Leidraad Starten of Verbeteren van een Geriatrische Trauma Unit (GTU)

Initiatief: NVKG / NVVH Aantal modules: 10

Startpagina – Leidraad Starten of Verbeteren van een Geriatrische Trauma Unit (GTU)

Waar gaat deze leidraad over?

Bij oudere patiënten met een heupfractuur is er vaak sprake van kwetsbaarheid. Deze patiënten zijn gemiddeld 82 jaar oud in Nederland en er treden vaak complicaties op na operatieve behandeling. Hierdoor keren ze na revalidatie maar in beperkte mate terug tot het niveau van functioneren vóór de heupfractuur. Om deze redenen zijn er in Nederland Geriatric Trauma Units (GTU’s) opgericht. Een GTU is een afdeling in het ziekenhuis waar chirurgen/orthopeden en klinisch geriaters/internisten ouderengeneeskunde intensief samenwerken om de zorg voor deze patiënten te optimaliseren, met als doel om zorg op maat te leveren en complicaties voor de patiënt te voorkomen. Op dit moment is er veel praktijkvariatie tussen verschillende GTU’s in Nederland. Daarom heeft deze leidraad als doel om handvatten te geven voor het starten of verbeteren van GTU’s, zodat de zorg voor kwetsbare oudere patiënten met een heupfractuur binnen (startende) GTU’s in elke fase geoptimaliseerd kan worden.

 

Voor wie is deze leidraad bedoeld?
Deze leidraad is geschreven voor alle (para)medische disciplines in de tweede lijn die betrokken zijn bij de zorg voor oudere patiënten (70+) met een heupfractuur in het ziekenhuis.

 

Om welke patiënten gaat het?

Deze leidraad gaat over kwetsbare ouderen (70+) met een heupfractuur in het ziekenhuis.

 

Hoe is de leidraad tot stand gekomen?
Het initiatief voor deze leidraad is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie (NVKG) in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH). De leidraad is opgesteld door een multidisciplinaire werkgroep met vertegenwoordigers vanuit de NVKG, NVvH, Nederlandse Internisten Vereniging (NIV), Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV), Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA), Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA), Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), Osteoporose Vereniging, en Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF).
Daarnaast las een klankbordgroep mee met vertegenwoordigers vanuit Ergotherapie Nederland (EN), Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD), Landelijke Adviesgroep Eerstelijnsgeneeskunde voor Ouderen (Laego), en Vereniging van Specialisten Ouderengeneeskunde (Verenso).

 

Aanleiding voor het schrijven van de leidraad

Kwetsbare ouderen met een heupfractuur hebben zorg nodig van een traumachirurg of orthopeed én hebben geriatrische zorg nodig, omdat de heupfractuur vaak ook gepaard gaat met onderliggende en acute geriatrische problemen. Als deze geriatrische problemen niet geadresseerd worden tijdens de opname, ontstaan complicaties en/of een verlengde opname (Loggers, 2022; Folbert, 2017). Hierdoor vermindert de kans op succesvolle revalidatie. 30% van de patiënten overlijdt binnen een jaar na de heupfractuur en nog eens 40% bereikt niet meer het loopvermogen van voor de fractuur (Vochteloo, 2013).

Er bestaat veel praktijkvariatie in de zorg voor heupfractuur patiënten in Nederland. Waar in het ene ziekenhuis de traumachirurg/orthopeed de leiding heeft en de klinisch geriater/ internist-ouderengeneeskunde een bijrol, is dat omgekeerd voor het andere ziekenhuis. Ook heeft een aantal ziekenhuizen een Geriatrische Trauma Unit (GTU), waarbij de zorg voor de kwetsbare patiënt met heupfractuur een gezamenlijke verantwoordelijkheid is met een evenwichtige samenwerking (Bremen, 2024). We noemen dit ook wel geïntegreerde zorg.

