Modules uit richtlijnen visuele beperkingen en CVI herzien
Verschillende richtlijnmodules over visuele beperkingen en cerebrale visuele stoornissen (CVI) zijn herzien. Reden voor de herziening was onder andere onduidelijkheid over de juiste manier van verwijzen en diagnostiek.
Een visuele beperking heeft een enorme impact op het dagelijks leven van patiënten. Een juiste diagnose en een adequate verwijzing naar een specialist is van groot belang. Daarom zijn deze onderwerpen aangescherpt in enkele modules uit de richtlijnen Visuele beperkingen en Cerebral Visual Impairment (CVI).
Richtlijn Visuele beperkingen – verwijzing en revalidatie
Door slechtziendheid of blindheid hebben patiënten moeite om mee te komen in de moderne maatschappij. Het is belangrijk dat ze daarmee om leren gaan. Revalidatie kan daarbij helpen. In deze richtlijn is aandacht voor het verwijzingsproces: wanneer en naar wie moet je een patiënt verwijzen, hoe communiceer je dat en hoe stem je dat af met betrokken zorgprofessionals.
Er zijn twee nieuwe modules ontwikkeld, waarbij vooral aandacht is voor adequate verwijzing:
- Kinderen met visuele beperkingen: er is een stroomschema ontwikkeld met een beschrijving van de verwijsroutes.
- Niet-aangeboren hersenletsel (NAH): in deze module staat de anamnese en het onderzoek beschreven.
Richtlijn Cerebral Visual Impairment (CVI)
Kinderen met CVI hebben een stoornis in het zien door een afwijking of beschadiging van de hersenen. De beelden die via de ogen binnenkomen, worden door de hersenen niet goed geregistreerd of omgezet. Het lastige is dat symptomen kunnen variëren. Niet alleen tussen patiënten, maar ook bij dezelfde patiënt per moment op de dag. Hierdoor wordt CVI vaak niet goed begrepen door de omgeving en kan een diagnose gemist worden. Deze richtlijn beschrijft de zorg voor kinderen tot 18 jaar met CVI, gericht op diagnostiek en verwijzing.
De volgende modules zijn herzien, waarbij vooral aandacht is voor het diagnostisch traject van kinderen met een verdenking op CVI:
- Oogheelkundig en orthoptisch onderzoek: in de oude richtlijn waren twee modules opgenomen, een module voor onderzoek in een universitair centrum en een module voor onderzoek in een perifeer centrum. In deze herziening zijn deze modules samengenomen en de aanbevelingen aangescherpt.
- Neuroradiologie: de module beschrijft de rol van neuroradiologisch onderzoek bij het stellen van de diagnose CVI.
Samenwerking
De modules zijn ontwikkeld door het richtlijncluster oog, een multidisciplinaire werkgroep met vertegenwoordigers van oogartsen (NOG), klinische fysica (NVKF), orthoptisten (NVvO), revalidatieartsen (VRA), jeugdartsen (AJN), optometristen (OVN), psychologen (NIP), neurologen (NVN), radiologen (NVvR) en patiëntvertegenwoordigers (de Oogvereniging). Het traject is begeleid door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).
Bekijk de richtlijn Visuele beperkingen – verwijzing en revalidatie