Leidraad Organisatie van Intensive Care in Nederland

Initiatief: NVIC Aantal modules: 25

Regionale samenwerking

Uitgangsvraag

Hoe dient regionale samenwerking te worden vormgegeven?

Aanbeveling

Alle IC-afdelingen zijn onderdeel van (niet meer dan) één IC-regio. Samen vormen de IC-regio’s een landelijk dekkend systeem met als doel het maximaliseren van de efficiëntie, kwaliteit en beschikbaarheid van IC-zorg in Nederland.

 

De IC-regio bepaalt in gezamenlijkheid en op basis van expertise en exposure welke IC zorg op welke IC-afdeling geleverd kan worden (‘de juiste zorg op de juiste plek’).

 

Alle IC-patiënten binnen een IC-regio vallen te allen tijde onder de individuele verantwoordelijkheid van de behandelend intensivist van de afdeling waar de patiënt zich op dat moment bevindt, passend bij diens autonomie en bij de (juridische) relatie van de patiënt met zijn behandelend arts.

 

Het is de verantwoordelijkheid van de behandelend intensivist om in het kader van expertise of exposure advies te vragen binnen de regio, evenals de manier waarop dit advies een plek krijgt in de behandeling van de patiënt.

 

De afspraken die tussen de IC-afdelingen in de regio gemaakt worden, worden vastgelegd in het regionaal samenwerkingsplan IC.

 

De IC-regio stimuleert de gezamenlijke kwaliteitsverbetering door het delen en bespreken van kwaliteitsrapportages, verbeteracties, best practices en protocollen. De onderlinge samenwerking in de IC-regio wordt jaarlijks geëvalueerd in een jaarplan en een jaarverslag.

 

Om de coördinatie, uitvoering en continuïteit van de regio afspraken te borgen heeft elke regio een vaste overlegstructuur. Dit overleg wordt gevormd uit zowel medische, verpleegkundige, als bestuurlijke afgevaardigden van de afzonderlijke IC-afdelingen en komt met een vaste frequentie bij elkaar.

 

Om elkaar beter te leren kennen en meer inzicht in elkaars handelen en organisatie te krijgen organiseert de IC-regio onderlinge uitwisseling voor zowel intensivisten als IC-verpleegkundigen, in de vorm van bijvoorbeeld ‘gluren bij de buren’.

 

Daarnaast wordt voor alle deelnemers minimaal één keer per jaar een kwaliteitsbijeenkomst georganiseerd waar kwaliteitsrapportages, verbeteracties en best practices van de deelnemende IC-afdelingen gedeeld worden.

Overwegingen

Vanuit het perspectief van de IC-patiënt en diens naasten betekent ‘optimale zorg’ in regionale samenwerking: multidisciplinaire kennis en expertise, inclusief (regionaal) overleg en uitwisseling, om de best beschikbare behandeling te garanderen. De basis voor een dergelijke regionale samenwerking ligt in de onderlinge verbinding tussen IC-afdelingen. Alle zorglocaties waar IC-patiënten worden opgevangen zijn onderdeel van (niet meer dan) één netwerk. Dit netwerk bestaat uit IC-afdelingen die samen een geografische eenheid vormen en waarvan de organisaties op meerdere vlakken kunnen samenwerken. De IC-regio is gebaseerd op de formalisering en professionalisering van de samenwerking tussen de IC-afdelingen.

 

Samen vormen de IC-regio’s een landelijk dekkend systeem met als doel het maximaliseren van de efficiëntie, kwaliteit en beschikbaarheid van IC-zorg in Nederland. De IC-regio indeling komt zoveel mogelijk overeen met de regio-indeling van de Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ), maar wijkt hier op een paar plaatsen vanaf. Op het moment van een acute zorgvraag (inclusief IC-zorg) waarin de coördinatie via de ROAZ verloopt, kunnen de IC-regio’s tijdelijk gelijkgeschakeld worden met de ROAZ-regio’s ten behoeve van de logistiek, zoals gebeurde tijdens de COVID-19 pandemie.