Praktijkvariatie wordt veroorzaakt doordat wetenschappelijk bewijs vaak ontbreekt of doordat de zorg moeilijk implementeerbaar is. In de zorg voor kwetsbare ouderen met een heupfractuur is beide het geval: er is weinig bewijs hoe de zorg het beste georganiseerd kan worden, hoewel er wel meer bewijs komt voor een gezamenlijke aanpak (Van Heghe, 2022). Daarnaast is implementatie van deze zorg een complex proces, omdat deze vele componenten bevat, die ieder op zich ook interactie hebben. Ook die complexiteit leidt ertoe dat er in de ene context andere zorg of andere componenten van zorg worden geïmplementeerd dan in een andere context. Toch betekent praktijkvariatie vaak ook dat er verbetering mogelijk is. 

Protocollen en leidraden kunnen helpen bij het implementeren van complexe zorg (Fox, 2023).

 

Doel van de leidraad

Deze leidraad is bedoeld als handvat voor ziekenhuizen die willen gaan starten met geïntegreerde zorg voor kwetsbare ouderen met een heupfractuur, maar ook om als handvat te dienen voor ziekenhuizen die deze zorg al hebben gestart en deze willen optimaliseren. De leidraad beoogt praktische adviezen en voorbeelden te geven. De aanbevelingen in deze leidraad hebben geen verplichtend karakter.

 

Doelgroep van de leidraad

De leidraad is bedoeld voor alle zorgverleners die zich bezighouden met de zorg voor kwetsbare ouderen met een heupfractuur. Ook betrokkenen bij de organisatie van de zorg rondom de patiënt met heupfractuur kunnen wellicht putten uit de adviezen.

 

Inhoud van de leidraad en hoe we daartoe gekomen zijn (in het kort, uitgebreide verantwoording van de methodiek staat elders)

Deze leidraad is ingedeeld in hoofdstukken die de verschillende fases van zorg beschrijven die de patiënt met heupfractuur doorloopt. Deze zorgfases worden ook zo beschreven door het Fragility Fracture Network. Ook is er een hoofdstuk over niet-operatieve zorg toegevoegd. In elk hoofdstuk worden adviezen gegeven: allereerst adviezen voor ziekenhuizen die willen starten met geïntegreerde zorg voor kwetsbare ouderen met heupfractuur, daarnaast adviezen voor ziekenhuizen die deze zorg willen optimaliseren.

Deze adviezen zijn tot stand gekomen door het verrichten van een Delphi-studie (Van Bremen, 2024), waar zorgverleners aan hebben meegewerkt. Omdat wetenschappelijke studies ontbreken is gevraagd hoe we deze zorg kunnen organiseren en wat optimale zorg zou zijn (zie module Totstandkoming Leidraad voor een uitgebreidere beschrijving).  

 

Definities

Wanneer er in de leidraad wordt verwezen naar de medisch specialismen klinische geriatrie/interne ouderengeneeskunde of de chirurgie/orthopedie, omvatten deze termen zowel de medisch specialist als andere professionals die de expertise van het vakgebied vertegenwoordigen, zoals de verpleegkundig specialist (VS) of de physician assistant (PA).

 

Het is ook niet altijd duidelijk wat er verstaan wordt onder een zorgpad, orthogeriatrische samenwerking, GTU, of wanneer wordt voldaan aan bepaalde criteria of definities.

Daarnaast zijn definities soms ook onderhevig aan een tijdsgeest, een bepaalde insteek en ontwikkeling in taal. Hieronder geven wij de definities aan die de werkgroep hanteert:

 

Zorgpad: er is vooraf aan de presentatie van een bepaalde patiënt met een bepaalde diagnose reeds vastgesteld hoe de standaard opvang, diagnostiek, diagnosestelling en behandeling er uit ziet. Hoewel binnen elk zorgpad een gepersonaliseerd behandelplan kan ontstaan, is het merendeel van de stappen beschreven en weten de zorgverleners wat het zorgpad inhoudt en hoe ze kunnen handelen in standaard condities. Doorgaans is de keten of nazorg meegenomen in het zorgpad.

 

Orthogeriatrische samenwerking of geïntegreerde zorg: een structurele samenwerking met vaste afspraken over verdeling van taken en verantwoordelijkheden binnen een zorgpad. Er zijn gezamenlijke besprekingen, zoals een MDO, en evaluatiemomenten over die samenwerking, zoals bijvoorbeeld een complicatiebespreking. Orthogeriatrische samenwerking varieert doorgaans per centrum, aangezien ook samenwerking het resultaat is van bevlogen mensen, historie, cultuur en mogelijkheden.

