Communicatie
Uitgangsvraag
Hoe dient de communicatie tussen zorgverleners op de IC te worden vormgegeven?
Aanbeveling
Zorg er bij een dienst-overdracht voor:
- dat uitsluitend belangrijke informatie wordt overgedragen;
- dat er een mogelijkheid is om vragen te stellen;
- dat er voldoende tijd is om een effectieve overdracht af te ronden;
- dat eventuele schriftelijke hulpmiddelen zo min mogelijk informatie dienen te bevatten, om dubbele administratie en onbedoelde verspreiding van patiëntinformatie te minimaliseren.
Voor het optimaliseren van de overdracht, overweeg:
- een overdrachtsstructuur te implementeren;
- een locatie te kiezen die de overdracht faciliteert, waarbij het bij de artsen waarschijnlijk een niet-bedside ruimte is, maar bij de verpleegkundigen juist bedside;
- interrupties te minimaliseren;
- de aanwezigen bij de overdracht te beperken;
- scholing en training te geven over een overdracht, mede om de team-cultuur ten aanzien van de overdracht te verbeteren.
Zorg voor een dagelijkse visite waarbij:
- tenminste een IC-voorwacht en een IC-verpleegkundige actief participeren;
- dagelijkse behandeldoelen bij het afronden van de visite gezamenlijk worden geformuleerd en schriftelijk vastgelegd;
- overwogen wordt om gebruik te maken van een checklist;
- overwogen wordt om familie- of patiëntparticipatie toe te staan tijdens de visite, waarbij bewaakt moet worden dat dit niet tot afleiding of een inadequate visite leidt.
Train periodiek afdelingsbreed communicatie en non-technical skills.
Overwegingen
Dienst-overdracht
De gevonden studies maken onderscheid in overdrachten tussen artsen (Ilan, 2012; Lyons, 2010; Ramasubbu, 2017) en overdrachten tussen verpleegkundigen (Forde, 2018; Forde, 2020; Bressan, 2019; Hada, 2021; Halm, 2013; Nemati, 2022; Smeulers, 2011). De studies hebben hoofdzakelijk een ‘before-after design’, waarbij een interventie gericht op verbetering van de overdracht wordt verricht. De grootste beperking van de studies is het belang van de uitkomstmaat. Er wordt gesteld dat specifieke informatie mist in een overdracht, waarop vervolgens een training en structuur wordt uitgevoerd, waarna wordt gemeten of deze informatie minder wordt gemist. Het wordt niet duidelijk of deze overgedragen informatie dan ook tot een verbetering in zorg leidt. Wel kan hieruit worden geconcludeerd dat aanpassingen in een overdracht met scholing en training gepaard dient te gaan, om die aanpassing te bewerkstelligen.
Bepaalde voorwaarden acht de werkgroep van belang bij de overdracht:
- de overdracht dient effectief te zijn, waarbij uitsluitend belangrijke informatie wordt overgedragen;
- er dient een mogelijkheid tot verduidelijking te zijn;
- de overdracht dient op een tijdige, maar niet overhaaste manier te kunnen worden afgerond, zodat de overdracht niet in de weg staat van werkzaamheden;
- schriftelijke ondersteuning kan behulpzaam zijn, maar heeft een risico op dubbele administratie en onbedoelde verspreiding van patiëntinformatie. Daarom dient de informatie op de schriftelijke ondersteuning zo beperkt mogelijk te zijn.
Om deze voorwaarden te bereiken zijn verschillende mnemonische hulpmiddelen beschikbaar, zoals de (I)SBAR of SOAP. Ook op de IC lijken deze methoden te leiden tot een betere informatieoverdracht (Ramasubbu, 2017), al zijn er ook studies die wijzen op het gebrek aan noodzaak van een structuur (Ilan, 2012) en zelfs studies die een negatief effect tonen op de informatie overdracht (Cohen, 2012). Studies die specifiek verpleegkundige overdrachten onderzochten komen tot vergelijkbare conclusies (Yung, 2023; Hada, 2021; Forde, 2020; Magnezi, 2021; Nemati, 2022).
De werkgroep erkent dat er meerdere overdrachtsstructuren zijn die mogelijk kunnen helpen tot een effectievere overdracht, maar dat dit geen garantie tot een goede overdracht is. Daarom adviseert de werkgroep niet om een specifiek hulpmiddel te gebruiken bij de overdracht. Wel adviseert de werkgroep dat als vakgroepen problemen hebben met de kwaliteit van de overdracht, dat er een interventie wordt gepleegd waarbij ook wordt onderzocht of de structuur van de patiënt-overdracht moet worden verbeterd met een mnemonisch hulpmiddel.
Verschillende aspecten kunnen van invloed zijn op een overdracht, zoals locatie, interrupties en groepsgrootte.
Er zijn studies die laten zien dat een overdracht tussen artsen die niet aan het bed van de patient plaatsvindt, leidt tot een snellere en effectieve overdracht, mogelijk vanwege minder interrupties en afleidingen, minder tijd tussen patiënten en betere beschikbaarheid van radiologische beeldvorming (Lyons, 2010). Tegelijkertijd zijn er studies die suggereren dat een overdracht aan het bed zorgt voor minder vragen, meer betrokkenheid van de patient, maar wel meer interrupties en afleidingen (Lyons, 2010; Wise, 2012).
