Organisatie van arbeidsgerichte zorg
Uitgangsvraag
Op welke wijze kan de zorg gericht op behoud/herstel van arbeidsparticipatie van patiënten in de 2e/3e lijn het beste worden georganiseerd, rekening houdend met het bredere kader van transmurale en domein-overstijgende samenwerking?
Deze vraag omvat:
- Primair de organisatie van de taken, rollen, expertise en competenties die nodig zijn in het intramurale zorgteam en de integratie daarvan in de bestaande zorg;
- Secundair de organisatie van de taken, rollen, expertise en competenties en de gewenste samenwerking, coördinatie en communicatie in het bredere verband van transmurale en domein-overstijgende netwerken met professionals in de eerste lijn en professionals in het arbeids- en re-integratiedomeinen en het domein van de sociale zekerheid.
Aanbeveling
Voor overleg en uitwisseling van informatie tussen BIG-geregistreerde professionals buiten het behandelteam of zonder verwijsrelatie over een patiënt, bijvoorbeeld een medisch specialist en een bedrijfsarts, is gerichte schriftelijke toestemming van de patiënt nodig. De te vragen schriftelijke machtiging van de patiënt heeft betrekking op:
- de naam van de professional;
- het doel, de onderwerpen/vragen die besproken gaan worden;
- welke informatie er gedeeld mag worden.
Voer het overleg bij voorkeur in de vorm van een driegesprek met de patiënt als deelnemer. Geef patiënt, als er geen sprake is van een driegesprek, een terugkoppeling van het gesprek.
Documenteer de inhoud van een mondeling overleg in de dossiers van de professionals die bij het overleg betrokken waren. Op die manier is het in principe ook direct toegankelijk voor de patiënt. Als de informatie-uitwisseling schriftelijk plaats vindt, kan een kopie naar de patiënt verzonden worden.
Aanbevelingen voor de medisch specialist die niet in een behandelteam werkt
Ga na welke personen met expertise op het gebied van arbeid werken binnen de instelling.
Geef aan op wat voor manier u bereikbaar bent voor zorgprofessionals uit het sociaal medisch domein, zoals bedrijfs- en/of verzekeringsartsen. Attendeer de patiënt dat deze contactgegevens vermeld staan in de brief aan de huisarts.
Aanbevelingen voor behandelteams
Draag zorg dat de taken en deeltaken belegd zijn bij personen met de juiste expertise en competenties en dat deze beschikken over de benodigde informatie, tools en capaciteit.
Draag zorg dat er goede afspraken zijn over coördinatie en communicatie rond de patiënt en over een aanspreekpunt voor de patiënt, zijn naasten en de betrokken professionals. Benoem een regiebehandelaar voor de patiënt.
Beleidsaanbeveling voor instellingen
Maak inzichtelijk welke personen met expertise op het gebied van arbeid binnen de instelling werkzaam zijn.
Benoem in overleg met zorgverzekeraars en andere partijen dat zorg voor patiënten met arbeidsgerichte vraagstukken beter ingericht dient te worden, bijvoorbeeld door arbeids(genees-)kundige expertise binnen de instelling of regionale toegankelijkheid voor consultatie door zorgprofessionals. Ga na op welke manier er binnen het huidige zorgfinancieringssysteem mogelijkheden voor zijn en leg dit met alle partijen vast.
Aanbeveling voor beroepsverenigingen
Implementeer ‘gezonde arbeidsparticipatie als behandeldoel’ door dit op te nemen in opleidingsplannen en in kwaliteitsprogramma’s van de beroepsgroepen en instellingen en maak het onderdeel van kwaliteitsvisitaties en kwaliteitsaudits.
Aanbevelingen voor patiëntenorganisaties
Informeer patiënten dat er een relatie is tussen gezondheid en werk en wat zij van zorgverleners mogen verwachten rondom het thema werk en welke vragen zij kunnen stellen.
Informeer patiënten dat zij bij samen beslissen met hun behandelaar over de behandelkeuze, en het effect van de behandelopties op werk bij de keuze kunnen betrekken.
Informeer patiënten over waarvoor zij terecht kunnen bij zorgprofessionals en waarvoor bij arbo-professionals (Arbocuratieve samenwerking: wie doet wat en voorwaarden voor samenwerking).
Informeer patiënten dat voor overleg en uitwisseling van informatie tussen BIG-geregistreerde professionals over een patiënt, bijvoorbeeld een medisch specialist en een bedrijfsarts, gerichte schriftelijke toestemming van de patiënt nodig is. De te vragen schriftelijke machtiging van de patiënt heeft betrekking op de naam van de professional, het doel, de onderwerpen/vragen die besproken gaan worden en welke informatie er gedeeld mag worden.
Informeer patiënten dat het behandelteam medische informatie buiten het behandelteam alleen mag delen met BIG-geregistreerde professionals.
