Startpagina – audiologische zorg voor slechthorende volwassenen
Wat is nieuw? | Publicatiedatum |
---|---|
Startpagina – audiologische zorg voor slechthorende volwassenen | 21-05-2025 |
Organisatie van zorg | 21-05-2025 |
Organisatie van zorg – algemeen | 21-05-2025 |
Organisatie van zorg - hoorrevalidatietraject | 21-05-2025 |
Vragenlijsten | 21-05-2025 |
Spraak-in-ruistesten | 21-05-2025 |
Diagnostiek bij werkenden | 21-05-2025 |
Diagnostiek bij cognitieve achteruitgang | 21-05-2025 |
Technische revalidatie licht gehoorverlies | 21-05-2025 |
Additionele hoorhulpmiddelen | 21-05-2025 |
Psychosociale ondersteuning | 21-05-2025 |
Communicatietraining | 21-05-2025 |
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste audiologische zorg is voor volwassenen die langdurig of blijvend slechthorend zijn aan één of beide oren.
De richtlijn beperkt zich tot het handelen binnen of vanuit een Audiologische Centrum (AC).
Uitgangspunt is dat de audiologische zorg persoonsgericht is met integraal aandacht voor de technische, psychosociale en communicatieve aspecten. Daarbij dienen de best passende technologische, psychosociale en communicatieve interventies te kunnen worden ingezet.
De richtlijn beschrijft de volgende aspecten:
- Hoe verloopt hoorrevalidatie bij volwassenen?
- Welke vragenlijsten zijn aanbevolen zijn om de persoonsafhankelijke functionele en participatieproblemen in kaart te brengen?
- Welke spraak in ruis testen zijn wanneer aan te bevelen?
- Welke diagnostiek is aanbevolen om de brede problematiek van werkenden in kaart te brengen?
- Welke diagnostiek is aanbevolen om de gehoorproblemen bij mensen met dementie in kaart te brengen?
- Welke technische revalidatie is aanbevolen bij patiënten met lichte gehoorverliezen (< HFI 35 dB)?
- Welke additionele hoorhulpmiddelen kunnen wanneer van toegevoegde waarde zijn?
- Wanneer is psychosociale ondersteuning aan te bevelen?
- Welke aspecten dient een communicatietraining te bevatten?
- Hoe dient de organisatie van zorg eruit te zien?
Meer informatie over het Audiologisch Centrum is te vinden op de website van de Federatie van Audiologische Centra: http://www.fenac.nl.
De audiologische zorg specifiek voor volwassenen met tinnitus-, hyperacusis-, misofonie- en laagfrequent geluidklachten, al dan niet slechthorend, valt buiten het bestek van deze richtlijn.
Voor de rol-, taak- en verantwoordelijkheidsverdeling van de KNO-arts, audicien en klinisch fysicus-audioloog betrokken bij de zorg voor volwassenen met gehoorproblemen wordt verwezen naar de NOAH Veldnorm met bijbehorend protocol (Nationaal Overleg Audiologische Hulpmiddelen, 2017). De NHG Standaard Slechthorendheid is leidend voor huisartsen.
Voor de audiologische diagnostiek gelden internationale normen die ook voor Nederland van toepassing zijn. De werkgroep verwijst naar de NEN-ISO-EN 8253-1, 8253-2 en 8253-3, Acoustics-Audiometric test methods- resp. Pure-tone air and bone conduction audiometry (8253-1), Sound field audiometry (8253-2) en Speech audiometry (8253-3) met de aanbevelingen van het Audiologieboek van de Nederlandse Vereniging voor Audiologie (www.Audiologieboek.nl).
In lijn daarmee heeft de NVKF/KKAU de technische revalidatie met luchtgeleidingshoortoestellen eerder beschreven in de richtlijn Technische Revalidatie met hoortoestellen deel I (2014). De update daarvan is opgenomen in de module Hoorrevalidatie van voorliggende richtlijn Audiologische zorg voor slechthorende volwassenen, waarmee de richtlijn uit 2014 vervalt. Er bestaat ook een module technische revalidatie binnen de richtlijn Perceptieve slechthorendheid bij volwassenen van de NVKNO . Voor de technische revalidatie met beengeleidingsimplantaten wordt verwezen naar de richtlijn Bone Conduction Devices (BCD) van de NVKNO. Voor de revalidatie met een cochleair implantaat wordt verwezen naar de betreffende module binnen de richtlijn Perceptieve slechthorendheid bij volwassenen van de NVKNO en de Veldnorm Cochleaire Implantatie van het CI-ON. Voor de akoestische normen waaraan meetruimten en spreekkamers binnen een Audiologisch Centrum behoren te voldoen wordt verwezen naar de NVKF kwaliteitsnorm voor meetruimten en spreekkamers Audiologische Centra.
De Federatie van Nederlandse Audiologische Centra (FENAC) heeft in het verleden kwaliteitsdocumenten geschreven ten behoeve van de diagnostiek en revalidatie van slechthorende werkenden en plots- en laatdoven. Combinaties van modules van voorliggende richtlijn vormen een update daarvan.
Voor wie is deze richtlijn bedoeld?
Deze richtlijn is primair bestemd voor zorgverleners binnen de Audiologische Centra die betrokken zijn bij de zorg voor volwassenen met een langdurig of blijvend gehoorverlies in één of beide oren.
Hoewel deze richtlijn is geschreven met het oog op audiologisch centra, is de NVKF van mening dat ook zelfstandige KF-audiologen moeten streven naar een multidisciplinair zorgpad dat voldoet aan de beschreven kwaliteitseisen.
Voor patiënten
Informatie in begrijpelijke taal voor patiënten is te vinden op thuisarts.nl:
- Slecht horen
- Ik hoor slecht
- Ik hoor slechter en wil misschien een hoortoestel
- Ik wil leren omgaan met slecht horen
Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?
De huidige richtlijn is tot stand gekomen vanuit de NVKF, in samenwerking met de LWMA (landelijke werkgroep maatschappelijk werkers in audiologische centra) en de NVKNO. Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door inbreng van stichting Hoormij ten aanzien van communicatie met de patiënt. De richtlijnontwikkeling wordt ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten en wordt gefinancierd door de Stichting kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).
Verantwoording
Beoordelingsdatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 11-04-2025