CIN, AIS en VAIN

Initiatief: IKNL Aantal modules: 64

CIN, AIS en VAIN - Cryotherapie

Disclaimer 

In aanvulling op de gebruikersvoorwaarden, die in deze onverkort van toepassing zijn, geldt hetgeen hierna staat. Deze richtlijn is eerder geplaatst geweest op Oncoline en is vooruitlopend op het actualiseren ervan, nu in deze database opgenomen. De richtlijn zoals die nu is opgenomen voldoet nog niet aan alle kwaliteitseisen die aan publicatie in de Richtlijnendatabase worden gesteld en is daarom als PDF geplaatst. De richtlijn zal modulair worden geactualiseerd in nog volgende onderhoudsronden.

 

Zie het PDF-bestand 'Cryotherapie' in de bijlagen.

Onderbouwing

Er zijn aanwijzingen dat bij klachten van post-coïtaal bloedverlies, na uitsluiten van HPV-infectie en cervix pathologie, cryotherapie kan worden gegeven.
[Kong, 2009 (1)]

Er zijn aanwijzingen dat na eerdere cryotherapie van CIN2/3, cervixcarcinoom kan ontstaan zonder detecteerbaar voorstadium.
[Javaheri, 1981 (2), Schmidt, 1992 (3), Sevin, 1979 (4)]

Er zijn aanwijzingen dat de effectiviteit in het behandelen van hooggradige CIN-afwijkingen van LETZ superieur is ten opzichte van cryotherapie.
[Chirenje, 2001 (5)]

Cryotherapie kan worden gebruikt voor de behandeling van CIN en kan ook worden toegepast bij vrouwen met klachten van post-coïtaal bloedverlies (contactbloedingen). Een RCT van Kong laat zien dat vrouwen met contactbloedingen die cryotherapie ondergaan 72% na 6 maanden klachtenvrij is versus 50% van de vrouwen in de controlegroep (p = 0,04) [Kong, 2009 (1)].

In de literatuur is casuïstiek beschreven van het ontstaan van cervixcarcinomen, zonder detecteerbaar voorstadium, na eerdere cryotherapie van CIN2-3 [Javaheri, 1981 (2), Schmidt, 1992 (3), Sevin, 1979 (4)].
Een RCT uit 2001 laat zien dat cryotherapie weliswaar effectief is in het behandelen van hooggradige CIN-afwijkingen, maar dat de effectiviteit van LETZ superieur is (96,4% overall cure rate van LETZ versus 88,3% overall cure rate van cryotherapie) [Chirenje, 2001 (5)].

  1. 1 - Kong GW, Yim, S.F. Cryotherapy as the treatment modality of postcoital bleeding: a randomised clinical trial of efficacy and safety. Aust N Z J Obstet Gynaecol 2009;49(5):517-24 [link]
  2. 2 - Javaheri G, Balin M, Meltzer RM. Role of cryosurgery in the treatment of intraepithelial neoplasia of the uterine cervix. Obstetrics and gynecology. 1981;58(1):83-7 [link]
  3. 3 - Schmidt C, Pretorius RG, Bonin M et al. Invasive cervical cancer following cryotherapy for cervical intraepithelial neoplasia or human papillomavirus infection. Obstetrics and gynecology. 1992;80(5):797-800 [link]
  4. 4 - Sevin BU, Ford JH, Girtanner RD et al. Invasive cancer of the cervix after cryosurgery. Pitfalls of conservative management. Obstetrics and gynecology. 1979;53(4):465-71 [link]
  5. 5 - Chirenje ZM, Rusakaniko S, Akino V et al. A randomised clinical trial of loop electrosurgical excision procedure (LEEP) versus cryotherapy in the treatment of cervical intraepithelial neoplasia. Journal of obstetrics and gynaecology : the journal of the Institute of Obstetrics and Gynaecology. 2001;21(6):617-21 [link]

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  :

Laatst geautoriseerd  : 12-11-2015

Geplande herbeoordeling  :

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Integraal Kankercentrum Nederland

Methode ontwikkeling

Evidence based

Volgende:
Specifieke patiëntengroepen