Informeer patiënten dat zij kunnen beslissen om zelf informatie te delen met niet-BIG geregistreerde professionals, zoals een maatschappelijk werker, maar dat zij dan verifiëren of het gaat om een deskundige die een beroepsgeheim heeft.
Overwegingen
Overwegingen ten aanzien van organisatorische en professionele voorwaarden
Vertrekpunt voor aanbevelingen met betrekking tot de organisatie van de zorg is de vraag: wat is in dit kader goede zorg en wat is er nodig om deze zorg te leveren? Voor goede zorg gericht op bevordering van arbeidsparticipatie zijn in het algemeen de activiteiten relevant zoals in de modules ‘Medisch-specialistische zorg gericht op arbeidsparticipatie en ‘Arbeid in de spreekkamer’ beschreven.
Voorwaarden voor netwerkzorg en teams om deze taken te kunnen uitvoeren:
- De betrokken zorgprofessionals zijn bekend met het concept ‘positieve gezondheid’, het ‘biopsychosociaal model’ en de ICF en kunnen dit denkkader toepassen (zie bijlage, p. 63 e.v.).
- Arbeidsparticipatie is in de zorg geïntegreerd als behandeldoel en is (dus) een kwaliteitscriterium voor goede zorg en de betrokken zorgprofessionals kennen het belang hiervan en van arbeidsparticipatie voor gezondheid en herstel (zie: positieve gezondheid).
- De benodigde expertise, capaciteit en (dus) tijd zijn beschikbaar.
- Zorgprofessionals nodigen werk(zoek)ende patiënten uit om (ziektegerelateerde) vragen en problemen op het gebied van werk en inkomen te bespreken.
- Er is specifieke aandacht voor mensen met een (extra) hoog risico om hun werk te verliezen respectievelijk uit te vallen. Vaak betreft dit ZZP-ers, uitzendkrachten, tijdelijke contractanten; of vanwege gebrekkige gezondheidsvaardigheden, een verminderd vermogen tot zelfmanagement; of vanwege meervoudige beperkingen/comorbiditeit.
In onderstaande tabel worden per taak de deeltaken, de daarbij benodigde expertise en competenties en de suggesties voor benodigde/bruikbare informatie en tools beschreven (naar voorbeeld van de Richtlijn Parkinson). Deze taken en activiteiten staan niet in chronologische volgorde.
Taak/activiteit |
Deeltaken/rollen |
Expertise / competenties |
Informatie/tools, bijvoorbeeld |
Patiëntvoorlichting, patiënteducatie met onder andere empowerment als doel |
Voorlichting over gevolgen en prognose van de aandoening in het bijzonder wat betreft functioneren / participeren |
Medische expertise Gespreks- en educatieve vaardigheden
|
Epidemiologische data |
Bevorderen eigen regie, zelfmanagement en coping in het bijzonder in de werkcontext en in relatie tot de eisen die het werk stelt |
Gespreks- en veranderkundige vaardigheden (m.n. Motivational interviewing) Gedragskundige expertise bv. Copingprocesmodel Praktische ziektespecifieke kennis over (verzorging van) gevolgen van ziekte |
Uitkomsten CISS-21 Info over werkcontext en werkeisen |
|
Samen beslissen over klinische medisch-specialistische behandeling |
Bespreken behandelopties met voor- en nadelen in het bijzonder ten aanzien van werk |
Medische expertise
|
Info over werkzaamheden, taken, omstandigheden |
Samen keuze maken |
Gespreksvaardigheden mbt samen beslissen |
Keuzehulp Gespreksleidraad |
|
Inventariseren belemmerende / bevorderende factoren |
ICF-domeinen stoornissen / beperkingen |
Medische en/of verpleegkundige expertise (ziektespecifiek) |
nog nader uit te werken |
ICF-domein externe factoren (werk) |
Arbeids(genees-)kundige expertise |
Arbeidsanamnese Vragenlijsten 5xA checklist |
|
|
ICF-domein persoonsgebonden factoren |
nog nader uit te werken |
CISS-2 vragenlijst Selfefficacy VAR-2 |
|
ICF-domein externe factoren (privé) |
nog nader uit te werken |
Anamnese VAR-2 |
Samen beslissen over interventieplan (gericht op geïdentificeerde belemmerende factoren) |
Interventies gericht op stoornissen / beperkingen (m./n. revalidatie) |
Medisch en/ofverpleegkundig (ziektespecifiek) Gespreksvaardigheden mbt samen beslissen |
Leidraad samen beslissen |
Interventies gericht op externe factoren (werk) |
Arbeids(genees-)kundige expertise, Gespreksvaardigheden mbt samen beslissen |
5x A checklist
Leidraad samen beslissen |
|
Interventies gericht op persoonsgebonden factoren |
nog nader uit te werken |
Copingproces model |
|
Interventies gericht op externe factoren (privé) |
Nog nader uit te werken |
|
|
Monitoring |
Beloop van herstel en re-integratie |
Arbeids(genees-)kundige expertise |
Vragenlijsten |
Effect van interventies op arbeidsparticipatie |
Arbeids(genees-)kundige expertise |
Vragenlijsten |
|
Bijstellen interventieplan |
Arbeids(genees-)kundige expertise |
Vragenlijsten |
|
|
Effecten van medisch specialistische behandeling op werkcapaciteit |
Medisch en/of verpleegkundig (ziektespecifiek) |
|
Interdisciplinaire samenwerking |
Coördinatie |
Verbindende, coachende vaardigheden, organisatietalent |
|
|
Communicatie |
nog nader uit te werken |
nog nader uit te werken |
|
Aanspreekpunt |
nog nader uit te werken |
|
Overwegingen ten aanzien van taken en samenwerking
Medisch specialist
De medisch specialist (MS) richt zich op de medische diagnostiek en behandeling. Hij/zij is ook expert op het gebied van de etiologie en de gevolgen van de aandoening en behandeling in termen van stoornissen en beperkingen. De MS heeft daarmee niet alleen de taak en verantwoordelijkheid om evidence-based diagnostiek te plegen, maar ook de patiënt voor te lichten over de gevolgen van de aandoening en de behandelopties en de voor- en nadelen op diverse domeinen (waaronder arbeidsparticipatie) en samen met de -goed geïnformeerde- patiënt en andere betrokken zorgprofessionals, waaronder indien relevant de bedrijfsarts (of een KAG), te beslissen over de behandelkeuze.
