Niet kleincellig longcarcinoom

Initiatief: Cluster Longoncologie Aantal modules: 78

ROS1 fusies

Uitgangsvraag

Welke (nieuwe) behandelingen hebben de voorkeur bij ROS1 fusies?

Aanbeveling

De algemene aanbevelingen die voor alle zeldzame mutaties gelden staan in de hoofdmodule ‘Behandeling incurabel NSCLC met (zeldzame) mutaties’.

 

ROS1:

 

Behandel patiënten met een ROS1 translocatie in de eerste lijn met crizotinib.

Overwegingen

Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs

De algemene overwegingen die voor alle zeldzame mutaties gelden staan in de hoofdmodule ‘Behandeling incurabel NSCLC met (zeldzame) mutaties’.

 

ROS1

Eerste lijn: er zijn geen gerandomiseerde studies die een ROS1-TKI met chemotherapie hebben vergeleken. Gezien de goede ORR in fase I (Shaw, 2014) en fase II studies en in prospectieve series (Mazieres, 2015) van rond de 70%, met een mediane PFS van rond de 10 tot 19 maanden en de goede verdraagbaarheid van crizotinib, is crizotinib (geregistreerd voor ROS1) de eerstelijnsbehandeling van voorkeur. Ceritinib is veelbelovend in crizotinib-naïeve ROS1 patiënten maar is vooralsnog niet geregistreerd. In een fase II studie was de ORR rond de 70% met een mediane PFS van 19.3 maanden voor crizotinib-naïeve patiënten. Echter, patiënten die al waren behandeld met crizotinib reageerden niet op ceritinib (Lim, 2017). Entrectinib is een nieuwere generatie ROS1 en NTRK TKI. In een geüpdatete analyse van drie lopende fase I of II studies, waarin 172 patiënten met ROS1+ NSCLC werden geïncludeerd (67 behandel naïef, 2 eerder behandeld met crizotinib), was de ORR 67%, mediane PFS 16.8 maanden en mediane OS niet behaald (Fan, 2023). Intracraniële controle was goed. Entrectinib is in Nederland niet buiten studieverband beschikbaar, er is wel EMA en FDA goedkeuring. Lorlatinib target ook ROS1, ORR was 62% bij TKI naïeve patiënten, met een mediane duur van 25.3 maanden (Shaw, 2019). Lorlatinib is niet geregistreerd voor de behandeling van ROS1.

 

Tweede lijn en verder: gezien het ontbreken van geregistreerde tweedelijns middelen specifiek voor ROS1, zijn zowel platinum-bevattende chemotherapie als een ROS1 TKI in studieverband of named patient programma opties.

Onderbouwing

-

GRADE

There are no RCTs that compared targeted therapy with chemotherapy in patients with NSCLC and a ROS1 fusion.

Description of studies

There are no prospective randomized controlled trials (RCTs) that compared treatment with targeted therapy and treatment with chemotherapy or crizotinib in NSCLC patients with a ROS1 rearrangement.

The search and selection methods can be found in the main module ‘Behandeling incurabel NSCLC met (zeldzame) mutaties’.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 01-01-2023

Laatst geautoriseerd  : 24-06-2024

Geplande herbeoordeling  : 01-01-2025

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Cluster Longoncologie
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
  • Longkanker Nederland

Algemene gegevens

De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodules werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodules.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodules is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met niet kleincellig longcarcinoom. Deze werkgroep is ingesteld in het kader van het cluster longoncologie.

