ADHD bij kinderen

Initiatief: NVvP Aantal modules: 14

Leerkrachttraining bij ADHD bij kinderen

Uitgangsvraag

Wat is de effectiviteit van non-farmacologische interventies bij kinderen en jongeren met ADHD?

Aanbeveling

Een leerkrachttraining hoort wanneer er sprake is van beperkingen op school onderdeel te zijn van de behandeling van kinderen met ADHD (symptomen) en moet daarom als behandeloptie met ouders en de school besproken worden.

 

Ondanks dat studies naar effecten van leerkrachttraining bij kinderen tot 6 jaar afwezig zijn, kan leerkrachtraining overwogen worden wanneer psycho-educatie en adviezen voor de ouder en leerkracht over de aanpak van het gedrag van het kind op school onvoldoende resultaat geven, met name als dit gedragsproblemen betreffen .

 

Bied leerkrachttraining aan bij kinderen van 6-12 jaar met lichte, matige en ernstige ADHD met gedragsproblemen die zich (ook) op school voordoen.

 

Geef leerkrachten van kinderen 6-12 jaar met lichte, matige en ernstige ADHD zonder gedragsproblemen naast psycho-educatie adviezen over de aanpak van het gedrag van het kind. Overweeg leerkrachttraining alleen als leerkrachten hiermee onvoldoende uit de voeten kunnen. Overweeg in dat geval bij kinderen met het overwegend onoplettende type een combinatie van leerkrachttraining en vaardigheidstraining bij het kind.

 

Gebruik een onderzocht leerkrachtprogramma en voer dit uit zoals het beschreven staat. Draag daarbij zorg voor de nodige supervisie en intervisie en laat goed getrainde professionals met up to date evidence based kennis van ADHD de interventie uitvoeren. Voorkom het gebruik van onderdelen van interventies of eigen ontwikkelde, niet op evidentie getoetste interventies.

 

Zorg voor een optimale samenwerking tussen ouders en de leerkracht bij de inzet van een leerkrachtraining .

Overwegingen

De NICE review ‘organisational skills/school or workplace targeted interventions versus waitlist control/usual care’ bestaat op één uitzondering na (Fabiano, 2010) uit studies naar de effectiviteit van het (buitenschools) trainen van plannings- organisatie- en sociale vaardigheden bij kinderen en jongeren zonder directe inzet van leerkrachten/docenten. Omdat het trainen van vaardigheden bij het kind (met name jongeren) wezenlijk verschilt van het trainen van de leerkracht / het aanpassen van de omgeving van leerlingen met ADHD (met name kinderen in de basisschoolleeftijd) heeft de werkgroep aparte aanbevelingen geschreven voor kinderen van 6-12 jaar en jongeren van 13–18 jaar. De werkgroep baseert zich in haar aanbevelingen op een combinatie van de diverse bronnen.

Om de heterogeniteit van interventies en doelgroepen te verkleinen heeft de werkgroep voor kinderen van 5-12 jaar een post hoc analyse uitgevoerd (n=4), waarin de studies zijn opgenomen die alleen leerkrachttraining onderzochten (Fabiano, 2010), of een combinatie van een leerkracht- en oudertraining (en in sommige gevallen ook met een behandeling voor het kind) (Ostberg, 2012; Pfiffner, 2014; Power, 2012). Voor de jongerengroep werd een aparte post hoc analyse gedaan.

Naast de post hoc analyse heeft de werkgroep gekeken naar een Nederlandstalig review paper naar de effectiviteit van leerkrachtinterventies, al dan niet in combinatie met een ouder- of kindtraining (Pieterse, 2013) en een recente RCT naar een leerkrachtinterventie voor ADHD (Veenman, 2016). In het review paper van Pieterse werden 18 RCT’s geïncludeerd waarin gedragsmatige leerkrachtinterventies werden onderzocht, 5 van deze studies onderzochten de effecten van leerkrachtinterventies en 13 studies onderzochten de effecten van multimodale programma’s, waarin ook een leerkrachtinterventie was opgenomen. Een deel van deze studies had als vergelijkingsarm een controle groep en een deel een actieve medicatie groep. Dit review bevatte naast de RCT die was opgenomen in de NICE review (Fabiano, 2010) twee additionele RCT’s naar op zichzelf staande leerkrachtinterventies (Miranda, 2002; n=50 en een Nederlandstalige studie van Hinfelaar, 2011; n=53) beide met CAU/wachtlijst als controle conditie. De uitkomstmaten waren naast ADHD symptomen en gedragsproblemen sociale vaardigheden en schoolprestaties.

Omdat gedragsproblemen (symptomen van ODD of CD) erg veel voorkomen bij kinderen met ADHD en een leerkrachttraining zich vaak richt op het verminderen daarvan, heeft de werkgroep tot slot gekeken naar (de onderliggende evidentie over leerkrachttraining in) twee richtlijnen, namelijk de “Richtlijn oppositioneel-opstandige stoornis (ODD) en gedragsstoornis” (NVvP, 2013) en de NICE guideline (2013) “Antisocial behaviour and conduct disorders in children and young people: recognition and management”. Dit is tevens in lijn met de NICE-richtlijn ADHD (2018), die aanbeveelt om bij kinderen met comorbide gedragsproblemen (symptomen van ODD of CD) gebruik te maken van de richtlijnen voor de behandeling van ODD en CD.

 

Geëxcludeerde studies

Voor de post hoc analyse is de studie van Pfiffner, 2007 (combinatie leerkracht, oudertraining en vaardigheidstraining bij het kind) niet meegenomen, omdat er als uitkomstmaat alleen een gecombineerde ouder- en leerkrachtrapportage beschikbaar was, waardoor het niet mogelijk is om informant-specifieke uitspraken te doen met betrekking tot effectiviteit.

 

Resultaten

Kinderen < 6 jaar

Er zijn geen studies met samples bestaande uit kinderen met ADHD jonger dan 6 jaar.

 

Kinderen 6-12 jaar

Er zijn vier RCT’s die keken naar de effectiviteit van een op zichzelf staande gedragsmatige leerkrachtinterventie (twee studies beschreven in Pieterse, 2013: Miranda, 2002 en Hinfelaar, 2011; en twee losse studies: Fabiano, 2010 aanwezig in NICE review en Veenman, 2016) versus een controle conditie. Twee van deze studies laten een significant effect zien als gebruik wordt gemaakt van niet blinde maten op ADHD symptomen (leerkrachtrapportage: Miranda, 2002; Veenman, 2016) en op opstandig gedrag (leerkrachtrapportage ODD symptomen: Fabiano, 2010; Miranda, 2002). Van de twee studies die gebruik maken van blinde maten laat één studie tevens een effect zien op ADHD en opstandig gedrag (ouderrapportage; Miranda et al., 2002).

De post hoc analyse (n=4, zie aanverwante producten) waarin de effectiviteit is bekeken van op zichzelf staande leerkrachtinterventies en multi-modale programma’s waarin leerkrachtinterventies aangeboden worden in combinatie met oudertraining (en in sommige gevallen met behandeling van het kind) laat zien dat er redelijk sterk bewijs is (moderate quality) voor de effecten van leerkrachtentraining op symptomen van onoplettendheid zoals gerapporteerd door zowel de ouder als leerkracht en zwakker bewijs voor effecten op gedragsproblemen zoals gerapporteerd door de leerkracht. Op de lange termijn (zwak bewijs) lijkt een leerkrachttraining effectief te zijn op onoplettendheid gerapporteerd door ouders, en op hyperactiviteit en gedragsproblemen gerapporteerd door ouders. Echter, deze lange termijn effecten zijn waarschijnlijk toe te schrijven aan het oudertrainingscomponent in deze studie (Pfiffner, 2014).

De resultaten van Pieterse (2013) zijn in lijn met deze bevindingen, ook hierin worden positieve effecten gerapporteerd van multimodale programma’s op leerkrachtrapportages van ADHD en opstandig/regeloverschrijdend gedrag (niet blinde maat). Tevens laten een aantal studies een positief effect zien op sociale vaardigheden (leerkrachtrapportage; zie Pieterse, 2013).

De effectiviteit van leerkrachtinterventies bij kinderen met ADHD zijn in lijn met een meta-analyse naar de effectiviteit van leerkrachtinterventies voor de aanpak van disruptief en agressief gedrag bij kinderen (Wilson, 2007; n=399 studies bij kinderen 2-18 jaar; n=108 RCT’s) waarin positieve effecten worden gevonden van RCT’s op zowel ADHD als opstandig en agressief gedrag voor zowel universele programma’s (voor de hele klas) als programma’s specifiek voor kinderen die probleemgedrag laten zien. Er worden grotere effecten gevonden voor jongere kinderen en voor kinderen die meer probleemgedrag laten zien.

