worden echter geen overkoepelende definities van wondzorg gegeven, behalve in de richtlijn Acute wondzorg van de NVVH (2013) waarin een ‘complexe wond’ wordt gedefinieerd als:

Elke acute (na trauma of chirurgie) of chronische (door veneuze of arteriële insufficiëntie, decubitus, diabetes, of maligniteit) wond die langer dan verwacht nodig heeft om te genezen, dus bij infectie, ischemie, druk, oedeem, et cetera en daarom extra (specialistische) zorg nodig heeft.

 

Dit zegt nog niets over (multidisciplinaire, gespecialiseerde) wondzorg. Omdat voor het waarborgen van een uniforme, kwalitatief goede, multidisciplinaire werkwijze binnen wondzorg van belang is dat het eenduidig is wat er onder multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg wordt verstaan en hoe dit zich verhoudt tot wondzorg in het algemeen, wordt hier in de module ‘Indeling van wondzorg’ dieper op in gegaan.

Onderbouwing

Het uitgangspunt van de kwaliteitsstandaard is het patiëntenperspectief met als doel de patiënt met een wond zo snel als mogelijk de regie over zijn of haar leven terug te geven, kwaliteit van leven te verbeteren en de lijdensdruk te verminderen. Een goede organisatie van wondzorg ligt hieraan ten grondslag. Nederland kent vele medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden (hierna te noemen richtlijnen) waarin (onderdelen van) organisatie van zorg voor (specifieke) wonden wordt beschreven. In deze module worden deze richtlijnen geanalyseerd met als doel inzicht te krijgen in aanbevelingen, overeenkomsten, tegenstrijdigheden en lacunes op het gebied van organisatie van wondzorg. Dit overzicht dient als basis om overkoepelend de organisatie van multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg te kunnen beschrijven. Hierbij wordt benadrukt dat voor details over (zorg voor) specifieke (wond)aandoeningen/diagnoses telkens wordt verwezen naar de betreffende richtlijnen daar de kwaliteitsstandaard geldt als overkoepelend document voor het beschrijven van de organisatie van multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg. Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de richtlijnen en standaarden.

Samengevat worden er drie punten duidelijk uit de inventarisatie van richtlijnen:

-

GRADE

De expertise en organisatie rondom zorg voor wonden is versnipperd en voornamelijk aandoeningsspecifiek opgezet.

 

-

GRADE

Een duidelijke indeling van wondzorg ontbreekt.

 

-

GRADE

Voor aandoeningsspecifieke details over diagnose, behandeling, nazorg en preventie dienen medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden gevolgd te worden.

Diagnostiek

Diagnostiek bestaat uit een anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek. In iedere richtlijn waar wordt ingegaan op een specifieke aandoening wordt in meer of mindere mate toegelicht wat relevante onderdelen van de anamnese zijn, zoals leeftijd, geslacht, klachten, beloop, leefstijl, familieanamnese en voorgeschiedenis, duur, pijn, co-morbiditeit, tekenen van infectie, voedingstoestand, psychische en sociale situatie.

 

Bij beschrijving van het lichamelijk onderzoek worden de observatie, ofwel het klinisch beeld, en het bepalen van factoren die de wondgenezing beïnvloeden, veelvuldig beschreven. Daarnaast worden aandoeningsspecifieke factoren benoemd, bijvoorbeeld controle van het zitkussen, schoeisel of het matras bij preventie van decubitus, in relatie tot afwijkingen gevonden bij het lichamelijk onderzoek.

 

Nadat anamnese en lichamelijk onderzoek aan bod zijn geweest, kunnen enkele aanvullende onderzoeksmethoden worden toegepast om te discrimineren tussen het gros van aandoeningen die de genezing van een wond kunnen belemmeren. Hieronder wordt een aantal aanvullende onderzoeken genoemd welke veelvuldig in de richtlijnen aan bod komen:

  • laboratoriumonderzoek;
  • analyse perfusie wond (bijvoorbeeld enkel-armindex, duplex, angiografie)
  • biopt (excisie);
  • (diepe) wondkweek;
  • contact allergologisch onderzoek.

 

De benodigdheden voor het uitvoeren van deze veelgenoemde aanvullende onderzoeken dienen eenvoudig beschikbaar te zijn voor zorgverleners die betrokken zijn bij het diagnosticeren van wonden en onderliggende problematiek. Het gaat hierbij nadrukkelijk om het kunnen laten verrichten van aanvullend onderzoek en het kunnen duiden van de uitslag in relatie tot de wond. In de module ‘Multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg’ wordt hier dieper op in gegaan.