Physician assistent
In voorkomende gevallen kan een physician assistant (PA) op een zelfstandige en structurele wijze deze medische taken en verantwoordelijkheden overnemen. Een PA is zelfstandig bevoegd voor het stellen van medische diagnoses en zelfstandig behandelen van patiënten. Ook de PA heeft dan de kennis en verantwoordelijkheid om de patiënt voor te lichten en de patiënt -en andere betrokken zorgprofessionals- te betrekken bij de keuze van de behandeling. Als beoordeeld moet worden of de behandeling gevolgen kan hebben voor arbeidsparticipatie kan het van belang zijn om de bedrijfsarts (of een KAG) te betrekken bij de besluitvorming.
(Gespecialiseerd) Verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten
Verpleegkundigen spelen in toenemende mate een rol in het zorgproces. Er is onderscheid in (gespecialiseerd) verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten (VS).
De gespecialiseerd verpleegkundige, bijvoorbeeld een reumaverpleegkundige of Parkinsonverpleegkundige, is een MBO of HBO-verpleegkundige die zich heeft gespecialiseerd in een specifieke aandoening door het volgen van zowel een theorie- als praktijkopleiding (Benoy-De Keuster, 2018). De VS is specialistisch inzetbaar op zowel medisch als verpleegkundig vlak en verdeelt in de praktijk de tijd over beide taken. De VS is net als de PA bevoegd om zelfstandig te behandelen en, met in achtneming van de geldende regelgeving, aan andere zorgprofessionals informatie te verstrekken.
In de praktijk blijkt, dat de (gespecialiseerd) verpleegkundige of VS na het volgen van een basale scholing/training, competent is in het bespreekbaar maken van belemmerende en bevorderende factoren voor arbeidsparticipatie, het adviseren over / begeleiden van basale participatie bevorderende interventies, het monitoren van de effecten van de interventies en het opschalen van de zorg waar meer expertise is vereist. Van belang is wel dat ze voor consultatie (en eventueel verwijzing) terecht kunnen bij een professional met arbeidsgeneeskundige of arbeids(des)kundige expertise.
Beide disciplines, VS en PA, kunnen als regiebehandelaar optreden en hebben daar zelfs bij uitstek zowel de professionele achtergrond als de positie in het zorgproces voor. De regiebehandelaar heeft namelijk als taak om ervoor te zorgen dat (a) de continuïteit en samenhang van de zorgverlening aan de patiënt wordt bewaakt, (b) waar nodig een aanpassing van de gezamenlijke behandeling in gang wordt gezet, (c) er adequate informatie-uitwisseling en voldoende overleg is tussen zorgverleners die bij de behandeling betrokken zijn en (d) dat er één aanspreekpunt is voor het tijdig beantwoorden van vragen van de patiënt of diens naasten over de behandeling. Meer informatie over taken en rollen van de VS en PA zijn te vinden in de bijlage.
Samenwerking en taakverdeling binnen een medisch-verpleegkundig behandelteam
(Aangepast naar richtlijn Reumatoïde Artritis, module organisatie van de zorg).