 

Jongeren 13-18 jaar

Er zijn geen studies naar leerkrachtinterventies met samples bestaande uit kinderen met ADHD >12 jaar (middelbaar onderwijs).

 

Overige uitkomstmaten

Er is één studie waarin een multimodaal programma direct vergeleken wordt met oudertraining, waaruit blijkt dat een additioneel leerkrachtprogramma effectief is op ‘niet blinde’ maten van ADHD symptomen en sociale vaardigheden bij een groep kinderen met het ADHD overwegend onoplettend type (leerkrachtrapportages; Pfiffner, 2014). Effecten van leerkrachtinterventies op schoolprestaties van kinderen met ADHD worden gevonden in een tweetal studies bij groepen kinderen met het ADHD overwegend onoplettend type op ‘niet blinde’ maten (leerkrachtrapportage; Pfiffner, 2007, 2014). Het kan echter zijn dat effecten op sociale vaardigheden en schoolprestaties verklaard kunnen worden door de vaardigheidstrainingen (zoals sociale vaardigheden, planning, organisatie en studievaardigheden) die binnen dit multimodale programma (CLAS programma) worden aangeboden aan het kind (en minder of niet door de leerkrachtinterventie).

 

Samenvatting van het aanvullend wetenschappelijk bewijs

Studies naar de effectiviteit van gedragsmatige leerkrachtinterventies bij kinderen met ADHD in de leeftijd van 6-12 jaar laten over het algemeen een positief effect zien op ADHD en opstandig gedrag op niet-blinde maten (leerkrachtrapportage). Aangezien het merendeel van de studies een multimodaal programma onderzoekt waar zowel een ouder- als leerkrachttraining een onderdeel van is, kan een ouderrapportage niet worden meegenomen als ‘blinde’ maat. Resultaten zijn in lijn met een meta-analyse naar de effectiviteit van leerkrachtinterventies voor de aanpak van agressief gedrag.

 

Kwaliteit van het bewijs

Er zijn relatief weinig studies gedaan naar gedragsmatige leerkrachttrainingen. Het gevonden bewijs varieert van (zeer) lage tot middelmatige kwaliteit. Een lagere kwaliteit is meestal als gevolg van geen/onvoldoende blindering van informanten (veelal waren leerkrachten zelf de informanten) en onnauwkeurige uitkomsten, veroorzaakt door kleine groepen onderzochte patiënten. Echter, omdat interventie-effecten over het algemeen niet generaliseren naar andere situaties (Abikoff, 2009), is het weinig aannemelijk dat de gunstige effecten die gezien worden in de klas, veroorzaakt zijn door training in de thuissituatie of dat deze generaliseren naar de thuissituatie.

Studies zijn veelal uitgevoerd bij jongens tussen de 6-12 jaar, studies bij meisjes of bij andere leeftijdsgroepen zijn afwezig. Er zijn geen studies die kijken naar moderatoren die de effectiviteit kunnen beïnvloeden waaronder kindfactoren zoals leeftijd, ernst, en aanwezigheid comorbiditeiten; leerkrachtfactoren zoals ervaring en persoonlijkheid, of interventiefactoren zoals duur en intensiteit en training leerkrachten. Als laatste is er behoefte aan onderzoek naar de vergelijking tussen universele programma’s gericht op de hele klas versus individuele programma’s. Voor de aanpak van gedragsproblemen in de klas lijkt de effectiviteit van individuele programma’s iets groter dan dat van universele programma’s (Wilson, 2007).

 

Balans tussen gewenste en ongewenste effecten

Er is geen systematisch onderzoek gedaan naar de ongewenste effecten van leerkrachttraining.

 

Patiëntenperspectief

Gezien de hoge eisen die het onderwijs aan kinderen stelt, is het niet verwonderlijk dat kinderen met ADHD juist op school problemen laten zien. De gevolgen van ADHD in de klas zijn aanzienlijk. Data uit een Amerikaanse studie laat zien dat er bij deze groep kinderen twee keer zo vaak sprake is van plaatsing in speciale klassen vergeleken met kinderen zonder ADHD, en er is drie keer zo vaak sprake van doubleren en een bijna drie maal zo grote kans op schooluitval (Barbaresi et al., 2007). Storend gedrag in de klas in combinatie met teruglopende schoolprestaties spelen dan ook vaak een doorslaggevende rol bij de aanmelding voor diagnostiek en behandeling binnen een zorginstelling. Het is niet ongewoon dat ouders in de thuissituatie minder probleemgedrag signaleren. Mogelijk is het probleemgedrag daadwerkelijk meer geprononceerd in de schoolsituatie (door de eisen die aan het kind worden gesteld) en / of wordt minder probleemgedrag gepercipieerd door ouders omdat zij zelf soortgelijk gedrag vertonen (ADHD symptomen zijn in hoge mate erfelijk). Het is essentieel dat een leerkracht handvatten krijgt aangeboden voor de aanpak van het gedrag van het kind in de klas, als alternatief voor medicatie of als stap vóórdat medicatie wordt ingezet. Hierbij is het van belang dat ouders en leerkrachten samenwerken (dit wordt gefaciliteerd in de meeste effectief bewezen multi-modale programma’s; zie Pieterse et al., 2013).

 

Professioneel perspectief/ organisatie van de zorg

Met de komst van het passend onderwijs hebben leerkrachten steeds vaker te maken met zorgleerlingen in de klas en de noodzaak van een breed behandelaanbod voor kinderen met ADHD op school en in de klas neemt dan ook toe. Adviezen over de zorg die een kind dient te krijgen op school horen een integraal onderdeel te zijn van een behandelplan voor kinderen met ADHD. Om dit behandelplan te laten slagen is een goede samenwerking tussen de jeugd GGZ/jeugdzorg en de scholen/JGZ van essentieel belang.

Het juist en volledig uitvoeren van een leerkrachttraining vraagt scholing, training en vaak ook supervisie/intervisie van behandelaren om de behandelintegriteit te garanderen. Aangezien niet bekend is welke elementen van een leerkrachttraining specifiek werkzaam zijn (wordt op dit moment onderzoek naar gedaan door het consortium ADHD en druk gedrag) is het van belang om een leerkrachttraining te gebruiken zoals het bedoeld en onderzocht is en niet slechts onderdelen te gebruiken.

Of een leerkracht besluit een interventie in te zetten en structureel toe te passen is mede afhankelijk van de verwachting over de effectiviteit en de mate van acceptatie van de interventie (Pisecco, Huzinec, & Curtis, 2001). Leerkrachten staan bijvoorbeeld positief tegenover het inzetten van gedragsmatige methodieken in de klas en dan met name de Goed Gedrag Kaart (Pisecco, 2001). De attitude ten opzichte van effectief bewezen interventies is nog niet onderzocht.

 

Middelenbeslag

Voor goede invoering en uitvoering van (zowel individuele als universele/klassenbrede) interventies en het waarborgen van behandelintegriteit, heeft de leerkracht ondersteuning nodig (bijvoorbeeld van een zorgprofessional die op de school werkt, en/of assistentie in de klas).

Door de transitie Jeugdzorg is het voor scholen op dit moment lastig in te schatten welke middelen ingezet kunnen en moeten worden voor de aanpak van ADHD problemen in de klas (zorggelden of onderwijsgelden).

 

Maatschappelijk perspectief

In de afgelopen jaren hebben de brede maatschappelijke discussie over het gebruik van medicatie van kinderen met ADHD en de transitie Jeugdzorg ertoe geleid dat de noodzaak van de beschikbaarheid van effectieve niet-medicamenteuze behandelingen is toegenomen. Tegelijkertijd zijn de middelen om deze ook daadwerkelijk te ontwikkelen en in te zetten drastisch ingeperkt. Voor veel scholen is het behandelaanbod van effectief bewezen interventies zeer beperkt. Dit kan mede bijdragen aan het voorschrijven van medicatie, terwijl een leerkrachttraining geïndiceerd is. Ook kunnen de schaarse middelen ertoe leiden dat losse (niet effectief bewezen) strategieën worden ingezet of dat de interventies door niet voldoende geschoolde professionals worden uitgevoerd. Dit kan ten koste gaan van de effectiviteit van de interventies.

Onderbouwing

Voor kinderen en jongeren met ADHD is het van wezenlijk belang dat de omgeving waarin ze opgroeien zo optimaal mogelijk is afgestemd op hun sterke en zwakke kanten. Het is daarom niet verwonderlijk dat begeleiding en training van belangrijke volwassenen, zoals ouders en leerkrachten, belangrijke onderdelen zijn van vrijwel iedere behandeling van kinderen met ADHD.

