Tabel meetinstrumenten multifactoriële valrisicobeoordeling

Valrisicofactor

Meting

Angst

Vraag naar angst, gebruik bij voorkeur de HADS

ADL en IADL

Breng gestructureerd in kaart, bij voorkeur met de gemodificeerde Katz (thuiswonenden) of Barthel (verpleeghuisbewoners)

Cardiovasculaire aandoeningen

 

  • Anamnese van cardiovasculaire symptomatologie
  • Anamnese van cardiovasculaire voorgeschiedenis
  • Lichamelijk onderzoek van hart- en bloedvaten
  • Meting van de bloeddruk en polsfrequentie in liggende en staande positie
  • 12-afleiding ECG
  • Laboratoriumonderzoek: hemoglobine, nierfunctie, elektrolyten

Cognitie

MMSE en kloktekentest. Overweeg MOCA bij hoogopgeleiden indien naar verwachting het screenend vermogen van de MMSE onvoldoende is

Delier

Beoordeel de aanwezigheid van een delier, maak bij voorkeur gebruik van de DOS naast de klinische diagnose

Duizeligheid/

vestibulaire aandoeningen

Vraag uit en verricht op indicatie een Dix-Hallpike (zie richtlijn duizeligheid bij ouderen). Verwijs indien geïndiceerd naar KNO-arts

Gedrag

Beoordeel het gedrag, bij voorkeur met de CMAI

Gehoorproblemen

Vraag uit en zo nodig aanvullende analyse middels een audioloog of KNO-arts

Incontinentie

Gebruik 2 screenende vragen en zo nodig aanvullende analyse en onderzoek (voor meer informatie zie de CGA-richtlijn)

Medicatie

Breng minimaal het gebruik van psychofarmaca en cardiovasculaire medicijnen in kaart en bij voorkeur alle medicijnen met directe en/of indirecte valrisico verhogende effecten (zie ook tabel Potentiele valrisicoverhogende medicijnen).

Voor advies t.a.v. optimaal uitvoeren van een medicatiebeoordeling wordt verwezen naar module uitvoering medicatiebeoordeling in de richtlijn polyfarmacie bij ouderen

Mobiliteit

 

 

 

 

 

Loopvaardigheid

10 meter looptest (comfortabel/snel), POMA (subschaal lopen0 , Functional Gait Assessment NL (FGA)-NL

Spierkracht

Specifieke spiergroepen (MRC-schaal; Hand held dynamometer. Deze laatste is objectiever, maar minder gebruiksvriendelijk), Handknijpkracht, Stoeltest: 5 times sit to stand test

Balans

Berg Balans Schaal, POMA (subschaal balans)

Combinatie lopen, spierkracht, balans

Short Physical Performance Battery (SPPB), Timed Up and Go (TUG) , Get up and go (kwalitatief)

Omgeving

Laat een patiënt (en/of zijn naasten) altijd zijn omgeving zelf controleren op omgevingsvalrisicofactoren en laat een ergotherapeutisch valrisicobeoordeling thuis verrichten bij hoog risicopatiënten in relatie tot de mogelijkheden en wensen van de patiënt in het uitvoeren van diens dagelijkse activiteiten

Onderliggende aandoening

Verricht een CGA

Orthostatische hypotensiemeting (OH)

Meet de bloeddruk minimaal 5 minuten liggend en minimaal op 1,2 en 3 minuten staand. Overweeg om op 4 en 5 minuten staand toe te voegen en continu te meten middels kanteltafeltest. Afkapwaarde: daling van 20 mmHg systolisch of tot een waarde onder 90 mmHg systolisch en/of een daling van 10 mmHg diastolisch

Stemming

Gebruik minimaal 2 screenende vragen en bij voorkeur de Geriatric Depression Scale (GDS)

Ondervoeding

De een risicoschatting op ondervoeding

Valangst

Vraag naar valangst. Neem bij voorkeur FES-I af

Visusklachten

Vraag naar visusklachten en voer een Snellentest uit met zo nodig aanvullende analyse door een oogarts of opticien

Vitamine D

25-OH meting met afkapwaarde 60nmol/L

Voet en schoeisel

Verricht onderzoek en verwijs zo nodig naar een podotherapeut voor verder onderzoek