Erfelijk en Familiair Ovariumcarcinoom

Initiatief: IKNL Aantal modules: 51

Erfelijk en familiair ovariumcarcinoom - Anticonceptie

Disclaimer 

In aanvulling op de gebruikersvoorwaarden, die in deze onverkort van toepassing zijn, geldt hetgeen hierna staat. Deze richtlijn is eerder geplaatst geweest op Oncoline en is vooruitlopend op het actualiseren ervan, nu in deze database opgenomen. De richtlijn zoals die nu is opgenomen voldoet nog niet aan alle kwaliteitseisen die aan publicatie in de Richtlijnendatabase worden gesteld en is daarom als PDF geplaatst. De richtlijn zal modulair worden geactualiseerd in nog volgende onderhoudsronden.

 

Zie het PDF-bestand 'Anticonceptie' in de bijlagen.

Onderbouwing

OAC-gebruik leidt tot een tijdelijk licht verhoogd RR op mammacarcinoom (RR 1.25) tijdens gebruik, maar de absolute risicoverhoging op mammacarcinoom is zeer beperkt indien gebruikt voor het 25e jaar, gezien het zeer lage absolute risico op die leeftijd (ook bij BRCA1/2-mutatiedraagsters).
Iodice 2010 (, 2010), Cibula 2011 (, 2011), Brohet 2007 (, 2007)

Er zijn onvoldoende data over de veiligheid van een LNH-IUD na mammacarcinoom.

Er zijn geen gegevens over een levonorgestrel-houdend IUD in relatie tot het risico op  mammacarcinoom bij gezonde BRCA1/2 mutatiedraagsters.
(Dochters van) BRCA1/2-mutatiedraagsters hebben vaak behoefte aan een genuanceerd anticonceptieadvies in verband met de relatie hormonen en borstkanker. Hormonale middelen (orale anticonceptiva, OAC) worden vaak gemeden (en afgeraden) in verband met het verhoogde relatief risico op mammacarcinoom [Brohet 2007 (, 2007)]. Anderzijds is beschreven dat enkele jaren OAC-gebruik de kans op ovariumcarcinoom bij BRCA mutatiedraagsters (blijvend) vermindert. Dit maakt de keuze voor wel of geen gebruik van OAC voor veel BRCA1/2 mutatiedraagsters vaak moeilijk [Bosetti 2002 (, 2002), Cibula 2010].
Data over het risico op mammacarcinoom door OAC-gebruik bij BRCA mutatiedraagsters uit de verschillende studies zijn niet consistent. Een meta-analyse van verschillende studies laat geen significante toename op mammacarcinoom bij OAC-gebruik zien [Iodice 2010 (, 2010)], terwijl er studies zijn gepubliceerd met een risicoverhoging met een factor 1,5 [Cibula 2011 (, 2011)]. Er zijn aanwijzingen dat een langer gebruik van OAC met name vóór een eerste zwangerschap geassocieerd is met een hoger risico op mammacarcinoom [Brohet 2007 (, 2007)]. Gezien bovengenoemde gegevens en het lage absolute risico op mammacarcinoom op adolescentenleeftijd is er onvoldoende reden om jonge vrouwen het gebruik van OAC te ontraden [Cibula 2010]. Na de leeftijd van 25 jaar neemt de kans op mammacarcinoom bij mutatiedraagsters vrij snel toe en daarmee stijgt het absolute risico sterker. Dit kan met de adviesvraagster besproken worden en meegenomen in de afwegingen voor de keuze voor een ander, niet-homonaal contraceptivum (condooms of spiraal).
Voor de algemene groep premenopauzale vrouwen zijn er geen aanwijzingen dat een levonorgestrel-houdend IUD de kans op mammacarcinoom verhoogt ten opzichte van een koperhoudend IUD [Dinger 2011 (, 2011)]. Bij een levonorgestrol-houdend IUD zijn er lage progestageenspiegels in het bloed, echter met een grote interpatient variabiliteit. Het is bekend dat een continue progestageen toediening meer borstkanker kan geven, zelfs in een lage dosering. Er is vooralsnog geen literatuur over een levonorgestrel-houdend IUD in relatie tot optreden mammacarcinoom bij BRCA1/2 mutatiedraagsters. Derhalve kan geen uitspraak over de veiligheid van dit IUD voor BRCA mutatiedraagsters worden gedaan.
Er zijn slechts beperkte data over de veiligheid van een levonorgestrel-houdend IUD (LNH-IUD) voor vrouwen die voor mammacarcinoom zijn behandeld. In een retrospectieve studie onder 79 borstkankerpatienten met een LNH-IUD, en 120 patienten zonder, werd geen verhoogd risico op borstkanker recidief gevonden. Er was geen onderscheid gemaakt tussen patienten met of zonder hormoongevoelige borstkanker [Trinh 2008]. Specifieke gegevens voor BRCA-geassocieerde borstkankerpatienten zijn niet beschikbaar. De auteurs concluderen dat borstkanker patiënten die anticonceptie nodig hebben en een LNH-IUD laten plaatsen, geen verhoogd risico hebben op recidief borstkanker [Trinh 2008],
  1. Brohet RM, Goldgar DE, Easton DF, et al.Oral contraceptives and breast cancer risk in the international BRCA1/2 carrier cohort study: a report from EMBRACE, GENEPSO, GEO-HEBON, and the IBCCS Collaborating Group. J Clin Oncol. 2007 Sep 1;25(25):3831-6.
  2. Bosetti C1, Negri E, Trichopoulos D, Franceschi S, Beral V, Tzonou A, Parazzini F, Greggi S, La Vecchia C. Long-term effects of oral contraceptives on ovarian cancer risk. Int J Cancer. 2002 Nov 20;102(3):262-5.
  3. Iodice S, Barile M, Rotmensz N, Feroce I, Bonanni B, Radice P, Bernard L, Maisonneuve P, Gandini S. Oral contraceptive use and breast or ovarian cancer risk in BRCA1/2 carriers: a meta-analysis. Eur J Cancer. 2010 Aug;46(12):2275-84. doi: 10.1016/j.ejca.2010.04.018. Epub 2010 May 27
  4. Cibula D, Zikan M, Dusek L, Majek O. Oral contraceptives and risk of ovarian and breast cancers in BRCA mutation carriers: a meta-analysis. Expert Rev Anticancer Ther. 2011 Aug;11(8):1197-207.
  5. Dinger J, Bardenheuer K, Minh TD. Levonorgestrel-releasing and copper intrauterine devices and the risk of breast cancer. Contraception. 2011 Mar;83(3):211-7.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  :

Laatst geautoriseerd  : 15-06-2015

Geplande herbeoordeling  :

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Integraal Kankercentrum Nederland

Methode ontwikkeling

Evidence based

Volgende:
Erfelijk en familiair ovariumcarcinoom - Ovariële screening