Aanvullende uterotonica bij de behandeling van HPP
Uitgangsvraag
Wat is de rol van aanvullende uterotonica bij de behandeling van vrouwen met aanhoudend bloedverlies van 500 mL of meer postpartum ?
Aanbeveling
Overweeg, indien oxytocine onvoldoende heeft gewerkt, methylergometrine als volgende stap bij aanhoudend bloedverlies postpartum toe te dienen en sulproston als derde stap in het behandelalgoritme op te nemen.
Beoordeel het effect van de behandeling om verdere interventies tijdig in te zetten.
Voor de identificatie van risicofactoren voor HPP en de behandeling van HPP wordt verwezen naar de Fluxus Implementatie Strategie en naar het modelprotocol behandeling van HPP.
Overwegingen
Voor- en nadelen van de interventie en de kwaliteit van het bewijs
Voor deze uitgangsvraag zijn er geen studies geïdentificeerd die voldoen aan de vooraf gedefinieerde PICO.
In de klinische setting is het wenselijk om te beschikken over een breed palet aan uterotonica in het behandelalgoritme van een aanhoudende haemorrhagia postpartum (HPP) om verschillende redenen:
- Indien een toegediend uterotonicum niet leidt tot voldoende controle over het bloedverlies, is het wenselijk om te kunnen switchen naar een uterotonicum met een ander werkingsmechanisme.
- Indien er een contra-indicatie bestaat voor een uterotonicum, of er bijwerkingen optreden bij het gebruik van een uterotonicum, is het wenselijk te kunnen switchen naar een ander middel om de HPP te behandelen.
- Indien er een beperkte beschikbaarheid bestaat over een uterotonicum, bijvoorbeeld bij leveringsproblemen, is het wenselijk om andere uterotonica te kunnen toedienen voor de medicamenteuze behandeling van de HPP.
De verschillende uterotonica die meegenomen zijn in de literatuursearch verschillen van elkaar in werkingsmechanisme, en deze middelen kunnen derhalve een aanvullende werking hebben in de behandeling van HPP.
Oxytocineagonisten grijpen aan op de oxytocinereceptoren van de uterus en stimuleren hierdoor de frequentie en kracht van de ritmische contracties van de uterus. (bron: Farmacotherapeutisch Kompas). Oxytocine veroorzaakt ook vasodilatatie van vasculair glad spierweefsel waardoor (kortdurende) hypotensie en reflextachycardie een relatief frequente bijwerking is bij intraveneuze toediening. Daarnaast treden ook hoofdpijn, opvliegers, misselijkheid en braken frequent op. Oxytocine kent weinig contra-indicaties, wanneer het kind al geboren is, echter voorzichtigheid is geboden bij vrouwen met cardiovasculaire aandoeningen. Oxytocine gaat in minimale hoeveelheden over in de moedermelk, en wordt afgebroken in de maag van de neonaat (bron: Lareb).
Methylergometrine wordt beschouwd als een sterk werkzaam uterotonicum, met een sterk activerende werking op glad spierweefsel en een verhoging van de basale spanning, frequentie en amplitude van de ritmische contracties. (bron: FK). Bijwerkingen variëren van huiduitslag en hoofdpijn tot hypertensie, pijn op de borst, vasoconstrictie en ernstige cardiale bijwerkingen zoals coronair spasmen en myocardinfarct. De belangrijkste contra-indicaties omvatten ernstige hypertensie/preëclampsie, uterus myomatosus, oblitererende hartziekten en glaucoom. Methylergometrine gaat over in de moedermelk, maar bij een eenmalige dosis of kortdurend gebruik postpartum (tijdens de colostrum fase) wordt een nadelig effect op het kind niet verwacht (bron: Lareb).
