Medische begeleiding van kinderen met downsyndroom

Initiatief: Aantal modules: 54

Urologie en nefrologie

Zie de module Urologische en nefrologische afwijkingen bij kinderen met downsyndroom voor een uitgebreide beschrijving.

 

Urologische en nefrologische afwijkingen

De gemiddelde prevalentie van congenitale nefrologische en urologische afwijkingen bij kinderen met downsyndroom is 2%. Deze worden grotendeels bij het structureel echoscopisch onderzoek (SEO) bij 20 weken zwangerschap opgespoord of bij lichamelijk onderzoek gedetecteerd (niet scrotale testis en hypospadie/epispadie). Daarom wordt niet geadviseerd om screenend echografisch onderzoek te doen naar afwijkingen.

De volgende nefrologische en urologische afwijkingen kunnen gevonden worden: UPJ stenose, urethra kleppen, anterieure urethra obstructie, nieragenesie/dysplasie, cysteuze nier, hoefijzernier, mega-ureter, prune belly syndroom, hypospadie, epispadie en niet scrotale testis. Er werd geen verhoogd risico gevonden op VUR, ectopische nier of meatus urethra stenose.

Kinderen met downsyndroom hebben vaker dysfunctional voiding dan leeftijdsgenoten zonder downsyndroom.

Aanbevelingen

  • Wees alert op nefrologische en urologische afwijkingen bij kinderen met downsyndroom gezien deze vaker voorkomen.
  • Beoordeel bij alle jongens met downsyndroom of er sprake is van niet scrotale testis en/of hypospadie/epispadie. Behandeling dient plaats te vinden volgens richtlijnen geldend in de algehele populatie.

Microlithiasis en testiskanker

Testiculaire microlithiasis is een beeld waarbij multipele kleine calcificaties aanwezig zijn in de ductuli seminiferi. De pathogenese van testiculaire microlithiasisis nog onduidelijk. Testiculaire microlithiasis wordt gedefinieerd als klassiek als 5 of meer microcalcificaties van 1 tot 3 mm gezien worden op een echografische doorsnede in één of beide testes. Patiënten die één of meer microcalcificaties hebben maar niet voldoen aan de criteria voor klassieke testiculaire microlithiasis hebben focale testiculaire microlithiasis.

De prevalentie van microlithiasis in jongens en mannen met downsyndroom is aanzienlijk hoger dan in de algemene populatie (22,8 tot 36%). Dit is niet geheel te verklaren door het vaker voorkomen van niet-scrotale testis met of zonder orchidopexie. Het is nog onduidelijk of testiculaire microlithiasis een onafhankelijke risico factor voor testis kanker is of dat beiden ook bij mannen met downsyndroom een symptoom zijn van andere onderliggende afwijkingen.

Vanwege de lage frequentie van testiskanker bij mannen met downsyndroom, de goede prognose van testiskanker en de onduidelijkheid over de relatie tussen microlithiasis en testiskanker acht de werkgroep screening op microlithiasis bij mannen met downsyndroom niet geïndiceerd. Om dezelfde redenen wordt echografische screening van de testes na vastgestelde microlithiasis bij mannen met downsyndroom niet geadviseerd.

 

Mannen met downsyndroom hebben vanaf hun 15e een grotere kans op testiskanker, maar de kans hierop is ook voor hen nog steeds klein. Bekende risico factoren voor testis kanker, zoals componenten van het testiculair dysgenesie syndroom (niet-scrotale testis, hypospadie, verminderde spermatogenese, sub- or infertiliteit), komen vaker voor bij mannen met downsyndroom. Screening middels lichamelijk (zelf)onderzoek is belangrijk.

Aanbevelingen

  • Screening op testiculaire microlithiasis middels echografisch onderzoek wordt niet aanbevolen in kinderen met downsyndroom.
  • Maak het onderzoek van de testes een vast onderdeel van de jaarlijkse screening door de arts; in ieder geval vanaf de leeftijd van 15 jaar.
  • Overleg met ouders/verzorgers de mogelijkheid dat een vertrouwd persoon elke 3 maanden manueel testis onderzoek verricht bij kinderen met downsyndroom. Dit onderzoek start op de leeftijd van 15 jaar.

Zindelijkheid

Kinderen met downsyndroom worden later zindelijk, met een grote spreiding. Het is nauw gerelateerd aan hun ontwikkelingsniveau. Incontinentie voor urine op grond van een anatomische of functionele afwijking komt vaker voor bij kinderen met downsyndroom.

Aanbevelingen

  • Wijs ouders op het feit dat de zindelijkheid later kan optreden. Met creativiteit en geduld kunnen de gangbare methoden om zindelijk te worden, toegepast worden, vooral via instructie met visuele ondersteuning (zoals picto’s).
  • Wees zeker bij uitblijven van de zindelijkheid na een ontwikkelingsleeftijd van 3-4 jaar bedacht op het meer voorkomen van anatomische en functionele afwijkingen.
  • Bij aanhoudende zindelijkheidsklachten kan verwezen worden naar een instelling die hulp biedt aan mensen met een verstandelijke beperking.

Beoordelingsdatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 17-04-2025

Volgende:
Vruchtbaarheid en anticonceptie