MDO en peri-operatief MDO
Uitgangsvraag
- Hoe dient het MDO te worden vormgegeven?
- Hoe dient het perioperatief MDO te worden vormgegeven?
Aanbeveling
Algemeen MDO ten behoeve van de IC-patiënt
Organiseer een geformaliseerd, dagelijks MDO met actieve participatie van intensivisten, IC-voorwachten, IC-verpleegkundigen en andere relevante medisch specialisten en zorgprofessionals.
Bij fysieke afwezigheid van medebehandelaars bij het MDO dient een andere vorm van contact te worden geborgd.
De invulling van het MDO heeft als uitgangspunt dat iedere patiënt de aandacht krijgt die voor de patiënt op die dag noodzakelijk is. Dit kan betekenen dat niet alle IC-patiënten dagelijks worden besproken.
Documenteer de inhoudelijke punten van de bespreking in het patiëntendossier.
In het weekend kan het MDO indien nodig ad hoc georganiseerd worden, zolang aan het uitgangspunt voldaan wordt dat iedere patiënt de aandacht krijgt die voor de patiënt op die dag noodzakelijk is.
Betrek dagelijks een arts-microbioloog bij het MDO.
Betrek op regelmatige basis een ziekenhuisapotheker bij het MDO, waarbij dit tenminste twee keer per week is én dat de input geborgd blijft op dagen waarbij de ziekenhuisapotheker niet aanwezig is bij het MDO.
Betrek medebehandelaars in het MDO als dat noodzakelijk wordt geacht door de intensivist of door de betreffende medebehandelaar.
Geef de communicatie dusdanig vorm, dat iedereen inbreng kan geven.
Overweeg een toegankelijke locatie te kiezen die voor iedereen gemakkelijk bereikbaar is, of maak gebruik van digitale mogelijkheden om deelname te vergemakkelijken
Evalueer het MDO 3-jaarlijks met de belanghebbenden.
Peri-operatief MDO
Een intensivist dient beschikbaar te zijn voor het geplande perioperatief MDO voor electieve hoog-risico patiënten. Bij het geplande perioperatieve MDO zijn dan tenminste een anesthesioloog en de snijdend specialist aanwezig.
De anesthesioloog is primair verantwoordelijk voor de inschatting of bij een bepaalde patiënt een bespreking op het perioperatieve MDO nodig is.
Als preoperatief voor een patiënt een postoperatieve IC-opname wordt gepland (zowel acuut als electief), dient hierbij een intensivist betrokken te zijn. Bij patiënten die protocollair worden opgenomen op de IC, kan dat middels betrokkenheid van een intensivist bij vaststelling van het protocol binnen lokale afspraken.
Bespreek tijdens het peri-operatieve MDO tenminste:
- of de voorgestelde behandeling de beste optie is;
- of er een preoperatieve optimalisatie mogelijk is en in wat voor tijdsbestek dit kan gebeuren;
- wat de functionele uitgangssituatie is, zo mogelijk uitgedrukt in een clinical frailty score;
- wat de beste chirurgische en anesthesiologische techniek is;
- wat de beste postoperatieve locatie is;
- of er behandelbeperkingen preoperatief of postoperatief dienen te worden ingesteld.
Documenteer de inhoudelijke punten van de bespreking in het patiëntendossier.
Evalueer het peri-operatieve MDO 3-jaarlijks met de belanghebbenden.
Overwegingen
Het merendeel van de met name Amerikaanse literatuur spreekt over “multidisciplinary rounds” waarbij er meestal sprake is van een bedside bespreking door een critical care physician, nurse, respiratory therapist en pharmacist. Dit komt niet overeen met het multidisciplinare overleg zoals dat in Nederlandse ziekenhuizen wordt vormgegeven. De Nederlandse literatuur geeft aan dat dagelijkse betrokkenheid van arts-microbioloog en apotheker bij de patiëntenzorg toegevoegde waarde heeft, maar deze dagelijkse betrokkenheid bij alle patiënten kan afhankelijk van de lokale situatie op verschillende manieren vormgegeven worden.