 

Behandeling

De behandeling van wonden zoals beschreven in richtlijnen richt zich op het behandelen van de desbetreffende gediagnosticeerde wond en eventuele onderliggende oorzaak. Voor details over specifieke behandelingen wordt daarom naar de aandoeningsspecifieke medisch-specialistische richtlijnen en/of NHG-standaarden verwezen (zie tabel 1). Er wordt in deze richtlijnen geen overkoepelende aanpak voor de behandeling van wonden beschreven. De kwaliteitsstandaard heeft nadrukkelijk niet tot doel specifieke wond(behandelingen) te beschrijven daar deze in richtlijnen tot in detail worden toegelicht. Op specifieke behandelmethoden voor specifieke wonden wordt dan ook niet verder ingegaan maar telkens verwezen naar richtlijnen.

 

Nazorg en preventie

Nazorg en preventie, waaronder leefstijladviezen, zijn belangrijke onderdelen in de organisatie van wondzorg. Per aandoening of gediagnosticeerde wond kan het verschillend zijn hoe nazorg georganiseerd dient te worden. Preventie en het voorkómen van recidieven behoren onder andere tot de nazorgfase bij wondzorg en zijn aandoeningsspecifieke aspecten. Voorlichting en goede communicatie tussen betrokkenen is hierin altijd, bij elke patiënt met een wond, van belang. Dit geldt niet alleen naar patiënten en zijn of haar naasten en/of mantelzorgers toe, maar ook onderling en met medebehandelaars zoals de huisarts, specialist Ouderengeneeskunde, huidtherapeut, podotherapeut, fysiotherapeut, maatschappelijk werker, psycholoog, apotheker, (wijk)verpleegkundige, et cetera die bij de (na)zorg betrokken zijn. Een goede communicatiestructuur dient daarom te worden gewaarborgd tussen de verschillende betrokken disciplines, op alle niveaus. Hierover dienen regionaal onderlinge afspraken te worden gemaakt.

 

Organisatie en implementatie van wondzorg

Vrijwel elke richtlijn bevat een onderdeel over de organisatie van zorg. De beschrijvingen wisselen echter in uitgebreidheid en gedetailleerdheid. Onderdelen die veelal benoemd worden zijn:

  • afspraken tussen eerste en tweede lijn (onder andere over het aanspreekpunt voor de patiënt en de onderlinge samenwerking);
  • consultatie van betrokken zorgprofessionals;
  • overdracht van zorg.

 

Op hoe de specifieke wondzorg te implementeren is, wordt vaak niet in detail ingegaan. In de meer overkoepelende richtlijn Acute Wondzorg (NVVH, 2013) wordt een aantal knelpunten genoemd op het gebied van organisatie van zorg, zoals de vele verschillende betrokken disciplines, taakherschikking, onduidelijkheid over wie de verantwoordelijkheid heeft voor wondbehandeling, onduidelijkheden over ketenzorg, verschillende wijzen van communicatie en overdracht met de thuiszorg en tegenstrijdige adviezen (Feiter, 2012). In de richtlijn Veneuze pathologie (NVDV, NVVH, 2014) waarin de vier richtlijnen varices, diep veneuze ziekte, ulcus cruris venosum en compressietherapie zijn ondergebracht, worden geen uitspraken gedaan over overkoepelende zorg bij deze aandoeningen en de organisatie daarvan, maar wordt benoemd dat meer ervaring moet worden opgedaan waarna regionale afspraken gemaakt kunnen worden. Dit geeft aan dat winst te behalen valt in het organiseren en beschrijven van een overkoepelende aanpak op het gebied van wondzorg.

Voor deze uitgangsvraag zijn medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden op het gebied van wondzorg geïnventariseerd en geanalyseerd aan de hand van de zes onderdelen genoemd in de uitgangsvraag.

  1. De Feiter, C. (2012). Transmuraal wondprotocol - Betere overdracht door duidelijke communicatie. V&VN Magazine; 4-6.
  2. Øvretveit, J. (2009). Does improving quality save money? A review of evidence of which improvements to quality reduce costs to health service providers. London: the Health Foundation.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 20-06-2018

Laatst geautoriseerd  : 20-06-2018

Geplande herbeoordeling  : 01-01-2021

Module Regiehouder(s) Jaar van autorisatie Eerstvolgende beoordeling actualiteit Frequentie van beoordeling op actualiteit Wie houdt toezicht op actualiteit Relevante factoren voor wijzigingen in aanbeveling
1 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
2 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
3 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
4 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
5 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
6 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk
7 NVVH 2018 2020 Over twee jaar Wondplatform  Praktijk

