Medisch specialistische revalidatie bij oncologie - Signalering
Aanbeveling
Uitgangsvraag
Welk signaleringsinstrument is het meest geschikt voor het signaleren van problemen op somatisch, functioneel, psychisch en/of sociaal gebied bij kwetsbare (veelal oudere) patiënten met of behandeld voor kanker.
Aanbeveling
De werkgroep is van mening dat er momenteel geen geschikt signaleringsinstrument is specifiek voor kwetsbare (veelal oudere) patiënten met of behandeld voor kanker. De werkgroep is van mening dat er geen reden is om voor het signaleren van behoefte psychosociale zorg bij kwetsbare (veelal oudere) patiënten met of behandeld voor kanker af te wijken van de aanbeveling in de richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg om te signaleren met de Lastmeter.
De werkgroep is van mening dat signalering met de Lastmeter bij kwetsbare (veelal oudere) patiënten met of behandeld voor kanker bij voorkeur uitgebreid zou moeten worden met specifieke vragen. De specifieke vragen hebben betrekking op de functionele, fysieke, psychische en sociale problemen verbonden met kanker bij een kwetsbare (veelal oudere) patiëntenpopulatie.
De werkgroep is van mening dat de Lastmeter, aangevuld met specifieke vragen, bij voorkeur samen met de kwetsbare (veelal oudere) patiënt met of behandeld voor kanker moet worden ingevuld en besproken.
De werkgroep is van mening dat er meer onderzoek nodig is naar een valide, betrouwbaar en bruikbaar signaleringsinstrument in aanvulling op de Lastmeter om de problematiek bij de populatie kwetsbare (veelal oudere) patiënten met of behandeld voor kanker in kaart te brengen.
Overwegingen
Inleiding
Kanker treft vooral oudere mensen. De diagnose kanker wordt het meest gesteld tussen het 65ste en 70ste levensjaar. In 2014 was bijna 45 procent van de nieuwe kankerpatiënten in Nederland tussen de 60 en 75 jaar en bijna 32 procent was 75 jaar of ouder (NKR). Toch is het aandeel oudere patiënten in klinische trials relatief laag. Nog steeds is het merendeel van het bewijs van effectiviteit van behandeling verkregen in een geselecteerde, jongere en relatief fitte patiëntenpopulatie. Daarnaast neemt het aantal jongere kwetsbare patiënten toe door toenemende overleving en intensievere behandelingen in de kankerzorg.
Door het ontbreken van wetenschappelijke literatuur bevatten de tumorspecifieke richtlijnen maar mondjesmaat specifieke aanbevelingen voor ouderen en/of kwetsbare patiënten en valt het team van behandelaars vaak terug op de eigen ervaring (IKNL: Kankerzorg in beeld: de oudere patiënt).|
Om inzicht te krijgen in de belangrijkste knelpunten die patiënten en zorgverleners ervaren bij de diagnostiek en behandeling van specifieke (rest)klachten of gevolgen van de kanker(behandeling) bij kwetsbare patiënten heeft de werkgroep de, naar haar mening, belangrijkste knelpunten in een knelpuntenanalyse voorgelegd aan zowel patiënten als hulpverleners, met de vraag deze knelpunten te prioriteren en eventueel aan te vullen.
Het signaleren van specifieke (rest)klachten en gevolgen van de kanker(behandeling) bij kwetsbare (veelal oudere) patiënten wordt zowel door professionals als belangrijkste knelpunt genoemd (30 procent van de 361 respondenten) als door patiënten van 60 jaar en ouder (31 procent van de 143 respondenten).
Op basis van deze bevindingen is de werkgroep op zoek gegaan naar een signaleringsinstrument dat problemen op somatisch, functioneel, psychisch en/of sociaal gebied bij kwetsbare (veelal oudere) patiënten met of behandeld voor kanker goed in beeld kan brengen.
Aangezien er vanuit de literatuur geen specifiek, geschikt signaleringsinstrument is gevonden om de functionele, fysieke, psychische en/of sociale problemen verbonden met kanker te onderzoeken bij een kwetsbare (veelal oudere) patiëntenpopulatie, heeft de werkgroep besloten te kijken of de werkwijze beschreven in de module signalering, bespreking en verwijzing van deze richtlijn ook voor deze doelgroep toepasbaar is. In deze module wordt conform de richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg allereerst de Lastmeter met probleemlijst -gevolgd door een gesprek- aanbevolen voor het signaleren van distress en zorgbehoefte.