Bij verpleegkundigen daarentegen laten de meeste studies juist een positief effect op de kwaliteit van overdracht zien van een bed-side overdracht door IC-verpleegkundigen (Forde, 2018; Forde, 2020; Bressan 2019; Hada, 2021). Wel dient de privacy van de patient voldoende geborgd te worden (Forde, 2018; Forde, 2020).
Om de groepsgrootte te bepalen, kunnen de ontvangers van een overdracht worden ingedeeld in personen voor wie de informatie relevant is voor de werkzaamheden en personen die niet direct met de informatie werken. Het risico bestaat dat de personen die geen direct belang hebben bij de informatie een afleiding vormen voor anderen, omdat de betrokkenheid minder is en de afstand tussen andere toehoorders en de overdragen vergroten.
Over het algemeen kan er gesteld worden dat er geen blauwdruk van interventies bestaat die voor elk ziekenhuis gelijk is (Smeulers, 2016). Daarom moet lokaal onderzocht worden wat werkt en effectief is, wanneer zich problemen voordoen. Daarbij is goed te beseffen dat waarschijnlijk alléén een bundel van interventies met scholing en training zorgt voor een langdurig positief effect op de overdracht (Smeulers, 2016). Derhalve is de werkgroep van mening dat indien de overdracht verbeterd moet worden, dat er meerdere aspecten in acht moeten worden genomen, zoals de locatie van overdracht, interrupties tijdens de overdracht, overdrachtsstructuur, beschikbare tijd voor overdracht, en team-cultuur ten aanzien van overdracht. Het introduceren en continueren van een verbetering in de overdracht tussen professionals vereist scholing en training.
Dagelijkse zorg/visite
Bij de dagelijkse visite (“rounds”) is communicatie een essentieel onderdeel om te zorgen dat het gehele behandelteam dezelfde doelen heeft (Garland, 2005). De systematische review van Lane (2012) is een uitgebreide, alomvattende review over “rounding” op de IC. Zij komen met enkele best practices, die logisch zijn, maar waarvoor het wetenschappelijke bewijs beperkt is. Er bestaat bij de geïncludeerde studies een groot risico op verschillende vormen van bias, twijfel of de uitkomstmaat een klinische relevante uitkomst is, of alleen het studie-effect meet en twijfel of de situatie op de Nederlandse situatie toepasbaar is. Desalniettemin geeft deze studie goede aanknopingspunten.
In single-center studies met een ‘before-after design’, worden ook enkele aanwijzingen gevonden die bruikbaar zijn voor de Nederlandse situatie (Cao, 2018; Lyons, 2010; Magnezi, 2021; Pronovost, 2003). Hillmann et al. presenteert in een survey de Duitse situatie, die wat meer op de Nederlandse situatie lijkt in vergelijking met de Noord-Amerikaanse situatie (Hillmann, 2021). Uit deze survey zijn enkel associaties te halen, zoals de duur van rounding met het aantal aanwezigen en de rol van aanwezigen.
Een observationele studie van Artis (2019) uit de Verenigde Staten laat zien dat er bij de presentatie van een patient door een onervaren arts minder data worden gepresenteerd en gebruikt. Zij wijzen op het belang van goede supervisie wanneer er met onervaren artsen wordt gewerkt op de IC. Een aspect is of zowel artsen en verpleegkundigen hierbij zijn betrokken. De werkgroep acht het fundamenteel dat zowel artsen als verpleegkundigen bij de visite zijn betrokken, waarbij beide disciplines input kunnen leveren en gezamenlijk de behandeldoelen van de dag opstellen. Het valt te overwegen om ook niet-IC disciplines bij de dagelijkse visite te betrekken, zoals apothekers en microbiologen, maar de werkgroep ziet het risico dat dit tot een inefficiënte dagelijkse visite leidt en beschouwt dit als een niet-doelmatige inzet van professionals (Lane, 2013; Schouten, 2020). De actieve betrokkenheid van deze disciplines wordt als zeer wenselijk geacht, maar de werkgroep is van mening dat die betrokkenheid ook op andere manieren dan bij de dagelijkse visite kan worden geborgd, bijvoorbeeld bij het MDO.
Een ander aspect is de organisatie van de dagelijkse visite, zoals de start- en eindtijd, wie de leiding heeft en wie participeren. Dit dient dusdanig te worden vormgegeven, dat een volledige en ononderbroken visite kan worden afgerond per patient. Hiermee wordt beoogd om van de dagelijkse visite een team-moment te maken, waarbij de aandacht van eenieder bij het opstellen van de dagelijkse behandeldoelen ligt.
De duur van de visite dient te worden bewaakt, waarbij kan worden opgemerkt dat wanneer intensivisten de visite leiden in plaats van (beginnende) arts-assistenten, er meer interpretatie van data en betere tijdsbewaring plaatsvindt (Artis, 2019; Hillmann, 2022).
