Patiënteninformatie

Dossier Kinderwens en zwangerschap bij nierschade en na transplantatie

 

Wilt u graag kinderen, en hebt u een nieraandoening of een donornier? Een zwangerschap is niet zonder risico’s. Praat daarom eerst met uw arts. Die helpt u om u goed voor te bereiden op de zwangerschap. Zo kunt u problemen voorkomen.

 

Dit advies geldt voor vrouwen én voor mannen met een nieraandoening of donornier.

 

Artikelen:

 

[Toelichting: Ieder artikel is een aparte webpagina.]

 

Kinderwens bij nierschade of na transplantatie

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Hebt u chronische nierschade of een donornier, en hebt u een kinderwens? Praat hier met uw arts over voordat u zwanger wordt. Dan krijgt u vanaf het begin goede begeleiding.

 

In het kort

  • Wilt u graag een kind? En hebt nu nierproblemen of een donornier?
  • Tijdens de zwangerschap kunnen er problemen ontstaan.
  • Dit komt door de nierschade en de medicijnen.
  • Er zijn risico’s voor moeder en kind.
  • Praat daarom met uw arts voordat u zwanger wordt.
  • Uw arts helpt u om de risico’s zo klein mogelijk te houden.

 

Hebt u chronische nierschade of een donornier, en hebt u een kinderwens? Praat hier met uw arts over voordat u zwanger wordt. Door uw nieraandoening en de medicijnen is er namelijk meer kans op medische problemen.

 

 

Veilig zwanger worden bij nierschade

Vanwege de risico’s is het belangrijk dat u zich goed voorbereidt op de zwangerschap. Dat kan helpen om problemen te voorkomen.

 

Natuurlijk krijgt u daar hulp bij. Dat begint met een gesprek in een universitair centrum (umc, ook wel: academisch ziekenhuis). Dat is een ziekenhuis bij een universiteit. Daar werken artsen die ervaring hebben met zwangere nierpatiënten. Zij bekijken welke risico’s er zijn in uw persoonlijke situatie, en hoe daar het beste mee kan worden omgegaan. Uw huisarts of medisch specialist verwijst u door als u aangeeft dat u een kinderwens hebt.

 

> Lees ook: Voorbereiding op zwangerschap bij nierschade

 

Hoe groot is het risico op problemen tijdens de zwangerschap?

De risico’s hangen af van uw persoonlijke situatie. Over het algemeen geldt: hoe slechter de nierfunctie, hoe groter het risico op problemen. Hetzelfde geldt voor eiwit in de urine: hoe meer eiwit u verliest, hoe meer risico er is. Maar ook uw ziekte, medicijnen, leeftijd, gewicht en manier van leven spelen een rol. Daarom is het zo belangrijk dat u eerst met gespecialiseerde artsen praat over uw kinderwens. Samen kijkt u naar de mogelijke risico’s in uw situatie.

 

Twijfel aan kinderwens?

Misschien schrikt u erg van de risico’s van een zwangerschap. Misschien wel zo erg, dat u zich afvraagt of u nog wel een kind wilt krijgen. Of misschien vraagt u zich af of u de zorg voor een baby wel aankunt. Het leven met een chronische ziekte is al behoorlijk zwaar.

 

Bespreek uw twijfels met uw arts. Samen kunt u alle voors en tegens nog een keer op een rij zetten. Als u hier nog wat langer over door wilt praten, kunt u terecht bij de medisch maatschappelijk werker of psycholoog in het ziekenhuis. Het kan fijn zijn om langer stil te staan bij dit belangrijke besluit.

 

Hebt u alles goed overwogen en wilt u proberen zwanger te worden? Uw arts zal u dan zo goed mogelijk steunen. Ook als de arts eerder heeft aangegeven dat de zwangerschap tot problemen kan leiden. Het is uw leven en u bent degene die beslist over uw kinderwens. Uw arts zal dit altijd respecteren.

 

Contact met ervaringsdeskundigen

Het kan prettig zijn om contact te hebben met ervaringsdeskundigen: nierpatiënten die ook een kinderwens hebben, of misschien al een kindje hebben gekregen. Zij kunnen u vertellen wat zij hebben meegemaakt, en hoe ze deze periode hebben ervaren. Misschien hebben ze ook praktische tips voor u.

 

Dit kan onder meer via nieren.nl. U kunt een oproepje doen in de gespreksgroepen op nieren.nl. Ook kunt u de maatschappelijk werker vragen of die u in contact kan brengen met een ervaringsdeskundige.

 

> Nieren.nl gespreksgroepen

 

Informatie voor aanstaande vaders met een nieraandoening of donornier

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Wilt u graag vader worden? En hebt u chronische nierschade of een donornier? Ook voor u geldt: een goede voorbereiding is belangrijk.

 

In het kort

  • Hebt u als man een kinderwens? En hebt nu nierproblemen of een donornier?
  • Bereid u goed voor op de zwangerschap.
  • Dit is belangrijk voor de gezondheid van uw kind.

 

De informatie in het dossier over kinderwens en zwangerschap is vooral gericht op vrouwen met een kinderwens. Maar ook voor mannelijke nierpatiënten is het erg belangrijk dat zij met hun arts praten als zij graag een kind willen. Daar zijn verschillende reden voor.

 

 

> Lees ook: Vruchtbaarheidsproblemen bij nierschade of na transplantatie

> Lees ook: Afweeronderdrukkende medicijnen bij zwangerschap

> Lees ook: Is uw nierziekte erfelijk? Vragen bij kinderwens

 

Eerst een gesprek over uw kinderwens

Kortom: het is verstandig u goed voor te bereiden op de komst van een kindje. De voorbereiding start met een gesprek in een universitair medisch centrum (umc). Daar praat u samen met uw partner met een nefroloog (nierarts). Samen kijkt u wat er nodig is in uw situatie.

 

Uw huisarts of medisch specialist verwijst u door voor zo’n gesprek als u aangeeft dat u een kinderwens hebt.

 

> Lees ook: Voorbereiding op zwangerschap bij nierschade of na transplantatie

 

Voorbereiding op zwangerschap bij nierschade of na transplantatie

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Wilt u graag zwanger worden? Een zwangerschap is niet zonder risico’s als u een nierziekte hebt of getransplanteerd bent. Daarom is het belangrijk dat u al medische begeleiding krijgt vóór de start van de zwangerschap.

 

In het kort

  • Voor u zwanger wordt, hebt u al een gesprek in het ziekenhuis.
  • U praat met een gynaecoloog (vrouwenarts) en een nefroloog (nierspecialist).
  • Samen kijkt u welke risico’s er zijn, en wat eraan te doen is.
  • Zo bereidt u zich goed voor op de zwangerschap.

 

Als u een nieraandoening hebt of getransplanteerd bent, is het belangrijk dat u zich goed voorbereidt op een zwangerschap. Of u nu man of vrouw bent. Met een goede voorbereiding kunt u bepaalde problemen voorkomen. Sommige medicijnen mag u bijvoorbeeld niet gebruiken tijdens de zwangerschap. U kunt dan tijdelijk overstappen op andere medicijnen.

 

Om die reden vraagt uw nefroloog (nierarts) af en toe naar uw kinderwens. De arts start hiermee als u 18 jaar bent. Hij of zij gaat hiermee door tot u een jaar of 45 bent. Natuurlijk hoeft u niet af te wachten tot uw arts erover begint. U kunt zelf ook vragen stellen of een gesprek starten over dit onderwerp.