 

Werkgroep

•       dr. A. (Annemarie) Becker (voorzitter), Longarts, Amsterdam UMC, NVALT

•       dr. A.J. (Anthonie) van der Wekken, Longarts, UMCG, NVALT

•       dr. A. (Annemarieke) Bartels – Rutten, Radioloog, AVL, NVvR

•       prof. dr. V. (Volkher) Scharnhorst, Klinisch chemicus, Catharina Ziekenhuis, NVKC

•       prof. dr. E.F.I. (Emile) Comans, Nucleaire geneeskundige, Amsterdam UMC, NVNG

•       prof. dr. J.J.C. (Joost) Verhoeff, Radiotherapeut-Oncoloog, Amsterdam UMC, NVRO

•       prof. dr. J. (Jerry) Braun, Hoogleraar Cardio-thoracale chirurgie, LUMC, NVT

•       dr. K.J. (Koen) Hartemink, Chirurg, AVL, NVvH

•       dr. R.A.M. (Ronald) Damhuis, Arts-onderzoeker, IKNL

•       drs. L.A. (Lidia) Barberio, Directeur Longkanker Nederland

•       dr. B.J.M. (Bas) Peters, Ziekenhuisapotheker, St. Antonius Ziekenhuis, NVZA

•       dr. R. (Rob) ter Heine, Ziekenhuisapotheker- klinisch farmacoloog, Radboudumc, NVZA

•       drs. D.C.M. (Desirée) Verheijen, Klinisch geriater, ZGV, NVKG

•       dr. J.H. (Jan) von der Thüsen, Patholoog, Erasmus MC, NVVP

•       dr. W. (Wouter) van Geffen, Longarts, MCL, NVALT

•       dr. L.E.L. (Lizza) Hendriks, Longarts, MUMC+, NVALT

•       dr. A. (Arifa) Moons-Pasic, Longarts, OLVG, NVALT

•       dr. I. (Idris) Bahce, Longarts, Amsterdam UMC, NVALT

•       prof. dr. E. (Ed) Schuuring, Hoogleraar in de Moleculaire Oncologische Pathologie, UMCG, NVVP

•       dr. J.M.J. (Josephine) Stoffels, Internist Ouderengeneeskunde, NIV

•       dr. J.W. (Joost) van den Berg, Internist Ouderengeneeskunde i.o., NIV

In het kader van het cluster longoncologie

 

Met ondersteuning van

•       dr. J.S. (Julitta) Boschman, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (tot december 2023)

•       M.L. (Miriam) te Lintel Hekkert, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

•       dr. L.C. (Lisanne) Verbruggen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

•       dr. D. (Dagmar) Nieboer, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

•       A. (Alies) Oost, medisch informatiespecialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de volgende clustercyclus.

 

De NVALT heeft vastgesteld dat het niet mogelijk was werkgroepleden af te vaardigen met voldoende expertise zonder potentiële belangenverstrengeling. Het gaat daarbij met name om werkgroepleden die deelnemen aan adviesraden/kennisuitwisselingsbijeenkomsten met de farmaceutische industrie. Gedurende de ontwikkeling van de modules heeft daarom afstemming plaatsgevonden tussen de werkgroepvoorzitter, de belangencommissie van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en de NVALT over passende acties naar aanleiding van de gemelde belangen.

 

Restricties voor de modules over onderwerpen (medicamenteuze behandeling) waar de adviesraden betrekking op hebben:

•                Werkgroeplid werkt niet als enige inhoudsdeskundige aan de module;

•                Werkgroeplid werkt tenminste samen met een werkgroeplid met een vergelijkbare expertise in alle fasen (zoeken, studieselectie, data-extractie, evidence synthese, Evidence-to-decision, aanbevelingen formuleren) van het ontwikkelproces. Indien nodig worden werkgroepleden toegevoegd aan de werkgroep;

•                In alle fasen van het ontwikkelproces is een onafhankelijk methodoloog betrokken;

•                Overwegingen en aanbevelingen worden besproken en vastgesteld tijdens een werkgroepvergadering onder leiding van een onafhankelijk voorzitter (zonder gemelde belangen).

 

Aansluitend op de reguliere commentaarronde bij de achterban van de bij de richtlijn betrokken wetenschappelijke verenigingen, hebben (een aantal) leden van de richtlijn- en kwaliteitscommissie van de NVALT en een methodoloog van het Kennisinstituut die niet betrokken waren bij ontwikkeling van de modules, aanvullend beoordeeld of de aanbevelingen logischerwijs aansluiten bij het gevonden bewijs en de overwegingen, om de onafhankelijkheid van de richtlijn te waarborgen.