Sulproston is een synthetisch prostaglandine E2-derivaat dat contracties van de uterus en dilatatie van de cervix veroorzaakt. (bron: FK) Bijwerkingen variëren van misselijkheid en braken tot bronchoconstrictie, coronairspasmen en myocardischemie. Contra-indicaties omvatten onder meer astma/bronchitis, hartafwijkingen en ernstige hypertensie. Het is onbekend of sulproston overgaat in moedermelk; meer dan 75% van de toegediende hoeveelheid wordt met een eliminatiesnelheid van minder dan 2 uur uitgescheiden en na staken van het infuus daalt de plasmaconcentratie binnen 3 uur tot onder de detectielimiet (bron: Lareb).
In de Nederlandse setting zijn er ziekenhuizen waar methylergometrine na oxytocine wordt toegediend, indien oxytocine tot onvoldoende controle over het bloedverlies heeft geleid, alvorens over te stappen op continue sulprostoninfusie, en ziekenhuizen waar methylergometrine niet (meer) opgenomen is in de lokale behandelprotocollen. De achtergrond van deze praktijkvariatie is onduidelijk. Zowel methylergometrine als sulproston kunnen, naast de voordelen ten aanzien van het stoppen van het bloedverlies, potentieel leiden tot ernstige bijwerkingen. Internationale richtlijnen (NICE, WHO) adviseren in het behandelalgoritme voor HPP bij aanhoudend bloedverlies ondanks oxytocine het toedienen van methylergometrine en carboprost, een intramusculair toe te dienen prostaglandinederivaat. Sulproston wordt, afgaande op de beschikbare wetenschappelijke literatuur, alleen in Nederland, Frankrijk en Duitsland op grote schaal toegepast in de behandeling van HPP. De WHO adviseert sulproston niet te gebruiken vanwege de potentiële bijwerkingen, in het bijzonder de cardiale events. Er zijn op dit moment geen geregistreerde lopende studies naar de effectiviteit en veiligheid van methylergometrine danwel sulproston voor de behandeling van aanhoudend bloedverlies postpartum ondanks oxytocine. (bron: clinicaltrials.gov en euclinicaltrials.eu).
Persisterende HPP is een ernstige complicatie van de bevalling. De werkgroep is van mening dat voor deze patiëntengroep in ieder geval gestreefd dient te worden naar goed uitgewerkte lokale protocollen waar de multidisciplinaire teams op de verloskamers en operatiekamers op terug kunnen vallen in deze spoedsituatie, om het bloedverlies zo snel als mogelijk te doen stoppen. Het is te overwegen om in deze lokale protocollen ruimte te creëren voor het toepassen van verschillende soorten uterotonica, met inachtneming van de contra-indicaties van de verschillende groepen medicatie.
Waarden en voorkeuren van patiënten (en evt. hun verzorgers)
Voor de patiënt is het belangrijk dat er snel en adequaat een goede behandeling wordt ingezet. Een behandeling die snel werkt met zo min mogelijk bijwerkingen, wat het herstel bevordert. En dat daar, waar die niet werkt, een alternatieve behandeling wordt ingezet.
Kosten (middelenbeslag)
De gemiddelde prijs voor 1 dosis methylergometrine van 0.2 mg, zoals gebruikelijk in Nederlandse setting, zijn vele malen lager dan de kosten voor 1 ampul sulproston van 500 microgram. Ter illustratie, kostprijzen in 2024 (bron: medicijnkosten): oxytocine 1 ampul 5IE €1.85, methylergometrine 1 ampul 0.2 mg €0.55 en sulproston 1 flacon 500 microgram €99.25. Belangrijk om hierbij ook mee te wegen dat bij behandeling met intraveneus sulproston vaak een indicatie bestaat voor onderhoudsbehandeling gedurende een aantal uur, waarbij per behandeling soms meerdere ampullen gebruikt worden. Indien methylergometrine leidt tot voldoende controle over het bloedverlies, waarbij sulprostoninfusie achterwege gelaten kan worden, is het aannemelijk dat de totale kosten van een behandelalgoritme waarin methylergometrine opgenomen is relatief laag zullen zijn. Het betreft hier uiteraard een aanname aangezien over dit vraagstuk geen wetenschappelijke studies zijn verricht.
Aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie
Beide behandelalgoritmes (met en zonder methylergometrine) worden al vele jaren in de Nederlandse situatie toegepast, en de ervaring hiermee is groot. Er worden derhalve geen belemmeringen verwacht in de aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie van veranderingen in de behandelstrategieën van doorgaande HPP. Ook hier geldt dat men in centra waar overwogen zal worden methylergometrine te (her)introduceren in de lokale protocollen, goed bekend dient te zijn met de contra-indicaties en potentiële bijwerkingen van dit middel.
Rationale van de aanbeveling: weging van argumenten voor en tegen de interventies
De werkgroep is van mening dat er een plaats is voor behandeling met zowel methylergometrine als sulproston bij vrouwen met aanhoudend bloedverlies postpartum bij wie oxytocine tot onvoldoende controle van het bloedverlies heeft geleid. Bij het gebruik van beide middelen dient rekening gehouden te worden met de bijbehorende contra-indicaties en bekende bijwerkingen. Gezien de aanmerkelijk hogere kosten van sulproston vergeleken met methylergometrine, is te overwegen om methylergometrine als volgende stap na oxytocine toe te dienen, indien deze onvoldoende heeft gewerkt, en sulproston als derde stap in het behandelalgoritme op te nemen.
Onderbouwing
Achtergrond
Worldwide, oxytocin is the drug of choice in the treatment of women with postpartum blood loss of 500 mL or more. In case of persistent blood loss, despite treatment with oxytocin, there are a number of drug options for the management of postpartum haemorrhage: methylergometrine and the synthetic prostaglandin analogues sulprostone, carboprost and misoprostol. Methylergometrine and the injectable prostaglandin sulprostone are the most commonly used uterotonics in the Netherlands for persistent blood loss despite oxytocin. However, it is unclear how effective these additional uterotonics are in women with persistent postpartum bleeding.
Zoeken en selecteren
A systematic review of the literature was performed to answer the following question: What is the effectiveness and safety of additional uterotonics in the treatment of women with persistent postpartum haemorrhage of 500 mL or more blood loss who have already been treated with oxytocin?
| P: | Women with persistent postpartum haemorrhage of 500 mL or more blood loss who have already been treated with oxytocin |
| I: | Sulprostone/carboprost or methylergometrine |
| C: | Placebo or no administration of sulprostone/carboprost or methylergometrine or administration of the other agent (sulprostone/carboprost or methylergometrine) |
| O: |
Blood loss, shock, coagulopathy, hysterectomy, organ dysfunction, maternal death, blood transfusion, use of an additional haemostatic intervention, transfer for a higher level of care, a woman's sense of wellbeing, acceptability and satisfaction with the intervention, breastfeeding, adverse effects and PTSD |
Relevant outcome measures
The guideline development group considered blood loss more than 1000 mL (dichotomous) , hysterectomy, shock, organ dysfunction, maternal death and blood transfusion as crucial outcome measures for decision making; and blood loss (continuous), coagulopathy, use of additional hemostatic intervention, transfer for higher level of care, women's sense of wellbeing, acceptability and satisfaction with the intervention, breastfeeding, adverse effects and PTSD as important outcome measures for decision making.
The working group defined the outcome measures based on the definitions from Meher (2018).
The working group defined a 1% difference for maternal death (RR < 0.99 or > 1.01) and 10% (RR < 0.90 or > 1.10) for other critical outcome measures as a minimal clinically (patient) important difference. For the other outcomes, a 25% difference for dichotomous outcomes (RR < 0.8 or > 1.25) and 0.5 SD for continuous outcomes was taken as minimal clinically (patient) important difference.
