Nieuwe richtlijn Acute, primaire schouderluxaties
Onlangs is de richtlijn Acute, primaire schouderluxaties verschenen.
Een schouderluxatie is een veel voorkomende blessure en wordt zowel door traumachirurgen als orthopeden en/of SEH-artsen behandeld, waarbij er verschillende behandelingen mogelijk zijn. Dit schept onduidelijkheid.
De nieuwe richtlijn is ontwikkeld met als doel om richting te geven aan de behandeling en om zorg te dragen dat de patiënt een zo goed mogelijke/best passende behandeling krijgt. Daarmee worden de gevolgen van dit letsel op korte en lange termijn zoveel mogelijk beperkt.
Een schouderluxatie kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van leven en in sommige gevallen ook leiden tot problemen met inzetbaarheid van de arm voor werk. Het is belangrijk voor de behandelaar om samen met de patiënt de juiste keuzes te maken ten aanzien van onderzoek en behandeling van dit letsel.
In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- De primaire diagnostiek rondom primaire, anterieure schouderluxaties;
- Prognostisch factoren van een re-luxatie na een acute, primaire schouderluxatie;
- De optimale repositietechniek voor het reponeren van de schouder na een acute, primaire schouderluxatie;
- Pijnstilling bij het reponeren van de schouder na een acute, primaire schouderluxatie;
- De effectiviteit van een chirurgische behandeling ten opzichte van een conservatieve behandeling van een acute, primaire schouderluxatie;
- Immobilisatie van de schouder na een acute, primaire schouderluxatie;
- De effectiviteit van fysiotherapeutische behandeling na een acute, primaire schouderluxatie;
- De organisatie van zorg rondom een acute, primaire schouderluxatie.
Samenwerking
De richtlijn is ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH), door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de (trauma)chirurgen, orthopedisch chirurgen, radiologen, spoedeisende hulp artsen, fysiotherapeuten en de Patiëntenfederatie Nederland. Daarnaast was er een klankbordgroep betrokken met afgevaardigden vanuit de revalidatieartsen, de huisartsen en de anesthesiologen. Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten heeft het traject begeleid. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).