 

Om te garanderen dat er altijd een IC-bed beschikbaar is, speelt de IC-regio een belangrijke rol in de verdeling van de beschikbare IC-capaciteit. Daartoe wordt in gezamenlijkheid bepaald welke IC-zorg op welke IC-afdeling geleverd kan worden (‘de juiste zorg op de juiste plek’). Tevens worden afspraken gemaakt voor situaties van capaciteitsgebrek (waaronder pandemieën, calamiteiten en sluiten van IC-afdelingen door bijvoorbeeld uitbraken van bijzonder resistente micro-organismen). Als logische basis voor deze afspraken dienen de specifieke expertise en exposure van de IC-afdelingen in de regio.

 

In de Kwaliteitsstandaard 2016 werd expliciet onderscheid gemaakt tussen grote (meer dan 12 bedden met een bezetting > 70%) en kleine IC-afdelingen. Echter, door juist de nadruk op grootte te leggen werd er weinig waardering gevoeld voor specifieke kennis en ervaring en leidde dit onderscheid in de praktijk niet tot een verbetering van de onderlinge samenwerking in de regio. We concluderen hier dan ook dat het maken van onderscheid tussen IC-afdelingen in een regio op grond van logistieke eigenschappen zoals het aantal bedden of de minimale bezettingsgraad onvoldoende draagvlak biedt om te gebruiken als basis voor onderlinge samenwerking.

 

IC-afdelingen in ziekenhuizen met een (tertiaire) verwijsfunctie onderscheiden zich niet alleen op grond van specifieke IC-zorg, maar ook op grond van de expertise van andere medische specialismen en door specifieke onderwijs- en onderzoekstaken. Hierdoor spelen ze een belangrijke rol in de behandeling van patiënten die hoog complexe zorg nodig hebben en hebben daardoor een specifieke rol in de IC-regio en bij verdeling van IC-zorg. De aard en mate van onderlinge verscheidenheid zijn uniek voor elke regio en dienen als basis voor afspraken omtrent onderling overleg of delen van kennis en protocollen. In deze afspraken worden expliciet de indicaties voor verwijzing naar het (tertiaire) verwijscentrum en terug naar de omringende IC-afdelingen benoemd, om zo eenrichtingsverkeer van patiënten te voorkomen en de IC-zorg gelijkelijk over de regio te verdelen.

 

Bij de uitwisseling van zowel expertise als patiënten binnen een regio, is het belangrijk om de verantwoordelijkheid te benoemen. Alle IC-patiënten binnen een IC-regio vallen te allen tijde onder de individuele verantwoordelijkheid van de behandelend intensivist van de afdeling waar de patiënt zich op dat moment bevindt, passend bij diens autonomie en bij de (juridische) relatie van de patiënt met zijn behandelend arts. Het is ook de verantwoordelijkheid van de behandelend intensivist om in het kader van expertise of exposure advies te vragen binnen de regio, evenals de manier waarop dit advies een plek krijgt in de behandeling van de patiënt. Daarnaast bestaat er bij de deelnemers een gedeelde verantwoordelijkheid met betrekking tot de afspraken die in het kader van de regio samenwerking gemaakt zijn.

 

De afspraken die tussen de IC-afdelingen in de regio gemaakt worden, worden vastgelegd in het regionaal samenwerkingsplan IC. Dit is onderdeel van het zorgbeleidsplan (ZBP-IC) van de deelnemende IC-afdelingen en geeft aan welke taken en verantwoordelijkheden de IC-afdelingen hebben in het netwerk met betrekking tot expertise, capaciteit en kwaliteit.

 

Naast het delen van expertise en capaciteit kan de IC-regio een belangrijke rol spelen in de verbetering van de kwaliteit van zorg. De onderlinge samenwerking is een goede basis voor bijvoorbeeld het delen en bespreken van kwaliteitsrapportages, verbeteracties en best practices. Ondanks, of juist door de lokale verschillen in bijvoorbeeld ziektebeelden of organisatie kan er op deze manier van elkaar geleerd worden. Op dezelfde manier kunnen medische protocollen gedeeld en besproken worden om de continuïteit van zorg binnen de regio te optimaliseren. De onderlinge samenwerking in de IC-regio wordt jaarlijks geëvalueerd in een jaarplan en een jaarverslag.