Er dient een geformaliseerde dagelijkse bespreking (MDO) te zijn die op dusdanige wijze vormgegeven wordt dat iedere patiënt de aandacht krijgt die voor de patiënt op die dag noodzakelijk is, zodat er ruimte is voor voldoende diepgang met betrokken disciplines in individuele casuïstiek. Afhankelijk van de lokale omstandigheden kan er gekozen worden voor een format waarin alle patiënten besproken worden of een format waarin een selectie van patiënten besproken wordt die extra aandacht behoeft. Gestandaardiseerde betrokkenheid bij deze bespreking van arts-microbioloog en apotheker wordt geadviseerd, ook vanuit de voornoemde Nederlandse literatuur, maar indien er gekozen wordt voor het bespreken van een selectie aan patiënten, moet hun input voor overige patiënten op andere wijze geborgd worden. De gestandaardiseerde betrokkenheid betekent niet dagelijks, maar de werkgroep beschouwt een minimale betrokkenheid van twee keer per week als de ondergrens. Omdat er geen specifieke literatuur over de rol van het poortspecialisme in het MDO bestaat, kan er alleen een aanbeveling gedaan worden op basis van ervaring van de werkgroep. Omdat het poortspecialisme zowel vóór als na de IC-opname de zorg zal dragen over de patiënt, wordt aanbevolen de poortspecialist regelmatig in de besluitvorming te betrekken. Dagelijkse betrokkenheid binnen het MDO wordt echter alleen geadviseerd indien de casuïstiek dit vereist.
Deelname van IC-verpleegkundigen is noodzakelijk, aangezien zij de professionals zijn met nauwe 24-uurs betrokkenheid bij patiënt en familie. De werkgroep beveelt aan dat er iedere dag multidisciplinair overleg en ruggespraak mogelijk moet zijn, maar dat dit in het weekend op ad hoc basis kan plaatsvinden. De organisatie van en communicatie tijdens een MDO dient dusdanig te zijn vormgegeven dat iedereen zijn/haar inbreng kan geven en bediscussiëren. Een jaarlijkse evaluatie met betrokken disciplines kan helpen hier aandacht voor te hebben en zo nodig te verbeteren. Denk hierbij ook aan de timing van het MDO, het verwijderen van stoorzenders, het goed gebruik van ICT en ruimtes ter faciliteren van het MDO.
Het peri-operatief MDO
Multidisciplinaire samenwerking is van toegevoegde waarde in de operatieve zorg. Er is specifiek Nederlandse literatuur beschikbaar die multidisciplinaire samenwerking ondersteunt. (Vernooij 2021; van de Vlies 2020; Wegdam 2023, Verwijmeren 2020) Op initiatief van, onder meer, de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA) wordt hier veel aandacht aan besteed en is ook NVA leidraad beschikbaar (NVA leidraad Perioperatieve zorg, 2024). In de naamgeving wordt dan ook de naam van het MDO vanuit de NVA leidraad gevolgd, ook al zal dit MDO vrijwel altij voorafgaand aan de operatie dus pre-operatief plaatsvinden.
Een intensivist kan voor hoog risico-patiënten een toegevoegde waarde hebben bij het peri-operatief MDO, door de specifieke kennis van de intensivist op brede vlakken van de geneeskunde en ervaring met ernstige complicaties van operatieve behandelingen. In dat kader is het wenselijk dat een intensivist participeert in preoperatieve besprekingen van deze patiënten. De verantwoordelijkheid tot bepaling of een intensivist bij een specifieke patiëntenbespreking aanwezig dient te zijn ligt in eerste instantie bij de anesthesioloog.
Als voor een patiënt preoperatief een IC-opname wordt gepland, dient hierbij een intensivist betrokken te zijn. Dat zou op basis van lokale afspraken kunnen plaatsvinden als het een routinematige indicatie tot een IC-opname betreft (zoals bijvoorbeeld bij specifieke typen operatie of patiënten met specifieke ziektebeelden).
Een preoperatieve bespreking van hoog-risico patiënten biedt ook de kans om nog een goede inschatting te krijgen van de pre-existente functionele status en het bespreken van behandelbeperkingen (eventueel pas bij complicaties) met patiënten op een planbaar moment. In een preoperatieve bespreking dient derhalve dit ook ter sprake te komen, opdat de hoofdbehandelaar dit met de patiënt kan bespreken.
Kosten
De verwachting is niet dat de huidige aanbeveling gaat leiden tot substantiële extra kosten.