De aanbeveling dat er zo min mogelijk tijdverspillende activiteiten en onderbrekingen tijdens de dagelijkse visite plaatsvinden acht de werkgroep als logisch (Lane, 2013).
De werkgroep ziet het als een taak van iedere deelnemer om de visite tijdig en vlot af te ronden, waarbij de noodzakelijke aandacht en volledigheid niet in het gedrang mag komen. Familie of patiëntparticipatie tijdens de visite kan hierbij een tegenstrijdig effect hebben. Hoewel dit potentieel tot meer afleiding en interruptie kan leiden, is ook aangetoond dat er een betere patiënttevredenheid is, het een positief effect heeft op de communicatie en het niet tot langere visiteduur hoeft te leiden (Cao, 2018). Derhalve acht de werkgroep het mogelijk dat patiënt en/of familie-participatie in de visite bijdraagt tot een betere tevredenheid, mits het de kwaliteit en tijdsduur van de dagelijkse visite niet beperkt. Hiervoor dient de leiding van de visite goed te worden geborgd.
Schriftelijke vastlegging van de gezamenlijk opgestelde dagelijkse behandeldoelen is een gemakkelijke en effectieve manier om communicatie te verhelderen. Mogelijk leidt dit zelfs tot een kortere IC-ligduur (Pronovost, 2003). Een checklist waarin een aantal vaste items wordt afgegaan kan ook als bijdragend aan een effectieve visite worden beschouwd, hoewel er ook negatieve effecten op IC ligduur, ziekenhuis ligduur en duur van beademing zijn beschreven (Society of Critical Care Medicine, 2022; Erikson, 2023; Vincent, 2005). De werkgroep vindt dat zowel schriftelijke vastlegging van dagelijkse behandeldoelen als checklists behulpzaam kunnen zijn voor de effectiviteit van het visite lopen en de opvolging hiervan. De werkgroep kan geen voorkeur aangeven voor welke checklist te gebruiken of hoe de schriftelijke vastlegging moet plaatsvinden.
Communicatietraining
Communicatie en non-technical skills zijn te trainen. Het afdelingsbreed trainen van communicatie en non-technical skills verbetert waarschijnlijk de individuele patiëntenzorg, zoals het verminderen van mortaliteit en morbiditeit en heeft mogelijk ook een positief effect op de organisatie, zoals een betere medewerker-tevredenheid en verbeterde veiligheidscultuur (Haerkens, 2015; Kemper, 2016; Reader 2006). Een verscheidenheid aan cursussen besteden aandacht aan communicatie en non-technical skills, waaronder Crew Resource Management-trainingen. De werkgroep acht het verstandig om afdelingsbreed periodiek communicatie en non-technical skills te trainen. De frequentie van de periodieke training is moeizaam te onderbouwen vanwege een gebrek aan data, maar herhaling van training lijkt de werkgroep noodzakelijk om de principes van en attitude naar non-technical skills te borgen.
Waarden en voorkeuren van patiënten (en evt. hun verzorgers)
Het streven om de patiënt te betrekken in besluitvorming over behandeling en zorg op de IC is shared decision making. Een ankerpunt daarin is het tegemoetkomen aan de wensen en behoeften zoals de patiënt zelf aangeeft. Dit kan tijdens de dagelijkse visiterondes, maar ook in regelmatige gesprekken om de medische situatie in begrijpelijke taal te bespreken. Daarbij is het belangrijk om ook naasten te betrekken in de communicatie en besluitvorming. De informatie moet helder en eenduidig zijn. De informatie en verslaglegging, rekening houdend met inclusiviteit en diversiteit, dient waar mogelijk zowel mondeling, schriftelijk, als digitaal beschikbaar te zijn.
De mate waarin zorgverleners effectief communiceren met de patiënt en diens naasten is cruciaal. Inzicht in de situatie, prognose, en het ontvangen van duidelijke informatie kunnen de ervaring van de patiënt sterk beïnvloeden. In geval van geïntegreerde zorg is de toegang tot relevante informatie voor de patiënt belangrijk. Dit kan onder meer betrekking hebben op medische dossiers, behandelplannen en educatief materiaal.
Het is de voorkeur van de patiënt, mits wakker en cognitief helder genoeg om een gesprek te volgen en/of te voeren, om betrokken te zijn in de dagelijkse zorg en visite. Ook de familie stelt het op prijs om minimaal wekelijks aanwezig te zijn bij de visite ronde. Hierdoor is er een beter begrip van de situatie en de gelegenheid om verdiepende vragen te stellen. Dit is geen vervanging van een familiegesprek, maar een aanvulling.
Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventie
Verschillende factoren zijn van invloed op de communicatie tussen zorgverleners op de IC. De wetenschappelijke onderbouwing heeft beperkingen, waardoor de werkgroep de aanbevelingen ook grotendeels baseert op eigen ervaringen.
