Distale radiusfracturen

Initiatief: NVVH Aantal modules: 16

Startpagina - Distale radiusfracturen

Waar gaat deze richtlijn over?

De herziene richtlijn distale radiusfracturen richt zich op wat volgens de huidige stand van zaken de beste zorg is voor volwassenen met een geïsoleerde intra- of extra-articulaire fractuur van de distale radius. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • het optimale beeldvormende onderzoek;
  • indicatiestelling voor repositie van een gedisloceerde distale radiusfractuur op de spoedeisende hulp;
  • vorm en duur van immobilisatie;
  • indicaties voor operatieve behandeling;
  • keuze voor verschillende operatieve technieken;
  • volaire versus dorsale benaderingswijze of combinatie;
  • indicatie voor scopisch geassisteerde repositie en fixatie;
  • (na)behandeling met fysiotherapie/handtherapie;
  • organisatie van zorg.

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bedoeld voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor volwassen patiënten met een intra- of extra-articulaire distale radiusfractuur. Fracturen van de distale radius bij kinderen worden in deze richtlijn buiten beschouwing gelaten, omdat deze al behandeld worden in de richtlijn Fracturen bij kinderen.

 

Voor patiënten

Jaarlijks melden zich meer dan 45.000 mensen op de spoedeisende hulp met een polsfractuur. Daarmee is de polsfractuur één van de meest voorkomende letsels. Polsfracturen komen op alle leeftijden voor, maar de meeste fracturen treden op bij mensen tussen de 50 en 70 jaar. Een polsfractuur kan op korte en lange termijn leiden tot ernstig functieverlies van hand en pols. Daardoor kan een polsfractuur ernstige gevolgen hebben voor de kwaliteit van leven en in sommige gevallen ook leiden tot problemen met inzetbaarheid van hand en pols voor werk. Het is daarom van groot belang voor de behandelaar om de juiste keuzes te maken ten aanzien van onderzoek en behandeling van dit letsel, omdat dat bepalend kan zijn voor de prognose van dit letsel. Deze richtlijn is bedoeld om de behandelaar op basis van de meest recente inzichten een leidraad te bieden voor een zo optimaal mogelijke behandeling en daarmee de gevolgen van dit letsel op korte en lange termijn zoveel mogelijk te beperken.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

De oorspronkelijke richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van fracturen van de distale radius verscheen in 2010. Deze richtlijn diende als leidraad voor de dagelijkse praktijk van diagnostiek en behandeling van distale radiusfracturen maar is op een aantal onderdelen niet meer actueel. Door nieuwe inzichten op diagnostisch en therapeutisch gebied heeft de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde besloten om deze richtlijn te reviseren. De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met naast vertegenwoordigers vanuit de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, ook vertegenwoordigers vanuit de Nederlandse Orthopaedische Vereniging, Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie, Nederlandse Vereniging voor Radiologie, Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen, Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen, Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie en de Nederlandse Vereniging voor Handtherapie en de Osteoporose Vereniging.

 

Toepassen

De definities die in deze richtlijn gebruikt zijn, worden toegelicht in de Algemene inleiding, onder “Bijlagen”.

Volgende:
Beeldvormend onderzoek