Waarden en voorkeuren van patiënten
Vanuit patiëntenperspectief is er geen specifieke aanvulling op hoe het (perioperatieve) MDO dient te worden vormgegeven.
Rationale van de aanbeveling
De aanbevelingen berusten op bovengenoemde literatuur en interpretatie hiervan door de werkgroepleden.
Onderbouwing
Achtergrond
Het doel van een multidisciplinair overleg (MDO) is om met verschillende professionals weloverwogen keuzes te maken voor de individuele patiëntenzorg. Een MDO dient aan een aantal voorwaarden te voldoen, zodat dit daadwerkelijk een positief effect kan hebben voor de individuele patiënt. Deze module zal worden uitgesplitst in 1) het algemene MDO ten behoeve van de IC-patiënt, en 2) het perioperatief MDO ten behoeve van een hoog-risico electief-chirurgische patiënt.
Samenvatting literatuur
De aanbevelingen zijn, gezien de aard van de uitgangsvraag en de specifieke Nederlandse situatie, gebaseerd op een interpretatie van de werkgroep van de internationale literatuur. Deze overwegingen zijn opgesteld door de werkgroepleden op basis van kennis uit de praktijk, op basis van de evaluatie van de kwaliteitsstandaard uit 2016 en waar mogelijk onderbouwd door niet systematisch literatuuronderzoek.
Resultaten
1. Hoe dient het MDO te worden vormgegeven?
Intensive Care geneeskunde is gezien de ernst en meervoudige aard van de problematiek een multidisciplinair vak bij uitstek. Afstemming van multidisciplinaire zorg vereist een dagelijks multidisciplinair overleg. Hoe deze besprekingen vorm te geven is onderhevig aan meerdere factoren die voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van de lokale context. Literatuur omtrent multidisciplinair overleg of interdisciplinair overleg is niet eenduidig te interpreteren vanwege meerdere factoren. De beschreven situatie is vaak niet vergelijkbaar met de Nederlandse situatie en studies onderzoeken vaak meerdere facetten van samenwerken tegelijkertijd. Ook is het nogal eens onduidelijk omschreven hoe interdisciplinair werken is vormgegeven en hoe de kwaliteit hiervan is geborgd. Enkele studies laten positieve associaties zien op mortaliteit of IC-ligduur, maar de forse heterogeniteit in methodologie (frequentie, deelnemers en bedside/niet bedside) maakt een eenduidige interpretatie voor de Nederlandse situatie onmogelijk (Kim, 2010; Reader, 2009; Watanabe, 2023). Desalniettemin kan het multidisciplinair werken positieve effecten hebben op andere uitkomsten, zoals sneller inzetten van revalidatie en dus sneller herstel, passender medicijn gebruik en kosteneffectieve inzet van diagnostiek en/of behandelingen (Donovan, 2018; Young, 1998). Er zijn wel aanwijzingen dat in de Nederlandse situatie de aanwezigheid van een ziekenhuisapotheker en arts-microbioloog tijdens het MDO een positieve bijdrage oplevert (Janssen, 2023; Klopotowska, 2010; Leape, 1999). Er is geen literatuur over de betrokkenheid van poortspecialismen bij het MDO. Daarbij kan een dagelijks MDO ook een positieve uitwerking hebben op de algemene samenwerking en werkplezier (Reader, 2009). Dit geldt met name voor de samenwerking tussen IC-artsen en IC-verpleegkundigen, maar ook voor de samenwerking met (para)medici buiten de IC-afdeling.
Voor een effectieve multidisciplinaire samenwerking zijn enkele voorwaarden vereist, zoals medisch leiderschap en organisatiestructuren die functioneel overleg faciliteren (Ervin, 2018; Ten Have, 2013). Hierin zijn geen algemene aanbevelingen te doen, omdat dit per ziekenhuis en samenstelling van vakgroepen kan verschillen. De werkgroep acht het belangrijk dat de kwaliteit en effectiviteit van patiëntenbesprekingen op regelmatige basis geëvalueerd wordt en zo nodig wordt verbeterd.