 

Huidige praktijk

Leerkrachten hebben over het algemeen behoefte aan extra ondersteuning in het lesgeven aan leerlingen met ADHD (symptomen). Op scholen in Nederland bestaan echter grote verschillen in het aanbod van interventies voor kinderen met ADHD, waarbij maar een deel van de scholen zelf beschikt over een behandelaanbod. Scholen met een behandelaanbod maken veel gebruik van (zelf ontwikkelde) strategieën om, onder andere, antecedenten van gedrag te beïnvloeden (bijv. bieden van structuur) en om gevolgen van gedrag te veranderen (bijv. door middel van een beloningssysteem). Deze strategieën zijn veelal niet op effectiviteit onderzocht.

Voor kinderen met ADHD die belemmeringen ervaren in de klas zijn er in Nederland een aantal effectief-bewezen gedragstherapeutische programma’s beschikbaar voor leerkrachten, waaronder een generiek programma dat gericht is op het reduceren van gedragsproblemen: Taakspel, en een (zelfhulp) programma specifiek gericht op ADHD (symptomen) in de klas: Druk in de Klas. Dit laatste programma bestaat uit een manual en online ondersteuning waarbij de leerkracht zelfstandig aan de slag kan met het beïnvloeden van antecedenten en veranderen van gevolgen van gedrag (Veenman, 2016).

Op dit moment is nog niet onderzocht in welke mate deze interventies worden ingezet op scholen. Resultaten van de voorstudie ’Effectief werken in de Jeugdsector’ van het consortium ADHD en druk gedrag in opdracht van ZonMW (n=79 scholen) laat zien dat maar 50% van de scholen een behandelaanbod heeft voor kinderen met ADHD en maar 18% van de scholen aangeeft een effectief bewezen interventie in te zetten. Daarbij is de vraag in hoeverre leerkrachten de kennis en expertise hebben om deze interventies op een juiste manier te implementeren (Arcia et al., 2000).

 

Definitie en doel van de interventie / het instrument / de organisatievorm

In een training voor leerkrachten wordt leerkrachten gedragstherapeutische vaardigheden aangeleerd die zij in de klas kunnen toepassen, om zo het gedrag van hun leerling te beïnvloeden. In de meeste programma’s krijgen leerkrachten psycho-educatie en leren ze antecedenten en gevolgen van gedrag te identificeren en te manipuleren, probleemgedrag te monitoren, gewenst gedrag te versterken door middel van prijzen, positieve aandacht en beloningen, en ongewenst gedrag te verminderen door middel van negeren, time-out en andere, niet-fysieke, disciplineringsmaatregelen.

Organisation/School-based was compared to waitlist/usual care and non-specific supportive therapy, and Parent/family training & Organisation/school based was compared to waitlist/usual care.

 

Organisation/School-based vs waitlist/usual care

The comparison consisted of eight studies. (Fabiano, 2010; Evans, 2011; Evans, 2016; Langberg, 2008; Langberg, 2012; Abikoff, 2013; Iseman, 2011; Schramm, 2016)

No evidence was identified for quality of life, clinical global impression scale, discontinuation due to side effects, serious adverse events, minor adverse events and emotional dysregulation.

There were no clinically important benefits for ADHD symptoms total (PT teacher rated; 1 study very low quality), ADHD symptoms inattention (PT parent rated; 4 studies low to moderate quality) (FU parent rated; 1 study high quality) (PT teacher rated; 3 studies high quality) (FU teacher rated; 1 study high quality), ADHD symptoms hyperactivity (PT parent rated; 4 studies very low to high quality) (PT teacher rated; 3 studies high quality) (FU parent rated; 1 study high quality) (FU teacher rated; 1 study high quality), behavioural outcomes (PT parent rated; 2 studies high quality) (FU parent rated; 1 study high quality) (PT teacher rated; 3 studies high quality) (FU teacher rated; 1 study high quality), academic literacy outcomes (PT; 1 study very low quality), academic outcomes (FU teacher rated; 1 study high quality) (PT teacher rated; 1 study high quality), academic numeracy outcomes (PT; 3 studies very low quality) (during intervention; 1 study very low quality) and academic performance (PT parent rated; 1 study very low quality) (PT; 1 study low quality).

 

Parent/family training & Organisation/school based vs Waitlist/usual care

The comparison consisted of two studies. (Anon, 1999 and Jensen 2007 (MTA study); Evans, 2014)

No evidence was identified for quality of life, clinical global impression scale, discontinuation due to side effects, serious adverse events and minor adverse events.

There were no clinically important benefits for ADHD symptoms total (FU parent rated; 1 study moderate quality), ADHD symptoms inattention (PT parent rated; 2 studies moderate quality) (PT teacher rated; 1 study low quality), ADHD symptoms hyperactivity (PT parent rated; 2 studies high quality) (PT teacher rated; 1 study low quality), behavioural outcomes (PT parent rated; 1 study moderate quality) (PT teacher rated; 1 study low quality) (PT classroom observer; 1 study very low quality), emotional dysregulation (PT parent rated; 1 study low quality) (PT teacher rated; 1 study very low quality), academic literacy outcomes (PT; 1 study moderate quality) (FU; 1 study moderate quality), academic numeracy outcomes (PT; 1 study moderate quality) and academic performance (PT teacher rated; 1 study low quality).

There was a clinically important harm for ADHD symptoms hyperactivity (PT classroom observer; 1 study very low quality).

 

Organisation/School-based vs Non-specific supportive therapy

The comparison consisted of one study. (Molina, 2008)

No evidence was identified for quality of life, ADHD symptoms total, ADHD symptoms inattention, ADHD symptoms hyperactivity, clinical global impression scale, discontinuation due to side effects, serious adverse events, minor adverse events, literacy outcomes and numeracy outcomes.

There was a clinically important benefit for function/behaviour (PT adolescent rated; 1 study very low quality).

There was no clinically important benefit for emotional dysregulation (PT adolescent rated; 1 study very low quality).

Om een antwoord te krijgen op deze en andere uitgangsvragen (combinatiebehandeling en farmacologische behandeling) is er een reviewprotocol opgesteld en is de volgende PICO voor het literatuuronderzoek geformuleerd:

 

P: Kinderen met ADHD

I: CGT, DBT, psycho-educatie, Cognitieve trainingen (aandacht, werkgeheugen, EF), neurofeedback, ontspanningstechnieken, planning- en organisatietrainingen of arbeid gerelateerde interventies, interventies ter verbetering van de slaap, bewegingsinterventie, non-specific supportive therapy (NSST))

C: Alle interventies beschreven bij ‘I’, gebruikelijke zorg (treatment as usual; TAU) of schijnbehandeling (Sham treatment)

O: Kritische: ADHD klachten, kwaliteit van leven; Belangrijk: stoppen met de behandeling, ernstige bijwerkingen, gedrag, academische uitkomsten of emotionele ontregeling.

 

NICE richtlijn ADHD

Voor het beantwoorden van de uitgangsvragen voor deze richtlijnmodule heeft het Trimbos-instituut in samenwerking met de Royal College of Physicians (RCP) een systematische review uitgevoerd. De review is tevens bedoeld om de NICE richtlijn ADHD (NICE 2017) te updaten. Omdat voor sommige interventies de NICE evidentie voor de praktijk onvoldoende informatief wordt geacht, is aanvullende literatuur gebruikt en zijn aanvullende post-hoc analyses gedaan. Deze worden in de overige overwegingen van de modules beschreven.

 

Relevante uitkomstmaten

In de NICE reviews werden kwaliteit van leven, ADHD totale symptomen en globale ernst van de aandoening, gemeten met de Clinical Global Impressions scale, improvement version (CGI-I), gekozen als kritieke uitkomstmaten voor de besluitvorming. Ernstige bijwerkingen, gedragsproblemen, emotionele ontregeling, academische uitkomsten, misbruik van middelen en automutilatie werden gekozen als belangrijke uitkomstmaten voor de besluitvorming.

De werkgroep van deze richtlijnmodule (niet-medicamenteuze behandeling) hanteerde dezelfde uitkomstmaten met uitsluiting van misbruik van middelen en automutilatie en heeft bepaald dat gedragsproblemen en academische uitkomsten in de Nederlandse richtlijn ook als kritisch worden beschouwd.

 

Zoeken en selecteren (Methode)

Voor de review zijn er zoekstrategieën verricht in Medline (OVID), Embase (OVID), Cochrane Library (Wiley) en PsycINFO (ProQuest) met brede zoektermen tot aan 28 april 2017 gezocht naar RCT’s en systematische reviews van RCT’s.

Het literatuuronderzoek leverde 9054 treffers op (inclusief studies voor kinderen). Studies werden geselecteerd op grond van de volgende selectiecriteria: geblindeerde RCT’s, ADHD diagnose gebaseerd op de DSM-III of ICD-9 of een latere versie en de in de PICO beschreven interventies. Crossover trials werden geëxcludeerd. Op basis van titel en abstract werden in eerste instantie 297 artikelen voorgeselecteerd.

