CIN, AIS en VAIN

Initiatief: IKNL Aantal modules: 64

CIN, AIS en VAIN - Kans spontane regressie CIN

Disclaimer 

In aanvulling op de gebruikersvoorwaarden, die in deze onverkort van toepassing zijn, geldt hetgeen hierna staat. Deze richtlijn is eerder geplaatst geweest op Oncoline en is vooruitlopend op het actualiseren ervan, nu in deze database opgenomen. De richtlijn zoals die nu is opgenomen voldoet nog niet aan alle kwaliteitseisen die aan publicatie in de Richtlijnendatabase worden gesteld en is daarom als PDF geplaatst. De richtlijn zal modulair worden geactualiseerd in nog volgende onderhoudsronden.

 

Zie het PDF-bestand 'Kans spontane regressie CIN' in de bijlagen.

Onderbouwing

Het is aangetoond dat de kans op spontane regressie van CIN1 tussen 34 en 93% ligt en het risico op progressie tussen 3 en 11%.
[Haidopoulos, 2007 (24), Ho, 2011 (25), Holowaty, 1999 (26), Monteiro, 2010 (27), Saw, 2001 (28), Wang, 2013 (29), Weaver, 1990 (2), Zhang, 2014 (30)] 

Het is aangetoond dat de kans op spontane regressie van CIN2 tussen de 26 en 74% ligt en het risico op progressie tussen 5 en 30%.
[Bibbo, 1989 (31), Castle, 2009 (12), De Brux, 1983 (32), Discacciati, 2011 (33), Ho, 2011 (25), Holowaty, 1999 (26), Kataja, 1992 (13), Moscicki, 2010 (14), Nasiell, 1983 (34), Wang, 2013 (29), Weaver, 1990 (2), Winer, 2012 (21), Yokoyama, 2003 (18), Zhang, 2014 (30)] 

Er zijn aanwijzingen dat de cumulatieve incidentie van de ontwikkeling van een invasief carcinoom van de cervix of vagina na een onbehandelde CIN3 na 30 jaar op circa 30% ligt en bij vrouwen die gedurende twee jaar persisterende cytologische of histologische afwijkingen houden rond de 50%.
[McCredie, 2008 (23), McIndoe, 1984 (22)] 

Het is aangetoond dat de grootste risicofactor voor progressie van CIN een infectie met een hoog risico humaan papillomavirus (hrHPV) is en dan met name hrHPV16 of 18.
[Castle, 2009 (12), Guedes, 2010 (3), Kataja, 1992 (13), Ovestad, 2011 (15), Trimble, 2005 (17), Yokoyama, 2003 (18)] 

Het is aannemelijk dat consequent condoomgebruik de kans op regressie van CIN vergroot.
[Hogewoning, 2003 (19), Munk, 2012 (20), Winer, 2012 (21)] 

Het is aangetoond dat behandeling van CIN de kans op progressie sterk vermindert.
[McCredie, 2008 (23)]

Zoals in de module Rol humaan papillomavirus beschreven staat, leidt de meerderheid van de hrHPV-infecties niet tot cellulaire afwijkingen [Schiffman, 2007 (1), Weaver, 1990] (2). In de afgelopen 30 jaar zijn een aantal studies, met name prospectieve en retrospectieve cohortstudies, verschenen die de mate van regressie en progressie van CIN1 en CIN2 hebben bestudeerd. Alleen Guedes [2010] heeft een gerandomiseerd onderzoek opgezet waar bij vrouwen met CIN2 óf gelijk een LETZ werd verricht óf een expectatief beleid gevoerd werd. Er werd gekeken naar de kans op regressie van CIN2 door middel van regelmatige follow-up [Guedes, 2010 (3)]. Voor CIN1 ligt de kans op spontane regressie tussen 34 en 93% en de kans op progressie ligt tussen 3 en 11% [Bosch, 2002 (4), Bulkmans, 2007 (5), Clifford, 2006 (6), Clifford, 2005 (7), Cogliano, 2005 (8), De Villiers, 2013 (9), Munoz, 2006 (10), Snijders, 2006 (11)]. Voor CIN2 is de kans op regressie 26 tot 74% en 5 tot 30% voor progressie [Bosch, 2002 (4), Bulkmans, 2007 (5), Castle, 2009 (12), Clifford, 2006 (6), De Villiers, 2013 (9), Guedes, 2010 (3), Kataja, 1992 (13), Moscicki, 2010 (14), Ovestad, 2011 (15), Schiffman, 1992 (16), Snijders, 2006 (11), Trimble, 2005 (17), Weaver, 1990 (2), Yokoyama, 2003 (18)]. Een samenvatting van deze studies is weergegeven in tabel 1A en 1B in (zie {bijlage 4}))