2. Hoe dient het perioperatieve MDO voor electieve patiënten te worden vormgegeven?
Ook de perioperatieve zorg kan profiteren van het multidisciplinair samenwerken. Hier is literatuur te vinden die ook specifiek de Nederlandse praktijk bestudeert (van der Vlies, 2020; Vernooij, 2021; Verwijmeren, 2020; Wegdam, 2023). Voor de invulling van het perioperatieve MDO wordt naar de Leidraad Perioperatieve Zorg (2024) van de Nederlandse Vereniging van Anesthesiologie verwezen.
Aanvullend op deze leidraad geldt dat een intensivist voor hoog-risicopatiënten een toegevoegde waarde kan hebben, door de specifieke kennis van de intensivist op brede vlakken van de geneeskunde en ervaring met ernstige complicaties van operatieve behandelingen. In dat kader is het wenselijk dat een intensivist participeert in preoperatieve besprekingen. De verantwoordelijkheid of een patiënt in een hoog-risico bespreking in aanwezigheid van een intensivist besproken moet worden, ligt primair bij de anesthesioloog en/of de operateur.
Als in de preoperatieve beoordeling voor een patiënt een postoperatieve IC-opname wordt gepland, dient hierbij een intensivist betrokken te zijn. Bij patiënten die protocollair worden opgenomen op de IC, kan dat middels betrokkenheid bij vaststelling van het protocol binnen lokale afspraken.
Een bespreking op het perioperatieve MDO van hoog-risico patiënten biedt ook de kans om een goede inschatting te krijgen van de pre-existente functionele status. Daarmee biedt het een ingang voor het bespreken van behandelbeperkingen (eventueel pas bij complicaties) met patiënten op een planbaar moment. In een perioperatief MDO dient dit dan ook ter sprake te komen, opdat de regiebehandelaar dit met de patiënt kan bespreken.
Het regelmatig georganiseerde perioperatieve MDO is primair bedoeld voor electieve operaties, voor acute operaties verdient een ad hoc bespreking aanbeveling en is noodzakelijk voor patiënten die postoperatief op IC opgenomen worden.
Referenties
- Donovan, A. L., Aldrich, J. M., Gross, A. K., Barchas, D. M., Thornton, K. C., Schell-Chaple, H.M., Gropper, M. A., Lipshutz, A. K. M., & University of California, S. F. C. C. I. G. (2018). Interprofessional Care and Teamwork in the ICU. Crit Care Med, 46(6), 980-990. https://doi.org/10.1097/CCM.0000000000003067
- Ervin, J. N., Kahn, J. M., Cohen, T. R., & Weingart, L. R. (2018). Teamwork in the intensive care unit. Am Psychol, 73(4), 468-477. https://doi.org/10.1037/amp0000247.
- Janssen, R. M. E., Oerlemans, A. J. M., van der Hoeven, J. G., Oostdijk, E. A. N., Derde, L.P.G., Ten Oever, J., Wertheim, H. F. L., Hulscher, M., & Schouten, J. A. (2023). Decision-making regarding antibiotic therapy duration: An observational study of multidisciplinary meetings in the intensive care unit. J Crit Care, 78, 154363. https://doi.org/10.1016/j.jcrc.2023.154363.
- Kim, M. M., Barnato, A. E., Angus, D. C., Fleisher, L. A., & Kahn, J. M. (2010). The effect ofmultidisciplinary care teams on intensive care unit mortality. Arch Intern Med, 170(4), 369 376. https://doi.org/10.1001/archinternmed.2009.521.
- Klopotowska, J. E., Kuiper, R., van Kan, H. J., de Pont, A. C., Dijkgraaf, M. G., Lie, A. H. L., Vroom, M. B., & Smorenburg, S. M. (2010). On-ward participation of a hospital pharmacist in a Dutch intensive care unit reduces prescribing errors and related patient harm: an intervention study. Crit Care, 14(5), R174. https://doi.org/10.1186/cc9278.
- NVA Ledraad Peri-operatieve zorg. 2024. Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie.
- Leape, L. L., Cullen, D. J., Clapp, M. D., Burdick, E., Demonaco, H. J., Erickson, J. I., & Bates, D.W. (1999). Pharmacist participation on physician rounds and adverse drug events in the intensive care unit. JAMA, 282(3), 267-270. https://doi.org/10.1001/jama.282.3.267.
- Reader, T. W., Flin, R., Mearns, K., & Cuthbertson, B. H. (2009). Developing a team performance framework for the intensive care unit. Crit Care Med, 37(5), 1787-1793. https://doi.org/10.1097/CCM.0b013e31819f0451.