 

Geen kinderwens? Gebruik anticonceptie

Wilt u (voorlopig) niet zwanger worden? Gebruik dan anticonceptie. Vraag uw arts welke anticonceptiemiddelen voor u geschikt zijn.

 

> Lees ook: Anticonceptie bij nierschade of na transplantatie

 

Wel een kinderwens? Verwijzing naar het ziekenhuis

Wilt u binnenkort graag kinderen met uw partner? Dan verwijst uw arts u naar een universitair medisch centrum (umc, ook wel: academisch ziekenhuis) voor een gesprek. Daar werken artsen die ervaring hebben met zwangerschappen in combinatie met een nieraandoening.

 

Gesprek met deskundige artsen

In het umc krijgen uw partner en u een gesprek met een nefroloog en een gynaecoloog. Bij mannelijke nierpatiënten is het gesprek alleen met de nefroloog.

 

 

Het gesprek is bedoeld ter voorbereiding op de zwangerschap. Het wordt ook wel preconceptionele counseling genoemd. Het is belangrijk dat dit gesprek ruim van te voren plaatsvindt. In ieder geval 6 tot 12 maanden voor u gaat proberen zwanger te worden. Er is dan nog genoeg tijd om extra onderzoek te doen en de medicijnen aan te passen (als dat nodig is).

 

Gesprek om u voor te bereiden op de zwangerschap

De artsen bespreken de volgende zaken met u:

Het is mogelijk dat uw nieren slechter gaan werken tijdens of na de zwangerschap. Hoe ernstiger de nierschade, hoe groter het risico. Ook na een niertransplantatie of bij een auto-immuunziekte is er meer risico. Soms is de achteruitgang tijdelijk, soms blijvend. Dit is van tevoren niet goed te voorspellen.

Door de nieraandoening is er meer kans op problemen tijdens de zwangerschap. U kunt bijvoorbeeld te maken krijgen met hoge bloeddruk, zwangerschapsvergiftiging, een miskraam, een laag geboortegewicht en vroeggeboorte of doodgeboorte. Ook hier geldt: hoe ernstiger de nierschade, hoe hoger het risico. Ook na een niertransplantatie of bij een auto-immuunziekte is er meer risico.

Het is mogelijk dat u minder vruchtbaar bent. Misschien komt een zwangerschap niet vanzelf. Soms is een vruchtbaarheidsbehandeling mogelijk, maar dat is een zwaar medisch traject.

Sommige medicijnen zijn gevaarlijk voor uw ongeboren kindje. Vaak is het mogelijk de medicijnen tijdelijk te vervangen. Soms is dat lastig, omdat er dan een medisch risico is voor u. De artsen bespreken de voor- en nadelen met u.

Sommige nierziekten zijn erfelijk. Misschien geldt dit ook voor uw nierziekte (of die van uw partner). Dan kunt u de ziekte misschien overdragen op uw kindje. De artsen kunnen u verwijzen naar een klinisch geneticus (erfelijkheidsdeskundige) als u dit wilt laten uitzoeken. De klinisch geneticus kan ook uitleggen wat de nierziekte voor uw kindje betekent.

U hebt een chronische ziekte en kunt niet meer beter worden. In de toekomst gaat uw gezondheid waarschijnlijk nog verder achteruit. Kunt u dit combineren met de zorg voor een kind? Hoe staat uw partner hierin? Kan hij of zij zorgtaken van u overnemen? De artsen zullen uw partner en u vragen om hier ook over na te denken. Ook zullen zij aanraden om dit met anderen in uw naaste omgeving te bespreken.

 

> Lees ook: Vruchtbaarheidsproblemen bij nierschade of na transplantatie

> Lees ook: Is uw nierziekte erfelijk? Vragen bij kinderwens

 

Samen bekijkt u welke risico’s er zijn in uw persoonlijke situatie, en hoe u deze risico’s zo klein mogelijk kunt houden. Ook worden afspraken gemaakt over de verdere aanpak en begeleiding.

 

De artsen kunnen niet goed voorspellen of er ook echt problemen zullen ontstaan. Ze kunnen alleen vertellen wat de risico’s zijn. Dat komt doordat er nog weinig onderzoek is gedaan naar zwangerschap en nierschade. Er zijn wel studies geweest, maar daar deden niet zo veel patiënten aan mee. Verder is er ook niet zo veel bekend omdat nierpatiënten vroeger werd afgeraden om zwanger te worden.

 

Als u zwanger wilt worden

Wilt u gaan proberen zwanger te worden? Dan zijn ook de volgende zaken belangrijk:

Zijn er geen grote veranderingen in uw nierfunctie? Dan is er minder risico op problemen.

Tijdens de zwangerschap kan uw bloeddruk stijgen. Dit is slecht voor uw nieren én voor uw baby. De arts zal u daarom aanraden om eerst voor een goede bloeddruk te zorgen. Voor de meeste nierpatiënten is dit 130/80. Samen overlegt u hoe u dit kunt bereiken.

Bijvoorbeeld: rook en drink niet. Eet gezond en zorg voor een gezond gewicht. Gebruik foliumzuur (vitamine B11) om een open ruggetje te komen.

 

> Thuisarts.nl [https://www.thuisarts.nl/zwanger-worden/ik-wil-mij-voorbereiden-op-gezonde-zwangerschap]

Op Thuisarts.nl vindt u een overzicht van de algemene adviezen om gezond zwanger te worden.

 

> richtlijn Zwangerschap en kinderwens

Bekijk de richtlijn Zwangerschap en kinderwens (2021). Hierin staat precies beschreven welke zorg nierpatiënten kunnen en mogen verwachten rond de zwangerschap. Houd er rekening mee dat de richtlijn is geschreven voor zorgverleners en veel vaktaal bevat.

 

Vruchtbaarheidsproblemen bij nierschade of na transplantatie

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Door uw nieraandoening is het misschien lastiger om zwanger te worden. De gynaecoloog kijkt wat hier aan kan worden gedaan. Misschien is een vruchtbaarheidsbehandeling een oplossing.

 

  • Door uw nieraandoening bent u minder vruchtbaar.
  • Dit is zo bij vrouwen en bij mannen
  • De gynaecoloog onderzoekt de mogelijke oorzaken en oplossingen.
  • Soms is een vruchtbaarheidsbehandeling mogelijk. Bijvoorbeeld ivf.
  • Maar praat altijd eerst met uw arts voordat u gaat proberen zwanger te worden.

 

Als uw nieren niet goed werken, bent u minder vruchtbaar. Dat betekent dat de kans op een zwangerschap kleiner is. Hoe erger de nierschade, hoe minder vruchtbaar.

 

Waarom ontstaan er vruchtbaarheidsproblemen bij nierschade?

Bij nierschade blijven te veel afvalstoffen in het bloed achter. Dat verstoort de hormoonhuishouding. Hierdoor vermindert de vruchtbaarheid. Dat is zo bij vrouwen en mannen.

Door de hormonale veranderingen werken de eierstokken minder goed of helemaal niet meer. Er is dan geen eisprong, of maar heel af en toe. Vrouwen merken dit vaak aan menstruatieproblemen. Ze worden bijvoorbeeld niet meer ongesteld of heel onregelmatig.

