Erfelijk en familiair ovariumcarcinoom - Invloed RRSO op risico hart- en vaatziek
Disclaimer In aanvulling op de gebruikersvoorwaarden, die in deze onverkort van toepassing zijn, geldt hetgeen hierna staat. Deze richtlijn is eerder geplaatst geweest op Oncoline en is vooruitlopend op het actualiseren ervan, nu in deze database opgenomen. De richtlijn zoals die nu is opgenomen voldoet nog niet aan alle kwaliteitseisen die aan publicatie in de Richtlijnendatabase worden gesteld en is daarom als PDF geplaatst. De richtlijn zal modulair worden geactualiseerd in nog volgende onderhoudsronden. |
Zie het PDF-bestand 'Invloed RRSO op risico hart- en vaatziekten' in de bijlagen.
Onderbouwing
Conclusies
Parker 2009 (, 2009), Rivera 2009 (, 2009), Jacoby 2011 (, 2011)
Ondanks het ontbreken van literatuur in deze groep, is het aannemelijk dat dit verhoogde cardiovasculaire risico ook geldt voor BRCA-mutatiedraagsters die op jonge leeftijd een RRSO ondergaan.
Samenvatting literatuur
De gegevens die bekend zijn over het lange-termijn risico op HVZ na bilaterale ovariëctomie zijn afkomstig uit cohortonderzoeken waarbij een ovariëctomie werd verricht in het kader van een hysterectomie (98%-100% van de gevallen), waarbij vrouwen met een verhoogd risico op ovariumcarcinoom meestal werden uitgesloten. Er zijn twee meta-analyses gepubliceerd over het cardiovasculaire risico na ovariëctomie [Atsma 2006 (, 2006), Jacoby 2009 (, 2009)]. In de meta-analyse van Atsma, betreffende zes onderzoeken, was het relatieve risico op HVZ bij vrouwen na een ovariëctomie 2,62 (95%CI: 1,15-1,35) en bij vrouwen met een ovariëctomie voor het 50e levensjaar zelfs 4,55 (95%CI: 2.56-8.01). Jacoby identificeerde zeven onderzoeken, maar kwam niet tot een conclusie vanwege de heterogeniteit van de studies. Vermeldenswaardig is wel dat in vier van de zeven onderzoeken ovariëctomie geassocieerd was met een significant verhoogd risico op HVZ. In een grote meta-analyse bij 184.441 vrouwen uit Zweden naar het effect van een hysterectomie op HVZ werd gevonden dat het relatief risico verhoogd is bij een interventie onder de 50 jaar (HR 1.18, 95% CI: 1.13-1.23) en dat een enkelvoudige of bilaterale ovariëctomie het risico op HVZ en strokes verder verhoogt [Ingelsson 2011 (, 2011)].
De belangrijkste cohort onderzoeken op dit gebied zijn:
- Nurses' Health Study (NHS) [Parker 2009 (, 2009)]. In dit onderzoek werden 29.300 vrouwen, die vanwege benigne aandoeningen een hysterectomie hadden ondergaan, gedurende 24 jaar vervolgd. Vrouwen met ovariëctomie hadden een verhoogd risico op morbiditeit en mortaliteit door coronaire aandoeningen (HR 1,17; 95%CI: 1,02-1,35). Het risico op coronaire ziekten was het hoogst in de groep vrouwen die BSO ondergingen voor het 45e jaar (HR 1,26; 95%CI: 1,04-1,54).
- Mayo Clinic Cohort Study [Rivera 2009 (, 2009)]. Deze studie onderzocht de lange termijneffecten van 1091 vrouwen die een ovariëctomie ondergingen met een referentiegroep van 2383 vrouwen zonder ovariëctomie met een follow-up van ruim 25 jaar. Vrouwen die een ovariëctomie voor het 45e jaar ondergingen, hadden een significant verhoogd risico op cardiovasculaire mortaliteit (HR 1,44; 95%CI: 1,01-2,05) ten opzichte van de referentiegroep.