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
  • Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
  • Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Patiëntenfederatie Nederland
  • Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten
  • Nederlandse Vereniging van Diabetes Podotherapeuten
  • WCS Kenniscentrum Wondzorg

Algemene gegevens

Op initiatief van het Wondplatform Nederland (WPN) heeft een werkgroep onder leiding van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVVH), de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV) en de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) de kwaliteitsstandaard geschreven. De kwaliteitsstandaard is ontwikkeld onder begeleiding van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en de financiering werd verstrekt door het Zorginstituut Nederland en de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten. Patiëntenparticipatie bij deze kwaliteitsstandaard werd mede gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Patiënten Consumenten (SKPC) binnen het programma Kwaliteit, Inzicht en Doelmatigheid in de medisch specialistische Zorg (KIDZ).

Doel en doelgroep

Doel

Het doel van het ontwikkelen en implementeren van de kwaliteitsstandaard Organisatie van wondzorg in Nederland is de patiënt met een wond zo snel als mogelijk de regie over zijn of haar leven terug te geven, kwaliteit van leven te verbeteren en de lijdensdruk te verminderen. Hiertoe is het essentieel de expertise rondom wondzorg te verenigen en een optimale organisatie van wondzorg in de keten te realiseren. De kwaliteitsstandaard richt zich daarvoor op alle zorgverleners betrokken bij wondzorg, in alle bijbehorende locaties.

 

De kwaliteitsstandaard heeft nadrukkelijk niet tot doel het geven van een beschrijving hoe de wondzorg er medisch-inhoudelijk uit hoort te zien. Hiervoor wordt verwezen naar de medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden.

 

Doelgroep

De kwaliteitsstandaard is gericht op alle disciplines die met wondzorg in aanraking komen. Daarnaast is het van belang dat ook andere zorgverleners in de keten kennisnemen van de inhoud van deze kwaliteitsstandaard. Voor patiënten en naasten is een patiëntenversie van de kwaliteitsstandaard ontwikkeld.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de kwaliteitsstandaard is in 2015 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg.

  • Dr. R. Meerwaldt, Vaatchirurg, Medisch Spectrum Twente, Enschede, voorzitter, NVvH
  • mevrouw F. Das, Patiëntvertegenwoordiger, Huidpatiënten Nederland, Nieuwegein
  • mevrouw J. Fentener van Vlissingen, Huid- en oedeemtherapeut, Huidtherapie Heuvelrug, Driebergen, NVH
  • mevrouw E. de Lange, Huidtherapeut, CosMed Kliniek, Bosch en Duin, NVH
  • Dr. M.B. Maessen-Visch, Dermatoloog, Rijnstate, Arnhem, NVDV
  • Dr. C. van Montfrans, Dermatoloog, Erasmus MC, Rotterdam, NVDV
  • Dr. J. Oskam, Vaatchirurg, Isala Klinieken, Zwolle, NVvH
  • de heer P. Quataert MSc, Verpleegkundig specialist, ZorgSaam, Terneuzen, V&VN
  • Dr. K.F. Reiding, Huisarts, IJmuiden, NHG
  • mevrouw L. Stoeldraaijers, Diabetespodotherapeut, Podotherapie Valkenswaard, NVvDP
  • mevrouw K.C. Timm MA ANP, Verpleegkundig specialist, Allerzorg, Woerden, WCS Kenniscentrum Wondzorg
  • Prof. dr. P.P.M. van Zuijlen, Plastisch chirurg, Rode Kruis Ziekenhuis, Beverwijk, NVPC

 

Met ondersteuning van:

  • Ir. T.A. van Barneveld, Directeur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht
  • Drs. E.E.M. Kolsteren, Adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht
  • Drs. L. Niesink-Boerboom, Literatuurspecialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten, Utrecht

 

Met dank aan:

  • mevrouw R. Lammers, Beleidsmedewerker, Patiëntenfederatie Nederland, Utrecht
  • mevrouw C. van Batenburg, Beleidsmedewerker, Stomavereniging Nederland, Houten
  • de heer H. Blaauwbroek, Beleidsadviseur, Huidpatiënten Nederland, Nieuwegein
  • mevrouw D. Coffie, Beleidsadviseur, Diabetesvereniging Nederland, Houten
  • de heer J. Dekkers, Voorzitter Dwarslaesie Organisatie Nederland, Utrecht
  • de heer K. Hoogewerf, Beleidsadviseur, Nederlandse Brandwonden Stichting, Beverwijk
  • mevrouw H. Verhoef, Secretaris, Debra Nederland
  • Mr. E. van Zadel, Voorzitter, Hidradenitis Patiëntenvereniging, Nieuwegein

