Erfelijk en Familiair Ovariumcarcinoom

Initiatief: IKNL Aantal modules: 51

Erfelijk en familiair ovariumcarcinoom - Chirurgisch protocol

Disclaimer 

In aanvulling op de gebruikersvoorwaarden, die in deze onverkort van toepassing zijn, geldt hetgeen hierna staat. Deze richtlijn is eerder geplaatst geweest op Oncoline en is vooruitlopend op het actualiseren ervan, nu in deze database opgenomen. De richtlijn zoals die nu is opgenomen voldoet nog niet aan alle kwaliteitseisen die aan publicatie in de Richtlijnendatabase worden gesteld en is daarom als PDF geplaatst. De richtlijn zal modulair worden geactualiseerd in nog volgende onderhoudsronden.

 

Zie het PDF-bestand 'Chirurgisch protocol' in de bijlagen.

Onderbouwing

Teneinde de kans op onverwacht en occult carcinoom zo laag mogelijk te houden, dient pre-operatief de aanwezigheid van voor carcinoom verdachte afwijkingen te worden uitgesloten door middel van transvaginale echoscopie en serum CA 125 bepaling [Reitsma 2013 (, 2013)]. De ingreep gebeurt in principe laparoscopisch, in dagbehandeling, onder algehele narcose. Er wordt zo atraumatisch mogelijk met de adnexa gewerkt en vastgepakt, teneinde een eventueel bestaande occulte kanker in distale tubae of ovaria niet te verspreiden.Via een subumbilicale incisie en twee (of drie) onderbuiksincisies worden de trocars ingebracht. Subumbilicaal wordt de laparoscoop geïntroduceerd en via de onderbuiktrocars het laparoscopisch instrumentarium [Kenkhuis 2010 (, 2010)]. Er wordt buikspoelvocht voor cytologisch onderzoek afgenomen teneinde occult carcinoom op te sporen [Manchanda 2012 (, 2013); Landon 2012 (, 2012)]. De tubae en ovaria worden door middel van bipolaire diathermie of sealingtechniek vrijgeprepareerd en in toto verwijderd. Op een van de proximale tubae wordt een markering aangebracht teneinde links en rechts van elkaar te onderscheiden. In geval van occult carcinoom is de kans op uitsluitend contralaterale lymfkliermetastasen zeer klein. In een retrospectieve studie werd in geval van een FIGO stadium I-II ovariumcarcinoom een gemiddelde incidentie van pelviene lymfekliermetastasen gevonden van 2.9% (waarvan 16% uitsluitend contralateraal), para-aortaal van 7,1% en in beide locaties van 4,3% [Kleppe 2011 (, 2011)]. De kans op uitsluitend contralaterale metastasen in geval van FIGO I-II ovariumcarcinoom is erg laag (< 1%). Het weefsel dient met behulp van een endobag uit de buik te worden verwijderd om, in geval van occult carcinoom, eventuele entmetastasen in de buikwand te vermijden. Linker en rechter adnex dienen separaat te worden ingestuurd voor histopathologisch onderzoek [Manchanda 2012 (, 2013)].
  1. Reitsma W, de Bock GH, Oosterwijk JC, Bart J, Hollema H, Mourits MJ. Support of the 'fallopian tube hypothesis' in a prospective series of risk-reducing salpingo-oophorectomy specimens. Eur J Cancer. 2013 Jan;49(1):132-41.
  2. Kenkhuis MJ, de Bock GH, Oude Elferink P, Arts HJ, Oosterwijk JC, Jansen L, Mourits MJ. Short-term surgical outcome and safety of risk reducing salpingo-oophorectomy in BRCA1/2 mutation carriers. Maturitas 2010, Jul;66(3):310-4. doi: 10.1016/j.maturitas.2010.03.018. Epub 2010 Apr 21.
  3. Manchanda R, Drapkin R, Menon U. There is a need for routine peritoneal cytology at RRSO. Gynecol Oncol. 2013 Jan;128(1):149-50.
  4. Landon G, Stewart J, Deavers M, Lu K, Sneige N. Peritoneal washing cytology in patients with BRCA1 or BRCA2 mutations undergoing risk-reducing salpingo-oophorectomies: a 10-year experience and reappraisal of its clinical utility. Gynecol Oncol. 2012 Jun;125(3):683-6.
  5. Kleppe M, Wang T, Van Gorp T, Slangen BF, Kruse AJ, Kruitwagen RF. Lymph node metastasis in stages I and II ovarian cancer: a review. Gynecol Oncol. 2011 Dec;123(3):610-4.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  :

Laatst geautoriseerd  : 15-06-2015

Geplande herbeoordeling  :

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Integraal Kankercentrum Nederland

Methode ontwikkeling

Evidence based

Volgende:
Erfelijk en familiair ovariumcarcinoom - Korte en langetermijneffecten na RRSO