Hoewel de Lastmeter probleemgebieden bevat die ook bij kwetsbare (vaak oudere) patiënten aan de orde zijn, mist de werkgroep daarin relevante vragen voor deze doelgroep.
Als aanvulling op de probleemgebieden van de Lastmeter adviseert de werkgroep extra vragen toe te voegen om problemen op somatisch, functioneel, psychisch en/of sociaal gebied bij kwetsbare patiënten met of behandeld voor kanker goed in beeld kan brengen. De gemaakte keuzes komen voort uit de evidentie over het meten van kwetsbaarheid in algemene zin en uit de klinische expertise van de werkgroep en haar achterban. Volledigheid is daarbij niet nagestreefd.
Enkele voorbeelden van in de probleemgebieden van de Lastmeter toe te voegen vragen zijn:
In het probleemgebied praktische problemen
- zorg voor partner en/of (klein)kinderen
- dagbesteding (N.B. werk/school/studie wordt als minder belangrijk ervaren)
In het probleemgebied gezins- en sociale problemen
- alleen- of samenwonend
- aanwezigheid sociaal netwerk
- aanwezigheid mantelzorg(mogelijkheden)
In het probleemgebied emotionele problemen
- het geheugen en ook andere cognitiegerelateerde problemen, zoals moeite met plannen en organiseren
- eerder doorgemaakt delier of geheugenverlies van voorbijgaande aard tijdens ziekte of een behandeling)
- neerslachtigheid/somberheid (ook relatie leggen met eventuele sensorische klachten zoals horen, zien, mobiliteitsklachten en/of eenzaamheid [ook in relatie tot hiervoor genoemde punten])
In het probleemgebied lichamelijke problemen daarbij ook extra aandacht geven aan de reeds opgenomen vragen duizeligheid en conditie
- aanpalende problemen zoals vallen en bewaren van het evenwicht
- problemen met het zelfstandig voortbewegen, transfers en mobiliteit
Naast de probleemgebieden van de Lastmeter dient in het gesprek ook inzicht te worden verkregen in eventueel aanwezige comorbiditeit en polyfarmacie.
De werkgroep geeft aan dat het zelfstandig invullen van de Lastmeter voor sommige kwetsbare (veelal oudere) patiënten lastig is waardoor de resultaten mogelijk niet betrouwbaar kunnen zijn. Om die reden adviseert de werkgroep om de patiënt in de gelegenheid te stellen de Lastmeter samen met een zorgverlener in te laten vullen en vandaaruit de basis te leggen voor het gesprek.
Wegens de extra belasting die het zou meebrengen bij deze kwetsbare patiënt wordt het standaard gebruik van EORTC-QLQ-C30, scoringstool, geadviseerd in de richtlijn Detecteren behoefte psychosociale zorg voor monitoring, afgeraden.
Onderbouwing
Conclusies
Op basis van de literatuurstudie is er geen specifiek, geschikt signaleringsinstrument gevonden om functionele, fysieke, psychische en/of sociale problemen verbonden met kanker te onderzoeken bij een kwetsbare (veelal oudere) patiëntenpopulatie.
Samenvatting literatuur
Samenvatting literatuur
In de literatuurstudie is geen enkel artikel gevonden dat antwoord kan geven op onze uitgangsvraag welk signaleringsinstrument het meest geschikt is dat problemen op somatisch, functioneel, psychisch en/of sociaal gebied bij kwetsbare (veelal oudere) patiënten met of behandeld voor kanker goed in beeld kan brengen.
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld :
Laatst geautoriseerd : 01-03-2018
Geplande herbeoordeling :
Actualisatie
Voorwaarden voor revisie en beoordelingsfrequentie zijn vastgelegd in de richtlijn. De geldigheidstermijn voor de richtlijn (maximaal 5 jaar na vaststelling) wordt vanuit het Integraal Kankercentrum Nederland bewaakt. Om verscheidene redenen kan actualisatie eerder dan beoogd nodig zijn. Zo nodig zal de richtlijn tussentijds op onderdelen worden bijgesteld.