 

Voor een effectieve samenwerking is het van groot belang dat het contact binnen de regio niet alleen plaatsvindt binnen het kader van het zorgproces, maar dat er ook gezamenlijk tijd wordt besteed aan de onderlinge relatie en het vertrouwen dat daarbij hoort. Dat kan op verschillende manieren. Om de coördinatie, uitvoering en continuïteit van de regio afspraken te borgen heeft elke regio een vaste overlegstructuur: het regio-overleg. Dit regio-overleg wordt gevormd door zowel medische (‘regio-intensivist’), verpleegkundige (‘regio-verpleegkundige’), als bestuurlijke afgevaardigden van de afzonderlijke IC-afdelingen en komt met een vaste frequentie bij elkaar.

 

Vanuit deze groep personen kan als centrale figuur een regio-coördinator worden aangewezen die de coördinatie van de regio activiteiten op zich neemt, aanspreekpunt is voor vragen en problemen binnen de regio en verantwoordelijk is voor de activiteiten van het regio-overleg. Deze coördinerende rol kan ingevuld worden door een intensivist, maar ook door een verpleegkundige of een beleidsmedewerker. Ook kan een regio kiezen deze rol door meerdere personen in te laten vullen, duaal of als dagelijks bestuur. De regio coördinator(en) nemen deel aan het Landelijk Netwerk IC regio's (LNIC) en onderhouden contacten met de andere regio's via het LNIC. De effectiviteit van het regio overleg kan worden vergroot door het aanstellen van een regiomanager, ter ondersteuning van de regio-coördinator.

 

Het periodieke regio-overleg dient om de contacten tussen de IC-afdelingen in een regio te faciliteren en stimuleren, gezamenlijk beleid te maken, het regio jaarverslag op te stellen, en het delen van kwaliteitsrapportages en -projecten. In crisissituaties met een bedreigde operationele IC-capaciteit wordt het regio-overleg geïntensiveerd. In het regionaal samenwerkingsplan IC wordt vastgelegd door wie en op welke manier dit overleg plaatsvindt.  

 

Vanuit elke regio wordt een afvaardiging gestuurd naar de respectievelijke landelijke regio-overlegorganen, dat wil zeggen een regio-coördinator naar de LNIC, een regio-verpleegkundige naar de LNIC-V en een regio-hoofd naar de LHIC, als organen waarin regio vertegenwoordigers samenkomen om van elkaar te leren en de regio’s te versterken. Op het moment van het schrijven van deze richtlijn zijn dit nog afzonderlijke gremia, maar op initiatief van het NVIC bestuur is de ambitie uitgesproken om tot 1 landelijk overleg te komen.

 

Om elkaar beter te leren kennen en meer inzicht in elkaars handelen en organisatie te krijgen organiseert de IC-regio onderlinge uitwisseling voor zowel intensivisten als IC-verpleegkundigen. Deze uitwisseling bevordert kennis van elkaars afdeling, wederzijds begrip en de cohesie in de IC-regio en kan vorm worden gegeven in bijvoorbeeld “gluren bij de buren”.

 

De IC-regio organiseert voor alle deelnemers minimaal 1x per jaar een kwaliteitsbijeenkomst waar kwaliteitsrapportages, verbeteracties en best practices van de deelnemende IC-afdelingen worden bediscussieerd, met als doel om de uitkomsten te gebruiken voor verbeteracties.

Onderbouwing

In dit hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan om de regionale samenwerking voor de Nederlandse IC-zorg te intensiveren en te professionaliseren. Uitgangspunt van deze richtlijn is optimale zorg voor iedere IC-patiënt, waar die zich ook bevindt. Expertise en capaciteit moeten vrij en drempelloos beschikbaar zijn voor elke IC-patiënt. Regionale samenwerking speelt hierin een belangrijke rol.

De aanbevelingen zijn, gezien de aard van de uitgangsvragen en de specifieke Nederlandse situatie, uitsluitend gebaseerd op overwegingen. Deze overwegingen zijn opgesteld door de werkgroepleden op basis van kennis uit de praktijk, de evaluatie van de kwaliteitsstandaard uit 2016 en inbreng van de commissies Landelijk Netwerk IC regio’s (LNIC), Landelijk Netwerk Intensive Care Verpleegkundigen (LNIC-V), Landelijk overleg Hoofden IC (LHIC) en Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC).

Beoordelingsdatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 16-10-2025

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Intensive Care
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Internisten Vereniging
  • Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
  • Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
  • Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
  • Nederlandse Vereniging voor Neurologie
  • Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
  • Nederlandse Vereniging voor Intensive Care
  • Stichting Family and patient Centered Intensive Care en IC Connect
  • Nederlandse Associatie Physician Assistants

Algemene gegevens

Voor meer details over de gebruikte richtlijnmethodologie verwijzen wij u naar de Werkwijze. Relevante informatie voor de ontwikkeling/herziening van deze leidraad is hieronder weergegeven.

 

De ontwikkeling/herziening van deze module werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de module.

Samenstelling werkgroep

Voor het ontwikkelen van de module is in 2023 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten die zijn opgenomen op de Intensive Care.

 

Werkgroep

Dr. I.A. (Iwan) Meynaar (voorzitter), internist-intensivist, HagaZiekenhuis, NVIC

Drs. B. (Ben) de Jong, internist-intensivist, Saxenburgh Medisch Centrum, NVIC

Dr. M. (Marieke) Zegers, Associate Professor, Radboudumc, NVIC

Drs. T.C. (Corien) Veenstra, longarts-intensivist, UMCG, NVIC

Dr. J. (Jasper) van Bommel, anesthesioloog-intensivist, Erasmus MC, NVIC

Dr. P. (Peter) van Vliet, neuroloog-intensivist, Haaglanden Medisch Centrum, NVN/NVIC

Dr. G.J. (Jan) Zijlstra, longarts-intensivist, Amsterdam UMC, NVALT

Dr. M.A.M. (Miriam) Moviat, internist-intensivist, Jeroen Bosch Ziekenhuis, NIV

Dr. M.V. (Mark) Koning, anesthesioloog-intensivist, Rijnstate Ziekenhuis, NVA

Drs. R.W.L. (Rens) van de Weyer, cardioloog-intensivist, Elkerliek Ziekenhuis, NVVC

Drs. J.M.R. (Joost) Meijer, chirurg-intensivist, Noordwest Ziekenhuisgroep, NVvH

Drs. L. (Lea) van Duijvenbode-den Dekker, IC verpleegkundige, Amphia Ziekenhuis, V&VN-IC

Dr. W. (Willemke) Stilma (vanaf maart 2024), Hoofddocent en postdoc onderzoeker, Hogeschool van Amsterdam, V&VN-IC

Dr. P.J.T. (Paul) Rood (tot maart 2024), bestuurder V&VN-IC, senior onderzoeker HAN University of applied sciences & Ziekenhuis Rijnstate

Dr. M.M.C. (Margo) van Mol, Assistant Professor, Erasmus MC, FCIC/IC-Connect

 

Klankbordgroep

Mevr. J.E. (Janine) de Kleijn, MSc, Physician Assistant, Catharina Ziekenhuis, NAPA

Dr. J.M. (Joep) Droogh, intensivist, UMCG, NVIC (namens de transportcommissie)

Dr. D.J. (David) van Westerloo, intensivist, LUMC, NVIC (namens de LHIC)

Drs. C.J.G.M. (Crétien) Jacobs, anesthesioloog-intensivist, Elkerliek Ziekenhuis, NVIC (namens de werkgroep beroepsprofiel intensivisten)

Drs. C. (Coby) Heij, anesthesioloog-intensivist, Spaarne Gasthuis, NVIC (namens de commissie beroepsbelangen intensivisten)

Drs. J. (Jacco) Rozendaal, Verpleegkundig Specialist IC/MC, St. Antonius Ziekenhuis, V&VN-VS

 

Met dank aan

Dr J. J. Spijkstra, intensivist, AmsterdamUMC (namens de taakgroep formatie)

Drs. A. (Arianne) Doorduin-Schmeets, Unithoofd Intensive Care, Jeroen Bosch Ziekenhuis, ’s-Hertogenbosch (namens het LHIC)