In bovengenoemde studies worden risicofactoren voor progressie geïdentificeerd. De belangrijkste risicofactor is het hrHPVgenotype. HrHPV16 en/of 18 hebben het hoogste risico [Castle, 2009 (12), Guedes, 2010 (3), Kataja, 1992 (13), Ovestad, 2011 (15), Trimble, 2005, Yokoyama, 2003]. Daarnaast is ook roken een risicofactor voor progressie. Momenteel zijn geen biomarkers beschikbaar die de kans op progressie goed kunnen voorspellen. Het gebruik van condooms na het vaststellen van een CIN bevordert regressie [Hogewoning, 2003 (19), Munk, 2012 (20), Winer, 2012 (21)]. In een studie van Munk [Munk, 2012 (20)] bleek de regressie van CIN2/3 te stijgen van 22% naar 55% bij consequent condoomgebruik tussen het moment van diagnose van CIN en de behandeling. Ook uit een recente review van Winer [Winer, 2012 (21)] blijkt dat vrouwen met een hoog risico op een infectie met hrHPV, minder vaak geïnfecteerd zijn met multipele types, indien zij consequent condooms gebruiken (prevalentie ratio = 0,56, 95%BI 0,32 - 0,97).

Het enige onderzoek over het natuurlijke beloop van CIN3 is afkomstig uit de jaren 1955 - 1976 en betreft het onethische onderzoek van dr. Herbert Green uit Nieuw Zeeland [McIndoe, 1984 (22)]. In dit onderzoek zijn 948 vrouwen met CIN3 over een periode van 5 tot 28 jaar gevolgd. Bij 817 vrouwen was de cytologie tijdens follow-up niet afwijkend, echter 12 (1,5%) van hen ontwikkelden toch een invasief cervixcarcinoom. Bij de 131 vrouwen die abnormale cytologie resultaten hielden ontwikkelden 29 (22%) een invasief carcinoom van de cervix of vagina [McIndoe, 1984 (22)]. In het in 2008 gepubliceerde vervolgonderzoek van McCredie [McCredie, 2008 (23)] werden 1063 vrouwen geïncludeerd. Binnen deze groep waren 143 vrouwen nooit behandeld voor hun CIN3, de cumulatieve incidentie van een invasief carcinoom van de cervix of vagina bedroeg 31.1% (95% BI 22.7 - 42.3) over een periode van 30 jaar. Bij een subset vrouwen die gedurende twee jaar persisterende cytologische of histologische afwijkingen hadden was de cumulatieve incidentie op een invasief carcinoom 50,3%. Het risico op een maligniteit bij vrouwen die wel voor CIN3 behandeld waren was slechts 0,7%.