 

Wellicht ten overvloede willen wij erop wijzen dat medisch specialistische richtlijnen niet worden vastgesteld door de betreffende richtlijnwerkgroep maar door de besturen/ledenvergadering van de betrokken verenigingen.

 

Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenwerkzaamheden

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Becker

Longarts Amsterdam UMC

Geen

Extern gefinancierd onderzoek: SYMPRO studie

Project over beeldvorming in de follow-up na behandeling voor longkanker gaat nog starten (gefinancierd door ZIN)

geen

Bartels-Rutten

Radioloog, NKI-AVL (betaald)

Geen

Geen

geen

van der Wekken

UMCG - longarts

Geen

Extern gefinancierd onderzoek:
* AstraZeneca - POSITION 20 trial – Projectleider
* Boehringer - Ingelheim - Cellculture in NSCLC – Projectleider
* Pfizer - Cellculture in NSCLC - ?
* Roche - Cellculture in NSCLC – Projectleider
* Takeda - Cellculture in NSCLC – Projectleider

Lid bestuur Sectie oncologie NVALT

Lid dure geneesmiddelen commissie NVALT

Lid Cie Geneesmiddelen FMS

Specialisten panel Longkanker Nederland

Consortium partner 3D modeling in MTB

Adviesraden voor UMCG bij Lilly, Astra Zeneca, Roche, Janssen

restricties

Comans

Nucleair geneeskundige HMC Den Haag (0.6 FTE)

Hoogleraar nucleaire geneeskunde Amsterdam UMC lokatie VUmc (0.4 FTE).

Geen

geen

Braun

Hoogleraar Cardio-thoracale Chirurgie, Leids Universitair Medisch Centrum en Amsterdams Universitair Medisch Centrum.
Dit zijn betaalde functies

Lid bestuur Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie (onbetaald).

Geen

geen

Verhoeff

Radiation oncologist and professor of radiotherapy at the Amsterdam UMC

Niet van toepassing

Extern gefinancierd onderzoek:

1. STOPSTORM H2020, bestraling van hartritmestoornissen
2. GOLD studie, glioblastoma: optimizing logistics and dose
3. RISinG studie, Re-Irradiation Schedules in Glioma
4. PREMIUM, respons predictie melanomen
5. Apricot study: Assessing and Predicting Radiation Influence on Cognitive Outcome using the cerebrovascular stress Test.

geen

Hartemink

Chirurg NKI-AVL, Amsterdam

Onbetaald:
Specialisten adviesraad patientenvereniging Longkanker Nederland
Commissielid Richtlijncommissie NVvH
Bestuurslid Multidisciplinair Researchplatform Long(oncologie)
Bestuurslid Dutch Thoracic Group (DTG)
Bestuurslid DLCRG

Betaald:
Faculty NVALT cursus (Wad'n Workshop Thoracale Oncologie, vanaf 2023 getiteld: Masterclass Longoncologie)
Commissielid Wetenschappelijke commissie DLCA-S
Commissielid Richtlijn Tabaksontmoediging
Commissielid Richtlijn NSCLC
Commissielid Richtlijn Mediastinale tumoren
Advisory board MSD, BMS en AstraZeneca (eenmalig)
Webinar Medtalks (eenmalig)
Educational grant Medtronic; fellow Longchirurgie
KWF-grant ontvangen (2021) voor het doen van onderzoek naar radiotherapie en chirurgie bij het vroeg-stadium NSCLC.