Het kernteam voor de behandeling en begeleiding, in het bijzonder voor patiënten met aandoeningen met chronische gevolgen, bestaat veelal uit de medisch-specialistische discipline (medisch specialist en/of physician assistant) en de verpleegkundige discipline (verpleegkundige, gespecialiseerd verpleegkundige en/of verpleegkundig specialist). Het meest ideaal is als het kernteam, voor het beoordelen van potentieel belemmerende factoren voor behoud van werk en voor het opstellen van een interventieplan, zo nodig een beroep kan doen op arbeidsgeneeskundige expertise en paramedische en psychosociale disciplines. Om te bepalen wie in de lokale context de benodigde competenties heeft voor het uitvoeren van de uit te voeren taken verwijzen we terug naar de tabel. Voor het uitvoeren van interventies geldt als uitgangspunt dat die zoveel mogelijk in het zorgnetwerk zo dicht mogelijk bij de patiënt dient plaats te vinden.
Samenwerking met professionals in het arbeids- en re-integratiedomein en het domein van de sociale zekerheid voor de medisch specialist die werkt binnen en zonder een behandelteam
- Afstemming doelen en activiteiten.
- Arbeids(genees-)kundige input ten behoeve van behandelkeuze.
- Gerichte informatievoorziening/communicatie.
Zie ook de paragrafen in de module Arbeid in de spreekkamer over de samenwerking en afstemming met professionals in het arbeids- en reïntegratiedomein.
Onderbouwing
Achtergrond
Deze module sluit aan bij de principes van passende zorg, onder andere gericht op beperking (van stijging) van zorgkosten, meer aandacht voor bevordering van gezondheid en het voorkomen van (gevolgen van) ziekte. Dat is zorg gebaseerd op stepped en matched care, die dicht bij de patiënt wordt georganiseerd, die gericht is op waarden van de patiënt en waarbij patiënt en zorgverlener samen beslissen en zorg waarin in netwerken wordt samengewerkt in interactie met de samenleving.
Referenties
- Laurant 2014. Definitief rapport oktober 2014. platformzorgmasters.nl)
- Richtlijn Reumatoïde artritis. 2019. https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/reumato_de_artritis_ra/organisatie_van_zorg_bij_reumatoide_artritis.html
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 30-05-2024
Laatst geautoriseerd : 30-05-2024
Geplande herbeoordeling : 30-05-2029
Algemene gegevens
De ontwikkeling van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS) en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid via de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB). Patiëntenparticipatie bij deze richtlijnmodule werd medegefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Patiënten Consumenten (SKPC). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Adhesie
Bij aanvang van het ontwikkelingstraject hebben de volgende beroepsverenigingen hun steun gegeven voor dit project, maar zijn niet vertegenwoordigd in de werkgroep of klankbordgroep:
- Nederlands Huisartsen Genootschap
- Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
- Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
- Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
- Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie
- Nederlandse Vereniging voor Urologie
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep en klankbordgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van geïnteresseerde specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep en klankbordgroep) die betrokken zijn bij de behandeling en nazorg voor patiënten in de werkzame leeftijd en patiëntenorganisaties.
Werkgroep
- Dr. A. (Annechien) Beumer, orthopedisch en handchirurg, NOV (voorzitter)
- Prof. dr. A.E.R.C.H. (Annelies) Boonen, reumatoloog, NVR
- Drs. T. (Taco) Otto, chirurg, NVvH
- Prof. dr. M.F. (Michiel) Reneman, Hoogleraar revalidatie / Fysiotherapeut, VRA
- Prof. dr. T. (Thomas) Rustemeyer, dermatoloog, NVDV
- Dr. A. (Anil) Tuladhar, neuroloog, NVN
- Drs. N.M. (Nicole) Verheijen, longarts, NVALT
- Drs. Th.C. (Don) de Winter, bedrijfsarts/toegevoegd sportarts, VSG
- Drs. D. (Desiree) Dona, klinisch arbeidsgeneeskundige/ bedrijfsarts, NVKA/NVAB
- Dr. I. (Ingrid) Fakkert, verzekeringsarts in opleiding, NVvG
- Drs. C. (Caroline) Horikx, psycholoog NIP, Arbeid en Gezondheid, NIP
- K. (Karin) Kanselaar, verpleegkundig specialist, V&VN
- Drs. A. (Asahi) Oehlers-Wetzel, bedrijfsarts, NVAB, in samenwerking met:
- Drs. H.W.P.C. (Henk) van de Meerendonk, internist en arts in opleiding tot bedrijfsarts, NVAB
- Prof. dr. F. (Frederieke) Schaafsma, bedrijfsarts, NVAB
- Drs. T.F. (Theo) Senden, klinisch arbeidsgeneeskundige/ bedrijfsarts, NVKA/NVAB