Onderbouwing
Achtergrond
Communicatie tussen zorgverleners op de IC is een ruim begrip en daarom is kadering van dit hoofdstuk noodzakelijk. Grofweg valt communicatie tussen zorgverleners op de IC in te delen in “crisis-communicatie” en “interprofessioneel overleg”, waarbij laatstgenoemde valt in te delen in “multidisciplinair overleg (MDO)”, “overdracht bij wissel van dienst” en “communicatie tijdens dagelijkse zorg en/of visite” (Gauntlett, 2008). Met dagelijkse zorg en/of visite bedoelen we het moment dat er een IC-verpleegkundige en IC-voorwacht gezamenlijk tot de behandeldoelen van die dag komen. Dit onderscheidt zich van het MDO in die zin dat bij het MDO 1) vaak meerdere artsen, ook van andere disciplines, aanwezig zijn, 2) het vaak op een locatie buiten de patiëntkamer is en 3) het meer over de grote lijnen van de behandeling gaat.
Deze module gaat over de overdracht bij wissel van dienst en dagelijkse zorg en/of visite. Communicatie omtrent een overdracht van de patient naar een afdeling wordt in module ‘overplaatsing rondom IC-opname en IC-ontslag’ beschreven.
De overdracht bij wissel van dienst verschilt in omvang tussen verpleegkundigen en artsen en veel studies naar overdrachten op de IC maken dan ook onderscheid tussen artsen en verpleegkundigen. Toch zijn er veel gemeenschappelijke eigenschappen van de overdrachten, waardoor dit in deze module wordt samengevoegd. In de communicatie tijdens de dagelijkse zorg en/of visite participeren zowel verpleegkundigen als artsen en deze communicatie wordt daarom in één stuk behandeld.
Een apart onderdeel van communicatie is communicatietraining. De toegevoegde waarde blijkt uit de effecten van onder andere Crew Resource Management-trainingen en communicatie bij donatie. Derhalve wordt ook het trainen in communicatie behandeld in deze module.
Het belang van communicatie tussen zorgverleners lijkt vanzelfsprekend: effectieve communicatie is cruciaal voor kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid op de IC (Baggs, 1999; Reader, 2006). Communicatiefouten kunnen tot medische fouten leiden (Sutcliffe, 2004). Een open en effectieve communicatiestijl op de IC is dan ook wenselijk.
Samenvatting literatuur
De aanbevelingen zijn, gezien de aard van de uitgangsvraag en de specifieke Nederlandse situatie, uitsluitend gebaseerd op overwegingen. Deze overwegingen zijn opgesteld door de werkgroepleden op basis van kennis uit de praktijk en waar mogelijk onderbouwd door niet-systematisch literatuuronderzoek.
Referenties
- Artis KA, Bordley J, Mohan V, Gold JA. Data Omission by Physician Trainees on ICU Rounds. Crit Care Med. 2019 Mar;47(3):403-409. doi: 10.1097/CCM.0000000000003557. PMID: 30585789; PMCID: PMC6407821.
- Baggs JG, Schmitt MH, Mushlin AI, Mitchell PH, Eldredge DH, Oakes D, Hutson AD. Association between nurse-physician collaboration and patient outcomes in three intensive care units. Crit Care Med. 1999 Sep;27(9):1991-8. doi: 10.1097/00003246-199909000-00045. PMID: 10507630.
- Bressan V, Cadorin L, Pellegrinet D, Bulfone G, Stevanin S, Palese A. Bedside shift handover implementation quantitative evidence: Findings from a scoping review. J Nurs Manag. 2019 May;27(4):815-832. doi: 10.1111/jonm.12746. Epub 2019 Feb 20. PMID: 30615230.
- Cao V, Tan LD, Horn F, Bland D, Giri P, Maken K, Cho N, Scott L, Dinh VA, Hidalgo D, Nguyen HB. Patient-Centered Structured Interdisciplinary Bedside Rounds in the Medical ICU. Crit Care Med. 2018 Jan;46(1):85-92. doi: 10.1097/CCM.0000000000002807. PMID: 29088002.
- Cohen MD, Hilligoss B, Kajdacsy-Balla Amaral AC. A handoff is not a telegram: an understanding of the patient is co-constructed. Crit Care. 2012 Feb 8;16(1):303. doi: 10.1186/cc10536. PMID: 22316097; PMCID: PMC3396216.
- Erikson EJ, Edelman DA, Brewster FM, Marshall SD, Turner MC, Sarode VV, Brewster DJ. The use of checklists in the intensive care unit: a scoping review. Crit Care. 2023 Nov 30;27(1):468. doi: 10.1186/s13054-023-04758-2. PMID: 38037056; PMCID: PMC10691022.
- Forde MF, Coffey A, Hegarty J. Bedside handover at the change of nursing shift: A mixed-methods study. J Clin Nurs. 2020 Oct;29(19-20):3731-3742. doi: 10.1111/jocn.15403. Epub 2020 Jul 30. PMID: 32644255.
- Forde MF, Coffey A, Hegarty J. The factors to be considered when evaluating bedside handover. J Nurs Manag. 2018 Oct;26(7):757-768. doi: 10.1111/jonm.12598. Epub 2018 Aug 22. PMID: 30133042.
- Garland A. Improving the ICU: part 2. Chest. 2005 Jun;127(6):2165-79. doi: 10.1378/chest.127.6.2165. PMID: 15947334.