Search and select (Methods)
The databases Medline (via OVID) and Embase (via Embase.com) were searched with relevant search terms until November 16th, 2023. The detailed search strategy is depicted under the tab Methods. The systematic literature search resulted in 420 hits. Studies were selected based on the following criteria:
- Including women with persistent postpartum haemorrhage of 500 mL or more blood loss who have already been treated with oxytocin
- Comparing sulprostone/carboprost or methylergometrine with placebo, no treatment or comparing one of the agents with one another (sulprostone/carboprost or methylergometrine)
- Reporting on one or more of the previously described outcome measures
- Study design: systematic reviews, RCTs and observational studies with comparative design (cohort studies, case control studies).
Four studies were initially selected based on title and abstract screening. After reading the full text, all four studies were excluded (see table of excluded studies under tab Methods), leaving no studies for the systematic literature analysis.
Results
No studies were included in the literature analysis. Therefore, no systematic literature analysis was performed.
Referenties
- Meher S, Cuthbert A, Kirkham JJ, Williamson P, Abalos E, Aflaifel N, Bhutta ZA, Bishop A, Blum J, Collins P, Devane D, Ducloy-Bouthors AS, Fawole B, Gülmezoglu AM, Gutteridge K, Gyte G, Homer C, Mallaiah S, Smith JM, Weeks AD, Alfirevic Z. Core outcome sets for prevention and treatment of postpartum haemorrhage: an international Delphi consensus study. BJOG. 2019 Jan;126(1):83-93.
Evidence tabellen
Not applicable.
Table of excluded studies
|
Reference |
Reason for exclusion |
|
Arumugan, Kulenthran. The use of sulprostone in postpartum haemorrhage due to uterine atony : a controlled trial. Medical Science Research 19 (1991): 359-360. |
Wrong [P]; no oxytocin use before sulproston, wrong [C]; control group used Syntocinon (oxytocin) |
|
Baruah M, Cohn GM. Efficacy of rectal misoprostol as second-line therapy for the treatment of primary postpartum hemorrhage. J Reprod Med. 2008 Mar;53(3):203-6. PMID: 18441726. |
Wrong [I]; rectal misoprostol |
|
Butwick AJ, Carvalho B, Blumenfeld YJ, El-Sayed YY, Nelson LM, Bateman BT. Second-line uterotonics and the risk of hemorrhage-related morbidity. Am J Obstet Gynecol. 2015 May;212(5):642.e1-7. doi: 10.1016/j.ajog.2015.01.008. Epub 2015 Jan 9. PMID: 25582104; PMCID: PMC4416982. |
Wrong [P]; no specific information was provided on the amount of blood loss and use of oxytocin was not routinely reported in the Caesarean Registry. Wrong study design: only author manuscript. High risk of bias: women with carboprost were younger, more likely to be Hispanic and less likely to be Caucasian or African-American. |
|
Zhang, Yinru & Jin, Ruihua & Wang, Tengfei & Luo, Jinyan. (2023). Effect of combined administration of carboprost tromethamine and ergometrine on uterine atony-induced postpartum hemorrhage. Tropical Journal of Pharmaceutical Research. 21. 2715-2720. 10.4314/tjpr.v21i12.29. |
Wrong [I]; combined intervention of carboprost tromethamine & ergometrine maleate (ergometrine maleate also used for control group) |
Verantwoording
Beoordelingsdatum en geldigheid
Publicatiedatum : 12-12-2025
Beoordeeld op geldigheid : 12-12-2025
Algemene gegevens
De ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd door de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep) die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met haemorrhagia postpartum.