KWF-grant ontvangen (2021) voor het doen van onderzoek naar radiotherapie en chirurgie bij het vroeg-stadium NSCLC.

geen

Scharnhorst

Klinisch chemicus, Catharina Ziekenhuis Eindhoven

Deeltijdhoogleraar klinische chemie TU/e
klinisch chemicus Analytisch Diagnostisch Centrum, Willemstad, Curaçao

Extern gefinancierd onderzoek:
* NWO - Ontwikkeling van massaspectrometrische analyses voor tumor merkers – Projectleider
* RVO - Validatie van PPG signalen voor de detectie van deterioriatie – Projectleider
* Catharina Onderzoeksfonds - diverse onderzoeken

geen

Moons -Pasic

Longarts OLVG Amsterdam

Niet van toepassing

Extern gefinancierd onderzoek:
1. Paulin Studie
2. Imreal Studie
3. Pacific-R Studie

geen

Peters

Ziekenhuisapotheker
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht

Niet van toepassing

Extern gefinancierd onderzoek:
Diverse publicaties/onderzoeken waarbij coauteur

* Abbvie - Systematic evaluation of the efficacy-effectiveness gap of systemic treatmens in extensive disease - Geen projectleider
* Dutch Cancer Society (Grant Number SAN2016-7942) - Real-world outcomes versus clinical trial results of immunotherapy in stage IV non-small cell lung c - Geen projectleider

geen

Verheijen

Klinisch geriater, voor 0,8 fte.
werkzaam in Ziekenhuis Gelderse Vallei te Ede.
betaalde werkzaamheden, klinisch en poliklinisch.

Geen

Geen

geen

Schuuring

Senior staflid en lid van MT (Management Team) van de afdeling Pathologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen.

Hoofd van het Laboratorium voor Moleculaire Pathologie binnen de afdeling Pathologie UMCG Groningen

Hoogleraar in “Moleculaire Oncologische Pathologie” (RUG/UMCG)

Geregistreerd Klinisch Moleculair Bioloog in de Pathologie (KMBP) binnen de afdeling Pathologie UMCG Groningen

Erkend opleider voor opleiding tot Klinisch Moleculair Bioloog in de Pathologie binnen de afdeling Pathologie UMCG Groningen

Adviseur/KMBP voor Moleculaire Pathologie voor de Stichting Pathologie Friesland in Leeuwarden, voor Martini Ziekenhuis te Groningen, voor Treant Zorggroep Bethesda ziekenhuis in Hoogeveen en voor ADCNV to Curacao (allen onbetaald)

Bestuurslid (secretaris) van de commissie BeOordeling Diagnostiek, cieBOD (gemandateerd door NVVP) (vacatiegelden naar UMCG account)

Bestuurslid van de sectie Klinische Moleculaire Experimentele Pathologie van NVVP (Nederlandse Vereniging voor Pathologie) (onbetaald)

Lid BVO BMHK-hrHPV screening, Landelijk Kwaliteitsplatform hrHPV-testing (onbetaald)

Lid stuurgroep ZONMW-COIN: “cfDNA on the way to implementation in the Netherlands” [www.cfDNA.nl/COIN] (onbetaald)

Adviseur/scientific expert voor organisatie van (inter)nationale ringstudies tbv diagnostiek van longkanker (External Quality Assessment) voor de European Society of Pathology (ESP), IQNPATH en ESP/QUiP (onbetaald)

Lid landelijke commissies bij Zorginstituut Nederland mbt VWS-advies mbt Moleculaire Pathologie (gemandateerd door NVVP) (onbetaald)

Lid van steering committee DI-CUP protocol (onbetaald)

Adviseur/consultant m.b.t. (moleculaire) diagnostiek voor firma's (2019-2023): MSD/Merck, AstraZeneca, Astellas Pharma, Roche, Novartis, Bayer, BMS, Lilly, Amgen, Illumina, Agena Bioscience, Janssen Cilag (Johnson&Johnson), GSK, Diaceutics, CC Diagnostics (honoraria op UMCG rekening)

Lezingen, onderwijs, nascholing op het gebied van de moleculaire pathologie van longkanker (2019-2023) deels tegen vergoeding van firma zoals Bio-Rad, Seracare, Novartis, Roche, Biocartis, Illumina, Lilly, Janssen Cilag (Johnson&Johnson) en Agena Bioscience (honoraria op UMCG rekening)

Ik heb op gebied van moleculaire pathologie GEEN directe financiele belangen (aandelen of opties) in een bedrijf/firma.