Bij nierschade maakt een man minder sperma aan. Ook is de kwaliteit van het sperma minder goed.

 

Daarnaast kan de vruchtbaarheid ook beïnvloed worden door:

Door sommige medicijnen vermindert de vruchtbaarheid. Door cyclofosfamide en mTOR-remmers als sirolimus en everolimus kunt u zelfs onvruchtbaar worden. Uw arts vraagt daarom naar uw kinderwens voor u met deze medicijnen start. U kunt er dan voor kiezen om eitjes (of bij mannen: sperma) te laten invriezen.

Misschien hebt u naast uw nieraandoening nog een andere ziekte. Daardoor is het misschien ook lastiger om zwanger te worden. Vruchtbaarheidsproblemen komen bijvoorbeeld ook voor bij diabetes en overgewicht.

Door de nierschade ontstaan vaak seksuele problemen. Veel mensen raken minder snel opgewonden en hebben minder zin in seks. Hierdoor neemt de kans op een zwangerschap ook af.

 

Na een niertransplantatie zijn er minder vruchtbaarheidsproblemen

Na een niertransplantatie zitten er minder afvalstoffen in het bloed, en neemt de vruchtbaarheid weer toe. Als het dan niet lukt om zwanger te worden, heeft dat een andere oorzaak. Bijvoorbeeld medicijngebruik.

 

Geen kinderwens? Gebruik anticonceptie

U bent niet helemaal onvruchtbaar als u nierschade of nierfalen hebt. Gebruik daarom altijd een voorbehoedmiddel (anticonceptie) als u niet wilt dat er een zwangerschap ontstaat.

 

> Lees ook: Anticonceptie bij nierschade of na transplantatie

 

Kinderwens? Praat eerst met uw arts

Wilt u graag kinderen? Praat dan altijd eerst met uw arts. Vanwege uw nieraandoening is er meer kans op problemen bij de zwangerschap. Ook na een transplantatie is dat nog zo. Door u goed voor te bereiden op de zwangerschap, houdt u de risico’s zo klein mogelijk. De voorbereiding start met een gesprek in het ziekenhuis, met gespecialiseerde artsen.

 

> Lees ook: Voorbereiding op zwangerschap bij nierschade

 

Als het niet lukt om zwanger te worden

Lukt het niet om zwanger te worden? Na 1 jaar proberen kunt u hulp vragen. De gynaecoloog start een onderzoek naar de oorzaak. Dit onderzoek kan best een tijd duren. Naast de nierschade zijn er vaak nog andere oorzaken. De gynaecoloog onderzoekt of hier iets aan te doen is.

 

> https://youtu.be/rMiDQXS3I_k

Bekijk de video over onvervulde kinderwens van het Bravis Ziekenhuis.

 

Vruchtbaarheidsbehandeling bij nierschade

Misschien komt u in aanmerking voor een vruchtbaarheidsbehandeling mogelijk is, zoals ivf of iui. Vrouwen met nierschade in stadium 3 of hoger worden hiervoor doorverwezen naar een universitair medisch centrum (umc). Hier werken artsen die ervaring hebben met nierziekten en zwangerschap.

 

Een vruchtbaarheidsbehandeling is voor nierpatiënten niet anders dan voor andere mannen en vrouwen met een onvervulde kinderwens. Wel is het zo dat de behandelend arts probeert een meerlingzwangerschap te voorkomen. Er zijn al genoeg risico’s in uw situatie, en een meerlingzwangerschap zou voor nog meer risico’s zorgen.

 

Een vruchtbaarheidsbehandeling is mentaal erg zwaar. Vanwege uw nieraandoening is het lichamelijk ook zwaar. Stel uzelf de vraag of u aan zo’n zwaar traject wilt beginnen. De nefroloog en gynaecoloog bespreken deze vraag ook met u. Samen met de nefroloog en gynaecoloog kunt ook bekijken welke andere opties er zijn. Bijvoorbeeld: adoptie, pleegzorg of zaadceldonatie.

 

Meer informatie

Uitgebreide informatie over de onderzoeken en de behandelingen vindt u onder meer op thuisarts.nl en freya.nl. Freya is de vereniging voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen. Via deze vereniging kunt u ook in contact komen met andere mensen met een onvervulde kinderwens.

 

> Thuisarts.nl [https://www.thuisarts.nl/nog-niet-zwanger-geworden]

Lees de tekst ‘Nog niet zwanger geworden’ op thuisarts.nl.

> Freya.nl [https://www.freya.nl/]

Freya is de vereniging voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen. Via de vereniging kunt u in contact komen met lotgenoten. Op de website vindt u ook veel informatie over vruchtbaarheidsbehandelingen.

 

Is uw nierziekte erfelijk? Vragen bij kinderwens

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Is uw nierziekte erfelijk? Kan uw kindje de ziekte ook krijgen? Probeer antwoord op deze vragen te krijgen voor het begin van de zwangerschap.

 

In het kort

  • Is mijn nierziekte erfelijk? Kan mijn kindje de ziekte ook krijgen?
  • Dat vraagt u zich misschien af als u graag een baby wilt én een nieraandoening hebt.
  • Bespreek dit onderwerp met uw arts. Doe dit voordat u zwanger bent.
  • Soms is het verstandig om eerst erfelijkheidsonderzoek te laten doen.

 

Bij veel mensen ontstaat chronische nierschade pas op latere leeftijd. Hebt u al jong nierproblemen? Dan is er misschien een erfelijke oorzaak. Dat betekent dat de oorzaak een afwijking in de genen is. Dan kunt u de ziekte misschien doorgeven aan uw eigen kind.

 

Is uw nierziekte erfelijk? Probeer een antwoord op deze vraag te krijgen voor het begin van de zwangerschap. Zo kunt u misschien voorkomen dat uw kindje ernstig ziek wordt of de verkeerde zorg krijgt. Dit advies geldt voor mannen en vrouwen.

 

Voorbereiding op de zwangerschap: ook praten over erfelijkheid

Praat altijd eerst met uw arts als u een nieraandoening hebt en graag een baby wilt. Uw arts zorgt ervoor dat u een gesprek in het ziekenhuis krijgt met een gynaecoloog en een nefroloog. Zij helpen u de risico’s zo klein mogelijk te houden. Daarom praten ze ook met u over de vraag of uw ziekte erfelijk is, en wat dit voor uw kindje betekent.

 

> Lees ook: Voorbereiding op zwangerschap bij nierschade

 

Naar de klinisch geneticus

Misschien weet u zelf niet of uw nierziekte erfelijk is. Omdat dit nooit is uitgezocht, of omdat u nooit een duidelijke diagnose hebt gehad. Misschien hebt u weleens erfelijkheidsonderzoek laten doen, maar is dat al lang geleden. Dan kan het zijn dat er nieuwe inzichten zijn, en dat de informatie die u toen hebt gekregen niet meer klopt. Misschien weet u al dat uw nierziekte erfelijk is, en wilt u meer weten over de gevolgen voor uw kindje. Misschien bent u benieuwd naar nieuwe technieken, zoals embryoselectie.

 

In dit soort situaties krijgt u een verwijzing naar een klinisch geneticus. Dit is een erfelijkheidsdeskundige. Onderzoek door de klinisch geneticus voor de zwangerschap heet ook wel preconceptionele genetische counseling.