- Women's Health Intiative (WHI) [Jacoby 2011 (, 2011)]. In dit onderzoek vond men geen verhoogd risico op HVZ bij 14.254 vrouwen die een ovariëctomie ondergingen (in combinatie met hysterectomie) in vergelijking met 11.194 vrouwen die een hysterectomie ondergingen met behoud van ovariële functie (HR 1,00; 95%CI: 0,85-1,18). De gemiddelde follow-up was 7,6 ±1,6 jaar. Er werd een trend gezien voor een verhoogd risico op coronaire ziekten en cerebrovasculaire accidenten (CVA) bij vrouwen die voor hun 40e jaar een BSO ondergingen en geen HST gebruikten,(respectievelijk HR 1.33; 95%CI: 0.77-2.3 en HR 1.31; 95%CI: 0.92-1.87). Een belangrijk verschil tussen dit onderzoek en de vorige genoemde onderzoeken is de kortere follow-up periode, hetgeen mogelijk een verklaring is voor de divergente resultaten.
Referenties
- Baba Y, Ishikawa S, Amagi Y, Kayaba K, Gotoh T, Kajii E. Premature menopause is associated with increased risk of cerebral infarction in Japanese women. Menopause. 2010 May-Jun;17(3):506-10.
- Choi MS, Shin H. Reliability and validity of the Menopausal Symptom Scale. Women Health. 2015;55(1):58-76.
- Cooper GS, Sandler DP. Age at natural menopause and mortality. Ann Epidemiol. 1998 May;8(4):229-35.
- Gallagher LG, Davis LB, Ray RM, Psaty BM, Gao DL, Checkoway H, Thomas DB. Reproductive history and mortality from cardiovascular disease among women textile workers in Shanghai, China. Int J Epidemiol. 2011 Dec;40(6):1510-8.
- Hong JS, Yi SW, Kang HC, Jee SH, Kang HG, Bayasgalan G, Ohrr H. Age at menopause and cause-specific mortality in South Korean women: Kangwha Cohort Study. Maturitas. 2007 Apr 20;56(4):411-9.
- Hu FB, Grodstein F, Hennekens CH, Colditz GA, Johnson M, Manson JE, Rosner B, Stampfer MJ. Age at natural menopause and risk of cardiovascular disease. Arch Intern Med. 1999 May 24;159(10):1061-6.
- Jacobs IJ, Skates SJ, MacDonald N, Menon U, Rosenthal AN, Davies AP, et al. Screening for ovarian cancer: a pilot randomised controlled trial. Lancet. 1999; 353(9160): 1207-10.
- Jacobsen BK, Heuch I, Kvåle G. Age at natural menopause and stroke mortality: cohort study with 3561 stroke deaths during 37-year follow-up. Stroke. 2004 Jul;35(7):1548-51. Epub 2004 Jun 3.
- Lapidus L, Bengtsson C, Lindquist O. Menopausal age and risk of cardiovascular disease and death. A 12-year follow-up of participants in the population study of women in Gothenburg, Sweden. Acta Obstet Gynecol Scand Suppl. 1985;130:37-41.
- Løkkegaard E, Jovanovic Z, Heitmann BL, Keiding N, Ottesen B, Pedersen AT. The association between early menopause and risk of ischaemic heart disease: influence of Hormone Therapy. Maturitas. 2006 Jan 20;53(2):226-33.
- Atsma F, Bartelink ML, Grobbee DE, van der Schouw YT. Postmenopausal status and early menopause as independent risk factors for cardiovascular disease: a meta-analysis. Menopause 2006;13(2):265-79.
- Jacoby VL, Grady D, Sawaya GF. Oohorectomy as a risk factor for coronary heart disease. Am J Obstet Gynecol 2009;20:140e1-e9
- Ingelsson E et al. Hysterectomy and risk of cardiovascular disease: a population-based cohort study. Eur Heart J 2011; 32: 745-750.
- Parker WH, Broder MS, Chang E, Feskanich D, Farquhar C, Liu Z, Shoupe D, Berek JS, Hankinson S, Manson JE. Ovarian conservation at the time of hysterectomy and long-term health outcomes in the nurses' health study. Obstet Gynecol. 2009 May;113(5):1027-37.
- Rivera CM, Grossardt BR, Rhodes DJ, Brown RD Jr, Roger VL, Melton LJ 3rd, Rocca WA. Increased cardiovascular mortality after early bilateral oophorectomy. Menopause. 2009 Jan-Feb;16(1):15-23.
- Jacoby VL, Grady D, Wactawski-Wende J, et al. Oophorectomy vs ovarian conservation with hysterectomy: cardiovascular disease, hip fracture, and cancer in the Women's Health Initiative Observational Study. Arch Intern Med. 2011 Apr 25;171(8):760-8
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld :
Laatst geautoriseerd : 15-06-2015
Geplande herbeoordeling :
Methode ontwikkeling
Evidence based