- H. (Harma) van der Veen, medisch maatschappelijk werker, BPSW
- Dr. N. (Nina) Wijnands, verzekeringsarts, NVvG
- Drs. Y. (Yvonne) de Leeuw-van Zaanen, bedrijfsfysiotherapeut, KNGF
- Drs. J. (Jeannette) van Zee, senior adviseur patiëntbelang, Patiëntenfederatie Nederland, in samenwerking met:
- S. (Sultan) Ates, sociaal raadsvrouw/jurist, NVN
- A. (Anneke) Berkhout, themacoördinator, Oogvereniging
- Ir. A. (Annemieke) Fransz, patiëntvertegenwoordiger, Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland
- Drs. Y. (Ynske) Jansen, beleidsmedewerker, Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid
- I. (Irma) Visser, patiëntvertegenwoordiger, Vereniging van Mensen met Brandwonden
- A. (Alex) Schoonewille, patiëntvertegenwoordiger, Hoofdpijnnet (tot en met de voorbereidingsfase van dit project)
- Mr. drs. E.M.M. (Noor) van Willegen, belangenbehartiger, NFK
- T. (Thea) Zaal, vrijwilligster, Osteoporose Vereniging
- S. (Sabah) Ziani, patiëntvertegenwoordiger, NVN
Klankbordgroep
- Dr. W. (Wip) Bakx, revalidatiearts, VRA
- prof.dr. C.A.M. (Coen) van Bennekom, revalidatiearts, VRA
- Dr. P. (Petra) Boelens, revalidatiearts, VRA
- Dr. R. (Ruben) Dammers, neurochirurg, NVvN
- Dr. M. (Marjolijn) Duijvestein, MDL-arts, NVMDL
- Dr. N. (Nienke) Schmidt-Grotenhuis, KNO-arts, NVKNO
- B. (Bianca) Hesse, bedrijfsmaatschappelijk werker, BPSW
- Dr. S.E.J. (Suzanne) Kaal, internist, NIV/NVMO
- Dr. F.A.J. (Fred) de Laat, revalidatiearts, VRA
- Drs. C. (Cora) Reijerse, psycholoog, NIP
- Dr. E.H. (Ellen) Roels, revalidatiearts, VRA
- Dr. T.E.H. (Tessa) Römkens, MDL-arts, NVMDL
- Drs. A. (Annemarie) van der Steen, gynaecoloog, NVOG
- Dr. N. (Nynke) Stellingwerf, oogarts, NOG
- N. (Nanette) Nab, ergotherapeut, Ergotherapie Nederland
- Drs. M. (Madeleine) Zwezerijnen, programmacoördinator, NHG
Patiëntvertegenwoordiging:
- Dhr. R. (Reint) Alberts, fysiotherapeut/voorzitter RSI Vereniging
- Dhr. F. (Frank) Alfrink, voorzitter stichting ZZP Nederland
- D. (Daniëlle) van der Horst, beleidsmedewerker, Crohn & colitis NL
- Dr. A.J. (Betsy) van Oortmarssen, adviseur/projectleider, Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid
- P. (Patricia) Pennings, beleidsmedewerker patiëntenparticipatie, Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland
- A. (Annelies) Scheepens, beleidsmedewerker, Diabetesvereniging Nederland
- H. (Hendriët) Wanders, patiëntvertegenwoordiger, Vereniging voor mensen met Brandwonden
- F. (Femke) van Zoggel, patiëntvertegenwoordiger JongPit
Ondersteuning:
- Dr. J.S. (Julitta) Boschman, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Achternaam werkgroeplid |
Hoofdfunctie |
Nevenwerkzaamheden |
Persoonlijke financiële belangen |
Persoonlijke relaties |
Extern gefinancierd onderzoek |
Intellectuele belangen en reputatie |
Overige belangen |
Getekend op |
Actie/restrictie |
|
Berkhout |
Themacoördinator Werk bij de Oogvereniging |
Niet van toepassing |
Nee |
Nee |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
19-10-2022 |
Geen |
|
Beumer |
* 80% Orthopedisch en Handchirurg, Vakgroep Orthopedie Amphia Ziekenhuis |
* Bestuurslid Handpols Werkgroep Nederlandse Orthopeden Vereniging (NOV) |
Geen |
Neen |
Geen |
Neen |
Neen |
1-9-2022 |
Geen |
|
Boonen |
Hoogleraar reumatologie in het Maastricht Universitair Medisch Centrum+ (MUMC+) |
Eénmalige deelnames aan Advisory Board voor Galapagos, Pfizer en Abbvie. Honoraria betaald aan de afdeling reumatologie |
Nee |
Nee |
Abbvie, ReumaNederland, Hy2Care, Vlaams Instituut voor Biotechnologie. |
Geen |
Ik doe onderzoek naar arbeid en effectiviteit van diverse interventies op arbeidsparticipatie als uitkomst. Op basis van deze bevindingen ontwikkel en test ik nu arbeidsgerichte zorg in de medisch specialistische praktijk. |
28-3-2023 |
Geen: - commercieel gesponsord onderzoek niet relevant voor deze generieke richtlijnmodule. - geen actie vanwege het doen van onderzoek op dit onderwerp. |
|
Dona |
|
Eigenaar DELEN ABC, dit betreft een onderwijs voor met name casemanagers in opleiding bij CS Opleidingen. |
geen |
nee |
Janssen Cilag (ondersteuning bij ontwikkeling arbeidsgerichte zorg in het kader van strategische alliantie tussen RU-Radboudumc-Janssen Cilag. Ondersteuning is in kind en betreft ontwikkeling zorg en niet het onderzoek daarvan) |
Principal Clinician van het Radboudumc (benoeming op basis van bewezen zorgvernieuwing), Daarmee heb ik een belang dat onze koploperspositie op het gebied van arbeidsgerichte zorg gewaarborgd blijft. |
geen |
28-3-2023 |
Geen. Er zijn voldoende werkgroepleden die deelnemen aan de besluitvorming zonder vergelijkbare belangen. |