Dhr. F. (Frank) van der Zee, IC verpleegkundige/Avond-nacht-weekend Hoofd, Frisius MC locatie Leeuwarden, Leeuwarden (namens LNICV)

Mw. I. (Iepie) Plagge van der Vliet, manager intensive care en medium care, Martini ziekenhuis, Groningen (namens LHIC)

Dhr. D.R. (Dick) Streefkerk, hoofd IC, Alrijne ziekenhuis, Leiderdorp, namens LHIC

Drs. T. (Toine) Klarenbeek, Intensive Care Verpleegkundige/Klinisch epidemioloog, Maxima medisch centrum, Veldhoven (namens LNICV)

Mevr, L. (Lisette) Epping - Tijdhof, Adviseur Kwaliteit en Veiligheid / niet-praktiserende IC verpleegkundige, Medisch Spectrum Twente, Enschede (namens V&VN IC expertise kwaliteit en veiligheid)

Dhr. R. (Renze) Jongstra, IC-verpleegkundige volwassenen en kinderen, Circulation Practitioner (namens bestuur V&VN-IC)

 

Met ondersteuning van

Drs. F.M. (Femke) Janssen, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Dr. S.N. (Stefanie) Hofstede, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten

Belangenverklaringen

Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten via secretariaat@kennisinstituut.nl.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Meynaar, voorzitter

Intensivist, HagaZiekenhuis

Bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Intensive Care, onbetaald behoudens een onkostenvergoeding, onderzoeker

Leren van Juiste Diagnoses, door ZonMw gesubsidieerd onderzoek 160.000 euro (inmiddels afgerond 2021-2023)
ZonMw
Leren van Juiste Diagnoses

 

Geen restricties

De Jong

Internist-intensivist
Saxenburgh Medisch Centrum

- Cliëntenraad Prinses Maxima Centrum (onkostenvergoeding)
- Clinical research committee Prinses Maxima Centrum (onkostenvergoeding)
- Incidentele waarneming op intensive care afdelingen in de regio Zwolle

Eenmalige deelname binnen adviesraad voor Paion t.a.v. positionering van giapreza binnen intensive care geneeskunde

 

Geen restricties

Veenstra

Intensivist
UMCG

 

Instructeur NVIC bronchoscopie cursus (onbetaald)

Lid NVIC commissie pulmonale diagnostiek en interventies (onbetaald)

Lid NVIC commissie simulatie (onbetaald)

FCCS instructeur (vergoeding wordt overgemaakt naar het UMCG)

Medisch visiteur externe kwaliteitsvisitaties NVIC (vergoeding wordt overgemaakt naar het UMCG)

Lid Zinnige Zorg traject Zorginstituut VTE (NVIC afgevaardigde, onbetaald)

Secretaris sectie IC, NVALT (onbetaald)

Lid sectie pulmonale interventies, NVALT (onbetaald)

Geen

Geen restricties

Zijlstra

Longarts-Intensivist, Dijklander Ziekenhuis, betaald

Geen

Geen

Geen restricties

Van Bommel

Intensivist, Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. Werkzaam als staflid op de Intensive Care Volwassenen (betaald).

Geen

Geen

Geen restricties

Meijer

Chirurg-intensivist bij de Noordwest Ziekenhuisgroep (1,0 FTE)

Lid toelatingscommissie binnen Noordwestziekenhuisgroep (onbetaald)
Instructeur bij stichting ALSG voor de cursussen ATLS, MedicALS en MRMI (betaald, d.w.z.het ziekenhuis krijgt mijn vergoeding).
Lid van de GIC (gemeenschappelijke intensivisten commissie), namens de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde.
Bestuurslid stichting “ For Wis(h)dom Foundation (onbetaald) zie forwishdom.org.
Een goede doelen stichting die een bijdrage levert naar de behandeling van zeldzame ziektes.