Ik ben op gebied van longkanker GEEN patent of product

Patenten (alleen als inventor, geen eigendom):
* PCR-based clonality studies for early diagnosis of lymphoproliferative disorders (geen uitkering). Applicant/Proprietor: Erasmus University. Inventors: van Dongen JJM, Langerak AW, Schuuring EMD, San Miguel JF, García Sanz R, Parreira A, Smith JL, Lavender L, Morgan G, Evans PA, Kneba M, Brüggemann M, Hummel M, Macintyre E, Bastard C and Davi F (P62015US00, WO 2004/033728 en US 20060234234)
* Detection and prognosis of cervical cancer (geen uitkering). Applicant/Proprietor: Oncomethylome Sciences. Inventors: Deregoski V, Dehaspe L, van Criekinge W, Wisman B, van der Zee, AGJ, Schuuring E (PCT/EP2009053386, 3036342/61038549, WO 2009115615 A2)
* Biomarkers for cervical cancer (geen uitkering). Applicant/Proprietor: Rijksuniversiteit Groningen. Inventors: Wisman B, van der Zee AGJ, Schuuring E (WO2016048138A1; EP1985715A2)

Extern gefinancierd onderzoek:

In UMCG-team heb ik financiele ondersteuning voor onderzoek ontvangen van:
* ZonMw: Predictive Analysis for Therapy: PATH to Optimizing Access to Personalised Cancer Therapy in the Netherlands; from Tissue to Therapy - projectleider/steering committee
* ZonMw: CIN2+-specific methylation markers in the triage of hrHPVpositive self-samples will improve efficacy of population-based cervical cancer screening - (mede) projectleider
* ZonMw: cfDNA on the way to implementation in the Netherlands, COIN - projectleider/steering committee
* Roche/Ventana: Validation and implementation of pan-TRK immuno staining and RNA-based NTRK-fusion detection in a diagnostic setting - (mede) projectleider
* Astrazeneca: De validatie van Illumina’s TSO500 NGS panel voor DNA-analyse van HRD-genen in het kader van diagnostiek van prostaatkanker - (mede) projectleider
* Archer/Bayer/Invitae: Implementatie Invitae-ArcherDX fusiegendetectie tbv NTRK diagnostiek - (mede) projectleider
* Roche: B-IO - Unraveling tumor response and resistance to combined chemotherapy and PD-L1 inhibition with minimal invasive techniques in patients with advanced NSCLC with targetable disease - (mede) projectleider
* Agena Biosciences: CLINBASE - validation and implementation of Agena UltraSEEK using plasma cfDNA samples from NSCLC patients - (mede) projectleider
* CC Diagnostics: Evaluation of CIN2+ specific methylation markers as triage testing optimizing referral to gynecologist for colposcopy after primary hrHPV-positive test in the new Dutch population-based screening program - (mede) projectleider
* Roche/CancerID: ctDNA as predictor of treatment response in NSCLC patients treated with immune modulating therapy - (mede) projectleider
* Roche: ALPINE-study - Identification of resistant mechanisms in progressing lung cancer patients with an initial tumor response or with stable disease on immunotherapy using comprehensive ultrasensitive NGS biomarker analysis - (mede) projectleider
* Alpe d’HuZes/KWF/ Agena Biosciences: GALLOP-11 study - treatment of gastrointestinal stromal tumors based on serial mutation analysis of circulating tumor DNA – WP-leader
* Imalife/Siemens: NEO-PUSH study - cfDNA from whole blood to detect lung cancer in high risk group of Imalife patients undergoing ULD-CT screening - (mede) projectleider
* BioRAD: ctKRAS testing using BioRad ddPCR in cfDNA from plasma as a predictive biomarkers for tumor response to Nivolumab in KRAS-mutated non-small cell lung cancer – projectleider
* KWF/NKB: FORCE – Infrastructure fOr rare Cancers in the NEtherlands: Towards a comprehensive platform for early detection and treatment of rare cancers – (mede) projectleider
* EU-IHI-Horizon: GUIDE.MRD - GUIding multi-moDal thErapies against MRD by liquid biopsies – steering committee/WP-leader

restricties

Bahce

Commissielid
Amsterdam UMC, locatie VUmc

Geen

Geen dienstverband, eigendom, patent of anderszins

Incidenteel participeer ik in adviesraden waarvan het geld naar onze afdeling gaat, dit betreft de meeste grote farmaciebedrijven (AstraZeneca, BMS, Boehringer, MSD, Takeda, Roche, Pfizer)