 

Eerst een voorbereidend gesprek

Als u naar de klinisch geneticus gaat, betekent dit niet dat u erfelijkheidsonderzoek moet laten doen. De klinisch geneticus wil eerst weten wat uw vragen zijn, en legt uit wat hij of zij voor u kan doen. Daarna beslist u of u verder onderzoek wilt laten doen.

 

Dit eerste gesprek is alleen bedoeld om u te informeren. U hoeft het ook niet te melden als u een medische keuring moet ondergaan, bijvoorbeeld vanwege een levensverzekering.

 

Vragen over erfelijkheid

Onderzoek door de klinisch geneticus kan helpen om antwoord te krijgen op de volgende vragen:

 

 

Uitgebreide informatie over deze onderwerpen vindt u in het dossier Nierziekten en erfelijkheid. Bekijk bijvoorbeeld de tekst over erfelijke nierziekte en kinderwens.

 

> Lees ook: Erfelijke nierziekte en kinderwens [https://www.nieren.nl/bibliotheek/21-nierziekten-en-erfelijkheid/29-erfelijkheidsonderzoek/134-erfelijke-nierziekte-en-kinderwens]

> Lees ook: dossier Nierziekten en erfelijkheid [https://www.nieren.nl/bibliotheek/21-nierziekten-en-erfelijkheid]

 

Begeleiding bij zwangerschap en nierschade

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

U krijgt extra controles in het ziekenhuis als u zwanger bent en ook een nieraandoening hebt. Tijdens de zwangerschap krijgt u begeleiding van een gynaecoloog en een nefroloog.

 

In het kort

  • Tijdens de zwangerschap krijgt u hulp van een gynaecoloog (vrouwenarts) en een nefroloog (nierspecialist).
  • De controles zijn in het ziekenhuis.
    • Bij beginnende nierschade in een gewoon ziekenhuis.
    • Bij ernstige nierschade in een universitair medisch centrum (umc, ook wel: academisch ziekenhuis).
    • Bij een auto-immuunziekte in een umc.
    • Na een niertransplantatie in een umc.
  • Met echo-onderzoek kijkt de arts of de baby goed groeit.

 

Vanwege uw nieraandoening hebt u een medische indicatie. Dat betekent dat u tijdens uw zwangerschap begeleiding krijgt van een gynaecoloog (ook wel: vrouwenarts) in plaats van een verloskundige. Daarnaast krijgt u begeleiding van een nefroloog (ook wel: nierspecialist). Die let extra goed op uw nieren tijdens de zwangerschap.

 

Begeleiding van een team

De gynaecoloog en nefroloog werken samen, ze vormen een team. Zij kijken vanuit verschillende specialismen naar uw situatie en overleggen daarover. Op deze manier kunnen ze u adviezen geven die zo goed mogelijk bij uw situatie passen.

 

Zo nodig betrekken de gynaecoloog en nefroloog nog andere medische professionals. Bijvoorbeeld als u nog een andere aandoening hebt, zoals diabetes. Daar moet dan ook rekening mee worden gehouden.

 

Mist u iets in de zorg? Geef dit aan bij de behandelend artsen, zodat zij u kunnen helpen of doorverwijzen. Misschien hebt u wel behoefte aan geestelijke steun. Een zwangerschap bij een nierziekte is een medisch traject. Het kan heel zwaar zijn. Het kan helpen om hierover te praten met een maatschappelijk werker of een psycholoog.

 

Begeleiding in het ziekenhuis

De gynaecoloog en nefroloog werken in het ziekenhuis. Daarom gaat u voor de zwangerschapscontroles ook naar het ziekenhuis.

 

Naar welk ziekenhuis gaat u als u zwanger bent?

Sommige zwangere nierpatiënten kunnen terecht bij het ziekenhuis in de buurt. Andere nierpatiënten krijgen een verwijzing naar een universitair medisch centrum (umc, ook wel: academisch ziekenhuis).

 

Naar welk ziekenhuis u wordt verwezen, hangt af van hoe slecht uw nieren werken. Beter gezegd: het stadium van de nierschade. In het artikel over de stadia van nierschade op nieren.nl kunt u zien in welk stadium u zit.

 

> Lees ook: Stadium bepalen bij chronische nierschade [https://www.nieren.nl/bibliotheek/1-als-uw-nieren-niet-goed-meer-werken/193-stadia-van-chronische-nierschade/30-stadium-bepalen-bij-chronische-nierschade]

In stadium 1 en 2 zijn er meestal weinig problemen. Het risico is in ieder geval kleiner dan in de andere stadia. Daarom kunt u naar een gewoon ziekenhuis bij u in de buurt. U krijgt begeleiding van een gynaecoloog en een nefroloog. Zij houden contact met de artsen in het umc. Bij problemen kunnen ze overleggen over uw situatie, en u alsnog doorverwijzen als dat nodig is.

In deze stadia is er meer risico op problemen. Vaak ontstaat er hoge bloeddruk en neemt het eiwitverlies via de urine toe. 6 van de 10 kinderen worden te vroeg geboren. Na de bevalling kan de nierfunctie van de moeder achteruitgaan. Daarom wordt u verwezen naar een umc. Daar krijgt u begeleiding van een gynaecoloog en een nefroloog die ervaring hebben met zwangerschap bij nierpatiënten.

Ook bij auto-immuunziektes als SLE en vasculitis is er meer risico op problemen. Dat is ook zo bij nierschade door diabetes (diabetische nefropathie). Daarom gaat u naar een umc. Het maakt niet uit welk stadium van nierschade u hebt. In het umc krijgt u begeleiding van een gynaecoloog en een nefroloog.

Ook na niertransplantatie is er een verhoogd risico, en gaat u naar een umc. Het maakt niet uit welk stadium van nierschade u hebt. In het umc krijgt u begeleiding van een gynaecoloog en een nefroloog.

 

Controles tijdens de zwangerschap

Tijdens de zwangerschap komt u regelmatig op controle in het ziekenhuis of umc. Hoe vaak de controles zijn, hangt af van het verloop van de zwangerschap. Ook zijn er verschillen per ziekenhuis.

 

Echo-onderzoek tijdens de zwangerschap

Tijdens een zwangerschap worden er standaard 3 echo’s aangeboden:

Deze echo krijgt u als u 10 tot 12 weken zwanger bent. Met deze echo kan worden bepaald hoe lang u precies zwanger bent, en kan de vermoedelijke bevallingsdatum worden uitgerekend.

Bij deze echo wordt er gekeken naar de ontwikkeling van de baby: groeit het kindje goed, zijn de organen goed ontwikkeld en is er voldoende vruchtwater?

 

Om medische redenen kan er vaker een echo worden gemaakt. Bijvoorbeeld als er zorgen zijn over de ontwikkeling van het kindje. Soms wordt zelfs om de week een echo gemaakt. Dit hangt ook af van uw persoonlijke situatie.

 

Specialistische echo: GUO

Misschien krijgt u daarnaast een specialistische echo aangeboden. Hierop zijn de organen van het ongeboren kindje nog beter te zien. Deze echo heet ook wel uitgebreide echo, geavanceerd ultrageluid onderzoek of GUO-echo.

