Niet epitheliale maligniteiten van het ovarium - Adjuvante behandeling na initiële behand
|
Disclaimer In aanvulling op de gebruikersvoorwaarden, die in deze onverkort van toepassing zijn, geldt hetgeen hierna staat. Deze richtlijn is eerder geplaatst geweest op Oncoline en is vooruitlopend op het actualiseren ervan, nu in deze database opgenomen. De richtlijn zoals die nu is opgenomen voldoet nog niet aan alle kwaliteitseisen die aan publicatie in de Richtlijnendatabase worden gesteld en is daarom als PDF geplaatst. De richtlijn zal modulair worden geactualiseerd in nog volgende onderhoudsronden. |
Zie het PDF-bestand 'Adjuvante behandeling na initiële behandeling' in de bijlagen.
Onderbouwing
Samenvatting literatuur
Chemotherapie
De waarde van adjuvante chemotherapie bij deze tumoren is onduidelijk. Op basis van twee studies met in totaal 14 patiënten is het in de Verenigde Staten gebruikelijk om drie BEP-kuren te geven bij Sertoli-Leydigceltumoren graad 3 of met heterologe componenten [Gershenson 2012 (1)]. Totdat de resultaten bekend zijn van een lopende studie waarin BEP wordt vergeleken met carboplatin/paclitaxel, is dit evenwel geen standaard beleid. Bij niet-resectabele ziekte, kan palliatieve systemische therapie worden overwogen.
Op basis van een andere studie bij 14 patiënten kan lokale of volledige abdominale radiotherapie worden overwogen, indien bij een granulosaceltumor lokaal tumor achterblijft [Wolf 1999 (2)].
Op dit moment is er te weinig evidence voor chemotherapie in de adjuvante setting. Evidence voor een gunstig effect van chemotherapie in advanced en recidief setting is aan kritiek onderhevig [Van Meurs 2014 (3)]. De GOG-0264 studie naar de waarde van BEP versus carboplatin/paclitaxel wordt afgewacht [Gurumurthy 2014 (4)].
De waarde van adjuvante chemotherapie bij deze tumoren is onduidelijk. Op basis van twee studies met in totaal 14 patiënten is het in de Verenigde Staten gebruikelijk om drie BEP-kuren te geven bij Sertoli-Leydigceltumoren graad 3 of met heterologe componenten [Gershenson 2012 (1)]. Totdat de resultaten bekend zijn van een lopende studie waarin BEP wordt vergeleken met carboplatin/paclitaxel, is dit evenwel geen standaard beleid. Bij niet-resectabele ziekte, kan palliatieve systemische therapie worden overwogen.
Op basis van een andere studie bij 14 patiënten kan lokale of volledige abdominale radiotherapie worden overwogen, indien bij een granulosaceltumor lokaal tumor achterblijft [Wolf 1999 (2)].
Op dit moment is er te weinig evidence voor chemotherapie in de adjuvante setting. Evidence voor een gunstig effect van chemotherapie in advanced en recidief setting is aan kritiek onderhevig [Van Meurs 2014 (3)]. De GOG-0264 studie naar de waarde van BEP versus carboplatin/paclitaxel wordt afgewacht [Gurumurthy 2014 (4)].
Referenties
- 1 - Gershenson DM. Current advances in the management of malignant germ cell and sex cord-stromal tumors of the ovary. Gynecol Oncol. 2012 Jun;125(3):515-7
- 2 - Wolf JK1, Mullen J, Eifel PJ, et al. Radiation treatment of advanced or recurrent granulosa cell tumor of the ovary. Gynecol Oncol. 1999 Apr;73(1):35-41.
- 3 - Van Meurs HS, Buist MR, Westermann AM et al. Effectiveness of chemotherapy in measurable granulosa cell tumors: a retrospective study and review of literature. Int J Gynecol Cancer. 2014a Mar;24(3):496-505.
- 4 - Gurumurthy M, Bryant A, Shanbhag S. Effectiveness of different treatment modalities for the management of adult-onset granulosa cell tumours of the ovary (primary and recurrent). Cochrane Database Syst Rev. 2014 Apr 21;4:CD006912.
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld :
Laatst geautoriseerd : 01-09-2016
Geplande herbeoordeling :
Methode ontwikkeling
Evidence based