  1. 1 - Schiffman M, Castle PE, Jeronimo J et al. Human papillomavirus and cervical cancer. Lancet. 2007;370(9590):890-907 [link]
  2. 2 - Weaver MG, Abdul-Karim FW, Dale G et al. Outcome in mild and moderate cervical dysplasias related to the presence of specific human papillomavirus types. Modern pathology : an official journal of the United States and Canadian Academy of Pathology, Inc. 1990;3(6):679-83 [link]
  3. 3 - Guedes AC, Zeferino LC, Syrjanen KJ et al. Short-term outcome of cervical intraepithelial neoplasia grade 2: considerations for management strategies and reproducibility of diagnosis. Anticancer research. 2010;30(6):2319-23 [link]
  4. 4 - Bosch FX, Lorincz A, Munoz N et al. The causal relation between human papillomavirus and cervical cancer. Journal of clinical pathology. 2002;55(4):244-65 [link]
  5. 5 - Bulkmans NW, Berkhof J, Bulk S et al. High-risk HPV type-specific clearance rates in cervical screening. British journal of cancer. 2007;96(9):1419-24 [link]
  6. 6 - Clifford G, Franceschi S, Diaz M et al. Chapter 3: HPV type-distribution in women with and without cervical neoplastic diseases. Vaccine. 2006;24 Suppl 3:S3/26-34 [link]
  7. 7 - Clifford GM, Gallus S, Herrero R et al. Worldwide distribution of human papillomavirus types in cytologically normal women in the International Agency for Research on Cancer HPV prevalence surveys: a pooled analysis. Lancet. 2005;366(9490):991-8 [link]
  8. 8 - Cogliano V, Baan R, Straif K et al. Carcinogenicity of human papillomaviruses. The lancet oncology. 2005;6(4):204 [link]
  9. 9 - De Villiers EM. Cross-roads in the classification of papillomaviruses. Virology. 2013;445(1-2):2-10 [link]
  10. 10 - Munoz N, Castellsague X, de Gonzalez AB et al. Chapter 1: HPV in the etiology of human cancer. Vaccine. 2006;24 Suppl 3:S3/1-10 [link]
  11. 11 - Snijders PJ, Steenbergen RD, Heideman DA et al. HPV-mediated cervical carcinogenesis: concepts and clinical implications. The Journal of pathology. 2006;208(2):152-64 [link]
  12. 12 - Castle PE, Schiffman M, Wheeler CM et al. Evidence for frequent regression of cervical intraepithelial neoplasia-grade 2. Obstetrics and gynecology. 2009;113(1):18-25 [link]
  13. 13 - Kataja V, Syrjanen S, Mantyjarvi R et al. Prognostic factors in cervical human papillomavirus infections. Sexually transmitted diseases. 1992;19(3):154-60 [link]
  14. 14 - Moscicki AB, Ma Y, Wibbelsman C et al. Rate of and risks for regression of cervical intraepithelial neoplasia 2 in adolescents and young women. Obstetrics and gynecology. 2010;116(6):1373-80 [link]
  15. 15 - Ovestad IT, Gudlaugsson E, Skaland I et al. The impact of epithelial biomarkers, local immune response and human papillomavirus genotype in the regression of cervical intraepithelial neoplasia grades 2-3. Journal of clinical pathology. 2011;64(4):303-7 [link]
  16. 16 - Schiffman MH. Recent progress in defining the epidemiology of human papillomavirus infection and cervical neoplasia. Journal of the National Cancer Institute. 1992;84(6):394-8 [link]
  17. 17 - Trimble CL, Piantadosi S, Gravitt P et al. Spontaneous regression of high-grade cervical dysplasia: effects of human papillomavirus type and HLA phenotype. Clinical cancer research : an official journal of the American Association for Cancer Research. 2005;11(13):4717-23 [link]
  18. 18 - Yokoyama M, Iwasaka T, Nagata C et al. Prognostic factors associated with the clinical outcome of cervical intraepithelial neoplasia: a cohort study in Japan. Cancer letters. 2003;192(2):171-9 [link]
  19. 19 - Hogewoning CJ, Bleeker MC, van den Brule AJ et al. Condom use promotes regression of cervical intraepithelial neoplasia and clearance of human papillomavirus: a randomized clinical trial. International journal of cancer Journal international du cancer. 2003;107(5):811-6 [link]
