Implementatieplan

Het implementatieplan beperkt zich tot de aanbevelingen die zijn omschreven in de module Implementatie en één aanbeveling uit de module Beoordeling door onafhankelijk consulent.

  1. Zorg voor een door de Raad van Bestuur vastgesteld instellingsbeleid ten aanzien van het omgaan met verzoeken om levensbeëindiging van patiënten met psychiatrische aandoeningen. Zorg voor vastgelegde afspraken met collega instellingen indien uw instelling geen verzoeken tot levensbeëindiging uitvoert.
  2. Zorg voor een actueel beleidsdocument over levensbeëindiging bij patiënten met en psychiatrische aandoening dat opgenomen is in het kwaliteitshandboek en toegankelijk is voor behandelaren. Het beleid bevat minimaal de visie van de instelling en de interne procedure ten aanzien van het omgaan met dergelijke verzoeken.
  3. Geef de geneesheer-directeur (of medisch directeur) en de medisch-ethische commissie een adviserende rol in zowel het beleid rondom euthanasie als in de individuele casuïstiek. Stem het instellingsbeleid af met de Cliëntenraad.
  4. Zorg dat de geneesheer-directeur (of medisch directeur) zicht heeft op welke bij de instelling werkzame artsen bereid en in staat zijn een verzoek tot euthanasie op psychiatrische grondslag te onderzoeken en eventueel uit te voeren.
  5. Zorg voor implementatie van het beleid in de instelling via scholing in het omgaan met verzoeken tot levensbeëindiging voor behandelaren.
  6. Communiceer de visie en het beleid van de instelling rond levensbeëindiging bij patiënten met een psychiatrische aandoening op een begrijpelijke en toegankelijke wijze aan patiënten.
  7. Richt een kwaliteitsregister in voor verzoeken tot en uitvoering van levensbeëindiging op psychiatrische grondslag, vermeldt de cijfers in uw jaarverslag, en zorg voor een continue verbetercyclus op het beleid in de instelling.
  8. Bepaal of u in principe bereid en in staat bent een verzoek tot levensbeëindiging op psychiatrische grondslag te honoreren en deel dit desgevraagd in een vroeg stadium met uw patiënt.
  9. Werk multidisciplinair en betrek (eerdere) hulpverleners van de patiënt bij het proces van besluitvorming. Overleg ten minste met de (vroegere) GGZ-behandelaar en de huisarts. Vraag tijdig een second opinion door een deskundige op het gebied van de psychiatrische aandoening.
  10. Wanneer u onvoldoende kennis en ervaring heeft over complexe verzoeken tot levensbeëindiging organiseer dan steun en consultatie via het Platform Psychiatrie en Euthanasie van de NVvP of maak gebruik van een consulentverpleegkundige van de Levenseindekliniek.
  11. Verwijs pas als u het verzoek heeft besproken, onderzocht en beoordeeld, resterende behandelopties ontbreken en naar uw mening aan de zorgvuldigheidseisen wordt voldaan. Zorg bij verwijzing voor zorgvuldige verstrekking van informatie, een warme overdacht, blijf beschikbaar voor overleg en houdt desgewenst contact met de patiënt en familie en naasten.
  12. Raadpleeg bij voorkeur een consulent die psychiater is en beschikt over voldoende deskundigheid met betrekking tot a) de psychiatrische aandoening van de patiënt en b) de beoordeling van de wettelijke zorgvuldigheidseisen.

 

Aanbeveling

Tijdpad voor implementatie:
<1 jaar,

1-3 jaar of

>3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie

Te ondernemen acties voor implementatie

Verantwoordelijken voor acties

Overige opmerkingen

1

1-3

geen

 

geen

 

RvB instelling

 

2

1-3

geen

 

geen

 

RvB instelling

 

3

1-3

geen

 

geen

 

RvB instelling

*)

4

<1

geen

 

 

 

RvB instelling

*)

5

>3

scholingskosten

 

 

 

RvB instelling

*)

6

1-3

geen

 

 

 

RvB instelling

 

7

>3

geen

 

 

 

RvB instelling

*)

8

<1

geen

-

-

-

individueel arts

-

9

1-3

gering

 

 

 

individueel arts en collega’s

 

10

<1

gering

voldoende capaciteit Platform Psychiatrie en Euthanasie

beperkte capaciteit Platform Psychiatrie en Euthanasie

 

individueel arts

 

 

11

<1

geen

voldoende expertise nodig bij alle artsen ten aanzien van zorgvuldigheidseisen

bereidheid arts zorgvuldigheidseisen te onderzoeken als hij/zij principieel tegen is

 

individueel arts

 

12

1-3

geen

voldoende psychiaters met expertise tav zorgvuldigheidscriteria

 

netwerk van deskundige psychiaters instellen

NVvP

in aansluiting op aanbeveling in derde evaluatie WTL (mei 2017) dat NVvP netwerk van deskundig psychiaters vormt.

*) Niet van toepassing op instellingen waarbij op basis van de levensbeschouwelijke opvatting geen mogelijkheid is om in te gaan op verzoeken tot levensbeëindiging op psychiatrische grondslag. In dat geval moet er een procedure voor verwijzing naar een andere instelling zijn.