Tijdens de full tekst selectie zijn er 4 studies geïncludeerd voor de onder de 5 jaar categorie en 48 studies van 5 tot 18 jaar. De evidence tabellen van de studies, de forest-plots en GRADE tabellen staan op de website van NICE (https://www.nice.org.uk/guidance/ng87/evidence).

 

In 53 studies werd de effectiviteit van non-farmacologische behandeling onderzocht. De volgende vergelijkingen werden gemaakt:

Onder de 5 jaar

  • 4 RCTS vergeleken Oudertraining met WL/TAU 5-18 jaar
  • 2 RCTs vergeleken psycho-educatie met WL/TAU
  • 14 RCTS vergeleken oudertraining met WL/TAU
  • 1 RCT vergeleek oudertraining met psycho-educatie
  • 1 RCT vergeleek oudertraining met ontspanningstechnieken en met een combinatie van de twee interventies
  • 8 RCTs vergeleken planning- en organisatietraining/school-based training met waitlist/usual care
  • 1 RCT vergeleek planning- en organisatietraining/school-based training met NSST
  • 2 RCTs vergeleken een combinatie van met planning- en organisatietraining/school-based training en oudertraining met WL/TAU
  • 5 RCTs vergeleken cognitieve training met WL/TAU
  • 2 RCTs vergeleken cognitieve training met neurofeedback en met WL/TAU
  • 1 RCT vergeleek neurofeedback met cognitieve training
  • 2 RCTs vergeleken neurofeedback met sham
  • 1 RCT vergeleek neurofeedback met WL/TAU
  • 1 RCT vergeleek neurofeedback met psycho-educatie
  • 1 RCT vergeleek neurofeedback met bewegingsinterventie
  • 1 RCT vergeleek CBT/DBT met NSST
  • 1 RCT vergeleek met ontspanningstechnieken met WL/TAU
  • 1 RCT vergeleek oudertraining en ontspanningstechnieken met ontspanningstechnieken
  • 1 RCT vergeleek een bewegingsinterventie met WL/TAU
  • 1 RCT vergeleek cognitieve training en een bewegingsinterventie met WL/TAU
  • 1 RCT vergeleek cognitieve training en oudertraining met cognitieve training
  1. Anon 14-month randomized clinical trial of treatment strategies for attention-deficit/hyperactivity disorder. The MTA Cooperative Group. Multimodal Treatment Study of Children with ADHD. Archives of General Psychiatry. 1999; 56(12):1073-1086
  2. Abikoff H, Gallagher R, Wells KC, Murray DW, Huang L, Lu F et al. Remediating organizational functioning in children with ADHD: immediate and long-term effects from a randomized controlled trial. Journal of Consulting and Clinical Psychology. 2013; 81(1):113-128
  3. Abikoff HB, Thompson M, Laver-Bradbury C, Long N, Forehand RL, Miller Brotman L et al. Parent training for preschool ADHD: a randomized controlled trial of specialized and generic programs. Journal of Child Psychology and Psychiatry and Allied Disciplines. 2015; 56(6):618-631
  4. Abikoff, H. (2009). adhd psychosocial treatments: generalization reconsidered. Journal of Attention Disorders, 13, 207-210.
  5. Ahmed GM, Mohamed S. Effect of regular aerobic exercises on behavioral, cognitive and psychological response in patients with attention deficit-hyperactivity disorder. Life Science Journal. 2011; 8(2):366-371
  6. Arcia E, Frank R, Sánchez-LaCay A, Fernández MC. Teacher understanding of ADHD as reflected in attributions and classroom strategies. J Atten Disord. 2000; 4: 91–101.
  7. Arns M, Conners CK, Kraemer HC (2013). A decade of EEG theta/beta ratio research in ADHD: a meta-analysis. J Atten Disord;17: 374-383.
  8. Au A, Lau KM, Wong AHC, Lam C, Leung C, Lau J et al. The efficacy of a group Triple P (positive parenting program) for Chinese parents with a child diagnosed with ADHD in Hong Kong: A pilot randomised controlled study. Australian Psychologist. 2014; 49(3):151-162
  9. Barbaresi WJ, Katusic SK, Colligan RC, Weaver AL, Jacobsen SJ. (2007). Long-term school outcomes for children with attention-deficit/hyperactivity disorder: a population-based perspective. Journal of Developmental and Behavioural Pediatrics, 28, 265-73.
  10. Bink M, Bongers IL, Popma A, Janssen TW, van Nieuwenhuizen C. 1-year follow-up of neurofeedback treatment in adolescents with attention-deficit hyperactivity disorder: randomised controlled trial. BJPsych Open. 2016; 2(2):107-115
  11. Bor W, Sanders MR, Markie-Dadds C. The effects of the Triple P-Positive Parenting Program on preschool children with co-occurring disruptive behavior and attentional/hyperactive difficulties. Journal of Abnormal Child Psychology. 2002; 30(6):571-587
  12. Boyer B., Kuin M., Van der Oord S. (2013). Zelf Plannen Trainershandleiding. Lannoo.
  13. Chacko A, Bedard AV, Marks D, Gopalan G, Feirsen N, Uderman J, Chimiklis A, Heber E, Cornwell M, Anderson L, Zwilling A, Ramon M. Sequenced neurocognitive and behavioral parent training for the treatment of ADHD in school-age children. Child Neuropsychol. 2017 Feb 23:1-24. doi: 10.1080/09297049.2017.1282450.
  14. Chacko A, Wymbs BT, Wymbs FA, Pelham WE, Swanger-Gagne MS, Girio E et al. Enhancing traditional behavioral parent training for single mothers of children with ADHD. Journal of Clinical Child and Adolescent Psychology. 2009; 38(2):206-218
  15. Chan, E., Fogler, J. M., & Hammerness, P. G. (2016). Treatment of Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder in Adolescents: A Systematic Review. JAMA, 315, 1997-2008.
  16. Christiansen H, Reh V, Schmidt MH, Rief W. Slow cortical potential neurofeedback and self-management training in outpatient care for children with ADHD: study protocol and first preliminary results of a randomized controlled trial. Frontiers in Human Neuroscience. 2014; 8:943
  17. Corkum P, Rimer P, Schachar R (1999). Parental knowledge of attention-deficit hyperactivity disorder and opinions of treatment options: impact on enrollment and adherence to a 12-month treatment trial. Can J Psychiatry; 44(10):1043-8.
  18. Cortese S, Ferrin M, Brandeis D, Buitelaar J, Daley D, Dittmann RW, Holtmann M, Santosh P, Stevenson J, Stringaris A, Zuddas A, Sonuga-Barke EJ; European ADHD Guidelines Group (EAGG). Cognitive training for attention-deficit/hyperactivity disorder: meta-analysis of clinical and neuropsychological outcomes from randomized controlled trials. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry. 2015 Mar;54(3):164-74.
  19. Cortese et al. (2016). J Am Acad Child Adolesc Psychiatry 2016;55(6):444–455.
  20. Daley D, Van Der Oord S, Ferrin M, Cortese S, Danckaerts M, Doepfner M, Van den Hoofdakker BJ, Coghill D, Thompson M, Asherson P, Banaschewski T, Brandeis D, Buitelaar J, Dittmann RW, Hollis C, Holtmann M, Konofal E, Lecendreux M, Rothenberger A, Santosh P, Simonoff E, Soutullo C, Steinhausen HC, Stringaris A, Taylor E, Wong ICK, Zuddas A, Sonuga-Barke EJ (2017). Practitioner Review: Current best practice in the use of parent training and other behavioural interventions in the treatment of children and adolescents with attention deficit hyperactivity disorder. J Child Psychol Psychiatry; doi: 10.1111/jcpp.12825. [Epub ahead of print]
  21. Daley, D., Oord, S. van der, Ferrin, M., Danckaerts, M., Doepfner, M., Cortese, S., & Sonuga-Barke, E.J. (2014). Behavioral interventions in attention-deficit/hyperactivity disorder: A meta-analysis of randomized controlled trials across multiple outcome domains. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 53 (8): 835-847.
  22. Daley D, O'Brien M. A small-scale randomized controlled trial of the self-help version of the New Forest Parent Training Programme for children with ADHD symptoms. European Child and Adolescent Psychiatry. 2013; 22(9):543-552.
  23. Dovis S., Van der Oord S., Wiers R., Prins P.# (2015). Improving Executive Functioning in Children with ADHD: Training Multiple Executive Functions within the Context of a Computer Game. A randomized double-blind placebo controlled trial. PLoS One, 10(4), art.nr. e0121651.
  24. Egeland J, Aarlien AK, Saunes BK. Few effects of far transfer of working memory training in ADHD: a randomized controlled trial. PloS One. 2013; 8(10):e75660
  25. Evans SW, Langberg JM, Schultz BK, Vaughn A, Altaye M, Marshall SA et al. Evaluation of a school-based treatment program for young adolescents with ADHD. Journal of Consulting and Clinical Psychology. 2016; 84(1):15-30
  26. Evans SW, Schultz BK, DeMars CE. High school-based treatment for adolescents with attention-deficit/hyperactivity disorder: Results from a pilot study examining outcomes and dosage. School Psychology Review. 2014; 43(2):185-202
  27. Evans SW, Schultz BK, Demars CE, Davis H. Effectiveness of the Challenging Horizons After-School Program for young adolescents with ADHD. Behavioural and Cognitive Psychotherapy. 2011; 42(3):462-474
  28. Fabiano GA, Pelham WE, Cunningham CE, Yu J, Gangloff B, Buck M et al. A waitlist-controlled trial of behavioral parent training for fathers of children with ADHD. Journal of Clinical Child and Adolescent Psychology. 2012; 41(3):337-345
  29. Fabiano GA, Vujnovic RK, Pelham WE, Waschbusch DA, Massetti GM, Pariseau ME et al. Enhancing the effectiveness of special education programming for children with attention deficit hyperactivity disorder using a daily report card. School Psychology Review. 2010; 39(2):219-239
  30. Fehlings DL, Roberts W, Humphries T, Dawe G. Attention deficit hyperactivity disorder: does cognitive behavioral therapy improve home behavior? Journal of Developmental and Behavioral Pediatrics. 1991; 12(4):223-228
  31. Ferrin M, Perez-Ayala V, El-Abd S, Lax-Pericall T, Jacobs B, Bilbow A et al. A randomized controlled trial evaluating the efficacy of a psychoeducation program for families of children and adolescents with ADHD in the United Kingdom: results after a 6-month follow-up. Journal of Attention Disorders. 2016; Epublication
  32. Geladé, K., Janssen, T.W., Bink, M., van Mourik, R., Maras, A., Oosterlaan, J. (2016). Behavioral Effects of Neurofeedback Compared to Stimulants and Physical Activity in Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder: A Randomized Controlled Trial. The Journal of Clinical Psychiatry. 10.4088/JCP.15m10149
  33. Gevensleben H, Holl B, Albrecht B, Vogel C, Schlamp D, Kratz O et al. Is neurofeedback an efficacious treatment for ADHD? A randomised controlled clinical trial. Journal of child psychology and psychiatry, and allied disciplines. 2009; 50(7):780-789
  34. Handen BL, Aman MG, Arnold LE, Hyman SL, Tumuluru RV, Lecavalier L et al. Atomoxetine, parent training, and their combination in children with autism spectrum disorder and attention-deficit/hyperactivity disorder. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry. 2015; 54(11):905-915
  35. Heinrich H, Gevensleben H, Freisleder FJ, Moll GH, Rothenberger A. Training of slow cortical potentials in attention-deficit/hyperactivity disorder: evidence for positive behavioral and neurophysiological effects. Biol Psychiatry. 2004;55:772-775.
  36. Hinfelaar, M. L., Verheijden, A. E., & Prins, P. J. M. (2011). ‘adhd, wat kan de juf (m/v) er mee?’ Een onderzoek naar de effectiviteit van een leerkrachttraining. Kind & Adolescent, 32, 66-83.
  37. Hoath F, Sanders M. A feasibility study of enhanced group Triple P - Positive Parenting Program for parents of children with attention-deficit/hyperactivity disorder. Behavioural Change. 2002; 2002(4):191-206