|
Fakkert |
Verzekeringsarts in opleding, UWV |
* Bestuurslid A(N)IOS netwerk verzekeringsgeneeskunde, UWV, in werktijd |
Dienstverband bij UWV |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing. In 2018 gestopt met onderzoek. Gefinancierd door AstraZeneca |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
8-4-2022 |
Geen |
|
Fransz |
Functie: Informatiemanager |
Functie: Patiënt Advocate |
Geen |
Nee |
Ik word als consultant/patientvertegenwoordiger betrokken bij onderzoeken. - Lid van de begeleidingscommissie van programma De Werkende Centraal (De chronisch zieke - De Werkende Centraal) van de VU, AMC en UMCG. - Patientvertegen-woordiger bij project PGO on Air van de Patientenfederatie |
Nee |
Nee |
22-3-2022 |
Geen |
|
Horikx |
* Zelfstandig gevestigd psycholoog Arbeid en Gezondheid te Eindhoven (0,6) |
* Psychologische begeleiding, betaald |
Geen |
Voor zover ik weet, niet |
- |
Het zou mooi zijn als werk meer aandacht krijgt bij de medische specialisten, maar ik zie geen gewin voor mezelf |
- |
28-4-2022 |
Geen |
|
Jansen |
Beleidsmedewerker Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid (onbezoldigd) |
Lid programmacommissie biomedisch onderzoeksprogramma ME/CVS ZonMW (vacatiegeld) |
Geen |
Ik behartig de belangen van mensen met ME/CVS op het gebied van maatschappelijke participatie. Daarbij werk ik met een aantal van hen samen en ken ik velen persoonlijk. Zij kunnen baat hebben bij een richtlijnmodule arbeidsparticipatie voor medisch specialisten met aanbevelingen die ook voor hun situatie tot betere zorg kunnen leiden. |
VWS - Onderzoeksprogramma ME/CVS ZonMW. Als lid van de programmacommissie doe ik zelf geen onderzoek, maar beoordeel ik subsidieaanvragen |
Mijn unieke expertise bestaat uit ervaringsdeskundigheid vanuit patiëntenperspectief op het gebied van leven met arbeidsongeschiktheid en beoordeling van belastbaarheid, beperkingen en functionele mogelijkheden, in het algemeen en bij ME/CVS in het bijzonder (niet alle 'algemene inzichten' zijn geldig voor op alle patiëntengroepen en individuen). Mogelijkheden tot 'vermarkten' zie ik niet. |
Nee |
24-3-2022 |
Geen |
|
Kanselaar |
Verpleegkundig specialist, neurovasculaire aandoeningen Radboudumc Verpleegkundig programmaleider neurovasculaire aandoeningen Radboudumc |
* V&VN Bestuurslid en lid landelijke netwerkgroep vasculaire neurologie (onbetaald) * Gastdocent bijscholingen verpleegkundigen en master neurorevalidatie (betaald) |
nee |
nee |
ZonMW/JZOJP |
nee |
nee |
27-03-2023 |
Geen |
|
van den Meerendonk |
Internist, arts in opleiding tot bedrijfsarts bij VDM Medisch Consult |
* lid commisie Richtlijn Ontwikkeling en Wetenschap CROW van de NVAB * lid werkgroep Stoffengerelateerde Beroepsziekten NVAB |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
Geen |
26-3-2023 |
Geen |
|
Oehlers-Wetzel |
Bedrijfsarts bij Laboritas/Vaardigwerk |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Nee |
Niet van toepassing |
Geen |
Nee |
20-4-2022 |
Geen |
|
Otto |
* Trauma- en algemeen chirurg, Dijklander ziekenhuis, Hoorn. *Part-time arboarts, Dokter Jones arbodienst, Houten tot 1 maart 2023 |
* ATLS instructeur, onkostenvergoeding * HMIMS instructeur, onkostenvergoeding |
Neen |
Neen |
Niet van toepassing |
Geen |
Geen |
26-3-2023 |
Geen |
|
Reneman |
* Hoogleraar revalidatie UMCG |
* Advisory member Fit for Work Netherlands |
Werkzaam in het veld van Arbeidsrevalidatie (dienstverband UMCG). Energetic Headset. International Patent Application No. PCT/NL2020/050492. Geen financieel belang. |
Nee |
* ZonMw - Perioperatief multidisciplinair zorgpad voor snellere re-integratie bij werkenden die een knieprothese krijgen - 2e promoter |
Arbeidsrevalidatie medisch specialistische revalidatie |
- |
23-3-2022 |
Geen |
|
Rustemeyer |
Medisch specialist (dermatoloog) en hoogleraar, Amsterdam UMC |
Docent NSPOH |
Nee |
Nee |
* Ypsomed - Huidreacties door insuline devices - Projectleider |
Nee |
Niet van toepassing |
21-3-2022 |
Geen, deze studies hebben geen raakvlak met deze generieke module over Arbeidsparticipatie. |
|
Schaafsma |
* Bedrijfsarts en Hoofd Polikiniek Mens & Arbeid, Amsterdam UMC |
Plaatsvervangend lid SER Commissie Klachtenafhandeling Aanstellingskeuringen; vacatiegelden |
Werkzaam en hoofd bij de Polikliniek Mens & Arbeid; deze poli richt zich op de klinische arbeidsgeneeskunde met name ten aanzien van de diagnostiek van complexe beroepsziekten, maar ook in het adviseren aan de bedrijfsarts bij complexe medische aandoeningen. Voor beide onderwerpen wordt nauw samengewerkt met medisch specialisten binnen een Academisch ziekenhuis. Deze poli is voor een deel afhankelijk van werkgevers die willen betalen voor deze diagnostiek en advies. |