 

U krijgt de echo alleen aangeboden als daar een reden voor is. Bijvoorbeeld als er op de gewone echo een afwijking bij uw kindje is ontdekt. Of als uw partner of u bij de geboorte een afwijking aan de urinewegen had.

De gynaecoloog bespreekt de uitslag van de GUO-echo met u. Hij of zij legt uit wat er met uw kindje is, en wat dit voor uw kindje en u betekent.

Wel of geen echo’s laten maken?
U beslist zelf of u een echo wilt laten maken. Dat geldt voor alle echo’s, ook voor de specialistische echo. Uit het onderzoek blijkt misschien dat uw ongeboren kind een lichamelijke afwijking heeft. Denk er van tevoren over na of u dat wel wilt weten.

> Deverloskundige.nl [https://deverloskundige.nl/zwangerschap/subtekstpagina/37/echo-s/]
Lees meer over de verschillende echo’s die u krijgt aangeboden als u zwanger bent.
> PNS.nl [https://www.pns.nl/20-wekenecho/hulp-bij-het-kiezen]
De vragenlijst van het RIVM helpt u om na te denken over het wel of niet laten maken van een echo.
> PNS.nl [https://www.pns.nl/20-wekenecho/vervolgonderzoek]
Lees meer over de GUO-echo, en over wat er gebeurt als uw kindje lichamelijke afwijking heeft.

> richtlijn Zwangerschap en kinderwens

Bekijk de richtlijn Zwangerschap en kinderwens (2021). Hierin staat precies beschreven welke zorg nierpatiënten kunnen en mogen verwachten rond de zwangerschap. Houd er rekening mee dat de richtlijn is geschreven voor zorgverleners en veel vaktaal bevat.

 

Medicijnen bij kinderwens of zwangerschap en nierschade

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Bepaalde medicijnen mag u niet gebruiken als u zwanger bent of borstvoeding geeft. Bespreek uw kinderwens daarom met uw arts. Die kan de medicijnen aanpassen als dat nodig is.

 

In het kort

  • Sommige medicijnen zijn niet veilig als u zwanger bent of wilt worden. Of als u borstvoeding wilt geven.
  • in overleg met uw arts kunt u dan overstappen op andere medicijnen. Soms zijn nog andere aanpassingen in uw medicijnen nodig. Bijvoorbeeld een hogere of lagere dosis.
  • Van uw arts krijgt u ook een medicijn om zwangerschapsvergiftiging te voorkomen.

 

Vanwege uw nieraandoening gebruikt u medicijnen. Waarschijnlijk vraagt u zich af of u deze veilig kunt gebruiken rond de zwangerschap. Dat is een goede vraag. Sommige medicijnen zijn inderdaad niet veilig. Ze leveren een risico op voor u of voor de baby.

 

Daarom wordt er voor de zwangerschap al naar uw medicijnen gekeken. Er is dan voldoende tijd om uw medicijnen aan te passen als dat nodig is. Vertel het daarom aan uw arts als u graag kinderen wilt. Dan kunnen de voorbereidingen starten.

 

> Lees ook: Voorbereiding op zwangerschap bij nierschade

 

 

Overstappen op andere medicijnen

Een overstap komt vooral voor bij afweeronderdrukkende medicijnen. Sommige van deze medicijnen zijn schadelijk voor het ongeboren kind. Ze kunnen aangeboren afwijkingen veroorzaken. Bij medicijnen tegen hoge bloeddruk is soms ook een overstap nodig.

 

> Lees ook: Afweeronderdrukkende medicijnen en zwangerschap

 

Medicijnen bij borstvoeding

Als u borstvoeding wilt geven, worden uw medicijnen opnieuw bekeken door de artsen. Het medicijn kan in de moedermelk terechtkomen. De artsen beoordelen of dit veilig is voor de baby.

 

Sommige medicijnen kunt u wel gebruiken tijdens de zwangerschap, maar niet als u borstvoeding geeft. Of andersom.

 

Nog veel onduidelijkheid over medicijngebruik rond de zwangerschap

Er is nog veel onduidelijkheid over het gebruik van medicijnen rond de zwangerschap. Zeker bij nieuwe medicijnen is dat zo. De artsen bespreken het met u als niet bekend is of een middel veilig kan worden gebruikt. Samen weegt u dan alle voors en tegens tegen elkaar af.

 

Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik rond de zwangerschap te vergroten? Meld u dan aan bij Moeders van Morgen. U hoeft alleen maar een paar vragenlijsten in te vullen.

 

> Moedersvanmorgen.nl [https://www.moedersvanmorgen.nl/]

Draag bij aan meer kennis over het gebruik van geneesmiddelen rondom de zwangerschap.

 

Nieuwe medicijnen tijdens de zwangerschap

Tijdens de zwangerschap krijgt u ook nieuwe medicijnen. Artsen raden nierpatiënten aan om in ieder geval het middel acetylsalicylzuur te gaan gebruiken. Dit middel is beter bekend als aspirine. Dit kan hoge bloeddruk en zwangerschapsvergiftiging voorkomen.

 

> Lees ook: Hoge bloeddruk en zwangerschap bij nierschade

 

Misschien krijgt u daarnaast nog andere adviezen, op basis van uw persoonlijke situatie. Bijvoorbeeld als u een verhoogd risico op trombose hebt. Tijdens de zwangerschap en kraamtijd neemt dit risico nog verder toe, en is het misschien aan te raden om antistollingsmiddelen te gaan gebruiken. De meeste zwangere vrouwen krijgen dan het middel LMWH. Dit is veilig te gebruiken tijdens de zwangerschap en bij borstvoeding.

 

Meer of minder medicijnen tijdens de zwangerschap

Daarnaast is misschien een aanpassing van de dosis nodig. U krijgt dan meer of minder van een bepaald medicijn dat u al gebruikt. Hierover krijgt u een persoonlijk advies.

 

Een voorbeeld: misschien hebt u bloedarmoede als gevolg van uw nierziekte, en gebruikt u hiervoor een ijzerpreparaat. Tijdens de zwangerschap kan bloedarmoede erger worden, omdat het lichaam meer ijzer nodig heeft. De nefroloog kan dan extra ijzer voorschrijven.

 

Hebt u naast uw nieraandoening ook diabetes? Dan moet de insuline misschien aangepast worden. Tijdens de zwangerschap reageert u anders op insuline.

 

> DVN.nl [https://www.dvn.nl/leven-met-diabetes/zwangerschap/zwangerschap]

Lees uitgebreide informatie over zwangerschap en diabetes.

 

Nog vragen over medicijngebruik en zwangerschap?

Hebt u nog vragen over het gebruik van medicijnen rond de zwangerschap? Maakt u zich zorgen over een bepaald medicijn of hebt u twijfels over de veiligheid? Stel uw vragen aan de artsen die u begeleiden of aan uw apotheker. Zo weet u waar u aan toe bent.

 

Voeding bij zwangerschap en nierschade

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Vanwege uw nieraandoening hebt u voedingsadviezen gekregen. Meestal blijven deze adviezen gewoon gelden tijdens de zwangerschap. Volg daarnaast de algemene adviezen voor zwangere vrouwen op.

 

In het kort

  • Hebt u vragen over voeding bij zwangerschap en nierschade?
  • Stel uw vragen aan uw arts of diëtist.
  • Meestal kunt u blijven eten zoals u voor de zwangerschap deed.
  • Volg daarnaast de algemene adviezen voor zwangere vrouwen op.
  • Als u dialyseert, is vaak wel een aanpassing van het dieet nodig.