- Gauntlett, R. Laws, D. (2008). Communication skills in critical care. Continuing Education in Anaesthesia Critical Care & Pain 8(4), 121-124.
- Hada A, Coyer F. Shift-to-shift nursing handover interventions associated with improved inpatient outcomes-Falls, pressure injuries and medication administration errors: An integrative review. Nurs Health Sci. 2021 Jun;23(2):337-351. doi: 10.1111/nhs.12825. Epub 2021 Apr 11. PMID: 33665950.
- Haerkens MH, Kox M, Lemson J, Houterman S, van der Hoeven JG, Pickkers P. Crew Resource Management in the Intensive Care Unit: a prospective 3-year cohort study. Acta Anaesthesiol Scand. 2015 Nov;59(10):1319-29. doi: 10.1111/aas.12573. Epub 2015 Jun 16. PMID: 26079640; PMCID: PMC5033035.
- Halm MA. Nursing handoffs: ensuring safe passage for patients. Am J Crit Care. 2013 Mar;22(2):158-62. doi: 10.4037/ajcc2013454. PMID: 23455866.
- Hillmann B, Schwarzkopf D, Manser T, Waydhas C, Riessen R. Structure and concept of ICU rounds: the VIS-ITS survey. Med Klin Intensivmed Notfmed. 2022 May;117(4):276-282. doi: 10.1007/s00063-021-00830-3. Epub 2021 Jun 14. PMID: 34125258; PMCID: PMC9061682.
- Ilan R, LeBaron CD, Christianson MK, Heyland DK, Day A, Cohen MD. Handover patterns: an observational study of critical care physicians. BMC Health Serv Res. 2012 Jan 10;12:11. doi: 10.1186/1472-6963-12-11. PMID: 22233877; PMCID: PMC3280171.
- Kemper PF, de Bruijne M, van Dyck C, So RL, Tangkau P, Wagner C. Crew resource management training in the intensive care unit. A multisite controlled before-after study. BMJ Qual Saf. 2016 Aug;25(8):577-87. doi: 10.1136/bmjqs-2015-003994. Epub 2016 Feb 3. PMID: 26843412.
- Lane D, Ferri M, Lemaire J, McLaughlin K, Stelfox HT. A systematic review of evidence-informed practices for patient care rounds in the ICU*. Crit Care Med. 2013 Aug;41(8):2015-29. doi: 10.1097/CCM.0b013e31828a435f. PMID: 23666096.
- Lyons MN, Standley TD, Gupta AK. Quality improvement of doctors' shift-change handover in neuro-critical care. Qual Saf Health Care. 2010 Dec;19(6):e62. doi: 10.1136/qshc.2008.028977. Epub 2010 Apr 27. PMID: 20427308.
- Magnezi R, Gazit I, Bass A, Tal O. Developing a new flexible tool for handover. Int J Qual Health Care. 2021 Feb 20;33(1):mzab022. doi: 10.1093/intqhc/mzab022. PMID: 33528499; PMCID: PMC7928879.
- Nemati SM, Fathi M, Nouri B, Valiee S. Effects of an specific methodology (I Pass the Baton) on quality of handoff information among Nurses: A comparative study. J Healthc Qual Res. 2022 Sep-Oct;37(5):268-274. doi: 10.1016/j.jhqr.2022.02.011. Epub 2022 May 23. PMID: 35618613.
- Pronovost P, Berenholtz S, Dorman T, Lipsett PA, Simmonds T, Haraden C. Improving communication in the ICU using daily goals. J Crit Care. 2003 Jun;18(2):71-5. doi: 10.1053/jcrc.2003.50008. PMID: 12800116.
- Ramasubbu B, Stewart E, Spiritoso R. Introduction of the identification, situation, background, assessment, recommendations tool to improve the quality of information transfer during medical handover in intensive care. J Intensive Care Soc. 2017 Feb;18(1):17-23. doi: 10.1177/1751143716660982. Epub 2017 Feb 1. PMID: 28979532; PMCID: PMC5606352.
- Reader T, Flin R, Lauche K, Cuthbertson BH. Non-technical skills in the intensive care unit. Br J Anaesth. 2006 May;96(5):551-9. doi: 10.1093/bja/ael067. Epub 2006 Mar 27. PMID: 16567346.
- Schouten J, De Angelis G, De Waele JJ. A microbiologist consultant should attend daily ICU rounds. Intensive Care Med. 2020 Feb;46(2):372-374. doi: 10.1007/s00134-019-05846-0. Epub 2019 Nov 14. PMID: 31728567.
- Smeulers M, Dolman CD, Atema D, van Dieren S, Maaskant JM, Vermeulen H. Safe and effective nursing shift handover with NURSEPASS: An interrupted time series. Appl Nurs Res. 2016 Nov;32:199-205. doi: 10.1016/j.apnr.2016.07.010. Epub 2016 Aug 1. PMID: 27969028.
- Society of critical care medicine. Choosing wisely for critical care daily care rounding checklist. https://www.sccm.org/getattachment/142bb59d-6421-4cac-94e8-34167b8ed0c3/Choosing-Wisely-Critical-Care-Daily Rounding-Check. Accessed 28-4-2024.