Geen

Geen restricties

Van Duijvenbode – den Dekker

IC verpleegkundige, Amphia Ziekenhuis

Docent Erasmus MC Academie
Bestuurslid V&VN IC
Commissielid NKIC

Geen

Geen restricties

Van Mol

Assistant Professor
Erasmus MC, Intensive Care Volwassenen

Bestuurslid Stichting FCIC (onbezoldigd)
Bestuurslid V&VN-IC (onbezoldigd)
Commissielid N&AHP bij ESICM (onbezoldigd)

1. ZonMw - hoofdonderzoeker van de ICNaVen-studie, ontwikkelen digitale ondersteuning in IC-nazorg voor naasten van een IC-patiënt. Dit is een multicenter studie (nationale en internationale samenwerking) waarbij eerst de behoeften en prioritering wordt verkend en vervolgens een daarop aangepaste interventie wordt ontwikkeld.

(Projectleider)

2.  ZonMw - hoofdonderzoeker van de DIPIC-studie, een implementatiestudie voor een digitaal dagboek op de IC, als opmaat naar persoonsgerichte zorg. Dit is een multicenter studie in een multi-methods benadering, om het gebruik van een digitaal dagboek op de IC te stimuleren.

(Projectleider)

3.  ZonMw - Ik ben mede-onderzoeker bij het ontwikkelen van een PGO-IC(na)zorg. Hierbij wordt in co-creatie  met verschillende stakholders en Quli een digitale omgeving specifiek ingericht op de voormalig IC-patiënt.

Stichting FCIC is penvoerder. (Projectleider)

Geen restricties

Zegers

Associate Professor Radboudumc

Geen

1. Zorginstituut - Evaluatie van IC Nazorg (Projectleider)

2. ZonMw/NWO- Evaluatie van de kosten-effectivieti van IC-zorg (Projectleider)

3. NFU-Zire (Projectleider)

4. ZonMw - Safety 2 (Projectleider)

Geen restricties

Koning

Anesthesioloog-intensivist, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem

Geen

 

Geen

Geen restricties

Moviat

Intensivist Jeroen Bosch ziekenhuis

 

FCCS instructeur

 

Geen

Geen restricties

Rood (tot 11-03-2024)

Senior onderzoeker - Projectleider, HAN University of applied sciences

Vicevoorzitter, V&VN-IC, beroepsvereniging van IC verpleegkundigen

Ja, NWO Raak SIA
NWO RAAK SIA
Familieparticipatie op de IC

Geen restricties

Stilma (vanaf 11-03-2024)

Hogeschool hoofddocent bij cluster verpleegkunde, Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam (0,8 FTE)

Bestuurslid V&VN-IC
Betrokken bij:
De Duurzame Verpleegkundige en
De Groene IC

1. NWO - NWO docentenbeurs - promotietraject (Projectleider)

2. KIEM-MV - Circulaire kansen beademingszorg  (Projectleider)

Geen restricties

Van Vliet

Intensivist / Haaglanden Medisch Centrum

Bestuursvoorzitter MuzIC (onbetaald)
Docent RTG: docent voor de practitioner opleiding, specifiek gericht op uitstroomprofiel 'neural practitioner' (betaald)
Docent opleiding IC-verpleegkundigen LUMC: docent voor de onderwerpen 'neuro-IC' (betaald)

ATLS instructeur (onbetaald)

Docent bij de Hogeschool Utrecht bij de PA-opleiding (betaald)

Geen

Geen restricties

Weyer

Cardioloog-intensivist Elkerliek ziekenhuis Helmond

FCCS instructeur

Geen

Geen restricties

De Kleijn

Physician assistant Intensive care

Catharina ziekenhuis Eindhoven

Commissielid NVIC richtlijnontwikkeling

lid NAPA vakgroep intensive care

Geen

Geen restricties

Droogh

Intensivist, UMCG

Voorzitter commissie transport NVIC, onbetaald

Hoofd MICU UMCG

Geen

Geen restricties

Van Westeloo

Intensivist LUMC

MICU Zuidwest Nederland

Eurocross

Circadiaan onderzoek Philips

Geen restricties

Jacobs

Intensivist
Elkerliek Ziekenhuis Helmond

Geen

Geen

Geen restricties

Heij

Intensivist, Spaarne Gasthuis

Bestuurslid NVIC, onkostenvergoeding

Voorzitter cie Beroepsbelangen NVIC

Lid ledenraad LAD, onkostenvergoeding

Geen

Geen restricties

Rozendaal

Verpleegkundig Specialist IC/MC
St. Antoniusziekenhuis

Docent respiratie en beademing, St. Antoniusacademie (parttime)

Geen

Geen restricties

Janssen

Adviseur Kennisinstituut FMS

Promovendus UMCU

Geen

Geen restricties

Hofstede

Senior adviseur Kennisinstituut FMS

Geen

Geen

Geen restricties

Inbreng patiëntenperspectief

Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door een afgevaardigde patiëntenvereniging in de werkgroep (FCIC/IC-Connect). De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptleidraad is tevens voor commentaar voorgelegd aan de FCIC/IC-Connect en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.