 

Bij nierschade is voeding een belangrijk onderdeel van de behandeling. Het is vooral belangrijk dat u op zout let: niet meer dan 6 gram per dag. Verder is het advies om gezond te eten. Dit helpt om verdere nierschade te voorkomen.

 

Als de nieren heel slecht werken, is soms een speciaal dieet nodig. U gaat dan ook op andere voedingsstoffen letten, bijvoorbeeld eiwit en fosfaat. Zo kunt u voorkomen dat er te veel afvalstoffen achterblijven in uw lichaam. Bij een dieet krijgt u begeleiding van een diëtist.

 

Wat mag u eten als u zwanger bent én nierschade hebt?

Als u zwanger wordt, kunt u zich meestal houden aan de voedingsadviezen die u eerder hebt gekregen. U hoeft dus niet ineens heel anders te gaan eten. Het blijft belangrijk om gezond te eten. Dan krijgt u alles binnen wat uw kindje en u nodig hebben. Het is niet nodig om meer te gaan eten.

 

Adviezen voor zwangere vrouwen

Daarnaast kunt u de adviezen volgen die voor alle zwangere vrouwen gelden. Bijvoorbeeld: geen alcohol drinken, geen rauwe vis eten.

 

> Voedingscentrum.nl [https://www.voedingscentrum.nl/nl/zwanger-en-kind/zwanger.aspx]

Bekijk de informatie van het Voedingscentrum over gezond eten tijdens de zwangerschap.

 

Begeleiding van diëtist

Tijdens de zwangerschap kan uw arts een diëtist inschakelen. Maar meestal is dat niet nodig. Bent u al onder behandeling van een diëtist? Tijdens de zwangerschap blijft de diëtist u begeleiden.

 

Wel andere voedingsadviezen bij zwangerschap en dialyse

Als u dialyseert, is het vaak wel nodig om anders te gaan eten. Dat komt omdat u tijdens de zwangerschap vaak meer uren moet gaan dialyseren. Dat kost veel energie, en daarom hebt u extra eiwit nodig. Ook hebt u extra vitamines nodig, omdat bepaalde vitamines uit het bloed worden gespoeld. Uw diëtist geeft hierover advies en helpt bij het aanpassen van uw voeding.

 

> Lees ook: Zwangerschap en dialyse

 

Vragen over zwangerschap en dieet bij nierschade

Voeding is een ingewikkeld onderwerp. Artsen en diëtisten krijgen er veel vragen over van nierpatiënten. Hebt u ook vragen? Stel ze gerust aan uw arts of diëtist! Goede voeding is belangrijk: voor de ontwikkeling van uw kindje, voor uw nieren en voor uw algehele gezondheid. Begrijpelijk dat u wilt weten hoe het zit.

 

Een paar voorbeelden van veelgestelde vragen:

 

Moet ik extra vitamines of voedingssupplementen slikken?

Start met foliumzuur (vitamine B11) voordat u zwanger wordt. Dit advies geldt voor alle vrouwen die zwanger willen worden, niet alleen voor nierpatiënten. Foliumzuur vermindert de kans op een neuraalbuisdefect bij de baby, zoals een open ruggetje of een open verhemelte. Foliumzuur kunt u gewoon bij de drogist kopen.

 

Verder is het meestal niet nodig om iets extra’s te nemen. Als u gezond eet, krijgt u alles binnen wat u nodig hebt. Alleen als u dialyseert, hebt u extra vitamines nodig. Dit komt omdat sommige vitamines uit het bloed worden gespoeld bij dialyse. Uw arts bespreekt dit met u en schrijft de vitamines voor.

 

In sommige situaties hebt u wel extra nodig van het mineraal calcium en van vitamine D:

Calcium verlaagt de bloeddruk en kan zo helpen om pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging) te voorkomen. U krijgt calcium binnen via uw voeding. Maar als dit niet genoeg is, kan uw arts tabletten met calcium voorschrijven.

Vitamine D helpt calcium goed op te nemen uit de voeding. Vitamine D wordt aangemaakt in de huid onder invloed van zonlicht. Ook zit er wat vitamine D in de voeding. Soms is het nodig om extra vitamine D te slikken. Bijvoorbeeld als u weinig buiten komt, een sluier of burka draagt of een donkere huid hebt. De Gezondheidsraad adviseert alle zwangere vrouwen uit voorzorg 10 microgram extra vitamine D te gebruiken. Dit advies is nog niet algemeen overgenomen.

 

> Deverloskundige.nl [https://deverloskundige.nl/zwangerschap/subtekstpagina/34/vitamines/]

Lees meer algemene informatie over het gebruik van vitamines tijdens de zwangerschap.

 

Tijdens de zwangerschap heb je toch extra eiwit nodig? Hoe moet dat dan als je een eiwitbeperkt dieet hebt?

Gezonde zwangere vrouwen krijgen inderdaad het advies om tijdens de zwangerschap meer eiwit te eten. Als u een eiwitbeperkt dieet volgt, geldt dit advies niet voor u. De voordelen van meer eiwit wegen dan niet op tegen de nadelen. Als u meer eiwit gaat eten, kunt u klachten krijgen. Bijvoorbeeld: vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid en overgeven.

 

Het is zelfs mogelijk dat uw dieet nog strenger wordt tijdens de zwangerschap. Of dat u moet starten met een eiwitbeperkt dieet. Dit kan helpen voorkomen dat u te veel vruchtwater krijgt. Ook kan het ervoor zorgen dat uw baby beter groeit en niet te vroeg geboren wordt. Bij een heel streng eiwitbeperkt dieet geeft de diëtist soms wel een drankje met aminozuren. Dit zijn de bouwstenen van eiwit.

 

Ik eet weinig zout om mijn bloeddruk goed te houden. Nu ik zwanger ben, stijgt mijn bloeddruk toch. Moet ik nog minder zout gaan eten?

Nee, dit is niet nodig. Houd u zo goed mogelijk aan de richtlijn van maximaal 6 gram per dag.

 

Let op: er zijn uitzonderingen. Heel soms adviseert de arts wel om minder zout te gebruiken. Bijvoorbeeld als u hoge bloeddruk hebt die lastig te behandelen is. Of als u natrium vasthoudt. Natrium is een bestanddeel van zout. Door natrium gaat u ook vocht vasthouden, wordt u zwaarder en gaat de bloeddruk omhoog. Een diëtist kan u dan helpen om te minderen met zout. U kunt veilig afbouwen tot 3 gram per dag.

 

Hebt u nog vragen?

Via nieren.nl kunt u ook een vraag stellen aan een diëtist. U krijgt binnen een week antwoord. Houd er wel rekening mee dat u een algemeen antwoord krijgt. Uw eigen arts of diëtist kan een antwoord geven dat aansluit bij uw persoonlijke situatie.

 

> Advies: Voeding en dieet [https://www.nieren.nl/advies/2384-voeding-en-dieet]

 

Zwangerschap en dialyse

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Als u dialyseert, is er meer risico op ernstige problemen tijdens de zwangerschap. Stel een zwangerschap daarom liever uit totdat u getransplanteerd bent. Wilt u dit niet of kunt u dit niet? Praat dan met uw arts. Tijdens een zwangerschap gaat u meer uren dialyseren.