- Ten Have, E. C., Nap, R. E., & Tulleken, J. E. (2013). Quality improvement of interdisciplinary rounds by leadership training based on essential quality indicators of the Interdisciplinary Rounds Assessment Scale. Intensive Care Med, 39(10), 1800-1807. https://doi.org/10.1007/s00134-013-3002-0.
- van der Vlies, E., Smits, A. B., Los, M., van Hengel, M., Bos, W. J. W., Dijksman, L. M., van Dongen, E. P. A., & Noordzij, P. G. (2020). Implementation of a preoperative multidisciplinary team approach for frail colorectal cancer patients: Influence on patient selection, prehabilitation and outcome. J Geriatr Oncol, 11(8), 1237-1243. https://doi.org/10.1016/j.jgo.2020.04.011.
- Vernooij, J. E. M., Smulders, P. S. H., Geurts, J. W., Kalkman, C. J., & Koning, N. J. (2021). Preoperative multidisciplinary team decisions for high-risk patients scheduled for noncardiac surgery-a retrospective observational study. Can J Anaesth, 68(12), 1769-1778.https://doi.org/10.1007/s12630-021-02114-y (Decisions preoperatoires par equipe multidisciplinaire pour les patients a haut risque devant beneficier d'une chirurgie non cardiaque-une etude observationnelle retrospective).
- Verwijmeren, L., Peelen, L. M., van Klei, W. A., Daeter, E. J., van Dongen, E. P. A., & Noordzij, P.G. (2020). Anaesthesia geriatric evaluation to guide patient selection for preoperative multidisciplinary team care in cardiac surgery. Br J Anaesth.https://doi.org/10.1016/j.bja.2019.12.042.
- Watanabe, D., Uranaka, K., Asazawa, K., Akimoto, T., & Ohnuma, H. (2023). Effects of interprofessional conferences on intensive care units: comparing lengths of stay in the intensive care unit before and after the introduction of interprofessional conferences. J Rural Med, 18(2), 133-142. https://doi.org/10.2185/jrm.2022-053.
- Wegdam, J. A., de Jong, D. L. C., Gielen, M., Nienhuijs, S. W., Fusers, A. F. M., Bouvy, N. D., & de Vries Reilingh, T. S. (2023). Impact of a multidisciplinary team discussion on planned ICU admissions after complex abdominal wall reconstruction. Hernia, 27(3), 623-633. https://doi.org/10.1007/s10029-023-02762-7.
- Young, M. P., Gooder, V. J., Oltermann, M. H., Bohman, C. B., French, T. K., & James, B. C. (1998). The impact of a multidisciplinary approach on caring for ventilator-dependent patients. Int J Qual Health Care, 10(1), 15-26. https://doi.org/10.1093/intqhc/10.1.15.
Verantwoording
Beoordelingsdatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 16-10-2025
Algemene gegevens
Voor meer details over de gebruikte richtlijnmethodologie verwijzen wij u naar de Werkwijze. Relevante informatie voor de ontwikkeling/herziening van deze leidraad is hieronder weergegeven.
De ontwikkeling/herziening van deze module werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de module.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de module is in 2023 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten die zijn opgenomen op de Intensive Care.