Werkgroep
- Dr. M.(Martina) Porath (voorzitter) (NVOG)
- Dr. H.C.J. (Liesbeth) Scheepers (NVOG)
- Dr. D.D.C.A. (Dacia) Henriquez (NVOG)
- Dr. J.M. (Annemieke) Middeldorp(NVOG)
- Prof. dr. T.H. (Thomas) van den Akker (NVOG)
- Dr. P. (Paul) Ramler (NVOG) (tot September 2023)
- Dr. K.P.M. (Karin) van Galen(NIV)
- Drs. H.W. (Hannah) de Klerk (KNOV)
- Drs. L. (Lianne) Zondag (KNOV)
- Prof. dr. ir. Y.M.C. (Yvonne) Henskens (NVKC)
- Dr. I.C.M. (Ingrid) Beenakkers (NVA)
- Dr. S. (Simone) Willems (NVA)
- Mw. I. (Ilse) van Ee (PFN)
Klankboardgroep
- Drs. K. (Klaartje) Caminada (AZN)
- Mw. B. (Britt) Ketelaars (PFN)
Met ondersteuning van
- Dr. M. (Mohammadreza) Abdollahi, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
- Dr. I.M. (Irina) Mostovaya, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
- Dr. J. (Jana) Tuijtelaars, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
- Drs. D.A.M. (Danique) Middelhuis, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
- Dr. M. (Majke) van Bommel, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
- Dr. L. (Leanne) Küpers, adviseur, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
- Drs. D.A.M. (Fieke) Pepping, junior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie van Medisch Specialisten
- Linda Niesink, medisch informatie specialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- Laura Boerboom, medisch informatie specialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
- Alies Oost, medisch informatie specialist, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten via secretariaat@kennisinstituut.nl.
|
Naam |
Hoofdfunctie |
Nevenwerkzaamheden |
Persoonlijke financiële belangen |
Persoonlijke relaties |
Extern gefinancierd onderzoek |
Intellectuele belangen en reputatie |
Overige belangen |
Datum |
Restrictie |
|
Martina Porath |
gynaecoloog-perinatoloog Maxima Medisch Centrum |
Voorzitter focusgroep Acute Verloskunde Noord-Brabant Lid NVOG werkgroep Otterlo |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
04/28/2025 |
|
|
Liesbeth Scheepers |
perinatoloog MUMC |
Richtlijnen commissie Otterloo groep Voorzitter Regioconsortium Geboortezorg Limburg Vice voorzitter Perinatale audit Limburg |
Geen |
Nee |
ZONMW onderzoek, niet op dit onderwerp |
Nee |
Nee |
04/25/2025 |
|
|
Annemieke Middeldorp |
Gynaecoloog Perinatoloog Leids Universitair Medisch Centrum, gestopt met werken vanaf 2024 |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
04/25/2025 |
|
|
Dacia Henriquez |
Gynaecoloog, Perinatoloog, Amphia Ziekenhuis |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
04/28/2025 |
|
|
Thomas van den Akker |
Gynaecoloog perinatoloog, LUMC, hoogleraar Verloskunde |
Hoogleraar VU *Global Maternal Health, Athena Instituut. *Perined bestuurslid *RvT Wemos. *FMG Pijlervoorzitter NVOG *Vz working party for international safe motherhood and reproductive health. *Perinatale audit regiovoorzitter. Alles onbetaald. |
Geen |
Geen |
Geen |
Door werk van de commissie komt het werk van mijn voormalig promovendi Ada Gillissen en Paul Ramler meer in de aandacht staan, omdat sommige aanbevelingen hierop gebaseerd zijn (met name van laatstgenoemde ten aanzien van ballon versus embolisatie).