 

In het kort

  • Dialyseert u en wilt u graag een baby?
  • Wacht dan liever totdat u getransplanteerd bent.
  • Kunt u niet wachten? Dan krijgt u extra begeleiding. Dit begint al voordat u zwanger bent.
  • Ook krijgt u het volgende advies:
    • Bij peritoneale dialyse (buikspoeling): stap over op hemodialyse.
    • Bij hemodialyse: ga meer uren per week dialyseren.

 

Een zwangerschap komt niet vaak voor bij vrouwen die dialyseren. Daarom is er ook weinig over bekend. Dit geldt zeker voor zwangerschap bij peritoneale dialyse. Er zijn iets meer gegevens over zwangerschap bij hemodialyse.

 

In ieder geval is duidelijk dat zwangerschap en dialyse een lastige combinatie is. Er zijn ernstige risico’s, zowel voor moeder als kind. Daarom is het algemene advies om de zwangerschap uit te stellen totdat u getransplanteerd bent. Want na een niertransplantatie verloopt een zwangerschap vaak beter. Natuurlijk kan niet iedereen dit advies opvolgen. Sommige vrouwen komen niet in aanmerking voor een niertransplantatie. En sommige vrouwen willen of kunnen niet langer wachten met zwanger worden.

 

Praat met uw arts over uw kinderwens

Wilt u graag zwanger worden terwijl u dialyseert? Bespreek uw kinderwens met uw arts, nog voordat u zwanger wordt. U krijgt dan van het begin af aan goede begeleiding.

 

> Lees ook: Voorbereiding op zwangerschap bij nierschade

 

Peritoneale dialyse tijdens de zwangerschap

Er is vrijwel niets bekend over zwangerschap en peritoneale dialyse (buikspoeling). Daarom zal uw arts u waarschijnlijk aanraden om over te stappen op hemodialyse. Nog beter is het om de zwangerschap uit te stellen tot na een niertransplantatie. Maar dat is niet altijd mogelijk.

 

Wilt u geen hemodialyse? Zeg dit dan tegen uw arts. Overstappen gebeurt alleen als u dat zelf wilt. Het is belangrijk dat u achter de behandeling staat.

 

Hemodialyse tijdens de zwangerschap

U krijgt het advies om vaker te gaan dialyseren tijdens de zwangerschap. Er zitten dan minder afvalstoffen in uw bloed. Ook blijft de hoeveelheid water en zouten in uw bloed redelijk stabiel. Onderzoek laat zien dat de baby zich dan beter ontwikkelt.

 

Meer uren dialyseren tijdens de zwangerschap

Het advies is om minstens 36 uur per week te dialyseren. Dit betekent dat u 6 keer per week een dialysebehandeling krijgt. Misschien is zo'n intensieve dialyse niet mogelijk in uw dialysecentrum. Bijvoorbeeld omdat het centrum al vol zit. Dan kunt u overstappen naar een ander dialysecentrum.

 

U kunt overwegen om ‘s nachts te gaan dialyseren. De dialyse heeft dan minder invloed op uw dagelijks leven. Vraag bij het dialysecentrum of nachtdialyse mogelijk is. U kunt dit ook zelf opzoeken met behulp van de Keuzehulp Dialyse.

 

> Link naar Keuzehulp Dialyse

 

Medicijnen bij zwangerschap en dialyse

Uw arts bekijkt ook of het nodig is om uw medicijnen aan te passen.

 

Dieet bij zwangerschap en dialyse

Uw arts en diëtist kijken naar uw dieet. Dat moet vaak aangepast worden, omdat u vaker dialyseert. In het algemeen geldt:

 

 

Een dieet is altijd op maat. Uw diëtist bespreekt daarom welke dieetadviezen in uw situatie gelden.

 

Extra controles tijdens de zwangerschap

Bij dialyse is er een extra groot risico dat het kindje niet gezond is of overlijdt. Daarom wordt goed in de gaten gehouden hoe het kindje zich ontwikkelt. U krijgt hiervoor extra controles. Uw arts bespreekt met u welke onderzoeken er gedaan worden. In sommige umc’s wordt om de week een echo gemaakt.

 

Zwangerschap na niertransplantatie

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Als u getransplanteerd bent, is er meer risico op problemen tijdens de zwangerschap. Dit komt vooral door de medicijnen. Praat daarom met uw arts over uw kinderwens. Misschien moet u overstappen op andere medicijnen. Wacht na de niertransplantatie minstens 1 jaar met zwanger worden.

 

In het kort

  • Bent u getransplanteerd en wilt u graag een baby?
  • Wacht dan tot minstens 1 jaar na de transplantatie met zwanger worden.
  • Misschien moet u andere medicijnen voordat u zwanger wordt.
  • Praat daarom met uw arts over uw kinderwens.

 

Nierschade heeft invloed op de vruchtbaarheid. Daardoor kan het lastig zijn om zwanger te worden. Maar na een niertransplantatie herstelt de vruchtbaarheid weer. Dan is een zwangerschap vaak toch mogelijk.

 

Praat met uw arts over uw kinderwens

Denkt u aan kinderen? Praat hierover met uw arts. Na een niertransplantatie is er namelijk een risico op ernstige problemen. Er zijn risico’s voor moeder en kind, zoals hoge bloeddruk, bloedarmoede en groeiachterstand. Ook kan de werking van de donornier achteruitgaan. Door u goed voor te bereiden op de zwangerschap, houdt u het risico zo klein mogelijk. Bepaalde problemen kunnen zelfs voorkomen worden.

 

> Lees ook: Voorbereiding op zwangerschap bij nierschade

 

Advies: wacht 1 jaar na transplantatie

Vrouwen met een donornier krijgen het advies om te wachten met een zwangerschap tot minstens 1 jaar na de niertransplantatie. Het duurt vaak een tijdje voor de nieuwe nier goed werkt en helemaal stabiel is. Ook heeft uw lichaam tijd nodig om te herstellen van de operatie.

 

Soms is het nodig om over te stappen op andere medicijnen als u zwanger wilt worden. Voor u is het veiliger om dit pas na 1 jaar te doen.

 

Zwangerschap en medicijnen tegen afstoting

Na de niertransplantatie gebruikt u medicijnen tegen afstoting. Deze medicijnen onderdrukken uw afweersysteem en zorgen er zo voor dat de donornier niet wordt afgestoten.

 

Sommige van deze medicijnen kunt u beter niet gebruiken als u zwanger bent of wilt worden. Ze kunnen het ongeboren kind beschadigen. Sommige medicijnen kunt u ook niet gebruiken als u borstvoeding wilt gebruiken. Vaak is het mogelijk om over te stappen op andere medicijnen. Ook daarom is het belangrijk dat u op tijd over uw kinderwens praat met uw arts.

 

> Lees ook: Afweeronderdrukkende medicijnen en zwangerschap

 

Bevalling na niertransplantatie

Veel vrouwen zijn bang dat de donornier beschadigd raakt tijdens de bevalling. Dat is niet het geval. Een donornier zit niet in de weg voor het ongeboren kindje en ook niet tijdens de bevalling.