- Sutcliffe KM, Lewton E, Rosenthal MM. Communication failures: an insidious contributor to medical mishaps. Acad Med. 2004 Feb;79(2):186-94. doi: 10.1097/00001888-200402000-00019. PMID: 14744724.
- Vincent JL. Give your patient a fast hug (at least) once a day. Crit Care Med. 2005 Jun;33(6):1225-9. doi: 10.1097/01.ccm.0000165962.16682.46. PMID: 15942334.
- Wise MP, Morgan MP, Hingston CD, Watkins HL. Bedside handover of critically ill patients. Crit Care. 2012 Dec 12;16(2):419. doi: 10.1186/cc11245. PMID: 22449456; PMCID: PMC3681371.
- Yung AHW, Pak CS, Watson B. A scoping review of clinical handover mnemonic devices. Int J Qual Health Care. 2023 Sep 8;35(3):mzad065. doi: 10.1093/intqhc/mzad065. PMID: 37616494.
Verantwoording
Beoordelingsdatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 16-10-2025
Algemene gegevens
Voor meer details over de gebruikte richtlijnmethodologie verwijzen wij u naar de Werkwijze. Relevante informatie voor de ontwikkeling/herziening van deze leidraad is hieronder weergegeven.
De ontwikkeling/herziening van deze module werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de module.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de module is in 2023 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten die zijn opgenomen op de Intensive Care.
Werkgroep
Dr. I.A. (Iwan) Meynaar (voorzitter), internist-intensivist, HagaZiekenhuis, NVIC
Drs. B. (Ben) de Jong, internist-intensivist, Saxenburgh Medisch Centrum, NVIC
Dr. M. (Marieke) Zegers, Associate Professor, Radboudumc, NVIC
Drs. T.C. (Corien) Veenstra, longarts-intensivist, UMCG, NVIC
Dr. J. (Jasper) van Bommel, anesthesioloog-intensivist, Erasmus MC, NVIC
Dr. P. (Peter) van Vliet, neuroloog-intensivist, Haaglanden Medisch Centrum, NVN/NVIC
Dr. G.J. (Jan) Zijlstra, longarts-intensivist, Amsterdam UMC, NVALT
Dr. M.A.M. (Miriam) Moviat, internist-intensivist, Jeroen Bosch Ziekenhuis, NIV
Dr. M.V. (Mark) Koning, anesthesioloog-intensivist, Rijnstate Ziekenhuis, NVA
Drs. R.W.L. (Rens) van de Weyer, cardioloog-intensivist, Elkerliek Ziekenhuis, NVVC
Drs. J.M.R. (Joost) Meijer, chirurg-intensivist, Noordwest Ziekenhuisgroep, NVvH
Drs. L. (Lea) van Duijvenbode-den Dekker, IC verpleegkundige, Amphia Ziekenhuis, V&VN-IC
Dr. W. (Willemke) Stilma (vanaf maart 2024), Hoofddocent en postdoc onderzoeker, Hogeschool van Amsterdam, V&VN-IC
Dr. P.J.T. (Paul) Rood (tot maart 2024), bestuurder V&VN-IC, senior onderzoeker HAN University of applied sciences & Ziekenhuis Rijnstate
Dr. M.M.C. (Margo) van Mol, Assistant Professor, Erasmus MC, FCIC/IC-Connect
Klankbordgroep
Mevr. J.E. (Janine) de Kleijn, MSc, Physician Assistant, Catharina Ziekenhuis, NAPA
Dr. J.M. (Joep) Droogh, intensivist, UMCG, NVIC (namens de transportcommissie)
Dr. D.J. (David) van Westerloo, intensivist, LUMC, NVIC (namens de LHIC)
Drs. C.J.G.M. (Crétien) Jacobs, anesthesioloog-intensivist, Elkerliek Ziekenhuis, NVIC (namens de werkgroep beroepsprofiel intensivisten)
Drs. C. (Coby) Heij, anesthesioloog-intensivist, Spaarne Gasthuis, NVIC (namens de commissie beroepsbelangen intensivisten)
Drs. J. (Jacco) Rozendaal, Verpleegkundig Specialist IC/MC, St. Antonius Ziekenhuis, V&VN-VS
Met dank aan
Dr J. J. Spijkstra, intensivist, AmsterdamUMC (namens de taakgroep formatie)
Drs. A. (Arianne) Doorduin-Schmeets, Unithoofd Intensive Care, Jeroen Bosch Ziekenhuis, ’s-Hertogenbosch (namens het LHIC)
Dhr. F. (Frank) van der Zee, IC verpleegkundige/Avond-nacht-weekend Hoofd, Frisius MC locatie Leeuwarden, Leeuwarden (namens LNICV)
Mw. I. (Iepie) Plagge van der Vliet, manager intensive care en medium care, Martini ziekenhuis, Groningen (namens LHIC)
Dhr. D.R. (Dick) Streefkerk, hoofd IC, Alrijne ziekenhuis, Leiderdorp, namens LHIC
Drs. T. (Toine) Klarenbeek, Intensive Care Verpleegkundige/Klinisch epidemioloog, Maxima medisch centrum, Veldhoven (namens LNICV)
Mevr, L. (Lisette) Epping - Tijdhof, Adviseur Kwaliteit en Veiligheid / niet-praktiserende IC verpleegkundige, Medisch Spectrum Twente, Enschede (namens V&VN IC expertise kwaliteit en veiligheid)
Dhr. R. (Renze) Jongstra, IC-verpleegkundige volwassenen en kinderen, Circulation Practitioner (namens bestuur V&VN-IC)
Met ondersteuning van
Drs. F.M. (Femke) Janssen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Dr. S.N. (Stefanie) Hofstede, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten via secretariaat@kennisinstituut.nl.