 

Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz

Bij de leidraad voerde de werkgroep conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uit om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijnmodule op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema bij Werkwijze).

Module

Uitkomst raming

Toelichting

Regionale samenwerking

geen financiële gevolgen

Deze aanbevelingen zijn onveranderd t.o.v. de huidige aanbeveling/huidige zorg.

Werkwijze

Achtergrond voor de herziening

In 2006 is de eerste kwaliteitsstandaard over de organisatie van de intensive care gepubliceerd en in werking getreden (NVA, 2006). In 2016 werd een herziene kwaliteitsstandaard gepubliceerd door het Zorginstituut Nederland (2016). Deze kwaliteitsstandaard werd vanuit de NVIC aangevuld met de zogenaamde blauwdruk (NVIC, 2021). Daaruit werd een visitatie normenkader ontwikkeld, wat deel uit maakt van de feitelijke handhaving en controle op de kwaliteit door de NVIC (NVIC, 2022).

 

De kwaliteitsstandaard uit 2016 had een looptijd van vijf jaar en moest na vijf jaar worden geëvalueerd en herzien. Door de COVID-19 pandemie kon de evaluatie pas in 2022 plaatsvinden. De NVIC benoemde een werkgroep die de evaluatie uitvoerde door middel van een enquête die werd gevolgd door interviews (NVIC, 2023). Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten ondersteunde deze evaluatie. In 2023 is gestart met de herziening van de kwaliteitsstandaard. Gezien de organisatorische aard van de uitgangsvragen, wordt de herziene versie een leidraad genoemd. Dit sluit aan bij de beschreven definities in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 3.0.

 

Tijdens de voorbereidende fase voor deze herziening inventariseerde de werkgroep middels de evaluatie van kwaliteitsstandaard en een invitational conference de knelpunten met betrekking tot de organisatie van intensive care afdelingen. Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.

 

Aan de start van het proces is met de werkgroep besproken hoe de uitgangsvragen onderbouwd kunnen worden. De werkgroep heeft gekozen voor een combinatie van uitgangsvragen met en zonder literatuursearch. Dit vanwege het organisatorische karakter van de leidraad en specifieke situaties die alleen in Nederland van toepassing zijn. Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden onder ‘Zoeken en selecteren’ onder Onderbouwing. De beoordeling van de kracht van het wetenschappelijke bewijs wordt hieronder toegelicht. Daar waar de literatuur geen antwoord leverde, werd gebruik gemaakt van expert opinie.

 

Relevante conceptmodules zijn vóór de commentaar- en autorisatiefase eerst nog langs partijen uit de klankbordgroep gestuurd voor input. Binnen de NVIC en de V&VN betrof het de beroepsbelangen commissie, de visitatiecommissie NKIC, de richtlijncommissie, de werkgroep beroepsprofiel, het landelijk netwerk van ICs, de transportcommissie van de NVIC, de V&VN-IC, de V&VN-VS en de besturen van NVIC en V&VN. Buiten de NVIC betrof het, VPned (de vereniging voor practitioners) en NAPA (Nederlandse Associatie Physician Assistants), de NICE (Nationale Intensive Care Evaluatie), en de LHIC (landelijke IC hoofden overleg).

 

De conceptleidraadmodule werd aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Tijdens de commentaarfase heeft tevens een Webinar plaatsgevonden (d.d. 07-01-2025). Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptleidraadmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve leidraadmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.

 

Voor meer details over de gebruikte richtlijnmethodologie verwijzen wij u naar de Werkwijze.

Volgende:
Interklinisch transport