Nieuwe module bij richtlijn coeliakie
Er is een nieuwe module over de rol van HLA-DQ typering in de diagnostiek van coeliakie verschenen.
De richtlijn geeft laboratoria en fabrikanten handvatten om aan de minimaal vereiste HLA-DQ diagnostiek in het kader van coeliakie te kunnen voldoen.
Voor twee groepen mensen heeft het typeren van HLA-DQ duidelijk meerwaarde en wordt daarom aanbevolen: ten eerste de groep patiënten verdacht van coeliakie bij wie de normale diagnostiekroute geen uitsluitsel geeft (groep A), en ten tweede de groep mensen met een verhoogd risico op het ontwikkelen van coeliakie, vanwege een familielid met coeliakie of vanwege een andere aandoening waarbij het risico op coeliakie verhoogd is (groep B).
HLA-DQ typeringen behoren echter niet altijd tot de routinediagnostiek van medische laboratoria. Deze module geeft zowel laboratoria als fabrikanten handvatten om aan de minimaal vereisten voor HLA-DQ diagnostiek te kunnen voldoen. Ook wordt er een uniforme rapportage en interpretatie aanbevolen.
De richtlijnmodule is bedoeld voor laboratoriumspecialisten verantwoordelijk voor coeliakie-laboratorium diagnostiek, en voor medisch specialisten verantwoordelijk voor de diagnose en behandeling van coeliakie.
Samenwerking
Deze richtlijn is ontwikkeld op initiatief van het College Medisch Immunologen (CMI) in samenwerking met mdl-artsen (NVMDL), in samenwerking met kinderartsen-MDL (NVK), pathologen (NVVP), klinisch immunologen (NVvAKI), huisartsen (NHG), dermatologen (NVDV), internisten (NIV), diëtisten (NVD), psychologen (NIP), Nederlandse Coeliakie Vereniging en Patiëntenfederatie Nederland. Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten heeft het traject begeleid.