Werkgroep
Dr. I.A. (Iwan) Meynaar (voorzitter), internist-intensivist, HagaZiekenhuis, NVIC
Drs. B. (Ben) de Jong, internist-intensivist, Saxenburgh Medisch Centrum, NVIC
Dr. M. (Marieke) Zegers, Associate Professor, Radboudumc, NVIC
Drs. T.C. (Corien) Veenstra, longarts-intensivist, UMCG, NVIC
Dr. J. (Jasper) van Bommel, anesthesioloog-intensivist, Erasmus MC, NVIC
Dr. P. (Peter) van Vliet, neuroloog-intensivist, Haaglanden Medisch Centrum, NVN/NVIC
Dr. G.J. (Jan) Zijlstra, longarts-intensivist, Amsterdam UMC, NVALT
Dr. M.A.M. (Miriam) Moviat, internist-intensivist, Jeroen Bosch Ziekenhuis, NIV
Dr. M.V. (Mark) Koning, anesthesioloog-intensivist, Rijnstate Ziekenhuis, NVA
Drs. R.W.L. (Rens) van de Weyer, cardioloog-intensivist, Elkerliek Ziekenhuis, NVVC
Drs. J.M.R. (Joost) Meijer, chirurg-intensivist, Noordwest Ziekenhuisgroep, NVvH
Drs. L. (Lea) van Duijvenbode-den Dekker, IC verpleegkundige, Amphia Ziekenhuis, V&VN-IC
Dr. W. (Willemke) Stilma (vanaf maart 2024), Hoofddocent en postdoc onderzoeker, Hogeschool van Amsterdam, V&VN-IC
Dr. P.J.T. (Paul) Rood (tot maart 2024), bestuurder V&VN-IC, senior onderzoeker HAN University of applied sciences & Ziekenhuis Rijnstate
Dr. M.M.C. (Margo) van Mol, Assistant Professor, Erasmus MC, FCIC/IC-Connect
Klankbordgroep
Mevr. J.E. (Janine) de Kleijn, MSc, Physician Assistant, Catharina Ziekenhuis, NAPA
Dr. J.M. (Joep) Droogh, intensivist, UMCG, NVIC (namens de transportcommissie)
Dr. D.J. (David) van Westerloo, intensivist, LUMC, NVIC (namens de LHIC)
Drs. C.J.G.M. (Crétien) Jacobs, anesthesioloog-intensivist, Elkerliek Ziekenhuis, NVIC (namens de werkgroep beroepsprofiel intensivisten)
Drs. C. (Coby) Heij, anesthesioloog-intensivist, Spaarne Gasthuis, NVIC (namens de commissie beroepsbelangen intensivisten)
Drs. J. (Jacco) Rozendaal, Verpleegkundig Specialist IC/MC, St. Antonius Ziekenhuis, V&VN-VS
Met dank aan
Dr J. J. Spijkstra, intensivist, AmsterdamUMC (namens de taakgroep formatie)
Drs. A. (Arianne) Doorduin-Schmeets, Unithoofd Intensive Care, Jeroen Bosch Ziekenhuis, ’s-Hertogenbosch (namens het LHIC)
Dhr. F. (Frank) van der Zee, IC verpleegkundige/Avond-nacht-weekend Hoofd, Frisius MC locatie Leeuwarden, Leeuwarden (namens LNICV)
Mw. I. (Iepie) Plagge van der Vliet, manager intensive care en medium care, Martini ziekenhuis, Groningen (namens LHIC)
Dhr. D.R. (Dick) Streefkerk, hoofd IC, Alrijne ziekenhuis, Leiderdorp, namens LHIC
Drs. T. (Toine) Klarenbeek, Intensive Care Verpleegkundige/Klinisch epidemioloog, Maxima medisch centrum, Veldhoven (namens LNICV)
Mevr, L. (Lisette) Epping - Tijdhof, Adviseur Kwaliteit en Veiligheid / niet-praktiserende IC verpleegkundige, Medisch Spectrum Twente, Enschede (namens V&VN IC expertise kwaliteit en veiligheid)
Dhr. R. (Renze) Jongstra, IC-verpleegkundige volwassenen en kinderen, Circulation Practitioner (namens bestuur V&VN-IC)
Met ondersteuning van
Drs. F.M. (Femke) Janssen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Dr. S.N. (Stefanie) Hofstede, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten via secretariaat@kennisinstituut.nl.