Extern gefinancierd onderzoek:

Diverse investigator-initiated onderzoeken op de longafdeling van het Amsterdam worden gefinancierd door de bedrijven Boehringer Ingelheim, AstraZeneca en BMS

restricties

von der Thüsen

Patholoog

Geen

Honoraria en consulting fees van:
Eli Lilly, Jansen, MSD, Pfizer, Roche, Roche Diagnostics

Extern gefinancierd onderzoek:
* ZonMW - Onderzoek pathologie COVID-19 – Projectleider
* KWF - Onderzoek LCNEC - Geen projectleider
* Hanarth - Onderzoek NE tumoren -Projectleider
* AstraZeneca - Onderzoek EGFR in longcarcinoom - Geen projectleider

restricties

Barberio

Directeur patiëntenorganisatie Longkanker Nederland (betaald)

lid RvT Stichting Agora, leven tot het einde (betaald)

Extern gefinancierd onderzoek:
* ZonMW - Optrial - Geen projectleider
* KWF - ERATS - Geen projectleider
* ZonMW - Zorgpad optimalisatie longkanker UMCG - ?
* KWF - Donan trial - Geen projectleider
* Stichting Treatmeds - Dedication trial - Geen projectleider

geen

Hendriks

Longarts
Maastricht UMC+

mede-auteur geweest van ESMO richtlijn SCLC
1e auteur ESMO richtlijnen onco en non-oncogene addicted NSCLC

Betaling voor webinars Benecke, MedTalks, VJOncology
deelname mentorship programma AstraZeneca met key opinion leaders in longkanker (geen vergoeding, stop 2019)
travel support Roche (laatste 2019), eenmaal persoonlijke betaling adviesraad Roche (2020)

Extern gefinancierd onderzoek:
ja, zie onder. Ook longfonds grant voor optimalisatie behandeling hersenmetastasen bij longkanker maar dat past niet meer hieronder

chair metastatic NSCLC systemic therapy EORTC

secretaris stichting NVALT studies

adviesraden (betaald aan instituut niet aan mij): Amgen, BMS, Boehringer Ingelheim, Janssen, Lilly, Merck, MSD, Novartis, Pfizer, Roche and Takeda

betaling voor educational webinars (betaald aan instituut niet aan mij) Janssen, podcasts Takeda, invited speaker AstraZeneca, Bayer, high5oncology, Lilly en Merck Sharp & Dohme (MSD), interview sessies Roche

betaling aan instituut voor lokale PI farma studies van AbbVie, AstraZeneca, Blueprint Medicines, Gilead, GlaxoSmithKline (GSK), Merck Serono, Mirati, MSD, Novartis, Roche en Takeda

restricties

ter Heine

Ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog, Radboudumc

Geen

Ik heb een onkostenvergoeding ontvangen voor het geven van een scholing over de klinische farmacologie van sotorasib, een nieuw middel in de behandeling van longkanker, van de firma AMGEN.

Extern gefinancierd onderzoek:
Financiering door ZONMW, stichting Treatmeds en zorgverzekeraars

geen

Damhuis

Onderzoeker IKNL (betaald)
Opzetten, analyse, rapportage van onderzoeksprojecten

Lid wetenschappelijke commissie DLCA-S (onbetaald)
Lid wetenschappelijke commissie DLCA-R (onbetaald)

