Cervicaal Radiculair Syndroom

Initiatief: NVvN Aantal modules: 20

Startpagina - Cervicaal Radiculair Syndroom

Inleiding

Een Cervicaal Radiculair Syndroom (CRS) wordt veroorzaakt door prikkeling van een cervicale spinale zenuw. Vaak is dit terug te leiden op compressie van die spinale zenuw door een uitpuilende discus (bulging of een cervicale hernia nuclei pulposi), een osteofytaire randwoekering, of op een combinatie van beide. De klachten bestaan uit een (hevige) uitstralende pijn of prikkeling in de arm met daarbij soms sensibele en/of motore uitval. Het natuurlijk beloop is over het algemeen gunstig. Bij het merendeel van de patiënten nemen de klachten binnen drie tot zes maanden spontaan af. De incidentie van het CRS wordt geschat tussen de 0.83-1.79 per 1000 persoonsjaren. In Nederland komt dit neer op ongeveer 22.000 patiënten per jaar (Radhakrishnan, 1994).

 

Aangezien een gouden standaard qua diagnose ontbreekt, wordt ze veelal gesteld op basis van de anamnese en het neurologisch onderzoek. Dit kan eventueel worden aangevuld met specifieke klinische provocatietesten. Als er alarmsymptomen zijn, er twijfel is over de diagnose of als er een behandelindicatie is dan heeft aanvullende diagnostiek in de vorm van MRI de voorkeur (expert opinion). Het is belangrijk te beseffen dat afwijkingen die gezien worden bij beeldvorming, niet altijd correleren met de kliniek. Indien er twijfel bestaat of de klachten in de arm worden veroorzaakt door radiculaire prikkeling, adviseert de werkgroep om een neuroloog te betrekken bij het stellen van de diagnose. Een EMG of zenuwecho kunnen worden gedaan om onderscheid te maken tussen andere neurologische oorzaken voor de klachten in de arm (bijvoorbeeld een carpaal tunnel syndroom of een ulnaropathie).

 

Gezien het doorgaans gunstige natuurlijke beloop van een CRS heeft een conservatieve behandeling in eerste instantie de voorkeur. Goede uitleg hierover aan de patiënt is van groot belang. Naast voorlichting bestaat de conservatieve behandeling meestal uit pijnmedicatie en fysiotherapie. De behandeling middels pijnmedicatie komt overeen met bestaande richtlijnen (NVN, 2020; NHG, 2018). Indien deze onvoldoende verbetering geven, kan een invasieve pijnbehandeling of operatieve interventie worden overwogen.

 

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn beschrijft de zorg voor volwassen patiënten met een Cervicaal Radiculair Syndroom (CRS), op basis van irritatie van een spinale zenuw door degeneratie en/of een HNP, in de tweede- of derdelijnszorg. Andere oorzaken van het CRS, zoals een tumor of trauma, worden buiten beschouwing gelaten.

 

In deze richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • Wat is de waarde van niet-invasieve diagnostische provocatietesten,
  • Welke niet-operatieve behandelingsmogelijkheden er zijn, zoals een halskraag, fysiotherapie en injecties,
  • Wat is de waarde van operatie als behandeling, welke verschillende benaderingen kunnen overwogen worden en wat is de beste tijd is om een operatie te overwegen,
  • Wat is de waarde van nabehandeling na operatie,
  • Wat is de huidige staat van predictiemodellen voor de uitkomsten van mogelijke behandelingen van het CRS.

Voor de medicamenteuze behandeling van een CRS verwijzen wij naar de NVN-Richtlijn Lumbosacraal Radiculair Syndroom, module ‘Conservatieve behandeling: Orale medicatie bij LRS’.

 

Voor wie zijn deze richtlijnmodules bedoeld?

Deze richtlijn wordt geschreven voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de tweede- of derdelijnszorg voor patiënten met een CRS.

 

Voor patiënten

Een Cervicaal Radiculair Syndroom (CRS) is een verzamelnaam voor klachten die ontstaan door beklemming van een zenuwwortel in de nek. Nekzenuwwortels komen uit het ruggenmerg via de wervelkolom naar buiten, richting de arm. De beklemming van een zenuwwortel kan onder andere ontstaan als een tussenwervelschijf, een soort kussentje tussen de ruggenwervels, uitstulpt. Dit wordt een cervicale hernia nuclei pulposi (cHNP), ook wel nekhernia, genoemd. Klachten die kunnen ontstaan zijn uitstralende pijn, een doof gevoel, tintelingen en krachtsverlies in nek, schouder en arm.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Deze modules zijn in 2023 ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie (NVvN). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de neurochirurgen, neurologen, orthopedisch chirurgen, fysiotherapeuten/manueel therapeuten, anesthesiologen en patiëntenorganisatie De Wervelkolom. Vertegenwoordigers vanuit de Nederlandse Vereniging voor Radiologen (NVvR), Ergotherapie Nederland (EN) en de Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM) hebben met de richtlijn meegelezen.

 

Status van de richtlijn

De richtlijn Cervicaal Radiculair Syndroom is opgenomen in het cluster ‘Wervelkolom gerelateerde aandoeningen’.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 01-07-2024

Laatst geautoriseerd  : 01-07-2024

Geplande herbeoordeling  : 01-07-2027

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie
Volgende:
Diagnostiek: provocatietesten