 

Eerste lijn: huisarts en specialist ouderengeneeskunde

 

Geriatrische trauma unit (GTU) of geriatrische trauma-afdeling: een afdeling, of een aantal gealloceerde bedden binnen een afdeling met getrainde zorgverleners (verpleegkundig, paramedisch en medisch) voor de specifieke patiëntengroep. Er is gezamenlijke, gespecialiseerde kennis over het onderwerp of de patiëntengroep. Er wordt zorg geleverd geheel gericht op de patiëntengroep, zoals bijvoorbeeld de zorg voor patiënten met geriatrische kenmerken. Voor de specifieke geriatrische zorg zijn in het standaard zorgpad componenten opgenomen, zoals een huiskamer, dagelijkse begeleiding gericht op voorkomen van functionele achteruitgang door middel van fysiotherapie en dagstructuur, en aandacht voor adequate intake van gezonde voeding.

 

Onderbouwing

  1. Bremen HV, Kroes T, Seppala LJ, Gans EA, Hegeman JH, van der Velde N, Willems HC. Variability in Care Pathways for Hip Fracture Patients in The Netherlands. J Clin Med. 2024 Aug 6;13(16):4589. doi: 10.3390/jcm13164589. PMID: 39200731; PMCID: PMC11355027.
  2. Folbert EC, Hegeman JH, Gierveld R, van Netten JJ, Velde DV, Ten Duis HJ, Slaets JP. Complications during hospitalization and risk factors in elderly patients with hip fracture following integrated orthogeriatric treatment. Arch Orthop Trauma Surg. 2017 Apr;137(4):507-515. doi: 10.1007/s00402-017-2646-6. Epub 2017 Feb 23. PMID: 28233062.
  3. Fox F, Drew S, Gregson CL, Patel R, Chesser T, Johansen A, Javaid MK, Griffin XL, Gooberman-Hill R. Complex organisational factors influence multidisciplinary care for patients with hip fractures: a qualitative study of barriers and facilitators to service delivery. BMC Musculoskelet Disord. 2023 Feb 16;24(1):128. doi: 10.1186/s12891-023-06164-9. Erratum in: BMC Musculoskelet Disord. 2024 Sep 13;25(1):734. doi: 10.1186/s12891-024-07839-7. PMID: 36797702; PMCID: PMC9933012.
  4. Loggers SAI, Nijdam TMP, Folbert EC, Hegeman JHH, Van der Velde D, Verhofstad MHJ, Van Lieshout EMM, Joosse P. Prognosis and institutionalization of frail community-dwelling older patients following a proximal femoral fracture: a multicenter retrospective cohort study. Osteoporos Int. 2022 Jul;33(7):1465-1475. doi: 10.1007/s00198-022-06394-y. Epub 2022 Apr 9. PMID: 35396653; PMCID: PMC9187528.
  5. Van Heghe A, Mordant G, Dupont J, Dejaeger M, Laurent MR, Gielen E. Effects of Orthogeriatric Care Models on Outcomes of Hip Fracture Patients: A Systematic Review and Meta-Analysis. Calcif Tissue Int. 2022 Feb;110(2):162-184. doi: 10.1007/s00223-021-00913-5. Epub 2021 Sep 30. PMID: 34591127; PMCID: PMC8784368.
  6. Vochteloo AJ, Moerman S, Tuinebreijer WE, Maier AB, de Vries MR, Bloem RM, Nelissen RG, Pilot P. More than half of hip fracture patients do not regain mobility in the first postoperative year. Geriatr Gerontol Int. 2013 Apr;13(2):334-41. doi: 10.1111/j.1447-0594.2012.00904.x. Epub 2012 Jun 21. PMID: 22726959.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 19-02-2025

Laatst geautoriseerd  : 19-02-2025

Geplande herbeoordeling  :

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
Volgende:
Totstandkoming Leidraad