  38. Horn WF, Ialongo NS, Greenberg G, Packard T, Smith-Winberry C. Additive effect of behavioral parent training and self-control therapy with attention deficit hyperactivity disordered children. Journal of Clinical Child Psychology. 1990; 19:98-110
  39. Iseman JS, Naglieri JA. A cognitive strategy instruction to improve math calculation for children with ADHD and LD: a randomized controlled study. Journal of Learning Disabilities. 2011; 44(2):184-195
  40. Jensen PS, Arnold LE, Swanson JM, Vitiello B, Abikoff HB, Greenhill LL et al. 3-Year follow-up of the NIMH MTA study. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry. 2007; 46(8):989-1002
  41. Kaminski, J.W., Valle, L.A., Filene, J.H., & Boyle, C.L. (2008). A meta-analytic review of components associated with parent training program effectiveness. Journal of Abnormal Child Psychology; 36, 567–589
  42. Kermani F, Mohammadi MR, Yadegari F, Haresabadi F, Sadeghi SM. Working memory training in the form of structured games in children with attention deficit hyperactivity disorder. Iranian Journal of Psychiatry. 2016; 11(4):224-233
  43. Koerting J, Smith E, Knowles MM, Latter S, Elsey H, McCann DC, Thompson M, Sonuga-Barke EJ (2013). Barriers to, and facilitators of, parenting programmes for childhood behaviour problems: a qualitative synthesis of studies of parents' and professionals' perceptions. Eur Child Adolesc Psychiatry; 22(11):653-70.
  44. Langberg JM, Epstein JN, Becker SP, Girio-Herrera E, Vaughn AJ. Evaluation of the homework, organization, and planning skills (HOPS) intervention for middle school students with ADHD as implemented by school mental health providers. School of Psychology Review. 2012; 41(3):342-364
  45. Langberg JM, Epstein JN, Urbanowicz CM, Simon JO, Graham AJ. Efficacy of an organization skills intervention to improve the academic functioning of students with attention-deficit/hyperactivity disorder. School Psychology Quarterly. 2008; 23(3):407-417
  46. Lansbergen MM, van Dongen-Boomsma M, Buitelaar JK, Slaats-Willemse D. ADHD and EEG-neurofeedback: a double-blind randomized placebo-controlled feasibility study. Journal of Neural Transmission. 2011; 118(2):275-284
  47. Looyeh MY, Kamali K, Shafieian R. An exploratory study of the effectiveness of group narrative therapy on the school behavior of girls with attention-deficit/hyperactivity symptoms. Archives of Psychiatric Nursing. 2012; 26(5):404-410
  48. Martinussen, R., Hayden, J., Hogg-Johnson, S., & Tannock, R. (2005). A meta-analysis of working memory impairments in children with Attention-Deficit/ Hyperactivity Disorder. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 44(4), 377-384.
  49. Matos M, Bauermeister JJ, Bernal G. Parent-child interaction therapy for Puerto Rican preschool children with ADHD and behavior problems: a pilot efficacy study. Family Process. 2009; 48(2):232-252
  50. Merrill BM, Morrow AS, Altszuler AR, Macphee FL, Gnagy EM, Greiner AR et al. Improving homework performance among children with ADHD: a randomized clinical trial. Journal of Consulting and Clinical Psychology. 2017; 85(2):111-122
  51. Miranda, A., Presentacion, M. J., & Soriano, M. (2002). Effectiveness of a school-based multicomponent program for the treatment of children with adhd. Journal of Learning Disabilities, 35, 546-562.
  52. Molina BS, Flory K, Bukstein OG, Greiner AR, Baker JL, Krug V et al. Feasibility and preliminary efficacy of an after-school program for middle schoolers with ADHD: a randomized trial in a large public middle school. Journal of Attention Disorders. 2008; 12(3):207-217
  53. Montoya A, Colom F, Ferrin M (2011). Is psychoeducation for parents and teachers of children and adolescents with ADHD efficacious? A systematic literature review. Eur Psychiatry; 26(3):166-75.
  54. Moretti-Altuna GE. The effects of meditation versus medication in the treatment of attention deficit disorder with hyperactivity. New York. St. John's University. 1987
  55. Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (2013). Richtlijn oppositioneel-opstandige stoornis (ODD) en gedragsstoornis.
  56. NICE guideline (2013). Antisocial behaviour and conduct disorders in children and young people: recognition and management.
  57. Ostberg M, Rydell AM. An efficacy study of a combined parent and teacher management training programme for children with ADHD. Nordic Journal of Psychiatry. 2012; 66(2):123-130
  58. Pieterse, K., Luman, M., Paternotte, A., & Oosterlaan, J. (2013). Leerkrachtinterventies voor de aanpak van ADHD in de klas. Een overzicht van effectstudies. Kind en Adolescent, 34, 2-29. DOI: 10.1007/s12453-013-0001-4
  59. Pieterse, Phillips B, Ball C, Sackett D, et al. (2015). OxfordCentre for Evidence-Based Medicine: levels of evidence. http://www.cebm.net/oxford-centre-evidence- based-medicine-levels-evidence-march-2009/. AccessedSeptember1.
  60. Pisecco, S., Huzinec, C., & Curtis, D. (2001). The effect of child characteristics on teachers’ acceptability of classroom-based behavioral strategies and psychostimulant medication for the treatment of adhd. Journal of Clinical Child & Adolescent Psychology, 30,413-421
  61. Pfiffner LJ, Hinshaw SP, Owens E, Zalecki C, Kaiser NM, Villodas M et al. A two-site randomized clinical trial of integrated psychosocial treatment for ADHD-inattentive type. Journal of Consulting and Clinical Psychology. 2014; 82(6):1115-1127
  62. Pfiffner LJ, Yee Mikami A, Huang-Pollock C, Easterlin B, Zalecki C, McBurnett K. A randomized, controlled trial of integrated home-school behavioral treatment for ADHD, predominantly inattentive type. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry. 2007; 46(8):1041-1050
  63. Power TJ, Mautone JA, Soffer SL, Clarke AT, Marshall SA, Sharman J et al. A family-school intervention for children with ADHD: results of a randomized clinical trial. Journal of Consulting and Clinical Psychology. 2012; 80(4):611-623
  64. Rabiner DL, Murray DW, Skinner AT, Malone PS. A randomized trial of two promising computer-based interventions for students with attention difficulties. Journal of Abnormal Child Psychology. 2010; 38(1):131-142
  65. Schramm SA, Hennig T, Linderkamp F. Training problem solving and organizational skills in adolescents with attention-deficit/hyperactivity disorder: A randomized controlled trial. Journal of Cognitive Education and Psychology. 2016; 15(3):391-411
  66. Sibley MH, Graziano PA, Kuriyan AB, Coxe S, Pelham WE, Rodriguez L et al. Parent-teen behavior therapy + motivational interviewing for adolescents with ADHD. Journal of Consulting and Clinical Psychology. 2016; 84(8):699-712
  67. Sibley MH, Pelham Jr WE, Derefinko KJ, Kuriyan AB, Sanchez F, Graziano PA. A pilot trial of supporting teens' academic needs daily (STAND): A parent-adolescent collaborative intervention for ADHD. Journal of Psychopathology and Behavioral Assessment. 2013; 35(4):436-449
  68. Sonuga-Barke EJS, Barton J, Daley D, Hutchings J, Maishman T, Raftery J, Stanton L, Laver-Bradbury C, Chorozoglou M, Coghill D, Little L, Ruddock M, Radford M, Yao GL, Lee L, Gould L, Shipway L, Markomichali P, McGuirk J, Lowe M, Perez E, Lockwood J, Thompson MJJ (2017). A comparison of the clinical effectiveness and cost of specialised individually delivered parent training for preschool attention-deficit/hyperactivity disorder and a generic, group-based programme: a multi-centre, randomised controlled trial of the New Forest Parenting Programmeversus Incredible Years. Eur Child Adolesc Psychiatry; doi:10.1007/s00787-017-1054-3. [Epub ahead of print]
  69. Wymbs FA, Cunningham CE, Chen Y, Rimas HM, Deal K, Waschbusch DA, Pelham WE Jr (2016). Examining Parents' Preferences for Group and Individual Parent Training for Children with ADHD Symptoms. J Clin Child Adolesc Psychol; 45(5):614-631.
  70. Steiner NJ, Frenette EC, Rene KM, Brennan RT, Perrin EC. In-school neurofeedback training for ADHD: Sustained improvements from a randomized control trial. Pediatrics. 2014; 133(3):483-492
  71. Steiner NJ, Sheldrick RC, Gotthelf D, Perrin EC. Computer-based attention training in the schools for children with attention deficit/hyperactivity disorder: a preliminary trial. Clinical Pediatrics. 2011; 50(7):615-622
  72. Strehl, U. et al. (2017). Neurofeedback of Slow Cortical Potentials in Children with Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder: A Multicenter Randomized Trial Controlling for Unspecific Effects. Front Hum Neurosci. 2017;11:135. doi: 10.3389/fnhum.2017.00135.
  73. Tamm L, Epstein JN, Peugh JL, Nakonezny PA, Hughes CW. Preliminary data suggesting the efficacy of attention training for school-aged children with ADHD. Developmental Cognitive Neuroscience. 2013; 4:16-28
  74. Thompson MJ, Laver-Bradbury C, Ayres M, Le PE, Mead S, Dodds C et al. A small-scale randomized controlled trial of the revised new forest parenting programme for preschoolers with attention deficit hyperactivity disorder. European Child and Adolescent Psychiatry. 2009; 18(10):605-616
  75. Van den Hoofdakker BJ, van dV, Sytema S, Emmelkamp PMG, Minderaa RB, Nauta MH. Effectiveness of behavioral parent training for children with ADHD in routine clinical practice: A randomized controlled study. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry. 2007; 46(10):1263-1271
  76. Van der Oord S, Ponsioen AJ, Geurts HM, Ten Brink EL, Prins PJ. A pilot study of the efficacy of a computerized executive functioning remediation training with game elements for children with ADHD in an outpatient setting: outcome on parent- and teacher-rated executive functioning and ADHD behavior. Journal of Attention Disorders. 2014; 18(8):699-712
  77. Van Dongen-Boomsma M, Vollebregt MA, Slaats-Willemse D, Buitelaar JK. A randomized placebo-controlled trial of electroencephalographic (EEG) neurofeedback in children with attention-deficit/hyperactivity disorder. Journal of Clinical Psychiatry. 2013; 74(8):821-827
  78. Veenman, B. Y., Luman, M., & Oosterlaan, J. (2016). A Randomized Effectiveness Trial of a Behavioral Teacher Program Targeting ADHD Symptoms. Journal of Attention Disorders. DOI: 10.1177/1087054716658124
  79. Vernon, D., Frick, A., Gruzelier, J. (2004). Neurofeedback as a treatment for ADHD: a methodological review with implications for future research. J Neurother;8:53-82.
  80. Webster-Stratton CH, Reid MJ, Beauchaine T. Combining parent and child training for young children with ADHD. Journal of Clinical Child and Adolescent Psychology. 2011; 40(2):191-203
  81. Willcutt, E. G., Doyle, A. E., Nigg, J. T., Faraone, S. V., & Pennington, B. F. (2005). Validity of the executive function theory of attention-deficit/hyperactivity disorder: a meta-analytic review. Biological Psychiatry, 57(11), 1336–46.
  82. Wilson, S. J. and Lipsey, M. W. (2007). School-Based Interventions for Aggressive and Disruptive Behavior: Update of a Meta-Analysis. American Journal of Preventive Medicine, 33 (2 Suppl): S130–S143.