  20. 20 - Munk AC, Gudlaugsson E, Malpica A et al. Consistent condom use increases the regression rate of cervical intraepithelial neoplasia 2-3. PloS one. 2012;7(9):e45114 [link]
  21. 21 - Winer RL, Hughes JP, Feng Q et al. Prevalence and risk factors for oncogenic human papillomavirus infections in high-risk mid-adult women. Sexually transmitted diseases. 2012;39(11):848-56 [link]
  22. 22 - McIndoe WA, McLean MR, Jones RW et al. The invasive potential of carcinoma in situ of the cervix. Obstetrics and gynecology. 1984;64(4):451-8 [link]
  23. 23 - McCredie MR, Sharples KJ, Paul C et al. Natural history of cervical neoplasia and risk of invasive cancer in women with cervical intraepithelial neoplasia 3: a retrospective cohort study. The lancet oncology. 2008;9(5):425-34 [link]
  24. 24 - Haidopoulos D, Voulgaris Z, Protopapas A et al. Cervical intraepithelial neoplasia in young women. Journal of obstetrics and gynaecology : the journal of the Institute of Obstetrics and Gynaecology. 2007;27(7):709-12 [link]
  25. 25 - Ho GY, Einstein MH, Romney SL et al. Risk factors for persistent cervical intraepithelial neoplasia grades 1 and 2: managed by watchful waiting. Journal of lower genital tract disease. 2011;15(4):268-75 [link]
  26. 26 - Holowaty P, Miller AB, Rohan T et al. Natural history of dysplasia of the uterine cervix. Journal of the National Cancer Institute. 1999;91(3):252-8 [link]
  27. 27 - Monteiro DL, Trajano AJ, Russomano FB et al. Prognosis of intraepithelial cervical lesion during adolescence in up to two years of follow-up. Journal of pediatric and adolescent gynecology. 2010;23(4):230-6 [link]
  28. 28 - Saw HS, Lee JK, Lee HL et al. Natural history of low-grade squamous intraepithelial lesion. Journal of lower genital tract disease. 2001;5(3):153-8 [link]
  29. 29 - Wang SM, Colombara D, Shi JF et al. Six-year regression and progression of cervical lesions of different human papillomavirus viral loads in varied histological diagnoses. International journal of gynecological cancer : official journal of the International Gynecological Cancer Society. 2013;23(4):716-23 [link]
  30. 30 - Zhang SK, Kang LN, Chang IJ et al. The natural history of cervical cancer in chinese women: results from an 11-year follow-up study in china using a multistate model. Cancer epidemiology, biomarkers & prevention : a publication of the American Association for Cancer Research, cosponsored by the American Society of Preventive Oncology. 2014;23(7):1298-305 [link]
  31. 31 - Bibbo M, Dytch HE, Alenghat E et al. DNA ploidy profiles as prognostic indicators in CIN lesions. American journal of clinical pathology. 1989;92(3):261-5 [link]
  32. 32 - De Brux J, Orth G, Croissant O et al. [Condylomatous lesions of the uterine cervix: their course in 2466 patients]. Bulletin du cancer. 1983;70(5):410-22 [link]
  33. 33 - Discacciati MG, de Souza CA, d'Otavianno MG et al. Outcome of expectant management of cervical intraepithelial neoplasia grade 2 in women followed for 12 months. European journal of obstetrics, gynecology, and reproductive biology. 2011;155(2):204-8 [link]
  34. 34 - Nasiell K, Nasiell M, Vaclavinkova V. Behavior of moderate cervical dysplasia during long-term follow-up. Obstetrics and gynecology. 1983;61(5):609-14 [link]

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  :

Laatst geautoriseerd  : 12-11-2015

Geplande herbeoordeling  :

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Integraal Kankercentrum Nederland

Methode ontwikkeling

Evidence based

Volgende:
Preventie