Werkgroeplid |
Functie |
Nevenfuncties |
Gemelde belangen |
Ondernomen actie |
Meynaar, voorzitter |
Intensivist, HagaZiekenhuis |
Bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Intensive Care, onbetaald behoudens een onkostenvergoeding, onderzoeker |
Leren van Juiste Diagnoses, door ZonMw gesubsidieerd onderzoek 160.000 euro (inmiddels afgerond 2021-2023)
|
Geen restricties |
De Jong |
Internist-intensivist |
- Cliëntenraad Prinses Maxima Centrum (onkostenvergoeding) |
Eenmalige deelname binnen adviesraad voor Paion t.a.v. positionering van giapreza binnen intensive care geneeskunde
|
Geen restricties |
Veenstra |
Intensivist
|
Instructeur NVIC bronchoscopie cursus (onbetaald) Lid NVIC commissie pulmonale diagnostiek en interventies (onbetaald) Lid NVIC commissie simulatie (onbetaald) FCCS instructeur (vergoeding wordt overgemaakt naar het UMCG) Medisch visiteur externe kwaliteitsvisitaties NVIC (vergoeding wordt overgemaakt naar het UMCG) Lid Zinnige Zorg traject Zorginstituut VTE (NVIC afgevaardigde, onbetaald) Secretaris sectie IC, NVALT (onbetaald) Lid sectie pulmonale interventies, NVALT (onbetaald) |
Geen |
Geen restricties |
Zijlstra |
Longarts-Intensivist, Dijklander Ziekenhuis, betaald |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Van Bommel |
Intensivist, Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. Werkzaam als staflid op de Intensive Care Volwassenen (betaald). |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Meijer |
Chirurg-intensivist bij de Noordwest Ziekenhuisgroep (1,0 FTE) |
Lid toelatingscommissie binnen Noordwestziekenhuisgroep (onbetaald) |
Geen |
Geen restricties |
Van Duijvenbode – den Dekker |
IC verpleegkundige, Amphia Ziekenhuis |
Docent Erasmus MC Academie |
Geen |
Geen restricties |
Van Mol |
Assistant Professor |
Bestuurslid Stichting FCIC (onbezoldigd) |
1. ZonMw - hoofdonderzoeker van de ICNaVen-studie, ontwikkelen digitale ondersteuning in IC-nazorg voor naasten van een IC-patiënt. Dit is een multicenter studie (nationale en internationale samenwerking) waarbij eerst de behoeften en prioritering wordt verkend en vervolgens een daarop aangepaste interventie wordt ontwikkeld. (Projectleider) 2. ZonMw - hoofdonderzoeker van de DIPIC-studie, een implementatiestudie voor een digitaal dagboek op de IC, als opmaat naar persoonsgerichte zorg. Dit is een multicenter studie in een multi-methods benadering, om het gebruik van een digitaal dagboek op de IC te stimuleren. (Projectleider) 3. ZonMw - Ik ben mede-onderzoeker bij het ontwikkelen van een PGO-IC(na)zorg. Hierbij wordt in co-creatie met verschillende stakholders en Quli een digitale omgeving specifiek ingericht op de voormalig IC-patiënt. Stichting FCIC is penvoerder. (Projectleider) |
Geen restricties |
Zegers |
Associate Professor Radboudumc |
Geen |
1. Zorginstituut - Evaluatie van IC Nazorg (Projectleider) 2. ZonMw/NWO- Evaluatie van de kosten-effectivieti van IC-zorg (Projectleider) 3. NFU-Zire (Projectleider) 4. ZonMw - Safety 2 (Projectleider) |
Geen restricties |
Koning |
Anesthesioloog-intensivist, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem |
Geen
|
Geen |
Geen restricties |
Moviat |
Intensivist Jeroen Bosch ziekenhuis
|
FCCS instructeur
|
Geen |
Geen restricties |
Rood (tot 11-03-2024) |
Senior onderzoeker - Projectleider, HAN University of applied sciences |
Vicevoorzitter, V&VN-IC, beroepsvereniging van IC verpleegkundigen |
Ja, NWO Raak SIA |
Geen restricties |
Stilma (vanaf 11-03-2024) |
Hogeschool hoofddocent bij cluster verpleegkunde, Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam (0,8 FTE) |
Bestuurslid V&VN-IC |
1. NWO - NWO docentenbeurs - promotietraject (Projectleider) 2. KIEM-MV - Circulaire kansen beademingszorg (Projectleider) |
Geen restricties |
Van Vliet |
Intensivist / Haaglanden Medisch Centrum |
Bestuursvoorzitter MuzIC (onbetaald) ATLS instructeur (onbetaald) Docent bij de Hogeschool Utrecht bij de PA-opleiding (betaald) |
Geen |
Geen restricties |
Weyer |
Cardioloog-intensivist Elkerliek ziekenhuis Helmond |
FCCS instructeur |
Geen |
Geen restricties |
De Kleijn |
Physician assistant Intensive care Catharina ziekenhuis Eindhoven |
Commissielid NVIC richtlijnontwikkeling lid NAPA vakgroep intensive care |
Geen |
Geen restricties |
Droogh |
Intensivist, UMCG |
Voorzitter commissie transport NVIC, onbetaald Hoofd MICU UMCG |
Geen |
Geen restricties |
Van Westeloo |