Belangenverklaringen

De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met evt. belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Barneveld, van

Directeur Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten

Voorzitter richtlijn advies en autorisatiecommissie in de jeugd en gezondheidzorg

Gezondheidsraadcommissie (Medicalisering)

Lid van Raad van Advies Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek (SKML)

Lid van Advies- en expertgroep kwaliteitsstandaarden (AQUA), van het Zorginstituut Nederland

Geen

Geen

Das

Penningmeester Huidpatiënten Nederland (HPN)

Penningmeester Hidradenitis Vereniging Nederland (HPV)

Raad van Advies Vereniging Huidtherapeuten

HPN: reis- en onkostenvergoeding

HPV: reis- en onkostenvergoeding

Geen

Geen

Fentener van Vlissingen

Eigenaar/ huid- en oedeemtherapeut bij Huidtherapie Heuvelrug

Directie en uitvoering behandelingen die gebruikelijk zijn voor het voeren van een eigen onderneming. Betaald: winst uit eigen onderneming

Geen

Geen

Kolsteren

Junior adviseur Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Kwaliteitsbeleidsadviseur Kwaliteit Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO)

Geen

Geen

Lammers

Beleidsadviseur Patiëntenfederatie Nederland

Geen

Geen

Geen

Lange, de

Huidtherapeut

Opstellen kwaliteitsstandaard ter optimalisering en standaardisering van de multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg

Geen

Geen

Maessen-Visch

Dermatoloog

Voorzitter richtlijn ulcus cruris venosum: onbetaald

Lid bestuur NVDV: penningmeester, onbetaald

Opleider (perifeer) dermatoloog: onbetaald

Domeingroeplid Domeingroep vaten NVDV

Geen

Geen

Meerwaldt

Voorzitter werkgroep

Secretaris WPN (onbetaald)

Vicevoorzitter Beroepsbelangen NVvH (onbetaald) per mei 2016 voorzitter Beroepsbelangenvereniging (BBV) en penningmeester NVvH (betaald)

METC Twente (onbetaald)

Lid werkgroep ketenzorg complexe wonden Twente (onbetaald)

Geen

Geen

Montfrans

Dermatoloog ErasmusMC

Board member European Academy of Dermatology and Venereology, onbetaald

member scientific programming committee, onbetaald

Domeingroeplid domeingroep vaten NVDV

Geen

Geen

Oskam

Chirurg

Tot 1-1-2015 minderheidsbelang aandelen Qualityzorg BV, thuiszorgorganisatie Zwanenburg              Minderheidsbelang aandelen Keizerkliniek Assen, ZBC voor onder andere Vaat-Wondzorg

Geen

Geen

Quataert

Verpleegkundig Specialist Intensieve zorg

Secretaris/penningmeester V&VN Wondexpertise (onbetaald)

Voorzitter WCS decubituscommissie (vrijwilligersvergoeding)

Lid WPN (onbetaald)

Geen

Geen

Reiding

Huisarts

Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) Stip Cursus wondbehandeling (docent + ontwikkelaar) (betaald per gegeven cursus)

Lid wondplatform namens het NHG vacatiegeld

Geen

Geen

Stoeldraaijers

Diabetespodotherapeut

Bestuurslid Nederlandse Vereniging van Diabetes Podotherapeuten (NVvDP), betaling vacatiegelden bestuursvergaderingen

Geen

Geen

Timm

Verpleegkundig specialist Allerzorg

Bestuurslid WCS Kenniscentrum Wondzorg (vrijwilligersvergoeding)

Vicevoorzitter Wondplatform Nederland (WPN) (onbetaald)

Tot dec 2016 lid ledenraad Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) (onbetaald)

Tot dec 2016 eindredacteur WCS Nieuws (vrijwilligersvergoeding)

Eigenaar Cutis Cura – Vakblad dermatologieprofessionals

Beroepslid Regionaal Tuchtcollege Den Haag (betaald)

Presentaties aan verschillende verenigingen over dermatologie, wonden en verpleegkundig leiderschap (betaald)

Geen

Geen

Zuijlen, van

Plastisch chirurg, Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk

Bijzonder hoogleraar brandwondengeneeskunde VUmc Amsterdam

Expert in advieskamer van TRIP. Werkzaamheden: adviserend lid, betaald: nee

Medical Resonance Board (MRB) of the EU-. FP7 Collaborative Project Fullphase. Werkzaamheden: adviserend lid (onbetaald)