Algemene gegevens
Er komen in de dagelijkse oncologische praktijk problemen voor op lichamelijk, cognitief, emotioneel of sociaal vlak en/of met betrekking tot rolfunctioneren en/of zingeving. Deze problemen kunnen aanleiding geven, na signalering en bespreking, tot verwijzing van de desbetreffende patiënt met kanker of die kanker heeft gehad. De (ex-)patiënt kan verwezen worden voor verdere diagnostiek, een leefstijladvies, behandeling door één psychosociale of paramedische zorgverlener, door zorgverleners van verschillende disciplines, of naar medisch specialistische revalidatie. De richtlijn beschrijft hoe tot goede verwijzing naar medisch specialistische revalidatie bij oncologie te komen.
Daarnaast beschrijft de richtlijn:
- Klachten na curatieve behandeling en in de palliatieve fase
- Voorspellende factoren voor een gezonde levensstijl
- Het intakeproces voorafgaand aan medisch specialistische revalidatie bij oncologie
- Revalidatie(-interventies)
- Meetinstrumenten voor effectevaluatie
- Empowerment van de patiënt
- Ondersteuning/adviezen/(verpleegkundige) interventies gericht op arbeid
- Kosteneffectiviteit
- Organisatie van zorg
- Signalering en nazorg/revalidatiezorg bij kwetsbare (veelal) oudere patiënten met kanker
Doel en doelgroep
De richtlijn richt zich op patiënten van 18 jaar en ouder. Dit betreft patiënten tijdens of na afronding van de in opzet curatieve behandeling en tijdens de palliatieve fase van alle oncologische aandoeningen. Voor de patiënten in de palliatieve fase, de fase die intreedt wanneer duidelijk wordt dat er geen zicht meer is op genezing, richt de richtlijn zich op patiënten in de ziektegerichte- en symptoomgerichte palliatieve fase en expliciet niet op de fase van terminale palliatie.
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
De richtlijn is bedoeld voor zowel primaire oncologische behandelaars (internist-oncologen, chirurgisch oncologisch behandelaars en radiotherapeut oncologen), (gespecialiseerd) verpleegkundig(en) (specialisten), physician assistants, huisartsen en bedrijfsartsen als voor professionals in de psychosociale, paramedische en revalidatiezorg. Voor primaire oncologische behandelaars (internist-oncologen, chirurgisch oncologisch behandelaars en radiotherapeut oncologen), (gespecialiseerd) verpleegkundig(en) (specialisten), physician assistants, huisartsen en bedrijfsartsen die signaleren en verwijzen zijn vooral de uitgangsvragen over klachten na curatieve behandeling en in de palliatieve fase, signalering, bespreking en verwijzing en de modules over kwetsbare (veelal) oudere patiënten met kanker van belang. Voor professionals in de psychosociale, paramedische en medisch specialistische revalidatiezorg (revalidatieartsen, fysiotherapeuten, psychologen, maatschappelijk werkers, ergotherapeuten, etc.) zijn alle uitgangsvragen van belang.
Samenstelling werkgroep
Alle werkgroepleden zijn afgevaardigd namens wetenschappelijke verenigingen en hebben daarmee het mandaat voor hun inbreng. Bij de samenstelling van de werkgroep is geprobeerd rekening te houden met landelijke spreiding, inbreng van betrokkenen uit zowel academische als algemene ziekenhuizen/instellingen en vertegenwoordiging van de verschillende verenigingen/ disciplines. De patiëntenvereniging is eveneens vertegenwoordigd en in het geval er literatuuronderzoek is gedaan, is er een methodoloog of literatuuronderzoeker betrokken.
Belangenverklaringen
Aan alle werkgroepleden is gevraagd een belangenverklaring in te vullen, waarin ze hun banden met de industrie aangeven bij de start en einde van het richtlijntraject. De werkgroepleden hebben verklaard op dit moment of in de laatste drie jaar geen activiteiten te hebben ontplooid op uitnodiging van of met subsidie/ sponsoring van de industrie.
Inbreng patiëntenperspectief
De richtlijnwerkgroep bestaat uit zorgverleners van verschillende psychosociale en (para)medische disciplines en patiëntvertegenwoordigers van de Nederlandse Federatie van Kankerpatientenorganisaties.
Methode ontwikkeling
Evidence based
Zoekverantwoording
Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.