Nee |
* ZonMw - Ontwikkeling MKB re-integratie tool ter ondersteuning van werkgevers in de begeleiding van verzuim - Geen projectleider |
Nee |
Nee |
22-3-2022 |
Geen |
|
Senden |
Bedrijfsarts/ klinisch arbeidsgeneeskundige Radboud Universiteit/ Radboudumc |
Voorzitter Cie. Richtlijn Ontwikkeling en Wetenschap NVAB (onbetaald) |
Geen |
Niet van toepassing |
Ik ben niet betrokken bij extern gefinancierd onderzoek. Wel is er sprake van extern gefinancierde steun voor de (door)ontwikkeling van onze zorginnovatie, maar daarover kon ik niets kwijt. Het betreft financiering door een aantal farmaceutische bedrijven voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van scholing voor zorgprofessionals, ontwikkeling van uitkomstparameters en gebruik van netwerkcontacten e.d. |
Ik ben mede ontwikkelaar van het ontwikkelde en in een aantal zorgpaden geïmplementeerde en verder uit te rollen zorgmodel waarbij arbeidsparticipatie als behandeldoel geïntegreerd wordt in zorgpaden voor patiënten met chronische aandoeningen. Tot mijn taken behoort het kwartiermakerschap voor klinisch-arbeidsgeneeskundige zorg als zorginnovatie in het Radboudumc en in regionale domeinoverstijgende netwerken. |
Niet van toepassing |
22-3-2022 |
Geen, genoemde activiteiten zijn niet relevant voor deze generieke richtlijnmodule. |
|
Tuladhar |
Neuroloo, Radboudumc |
Voorzitter ROAZ focusgroep acute neurologie, Acute Zorgregio Oost |
Geen |
Geen |
* Hartstichting - Life after ischemic stroke in young adults - Projectleider |
Geen |
Geen |
6-9-2022 |
Geen |
|
Veen, van der |
* Tot 1 mei Medisch Maatschappelijk werker Meander Medisch Centrum Amersfoort |
Niet van toepassing |
Er zijn geen mensen in mijn omgeving die baat kunnen hebben bij uitkomsten van de werkgroep |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Nee |
22-3-2022 |
Geen |
|
|
Verheijen |
* Longarts Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL) (0.6 fte) |
Geen |
Het NKAL richt zich vooral op longaandoeningen die onstaan zijn door omstandigheden in de werksituatie (niet op reintegratie en arbeidsparticipatie). Ik verwacht daarom geen voordeel |
Nee |
- |
Het NKAL richt zich vooral op longaandoeningen die onstaan zijn door omstandigheden in de werksituatie (niet op reintegratie en arbeidsparticipatie). Ik verwacht daarom geen voordeel |
Nee |
22-3-2022 |
Geen |
|
Visser |
Werkgroeplid. |
Werkzaam bij: Actief vrijwilliger bij de Vereniging van Mensen met Brandwonden - onbetaald |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Ik heb geen boegbeeldfunctie bij de Vereniging van Mensen met Brandwonden. Ik ben belangenbehartiger en ervaringsdeskundige. Dus niet van toepassing |
Nee |
22-3-2022 |
Geen |
|
Willegen, van |
Belangenbehartiger 'Goed leven met kanker' - Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) |
Geen |
Geen |
Nee |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Nee |
18-8-2022 |
Geen |
|
Wijnands |
Verzekeringsarts in taakdelegatie UWV SMZ |
* Bestuurslid Academisch Kenniscentrum Zuid-Oost Nederland (AKAG-ZON) - onbetaald |
Dienstverband bij UWV |
Nee |
* UWV - Positieve gezondheid, arbeidsparticipatie bij chronische MDL-patiënten - Co-promotor |
Nee |
Nee |
4-4-2022 |
Geen |
|
Winter, de |
Bedrijfsarts/ Toegevoegd Sportarts, full time functie Human Capital Care arbo dienst Den Haag |
Consultant Koninklijke Nederlandse Tennis Bond (KNLTB) ad hoc, betaald |
Geen |
Geen |
Niet van toepassing |
Geen |
Geen |
23-3-2022 |
Geen |
|
Leeuw, de - Zaanen, van |
* Voorzitter Ned. Ver. voor Bedrijfs- en arbeidsfysiotherapeuten (NVBF, aangesloten bij KNGF), deeltijd en onkostenvergoeding. |
Zie blokje Hoofdfunctie |
Als voorzitter van de NVBF ben ik vertegenwoordiger van de bedrijfs- en arbeidsfysiotherapeuten en zal verwijzing naar deze beroepsgroep inkomen voor de beroepsgroep genereren. Daar tegenover staat dat deze beroepsgroep een waardevolle bijdrage kan leveren voor de individuele patiënt middels het op elkaar afstemmen van individuele dan wel lokale belastbaarheid en arbeidsbelasting bij klachten aan het bewegingsapparaat. |
idem; belang als vertegenwoordiger NVBF. |
- |
idem; belang als vertegenwoordiger NVBF. |
- |
1-9-2022 |
Geen |
|
Zee, van |
Senior Adviseur Patiëntbelang |
Niet van toepassing |
Geen |
Geen |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
13-10-2022 |
Geen |
|
Gemelde belangen van de auteurs van de literatuuronderbouwing:
Achternaam werkgroeplid |
Hoofdfunctie |
Nevenwerkzaamheden |
Persoonlijke financiële belangen |