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Meynaar, voorzitter |
Intensivist, HagaZiekenhuis |
Bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Intensive Care, onbetaald behoudens een onkostenvergoeding, onderzoeker |
Leren van Juiste Diagnoses, door ZonMw gesubsidieerd onderzoek 160.000 euro (inmiddels afgerond 2021-2023)
|
Geen restricties |
De Jong |
Internist-intensivist |
- Cliëntenraad Prinses Maxima Centrum (onkostenvergoeding) |
Eenmalige deelname binnen adviesraad voor Paion t.a.v. positionering van giapreza binnen intensive care geneeskunde
|
Geen restricties |
Veenstra |
Intensivist
|
Instructeur NVIC bronchoscopie cursus (onbetaald) Lid NVIC commissie pulmonale diagnostiek en interventies (onbetaald) Lid NVIC commissie simulatie (onbetaald) FCCS instructeur (vergoeding wordt overgemaakt naar het UMCG) Medisch visiteur externe kwaliteitsvisitaties NVIC (vergoeding wordt overgemaakt naar het UMCG) Lid Zinnige Zorg traject Zorginstituut VTE (NVIC afgevaardigde, onbetaald) Secretaris sectie IC, NVALT (onbetaald) Lid sectie pulmonale interventies, NVALT (onbetaald) |
Geen |
Geen restricties |
Zijlstra |
Longarts-Intensivist, Dijklander Ziekenhuis, betaald |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Van Bommel |
Intensivist, Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. Werkzaam als staflid op de Intensive Care Volwassenen (betaald). |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Meijer |
Chirurg-intensivist bij de Noordwest Ziekenhuisgroep (1,0 FTE) |
Lid toelatingscommissie binnen Noordwestziekenhuisgroep (onbetaald) |
Geen |
Geen restricties |
Van Duijvenbode – den Dekker |
IC verpleegkundige, Amphia Ziekenhuis |
Docent Erasmus MC Academie |
Geen |
Geen restricties |
Van Mol |
Assistant Professor |
Bestuurslid Stichting FCIC (onbezoldigd) |
1. ZonMw - hoofdonderzoeker van de ICNaVen-studie, ontwikkelen digitale ondersteuning in IC-nazorg voor naasten van een IC-patiënt. Dit is een multicenter studie (nationale en internationale samenwerking) waarbij eerst de behoeften en prioritering wordt verkend en vervolgens een daarop aangepaste interventie wordt ontwikkeld. (Projectleider) 2. ZonMw - hoofdonderzoeker van de DIPIC-studie, een implementatiestudie voor een digitaal dagboek op de IC, als opmaat naar persoonsgerichte zorg. Dit is een multicenter studie in een multi-methods benadering, om het gebruik van een digitaal dagboek op de IC te stimuleren. (Projectleider) 3. ZonMw - Ik ben mede-onderzoeker bij het ontwikkelen van een PGO-IC(na)zorg. Hierbij wordt in co-creatie met verschillende stakholders en Quli een digitale omgeving specifiek ingericht op de voormalig IC-patiënt. Stichting FCIC is penvoerder. (Projectleider) |
Geen restricties |
Zegers |
Associate Professor Radboudumc |
Geen |
1. Zorginstituut - Evaluatie van IC Nazorg (Projectleider) 2. ZonMw/NWO- Evaluatie van de kosten-effectivieti van IC-zorg (Projectleider) 3. NFU-Zire (Projectleider) 4. ZonMw - Safety 2 (Projectleider) |
Geen restricties |
Koning |
Anesthesioloog-intensivist, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem |
Geen
|
Geen |
Geen restricties |
Moviat |
Intensivist Jeroen Bosch ziekenhuis
|
FCCS instructeur
|
Geen |
Geen restricties |
Rood (tot 11-03-2024) |
Senior onderzoeker - Projectleider, HAN University of applied sciences |
Vicevoorzitter, V&VN-IC, beroepsvereniging van IC verpleegkundigen |
Ja, NWO Raak SIA |
Geen restricties |
Stilma (vanaf 11-03-2024) |
Hogeschool hoofddocent bij cluster verpleegkunde, Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam (0,8 FTE) |
Bestuurslid V&VN-IC |
1. NWO - NWO docentenbeurs - promotietraject (Projectleider) 2. KIEM-MV - Circulaire kansen beademingszorg (Projectleider) |
Geen restricties |
Van Vliet |
Intensivist / Haaglanden Medisch Centrum |
Bestuursvoorzitter MuzIC (onbetaald) ATLS instructeur (onbetaald) Docent bij de Hogeschool Utrecht bij de PA-opleiding (betaald) |
Geen |
Geen restricties |
Weyer |
Cardioloog-intensivist Elkerliek ziekenhuis Helmond |
FCCS instructeur |
Geen |
Geen restricties |
De Kleijn |
Physician assistant Intensive care Catharina ziekenhuis Eindhoven |
Commissielid NVIC richtlijnontwikkeling lid NAPA vakgroep intensive care |
Geen |
Geen restricties |
Droogh |
Intensivist, UMCG |
Voorzitter commissie transport NVIC, onbetaald Hoofd MICU UMCG |
Geen |
Geen restricties |
Van Westeloo |
Intensivist LUMC |
MICU Zuidwest Nederland Eurocross |
Circadiaan onderzoek Philips |
Geen restricties |
Jacobs |
Intensivist |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Heij |
Intensivist, Spaarne Gasthuis |
Bestuurslid NVIC, onkostenvergoeding Voorzitter cie Beroepsbelangen NVIC Lid ledenraad LAD, onkostenvergoeding |
Geen |
Geen restricties |
Rozendaal |
Verpleegkundig Specialist IC/MC |
Docent respiratie en beademing, St. Antoniusacademie (parttime) |
Geen |
Geen restricties |
Janssen |
Adviseur Kennisinstituut FMS |
Promovendus UMCU |
Geen |
Geen restricties |
Hofstede |
Senior adviseur Kennisinstituut FMS |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door een afgevaardigde patiëntenvereniging in de werkgroep (FCIC/IC-Connect). De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptleidraad is tevens voor commentaar voorgelegd aan de FCIC/IC-Connect en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz
Bij de leidraad voerde de werkgroep conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uit om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijnmodule op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema bij Werkwijze).