Geen

Geen

Inbreng patiëntenperspectief

In de kwaliteitsstandaard is het patiëntenperspectief het uitgangspunt van waaruit de multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg wordt vormgegeven. Dit perspectief is bewaakt tijdens werkgroepvergaderingen door de patiëntvertegenwoordiger van Huidpatiënten Nederland en de Patiëntenfederatie Nederland welke beiden zitting hadden in de werkgroep, en tevens is het patiëntenperspectief besproken tijdens de Invitational conference met het veld die plaats vond in maart 2015. Daarnaast is er in september 2015 een aparte bijeenkomst voor de patiënten(vertegenwoordigers) georganiseerd in samenwerking met Patiëntenfederatie Nederland. De volgende verenigingen waren hierbij aanwezig:

  • Nederlandse Brandwonden Stichting/Vereniging van Mensen met Brandwonden;
  • Debra Nederland;
  • Diabetesvereniging Nederland;
  • Dwarslaesie Organisatie Nederland;
  • Huidpatiënten Nederland;
  • Hidradenitis Patiëntenvereniging.

 

Het doel van deze bijeenkomst met patiëntverenigingen was het inbrengen van onderwerpen/(knel)punten die van belang zijn voor de patiënt op het gebied van wondzorg, naast het bespreken van de knelpunten die tijdens de Invitational conference met het veld benoemd waren. Hieruit bleek dat onderwerpen die voor de patiënt van belang zijn, grotendeels ook door andere stakeholders werden genoemd. Deze knelpunten omvatten onder andere het tijdig verwijzen, het organiseren van een regionale aanpak van wondzorg, bekostiging, goede (schriftelijke) voorlichting, communicatie, behalen van het behandeldoel en het meten van geschikte uitkomstmaten (waaronder patiëntgerapporteerde uitkomsten).

 

Een tweede bijeenkomst voor de patiëntenverenigingen werd een jaar later georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst werden de inmiddels geschreven conceptmodulen van de kwaliteitsstandaard aan de patiëntverenigingen voorgelegd en bediscussieerd. Tevens is de kwaliteitsstandaard zowel voorafgaand als tijdens de algemene commentaarronde in zijn geheel voorgelegd aan de Patiëntenfederatie en de diverse patiëntverenigingen.

Methode ontwikkeling

Consensus based

Werkwijze

In maart 2015 vond een brede Invitational conference plaats waar medisch specialisten, verpleegkundigen, patiëntvertegenwoordigers, zorgverzekeraars en andere betrokkenen zich bogen over de onderwerpen die in de kwaliteitsstandaard thuishoren en de prioritering hiervan. In diverse medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden staat veel over diagnostiek en behandeling van wonden maar het veld heeft duidelijk aangegeven behoefte te hebben aan een overkoepelend document. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling bestaande richtlijnen te herschrijven. Het verslag van de Invitational is, evenals de lijst met geprioriteerde onderwerpen, opgenomen in de aanverwante producten.

 

Zowel patiënten als zorgverleners hebben aangegeven dat de kwaliteitsstandaard niet de plaats is voor het beschrijven van de keuze voor bepaalde hulpmiddelen zoals wondverbandmiddelen. Bestaande regionale protocollen en afspraken blijven leidend in de keuze voor bepaalde hulpmiddelen en de kwaliteitsstandaard geeft hiertoe de ruimte.

 

Oriënterende search

Via Medline en Ovid werd een oriënterende search uitgevoerd naar (inter)nationale literatuur over de organisatie van (multidisciplinaire, gespecialiseerde) wondzorg. Details van deze search zijn opgenomen in de zoekverantwoording. Uit de gevonden literatuur bleek dat het beschrijven van de organisatie van (multidisciplinaire, gespecialiseerde) wondzorg zich vaak beperkt tot een bestaande, gediagnosticeerde wond en veelal gedocumenteerd is in richtlijn(achtige) documenten of (regionale) protocollen. Het beschrijven van de organisatie van multidisciplinaire, gespecialiseerde wondzorg vanuit een overkoepelende visie, waarvoor deze kwaliteitsstandaard dient, maakt dat de gevonden documenten veelal niet geschikt werden geacht als onderbouwing en daarom niet zijn opgenomen in deze kwaliteitsstandaard. De werkgroep heeft de Nederlandse medisch-specialistische richtlijnen en NHG-standaarden geraadpleegd op het gebied van organisatie van wondzorg en baseert zich daarnaast voornamelijk op expert opinion en consensus. Enkele (inter)nationale richtlijnen, wondzorgdocumenten en -rapporten die buiten het bestek van de search vallen, dienden als inspiratie en werden waar mogelijk als onderbouwing toegepast. Tevens werd door de gehele kwaliteitsstandaard onderbouwende literatuur ter ondersteuning van de overwegingen en geformuleerde aanbevelingen toegepast.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Indeling van wondzorg