De evidence tabellen, GRADE tabellen en forest plots voor deze module zijn online beschikbaar op https://www.nice.org.uk/guidance/ng87/evidence.

Autorisatiedatum en geldigheid

Laatst beoordeeld  : 01-06-2018

Laatst geautoriseerd  : 01-06-2018

Geplande herbeoordeling  :

De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz  zijn regiehouder van deze richtlijnmodules en eerstverantwoordelijke op het gebied van de actualiteitsbeoordeling van de richtlijnmodules. De andere deelnemende wetenschappelijke verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de regiehouder over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied.

 

Voor het beoordelen van de actualiteit van deze richtlijnmodules is de werkgroep niet in stand gehouden. Uiterlijk in 2023 bepaalt het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie of de modules nog actueel zijn. Op modulair niveau is een onderhoudsplan beschreven. Bij het opstellen van de richtlijnmodules heeft de werkgroep per module een inschatting gemaakt over de maximale termijn waarop herbeoordeling moet plaatsvinden en eventuele aandachtspunten geformuleerd die van belang zijn bij een toekomstige herziening (update). De geldigheid van de richtlijnmodules komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten.

Initiatief en autorisatie

Initiatief:
  • Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
Geautoriseerd door:
  • Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie

Algemene gegevens

De ontwikkeling van de modules screening, diagnostiek, monitoring en medicamenteuze behandeling bij kinderen en jongeren met ADHD werd ondersteund door het Kennisinstituut van Medisch Specialisten (www.kennisinstituut.nl) en werd gefinancierd uit de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De ontwikkeling van de modules niet-farmacologische behandeling en combinatiebehandeling voor kinderen, jongeren en volwassenen, werd ondersteund door het Trimbosinstituut en gefinancierd vanuit Het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz.

Doel en doelgroep

Doel

Aanbevelingen formuleren voor de diagnostiek en behandeling bij kinderen, jongeren en volwassenen met ADHD.

 

Doelgroep

Psychiaters, kinder- en jeugdartsen, psychologen, huisartsen, vaktherapeuten, verpleegkundigen en verzorgenden.

Samenstelling werkgroep

Deze richtlijnmodules zijn ontwikkeld als onderdeel van een project voor het ontwikkelen van de zorgstandaard ADHD. Dit project waarin de zorgstandaard is ontwikkeld is begeleid door het Trimbos instituut. Voor het ontwikkelen van de zorgstandaard is in 2016 een multidisciplinaire werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van alle relevante specialismen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met ADHD te maken hebben. Deze werkgroep heeft parallel aan de zorgstandaard ook de richtlijnmodules ontwikkeld.

 

De werkgroepleden zijn door hun beroepsverenigingen gemandateerd voor deelname.