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
MDO en perioperatieve MDO |
geen financiële gevolgen |
Deze aanbevelingen zijn onveranderd t.o.v. de huidige aanbeveling/huidige zorg. |
Werkwijze
Achtergrond voor de herziening
In 2006 is de eerste kwaliteitsstandaard over de organisatie van de intensive care gepubliceerd en in werking getreden (NVA, 2006). In 2016 werd een herziene kwaliteitsstandaard gepubliceerd door het Zorginstituut Nederland (2016). Deze kwaliteitsstandaard werd vanuit de NVIC aangevuld met de zogenaamde blauwdruk (NVIC, 2021). Daaruit werd een visitatie normenkader ontwikkeld, wat deel uit maakt van de feitelijke handhaving en controle op de kwaliteit door de NVIC (NVIC, 2022).
De kwaliteitsstandaard uit 2016 had een looptijd van vijf jaar en moest na vijf jaar worden geëvalueerd en herzien. Door de COVID-19 pandemie kon de evaluatie pas in 2022 plaatsvinden. De NVIC benoemde een werkgroep die de evaluatie uitvoerde door middel van een enquête die werd gevolgd door interviews (NVIC, 2023). Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten ondersteunde deze evaluatie. In 2023 is gestart met de herziening van de kwaliteitsstandaard. Gezien de organisatorische aard van de uitgangsvragen, wordt de herziene versie een leidraad genoemd. Dit sluit aan bij de beschreven definities in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 3.0.
Tijdens de voorbereidende fase voor deze herziening inventariseerde de werkgroep middels de evaluatie van kwaliteitsstandaard en een invitational conference de knelpunten met betrekking tot de organisatie van intensive care afdelingen. Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.
Aan de start van het proces is met de werkgroep besproken hoe de uitgangsvragen onderbouwd kunnen worden. De werkgroep heeft gekozen voor een combinatie van uitgangsvragen met en zonder literatuursearch. Dit vanwege het organisatorische karakter van de leidraad en specifieke situaties die alleen in Nederland van toepassing zijn. Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht. Daar waar de literatuur geen antwoord leverde, werd gebruik gemaakt van expert opinie.
Relevante conceptmodules zijn vóór de commentaar- en autorisatiefase eerst nog langs partijen uit de klankbordgroep gestuurd voor input. Binnen de NVIC en de V&VN betrof het de beroepsbelangen commissie, de visitatiecommissie NKIC, de richtlijncommissie, de werkgroep beroepsprofiel, het landelijk netwerk van ICs, de transportcommissie van de NVIC, de V&VN-IC, de V&VN-VS en de besturen van NVIC en V&VN. Buiten de NVIC betrof het, VPned (de vereniging voor practitioners) en NAPA (Nederlandse Associatie Physician Assistants), de NICE (Nationale Intensive Care Evaluatie), en de LHIC (landelijke IC hoofden overleg).
De conceptleidraadmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Tijdens de commentaarfase heeft tevens een Webinar plaatsgevonden (d.d. 07-01-2025). Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptleidraadmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve leidraadmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Voor meer details over de gebruikte richtlijnmethodologie verwijzen wij u naar de Werkwijze.