Extern gefinancierd onderzoek:
* ESLUNG
* LEGO
* KWF - ESLUNG Comparison of SABR vs MI Lobectomy for early-stage NSCLC - Geen projectleider
* KWF - LEGO Improving diagnostic accuracy and systemic treatment of LCNEC - Geen projectleider

geen

van Geffen

Medisch Centrum Leeuwarden

NVALT bestuur

Extern gefinancierd onderzoek:
* MCL - Protect studie: kwaliteit van leven bij longkanker – Projectleider
* MSD - MK7684A-008 - Geen projectleider
* Roche - SCYSCRAPER01 - ?
* VIOZ - Kwaliteit van leven bij NSCLC EGFR gemuteerd - Projectleider

* Projectleider
* Stichting Longgeneeskunde Fryslan - Protect studie: kwatliteit van leven bij longkanker - Projectleider

restricties

Stoffels

Internist ouderengeneeskunde Amsterdam UMC

freelance nieuwsschrijver Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde

 

Amsterdam UMC innovatiefonds

geen

van den Berg

Arts assistent Inwendige Geneeskunde Amsterdam UMC

Betaalde nevenfunctie:

* Post-doctoraal onderzoek Professional Performance and Compassionate Care-onderzoeksgroep AmsterdamUMC (niet extern gefinancierd)

Geen

geen

Inbreng patiëntenperspectief

Longkanker Nederland heeft bijgedragen aan de schriftelijke knelpunteninventarisatie voor het cluster Longoncologie. Daarnaast werd er aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door de afvaardiging van Longkanker Nederland in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptmodule werden tevens voor commentaar voorgelegd bij Longkanker Nederland (in afstemming met de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties).

Werkwijze

AGREE

Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).

 

Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen

Tijdens de schriftelijke knelpuntenanalyse werden verschillende partijen uitgenodigd om input te geven op een concept-raamwerk voor de richtlijnen niet kleincellig longcarcinoom en kleincellig longcarcinoom. Deze richtlijnen zijn dermate verouderd, dat een grotere herziening noodzakelijk is om uiteindelijk goed mee te kunnen draaien in het modulair onderhoud zoals in de Koploperprojecten wordt beoogd.

 

Het doel van deze stakeholderraadpleging was om te inventariseren welke knelpunten men ervaart rondom de te herziene richtlijnen. De benoemde knelpunten werden vervolgens door de richtlijnwerkgroep geprioriteerd en vertaald in uitgangsvragen.

 

De volgende vijf modules kregen prioriteit bij het uitvoeren van onderhoud aan de richtlijn Niet kleincellig longcarcinoom:

  • (Neo)adjuvante immuuntherapie
  • Dubbele immuuntherapie
  • Behandeling na (chemo-)immuuntherapie
  • Eerstelijnsbehandeling incurabel NSCLC met EGFR exon 19/21 mutatie
  • Behandeling incurabel NSCLC met (zeldzame) mutaties

Uitkomstmaten

Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.

 

Methode literatuursamenvatting

Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. Indien mogelijk werd de data uit verschillende studies gepoold in een random-effects model (Review Manager 5.4). De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht.

 

Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs

De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).

 

GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).

 

GRADE

Definitie

Hoog

  • er is hoge zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is zeer onwaarschijnlijk dat de literatuurconclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Redelijk

  • er is redelijke zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • het is mogelijk dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Laag

  • er is lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • er is een reële kans dat de conclusie klinisch relevant verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Zeer laag

  • er is zeer lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt;
  • de literatuurconclusie is zeer onzeker.

 

Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).

 

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals aanvullende argumenten uit bijvoorbeeld de biomechanica of fysiologie, waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello, 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE-methodiek.

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk (Agoritsas, 2017; Neumann, 2016). De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen. De werkgroep heeft bij elke aanbeveling opgenomen hoe zij tot de richting en sterkte van de aanbeveling zijn gekomen.

 

In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.

 

Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers

 

Sterke aanbeveling

Zwakke (conditionele) aanbeveling

Voor patiënten

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet.

Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. 

Voor behandelaars

De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen.

Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren.

Voor beleidsmakers

De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid.

Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. 

 

Organisatie van zorg

In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijnmodule wordt aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren worden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren wordt de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule wordt aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.


Literatuur

Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.

Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.

Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.

Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.

Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.

Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html

Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.

Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Palliatieve zorg