Persoonlijke relaties |
Extern gefinancierd onderzoek |
Intellectuele belangen en reputatie |
Overige belangen |
Getekend op |
Actie/restrictie |
|
Wind, de |
Universitair docent arbeid en gezondheid bij Amsterdam UMC, afdeling Public & Occupational Health |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
|
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
24-5-2022 |
Geen |
|
Kluit |
PhD Arbeidsgerichte Medische Zorg bij Amsterdam UMC, department of Public & Occupational Health |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
|
Niet van toepassing |
Niet van toepassing |
24-5-2022 |
Geen |
|
Boer, de |
Hoogleraar, Amsterdam UMC |
- |
Geen |
Nee |
* KWF - IPS cancer survivors - Projectleider |
Geen |
Nee |
31-5-2022 |
Geen |
|
|
|
|
|
|
|
3-2-2023 |
|
|
|
|
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door deelname van patiëntvertegenwoordigers aan een Invitational conference, een enquête onder patiënten en afgevaardigden van patiëntenvereniging in de werkgroep.
Resultaten zijn besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijnmodule is tevens voor commentaar voorgelegd aan patiëntenorganisaties en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Wkkgz & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen
Bij de richtlijnmodule is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. De werkgroep realiseert zich dat de beschreven zorg (substantiële) financiële gevolgen met zich mee kan brengen en dat het buiten de scope van de richtlijn valt om hier een uitspraak over te doen. De werkgroep verwijst naar een reeds gestart initiatief (vanuit het Ministerie van Sport, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in samenwerking met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) dat onder andere deze financiële gevolgen in kaart moet brengen en de inrichting van arbeidsgerichte zorg in de huidige klinische (oncologische) zorg (naar aanleiding van de Motie van het lid Van Weyenberg 2020).
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).
Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen
Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de zorg voor patiënten die (willen) deelnemen aan arbeidsproces. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door patiëntenorganisaties via een enquête en Invitational conference. Een verslag hiervan is opgenomen als bijlage.
Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.
Uitkomstmaten
Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.
Methode literatuursamenvatting
Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden in de bijlage “Literatuuronderbouwing”.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/).http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).
GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).
Definitie |
|
Hoog |
|
Redelijk |
|
Laag |
|
Zeer laag |
|
Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE-methodiek.
Formuleren van aanbevelingen
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers |
||
|
Sterke aanbeveling |
Zwakke (conditionele) aanbeveling |
Voor patiënten |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. |
Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor behandelaars |
De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. |
Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers |
De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. |
Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Organisatie van zorg
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg. De bestaande financiële en organisatorische kaders belemmeren arbeidsgerichte zorg en daarom zijn er ook lacunes en toekomstwensen op dat gebied geformuleerd.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijnmodule is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen, (patiënt) organisaties en relevante stakeholders voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Literatuur
Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.
Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.
Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.
Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.
Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.
Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html.
Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.
Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.
Tweede Kamer. 2020. Motie van het lid Van Weyenberg c.s. over integreren van klinische arbeidsgeneeskundige zorg in de reguliere oncologische zorg. https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2020Z22135&did=2020D47093