  • prof. dr. W.A. Nolen, psychiater, NVvP (voorzitter)
  • P.J. Carpentier, psychiater, NVvP
  • B. Levelink, kinderarts, NVK
  • R. R. Pereira, kinderarts, Impuls en woordblindheid
  • S.J.M. Schrevel, patiëntvertegenwoordiger, Impuls en woordblindheid
  • L. Singor, oudervertegenwoordiger, Balans
  • S. van Manen, huisarts, NHG
  • W. Göttgens-Jansen, apotheker, KNMP
  • B.J. van den Hoofdakker, klinisch psycholoog, NIP
  • G. van de Loo-Neus, kinder- en jeugdpsychiater, NVvP
  • G. Jol-Rikkers, jeugdarts, AJN
  • M. Broekhuizen, LVVP
  • A. Driessen, V&VN
  • I. de Noord, VVGN

Belangenverklaringen

De KNMG-Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling” is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatie management, kennisvalorisatie) hebben gehad. Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met evt. belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten.

 

Werkgroeplid

Functie

Nevenfuncties

Gemelde belangen

Ondernomen actie

Driessen

 

 

Jeugdverpleegkundige

V&VN - vakgroep Jeugd

 

geen

Levelink

 

Kinderarts sociale pediatrie, GGZ De Mutsaersstichting en   Kinderrevalidatiecentrum Adelante;  promotieonderzoek mbt ADHD bij vakgroep kindergeneeskunde van het UMC Maastricht.

geen

Zitting in de werkgroep gepaste zorg van het Ministerie van Volksgezondheid icm onderwijs

geen

van den Hoofdakker

Klinisch psycholoog/ gedragstherapeut polikliniek kinder- en jeugdpsychiatrie, Accare Universitair Centrum Groningen (25%)
Senior onderzoeker -Accare Universitair Centrum Groningen (45%)

geen

-Research grants: ZonMw, NWO, UMCG. Participatie in onderzoeksgroepen met subsidies van ZonMw, NWO, Accare, gemeentes, Shire
Projectleider Consortium ADHD en druk gedrag (subsidie ZonMw) Hoofdaanvrager Academische Werkplaats ADHD en druk gedrag (subsidie ZonMw)

-(Mede) ontwikkelaar van oudertrainingsprogramma voor ouders van kinderen met ADHD en gedragsproblemen (BPTG), zonder financiële belangen.

-(Mede) redacteur van het boekje "Sociaal onhandig. Over de  opvoeding  van kinderen met ADHD en PDDNOS",

geen

Visser

 

Balans academy, patiëntenvereniging, NVA/Balans, trainer, Ouderpower, vrijwilligersvergoeding

 

-Mijn gezin en ik hebben ADHD. -lid van een werkgroep van Impuls en Woortblind en contactpersoon passend onderwijs, vrijwilliger European Brains@Work: ambassadeur op gebied van bewustwording neurodiversiteit bij werknemers, Vrijwilliger bij Loesje.nl, vrijwillgersvergoeding

-Expertise op gebied van theoretische onderbouwing van de MatriXmethode: MatriXmethode Instituut Docent Masterclass Onder de Loep, betaald

-Eigenaar praktijk Veelkant, BATC natuurgericht vakspecialist zingeving

geen

Rikkers

 

Jeugdarts Kinderpraktijk Zoetermeer

Bestuurslid AJN, Jeugdartsen GGZ
Lid commissie VergaderVoorbereidingscommissie WC AJN
alles onbezoldigd

zelf diagnose ADHD/ dochter met ADHD

geen

van de Loo-Neus

 

Kinder- en Jeugdpsychiater 28 uur;
Manager behandelzaken ADHD zorglijn 8 uur

Expert Kenniscentrum Kinder- en jeugdpsychiatrie ADHD, onbetaald

-man en kinderen hebben ADHD

-Aan de zijlijn betrokken bij MASK onderzoek, discontinuation trial van methylfenidaat (farmaceutische industrie betrokken bij de levering van medicatie). ZonMw heeft deel gefinancierd.

-Aanvraag voor TOPGGz van de ADHD zorglijn Karakter UC.

geen

de Noord

 

Verslavingsarts KNMG werkzaam bij Bouwman GGZ/Antes

Bestuurslid VVGN

geen

 

Singor

 

ervaringsdeskundige ouder namens de oudervereniging Balans

Advies en informatielijn medewerkster bij de oudervereniging Balans (onbetaald);
Namens Balans deelname aan academische werkplaats ADHD en druk gedrag (subsidieaanvraag bij ZonMW). (onbetaald)
Pedagodogisch medewerkster in de kinderopvang. (betaald)

nvt

 

Broekhuizen-Holtes

 

Klinisch psycholoog/ gedragstherapeut polikliniek kinder- en jeugdpsychiatrie, Accare Universitair Centrum Groningen (25%);
Klinisch psycholoog in Eigen praktijk VRIJ en Praktijk Mieke Broekhuizen
Klinisch psycholoog bij GGZ MTSR Geleen

-

geen

 

 

Carpentier

Psychiater, Ambulante Specialistische Behandeling, Reinier van Arkel, den Bosch

Lid Commissie van Toezicht, PI Vught (onbezoldigd)
 Voorzitter Bestuur ADHD Netwerk, den Haag (onbezoldigd)

geen

geen

Pereira

Kinderarts, 20 uur/week, MC kinderplein Rotterdam, betaald
Voorzitter Impuls & Woortblind

Bestuurslid ADHD netwerk (onbetaald)
Editorial chief ADHD Practice (onkostenvergoeding)

Deelname onderzoek over invloed van microbiosen op ADHD (gefinancierd door particulier fonds)

geen

Schrevel

Docent HBO-V Haagse Hogeschool; Neemt deel als lid van Impuls

 

geen

geen

Van Manen

Huisarts, kaderarts GGZ

Medisch directeur van Stichting Haspel, een zorggroep die POH GGZ plaatst en schoolt in de regio Noord Brabant Noord Oost; Lid van opleidingscommissie POH GGZ van RINOZuid ; docent aan de opleiding POH GGZ RINOZuid. (betaald)

Lid van Psyhag, de expertgroep GGZ, welke onder de paraplu van het NHG valt

geen

Gottgens

Openbaar apotheker/ opleider Apotheek Blanckenburgh 0,6 fte; Docent vervolgopleiding specialisme openbaar apotheker 0,1 fte; Junior onderzoeker 0,2 fte

Columnist Pharmaceutisch Weekblad- vergoeding per column 6-7x per jaar

geen

geen

Nolen

Emeritus Hoogleraar Psychiatrie, UMC Groningen

Adviseur Specialistisch Centrum Bipolaire Stoornissen (SCBS), Dimence, Deventer
- Betaald op basis van declaraties

2011-2016:

- onderzoekssubsidies op gebied bipolaire stoornissen van ZonMw en Europese Unie

- lid van adviesraad Daleco Pharma t.a.v. registratie van antidepressivum Tracydal (tranylcypromine) voor indicatie medicatie-resistente depressie

-gesproken op symposia over bipolaire stoornissen en depressie, gesponsored door Astra Zeneca en Lundbeck

geen

Inbreng patiëntenperspectief

Een afgevaardigde van de patiëntenvereniging Implus en woordblindheid en een afgevaardigde van de oudervereniging Balans waren lid de werkgroep. Deze afgevaardigden hebben tijdens de ontwikkeling van de zorgstandaard en richtlijnmodules een enquête gehouden onder hun achterban. Een verslag hiervan is besproken in de werkgroep en verwerkt in de zorgstandaard ADHD.

Methode ontwikkeling

Evidence based

Implementatie

In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijnmodules en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren. De zorgstandaard ADHD wordt als een belangrijk product voor de implementatie gezien.

Werkwijze

AGREE

Deze richtlijnmodules zijn opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010), dat een internationaal breed geaccepteerd instrument is. Voor een stap-voor-stap beschrijving hoe een evidence-based richtlijn tot stand komt wordt verwezen naar het stappenplan Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten en het Procedureboek Richtlijnontwikkeling (Handleiding voor GGZ-richtlijnen) van het Trimbos-instituut.

 

Knelpuntenanalyse en gebruik internationale richtlijn

Deze richtlijnmodules zijn ontwikkeld als onderdeel van een project voor het ontwikkelen van de zorgstandaard ADHD. Bij aanvang van het schrijven van de zorgstandaard ADHD inventariseerden de voorzitter van de werkgroep en de adviseur de knelpunten rond ADHD. De zorgstandaard beoogt het gehele zorgtraject voor mensen (kinderen én volwassenen) met ADHD te beschrijven. Deze zorgstandaard is waar mogelijk en van toepassing gebaseerd op bestaande richtlijnen.