Intensivist LUMC |
MICU Zuidwest Nederland Eurocross |
Circadiaan onderzoek Philips |
Geen restricties |
Jacobs |
Intensivist |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Heij |
Intensivist, Spaarne Gasthuis |
Bestuurslid NVIC, onkostenvergoeding Voorzitter cie Beroepsbelangen NVIC Lid ledenraad LAD, onkostenvergoeding |
Geen |
Geen restricties |
Rozendaal |
Verpleegkundig Specialist IC/MC |
Docent respiratie en beademing, St. Antoniusacademie (parttime) |
Geen |
Geen restricties |
Janssen |
Adviseur Kennisinstituut FMS |
Promovendus UMCU |
Geen |
Geen restricties |
Hofstede |
Senior adviseur Kennisinstituut FMS |
Geen |
Geen |
Geen restricties |
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door een afgevaardigde patiëntenvereniging in de werkgroep (FCIC/IC-Connect). De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptleidraad is tevens voor commentaar voorgelegd aan de FCIC/IC-Connect en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz
Bij de leidraad voerde de werkgroep conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uit om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijnmodule op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema bij Werkwijze).
Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
Communicatie |
geen financiële gevolgen |
Deze aanbevelingen zijn onveranderd t.o.v. de huidige aanbeveling/huidige zorg. |
Werkwijze
Achtergrond voor de herziening
In 2006 is de eerste kwaliteitsstandaard over de organisatie van de intensive care gepubliceerd en in werking getreden (NVA, 2006). In 2016 werd een herziene kwaliteitsstandaard gepubliceerd door het Zorginstituut Nederland (2016). Deze kwaliteitsstandaard werd vanuit de NVIC aangevuld met de zogenaamde blauwdruk (NVIC, 2021). Daaruit werd een visitatie normenkader ontwikkeld, wat deel uit maakt van de feitelijke handhaving en controle op de kwaliteit door de NVIC (NVIC, 2022).
De kwaliteitsstandaard uit 2016 had een looptijd van vijf jaar en moest na vijf jaar worden geëvalueerd en herzien. Door de COVID-19 pandemie kon de evaluatie pas in 2022 plaatsvinden. De NVIC benoemde een werkgroep die de evaluatie uitvoerde door middel van een enquête die werd gevolgd door interviews (NVIC, 2023). Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten ondersteunde deze evaluatie. In 2023 is gestart met de herziening van de kwaliteitsstandaard. Gezien de organisatorische aard van de uitgangsvragen, wordt de herziene versie een leidraad genoemd. Dit sluit aan bij de beschreven definities in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 3.0.
Tijdens de voorbereidende fase voor deze herziening inventariseerde de werkgroep middels de evaluatie van kwaliteitsstandaard en een invitational conference de knelpunten met betrekking tot de organisatie van intensive care afdelingen. Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.
Aan de start van het proces is met de werkgroep besproken hoe de uitgangsvragen onderbouwd kunnen worden. De werkgroep heeft gekozen voor een combinatie van uitgangsvragen met en zonder literatuursearch. Dit vanwege het organisatorische karakter van de leidraad en specifieke situaties die alleen in Nederland van toepassing zijn. Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht. Daar waar de literatuur geen antwoord leverde, werd gebruik gemaakt van expert opinie.
Relevante conceptmodules zijn vóór de commentaar- en autorisatiefase eerst nog langs partijen uit de klankbordgroep gestuurd voor input. Binnen de NVIC en de V&VN betrof het de beroepsbelangen commissie, de visitatiecommissie NKIC, de richtlijncommissie, de werkgroep beroepsprofiel, het landelijk netwerk van ICs, de transportcommissie van de NVIC, de V&VN-IC, de V&VN-VS en de besturen van NVIC en V&VN. Buiten de NVIC betrof het, VPned (de vereniging voor practitioners) en NAPA (Nederlandse Associatie Physician Assistants), de NICE (Nationale Intensive Care Evaluatie), en de LHIC (landelijke IC hoofden overleg).
De conceptleidraadmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Tijdens de commentaarfase heeft tevens een Webinar plaatsgevonden (d.d. 07-01-2025). Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptleidraadmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve leidraadmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Voor meer details over de gebruikte richtlijnmethodologie verwijzen wij u naar de Werkwijze.