Het feit dat ik als bijdrager op de richtlijn sta kan gezien worden als ten goede komend aan de boegbeeldfunctie die ik bij de NVOG heb, maar het effect hiervan lijkt beperkt in het licht van mijn andere activiteiten. |
Geen |
04/25/2025 |
|
|
Paul Ramler (tot September 2023) |
AIOS Gynaecologie, cluster Leiden |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
29/01/2023 |
|
|
Ingrid Beenakkers |
Anesthesioloog, UMCU/WKZ |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
04/28/2025 |
|
|
Simone Anna Alexandra Sijm-Willems |
Anesthesioloog Radboudumc |
- |
-zs |
- |
- |
- |
- |
04/25/2025 |
|
|
Karin van Galen |
internist-hematoloog UMC Utrecht |
geen |
geen |
n.v.t. |
Octapharma: Pregnancy and inherited bleeding disorders - unresticted research grant, projectleider. |
Voorzitter Nederlands Zorgnetwerk Vrouwen met een stollingsstoornis. Tot Febr 2025 voorzitter Women and Girls with beleeding Disorders Group European Assosiation for Heamophilia and Alied Disorders - momenteel nog actief lid van deze werkgroep. |
n.v.t. |
04/25/2025 |
|
|
Yvonne Henskens |
Klinisch chemicus, waarnemend hoofd Centraal Diagnostisch Laboratorium Hoogleraar Klinische Chemie ihb Hemostase |
Voorzitter Vereniging Hematologisch Laboratoria 2020-heden Lid Vici beoordelingscie 2022 Lid raad van Advies NVKC 2023-heden Adviseur Promicol 2020-heden |
geen |
geen |
Voor alle studies in het kader van mijn leerstoel worden reagentia of apparatuur gratis of met korting verkregen, hierbij wordt geen enkele IVD methode of bedrijf uitgesloten mits het past in het doel van mijn leerstoel. Noyons stipendium NVKC (prijs) Stago / Validatie van apparatuur en/of reagentia / Ja Siemens / Validatie van apparatuur en/of reagentia / Ja Werfen / Validatie van apparatuur en/of reagentia / N Nodia / Validatie van apparatuur en/of reagentia / Nee Promicol / Validatie van apparatuur en/of reagentia / Nee |
nee |
nee |
04/25/2025 |
|
|
Hannah de Klerk |
Zelfstandig eerstelijns verloskundige (ZZP), betaald PhD aanstelling Amsterdam UMC, locatie VUMc, onbetaald |
Gastdocent HU, betaald Projectleider KNOV, betaald |
geen |
nee |
nee |
nee |
nee |
7/10/2022 |
|
|
Lianne Zondag |
Eerstelijns verloskundige - verloskundige praktijk de Toekomst - Geldermalsen KNOV - senior richtlijnonwikkelaar |
Bestuurslid Netwerk Geboortezorg Rivierenland PhD candidate Maastricht University |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
2/6/2023 |
|
|
Ilse van Ee |
Adviseur Patientenbelang - full time inbreng patientenperspectief |
Ervaringsdeskundige patientvertegenwoordiger - Eupati - fellow Psoriasispatienten Nederland - onbetaald Coordinator Patientenpraticipatie, lid centrale redactie Psoriasispatienten Nederland - onbetaald Eupati mentor - Eupati Nl - onbetaald |
nee |
nvt |
Janssen / Freedom of disease Psoriasis / ja |
nee |
nvt |
04/25/2025 |
|
|
Klaartje Caminada |
Medisch Manager Ambulancezorg, lid protocollencommissie Ambulancezorg Nederland |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
04/29/2025 |
|
|
Brit Ketelaars |
Adviseur patiëntbelang bij Patiëntenfederatie Nederland (full time, betaald) |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
geen |
04/25/2025 |
|
Inbreng patiëntenperspectief
De werkgroep besteedde aandacht aan het patiëntenperspectief door uitnodigen van Patiëntenfederatie Nederland, Geboortebeweging en Het Buikencollectiefvoor de invitational conference. Het verslag hiervan is besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijn is tevens voor commentaar voorgelegd aan Patiëntenfederatie Nederland en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Kwalitatieve raming van mogelijke financiële gevolgen in het kader van de Wkkgz
Bij de richtlijnmodule voerde de werkgroep conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uit om te beoordelen of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. Bij het uitvoeren van deze beoordeling is de richtlijnmodule op verschillende domeinen getoetst (zie het stroomschema bij Werkwijze).
Uit de kwalitatieve raming blijkt dat er waarschijnlijk mogelijk substantiële financiële gevolgen zijn, zie onderstaande tabel.