 

Gelijktijdig met het ontwikkelen van de zorgstandaard is door NICE in het Verenigd Koninkrijk hun richtlijn ADHD herzien (https://www.nice.org.uk/guidance/cg72). In overleg met opdrachtgever NVvP, is besloten zoveel mogelijk aan te sluiten bij de herziening van de NICE richtlijn. Waar mogelijk is gebruik gemaakt van het literatuuronderzoek uitgevoerd door NICE. Voor een aantal onderwerpen werd door het Trimbos instituut samengewerkt met NICE bij het uitvoeren van het literatuuronderzoek. In de herziening van de NICE richtlijn zou het onderwerp met betrekking tot het gebruik van instrumenten voor de screening, de diagnostiek en het monitoren van het beloop bij kinderen met ADHD niet meegenomen worden (NICE 2016). Vanuit de werkgroep werd aangegeven dat deze vraag naar de waarde van vragenlijsten bij de screening, diagnostiek en monitoring belangrijk is voor de praktijk. Vervolgens is binnen de werkgroep besloten drie richtlijnmodules zelf te ontwikkelen met betrekking tot vragenlijsten voor screening, diagnostiek en monitoring bij kinderen met ADHD. Het betreft een gedeeltelijke herziening van de multidisciplinaire richtlijn ADHD bij kinderen (Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ 2005), maar aangezien deze richtlijn niet voldoet aan de eisen zoals beschreven in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0, is besloten deze modules geheel opnieuw te ontwikkelen.

 

Voor de richtlijnmodules met betrekking tot behandeling bij kinderen met ADHD is gebruik gemaakt van het systematisch literatuuronderzoek dat is uitgevoerd als onderdeel van de herziene NICE richtlijn. De resultaten van het literatuuronderzoek werden in september 2017 beschikbaar gesteld bij het publiceren van de conceptrichtlijn van NICE. Bij de uitgangvraag die is gebaseerd op een internationale richtlijn, is alleen gebruik gemaakt van het literatuuronderzoek tot en met de conclusies. Vervolgens zijn door de Nederlandse werkgroep de eigen overwegingen en aanbevelingen geformuleerd, waarbij is uitgegaan van de Nederlandse context (zie hieronder).

 

Strategie voor zoeken en selecteren van literatuur

Voor de afzonderlijke uitgangsvragen op het gebied van screening, diagnose en monitoring is aan de hand van specifieke zoektermen gezocht naar gepubliceerde wetenschappelijke studies in (verschillende) elektronische databases. Tevens werd aanvullend gezocht naar studies aan de hand van de literatuurlijsten van de geselecteerde artikelen. In eerste instantie werd gezocht naar studies met de hoogste mate van bewijs. De werkgroepleden selecteerden de via de zoekactie gevonden artikelen op basis van vooraf opgestelde selectiecriteria. De geselecteerde artikelen werden gebruikt om de uitgangsvraag te beantwoorden. De databases waarin is gezocht, de zoekstrategie en de gehanteerde selectiecriteria zijn te vinden in de module met desbetreffende uitgangsvraag.

 

Kwaliteitsbeoordeling

De relevante onderzoeksgegevens van alle geselecteerde artikelen werden overzichtelijk weergegeven in evidence tabellen. De belangrijkste bevindingen uit de literatuur werden beschreven in de samenvatting van de literatuur. Individuele studies werden systematisch beoordeeld, op basis van op voorhand opgestelde methodologische kwaliteitscriteria, om zo het risico op vertekende studieresultaten (risk of bias) te kunnen inschatten. Deze beoordelingen kunt u vinden in de Risk of Bias (RoB) tabellen. De gebruikte RoB instrument is de QUADAS II voor diagnostisch onderzoek. Voor de uitgangsvraag over instrumenten voor monitoring is de COSMIN checklist gebruikt gericht op studies naar de responsiviteit van vragenlijsten (Terwee 2012).

 

De sterkte van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode  voor diagnostische vragen (Schünemann, 2008). GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/). GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, matig, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie (Schünemann, 2013). 

 

GRADE

Definitie

Hoog

  • er is hoge zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • het is zeer onwaarschijnlijk dat de literatuurconclusie verandert wanneer er  resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Matig

  • er is matige zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • het is mogelijk dat de conclusie verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Laag

  • er is lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • er is een reële kans dat de conclusie verandert wanneer er resultaten van nieuw grootschalig onderzoek aan de literatuuranalyse worden toegevoegd.

Zeer laag

  • er is zeer lage zekerheid dat het ware effect van behandeling dichtbij het geschatte effect van behandeling ligt zoals vermeld in de literatuurconclusie;
  • de literatuurconclusie is zeer onzeker.

 

Formuleren van de conclusies

Voor elke relevante uitkomstmaat werd het wetenschappelijk bewijs samengevat in een of meerdere literatuurconclusies waarbij het niveau van bewijs werd bepaald volgens de GRADE methodiek. Bij de modules over behandeling zijn de conclusies bij het literatuuronderzoek van NICE overgenomen. NICE heeft hierbij tevens de GRADE methodiek toegepast. De werkgroepleden maakten de balans op van elke interventie (overall conclusie). Bij het opmaken van de balans werden de gunstige en ongunstige effecten voor de patiënt afgewogen. De overall bewijskracht wordt bepaald door de laagste bewijskracht gevonden bij een van de kritieke uitkomstmaten. Bij complexe besluitvorming waarin naast de conclusies uit de systematische literatuuranalyse vele aanvullende argumenten (overwegingen) een rol spelen, werd afgezien van een overall conclusie. In dat geval werden de gunstige en ongunstige effecten van de interventies samen met alle aanvullende argumenten gewogen onder het kopje 'Overwegingen'.

 

Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)

Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals de expertise van de werkgroepleden, de waarden en voorkeuren van de patiënt (patient values and preferences), kosten, beschikbaarheid van voorzieningen en organisatorische zaken. Deze aspecten worden, voor zover geen onderdeel van de literatuursamenvatting, vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ (Van bewijs naar aanbeveling).  

 

Formuleren van aanbevelingen

De aanbevelingen geven antwoord op de uitgangsvraag en zijn gebaseerd op het beschikbare wetenschappelijke bewijs en de belangrijkste overwegingen, en een weging van de gunstige en ongunstige effecten van de relevante interventies. De kracht van het wetenschappelijk bewijs en het gewicht dat door de werkgroep wordt toegekend aan de overwegingen, bepalen samen de sterkte van de aanbeveling. Conform de GRADE-methodiek sluit een lage bewijskracht van conclusies in de systematische literatuuranalyse een sterke aanbeveling niet a priori uit, en zijn bij een hoge bewijskracht ook zwakke aanbevelingen mogelijk. De sterkte van de aanbeveling wordt altijd bepaald door weging van alle relevante argumenten tezamen.

 

Randvoorwaarden (Organisatie van zorg)

Bij de zorgstandaard ADHD is expliciet rekening gehouden met de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, menskracht en infrastructuur). Bij deze richtlijnmodules is geen aparte module hierover geschreven.

 

Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijnmodules is systematisch gezocht naar onderzoek waarvan de resultaten bijdragen aan een antwoord op de uitgangsvragen. Bij elke uitgangsvraag is door de werkgroep nagegaan of er (aanvullend) wetenschappelijk onderzoek gewenst is om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden.

 

Commentaar- en autorisatiefase

De conceptrichtlijnmodules werden aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren zijn de richtlijnmodules aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodules zijn aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.

 

Literatuur

Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, et al. AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348.

Kennisinstituut van de Federatie voor Medisch Specialisten (2016). Adapteren van internationale richtlijnen naar de Nederlandse praktijk. Adviesrapport

Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwikkeling in de GGZ. Multidisciplinaire Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van ADHD bij kinderen en jeugdigen (2005). Trimbos-instituut, Utrecht (art.no.: AF0635)

Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html

NICE 2016. National institute for health and care excellence. Guideline scope. Attention deficit hyperactivity disorder: diagnosis and management.

Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.

Schünemann HJ, Oxman AD, Brozek J, et al. Grading quality of evidence and strength of recommendations for diagnostic tests and strategies. BMJ. 2008;336(7653):1106-10. doi: 10.1136/bmj.39500.677199.AE. Erratum in: BMJ. 2008;336(7654). doi: 10.1136/bmj.a139. PubMed PMID: 18483053.

Ontwikkeling van Medisch Specialistische Richtlijnen: stappenplan. Kennisinstituut van Medisch Specialisten.

Terwee CB, Mokkink LB, Knol DL, Ostelo RWJG, Bouter LM, de Vet HCW. Rating the methodological quality in systematic reviews of studies on measurement properties: a scoring system for the COSMIN checklist. Qual Life Res (2012) 21:651–7.

Zoekverantwoording

Zoekacties zijn opvraagbaar. Neem hiervoor contact op met de Richtlijnendatabase.

Volgende:
Medicamenteuze behandeling ADHD bij kinderen