In Nederland bevallen per jaar ca. 160.000 vrouwen. De incidentie van haemorrhagia postpartum is 7 tot 10%. Dit zijn 11.200 tot 16.000 vrouwen per jaar. Het aantal vrouwen met risicofactoren voor HPP is niet bekend.
| Module |
Uitkomst raming |
Toelichting |
|
Aanvullende uterotonica bij de behandeling van HPP |
geen financiële gevolgen |
Aanvullende behandeling met methylergometrine is goedkoop (EUR 0.55) en wordt in een groot deel van de ziekenhuizen al gebruikt. |
Werkwijze
Voor meer details over de gebruikte richtlijnmethodologie verwijzen wij u naar de Werkwijze. Relevante informatie voor de ontwikkeling/herziening van deze richtlijnmodule is hieronder weergegeven.
Zoekverantwoording
Algemene informatie
|
Richtlijn: Richtlijn Modulaire actualisatie richtlijn Hemorrhagia Postpartum (HPP) |
|
|
Uitgangsvraag: Wat is de rol van aanvullende uterotonica bij de behandeling van vrouwen met aanhoudend bloedverlies van 500 ml of meer post partum? |
|
|
Database(s): Medline (OVID), Embase |
Datum: 16-11-2023 |
|
Periode: > 1990 |
Talen: geen beperking |
|
Literatuurspecialist: Laura Boerboom |
|
|
BMI zoekblokken: voor verschillende opdrachten wordt (deels) gebruik gemaakt van de zoekblokken van BMI-Online https://blocks.bmi-online.nl/ Bij gebruikmaking van een volledig zoekblok zal naar de betreffende link op de website worden verwezen. |
|
|
Toelichting en opmerkingen:
→ Voor deze vraag is gezocht op de elementen HPP (in het blauw) en sulproston/carboprost of methergine (in het groen).
→ Het sleutelartikel van Butwick (2015) zit in de resultaten. De andere twee genoemde sleutelartikelen gingen (zoals genoemd in de opmerking van het zoekformulier) over misoprostol.
→ Resultaten staan in Rayyan.
|
|
|
Te gebruiken voor richtlijnen tekst: In de databases Embase (via embase.com) en Medline (via OVID) is op 16-11-2023 met relevante zoektermen gezocht naar systematic reviews, RCT’s en observationele studies over wat de rol is van aanvullende uterotonica bij vrouwen postpartum met bloedverlies van 500 ml of meer post partum. De literatuurzoekactie leverde 420 unieke treffers op. |
|
Zoekopbrengst
|
|
EMBASE |
OVID/MEDLINE |
Ontdubbeld |
|
SR’s |
54 |
13 |
53 |
|
RCT’s |
193 |
67 |
204 |
|
Observationele studies |
160 |
33 |
163 |
|
|
407 |
113 |
420 |
Zoekstrategie
Embase & Ovid/Medline
|
Database |
Zoektermen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Embase
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Medline (OVID)
|
1 exp Postpartum Hemorrhage/ or 'fluxus postpartum'.ti,ab,kf. or 'postpartum hemorrhage'.ti,ab,kf. or 'post partum haemorrhage'.ti,ab,kf. or 'post partum hemorrhage'.ti,ab,kf. or 'postpartal haemorrhage'.ti,ab,kf. or 'postpartal hemorrhage'.ti,ab,kf. or 'postpartum bleeding'.ti,ab,kf. or 'postpartum haemorrhage'.ti,ab,kf. or 'puerperal haemorrhage'.ti,ab,kf. or 'puerperal hemorrhage'.ti,ab,kf. or ('blood loss' adj6 (postpartum or 'post partum' or delivery or cesarean)).ti,ab,kf. or 'obstetric* bleeding'.ti,ab,kf. or 'obstetric* hemorrhage'.ti,ab,kf. or 'obstetric* haemorrhage'.ti,ab,kf. (14272)
|