 

Krijgt u een keizersnede? Bij het snijden houdt de gynaecoloog natuurlijk rekening met de donornier. De gynaecoloog zorgt ervoor dat de nier en de urineleiders niet geraakt worden.

 

Hoge bloeddruk bij zwangerschap en nierschade

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Tijdens de zwangerschap kan er hoge bloeddruk en zwangerschapsvergiftiging ontstaan. Daarop is meer risico als u een nieraandoening hebt. Daarom wordt uw bloeddruk regelmatig gecontroleerd.

 

In het kort

  • Door uw nieraandoening hebt u meer risico op hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap en zwangerschapsvergiftiging.
  • Dat is gevaarlijk voor de baby en voor u. Ook kan er schade aan uw nieren ontstaan.
  • Probeer pas zwanger te worden als u een goede bloeddruk hebt.
  • Let tijdens de zwangerschap goed op uw bloeddruk. Meet iedere week zelf uw bloeddruk.
  • Van uw arts krijgt u een medicijn om zwangerschapsvergiftiging te voorkomen.

 

Tijdens de zwangerschap kan uw bloeddruk omhoog gaan. Dat komt regelmatig voor bij zwangere vrouwen, en zeker bij vrouwen met nierschade. Een hoge bloeddruk is slecht voor de nieren. De nierschade kan erdoor verergeren.

 

Voor de baby is een hoge bloeddruk ook niet goed. Bij een hoge bloeddruk zijn de bloedvaten namelijk vernauwd. Daardoor stroomt er minder bloed door de placenta (moederkoek). De baby krijgt dan minder zuurstof en voedingsstoffen aangevoerd. Misschien ontwikkelt de baby zich daardoor minder goed.

 

Meer risico op zwangerschapsvergiftiging

Door de nierschade hebt u meer risico op hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap (zwangerschapshypertensie). Ook is meer risico op pre-eclampsie, eclampsie en het HELLP-syndroom. Samen worden deze aandoeningen ook wel zwangerschapsvergiftiging genoemd. De oorzaak van zwangerschapsvergiftiging is niet bekend.

 

Pre-eclampsie, eclampsie en het HELLP-syndroom

Bij pre-eclampsie, eclampsie en het HELLP-syndroom is de bloeddruk te hoog. Daarnaast verliest u eiwit via de urine. Deze aandoeningen kunnen ernstige gevolgen hebben, voor moeder en kind. Ook kan de nierschade verergeren.

Bij een nieraandoening is er vooral een sterk verhoogd risico op pre-eclampsie. Het is mogelijk dat u niets van de pre-eclampsie merkt. Maar er kunnen ook allerlei klachten ontstaan, zoals hoofdpijn, buikpijn, overgeven en vocht vasthouden.

Pre-eclampsie kan overgaan in eclampsie. Dan krijgt u ook stuipen.

Bij het HELLP-syndroom ontstaat bloedarmoede, omdat de rode bloedcellen worden afgebroken. Er zijn te weinig bloedplaatjes en de lever werkt niet goed. Bij het HELLP-syndroom voelt u zich plotseling heel ziek. Opname in het ziekenhuis is noodzakelijk.

 

> Deverloskundige.nl [https://deverloskundige.nl/zwangerschap/subtekstpagina/130/hoge-bloeddruk/]

Lees meer over de verschillende vormen van zwangerschapsvergiftiging.

> Hellp.nl [https://www.hellp.nl/]

De Hellp Stichting is de patiëntenorganisatie voor vrouwen die zwangerschapsvergiftiging hebben gehad.

 

Voor uw zwangerschap al aandacht voor uw bloeddruk

Misschien hebt u al hoge bloeddruk voordat u zwanger wordt. Hoge bloeddruk is een gevolg van nierschade. Tegelijkertijd kan hoge bloeddruk de nierschade verergeren. Daarom is er bij de behandeling van nierschade altijd aandacht voor de bloeddruk.

 

Uw arts zal u aanraden om pas zwanger te worden als uw bloeddruk goed is. Dan maakt u een goede start en is er minder kans op problemen tijdens de zwangerschap. Voor de meeste nierpatiënten is 130/80 een goede bloeddruk.

 

Gebruikt u medicijnen tegen hoge bloeddruk? Dan bekijkt uw arts of u de medicijnen wel kunt blijven gebruiken tijdens de zwangerschap. Sommige medicijnen zijn niet veilig voor het kindje. Bijvoorbeeld: RAAS-remmers. U kunt dan overstappen op andere medicijnen. Doe dit het liefst voordat u zwanger wordt, of anders in het begin van de zwangerschap.

 

Misschien moet u na de bevalling opnieuw overstappen op andere medicijnen. Sommige medicijnen kunt u wel gebruiken tijdens de zwangerschap, maar zijn niet geschikt als u borstvoeding wilt geven. Uw arts bespreekt dit met u.

 

Bloeddruk meten tijdens de zwangerschap

Houd uw bloeddruk tijdens de zwangerschap goed in de gaten. Uw arts meet uw bloeddruk tijdens de controles. Daarnaast kunt u thuis zelf uw bloeddruk meten. Doe dit het liefst iedere week. Gebruik hiervoor een bloeddrukmeter met een band voor om uw bovenarm.

 

Gedurende de dag schommelt de bloeddruk erg. Meet daarom zoveel mogelijk op hetzelfde moment. Dat maakt beter duidelijk of de bloeddruk echt verandert.

 

Tijdens de zwangerschap mag de bloeddruk wel iets stijgen. Er is pas sprake van hoge bloeddruk als uw bloeddruk boven de 140/90 komt. Na de bevalling moet de bloeddruk wel weer terug naar 130/80.

 

> Thuisarts.nl [https://www.thuisarts.nl/hoge-bloeddruk/ik-wil-zelf-thuis-mijn-bloeddruk-meten}

Lees op Thuisarts.nl hoe u zelf uw bloeddruk kunt meten.

 

Medicijn om pre-eclampsie te voorkomen

Uit voorzorg schrijft de arts acetylsalicylzuur voor. Dit middel is beter bekend als aspirine. Het maakt de bloedvaten wijder en daardoor daalt de bloeddruk. Dit verlaagt het risico op pre-eclampsie. U start met dit middel als u 12 weken zwanger bent.

 

U neemt het middel 1 keer per dag in. Dit kunt u het beste ‘s avonds doen. Dan wordt het middel beter opgenomen en werkt het ook beter.

 

Voeding om pre-eclampsie te voorkomen

Ook voeding heeft invloed op de bloeddruk. Tijdens de zwangerschap kunt u extra op calcium letten. Calcium verlaagt de bloeddruk en kan zo ook helpen pre-eclampsie te voorkomen. Zorg er ook voor dat u niet te veel zout binnenkrijgt.

 

Calcium

Calcium krijgt u binnen via de voeding. Het zit vooral in zuivelproducten, maar bijvoorbeeld ook in groente, noten en volkorenbrood. Tijdens de zwangerschap hebt u 1000 mg calcium per dag nodig. Dit komt neer op ongeveer 2 tot 3 porties melk of yoghurt en 2 boterhammen met kaas.

 

Uw arts of diëtist vraagt naar uw voeding. Zo kan hij of zij beoordelen of u voldoende calcium binnenkrijgt. Als dat niet zo is, krijgt u tabletten met calcium. In deze tabletten zit vaak ook vitamine D. Dat zorgt ervoor dat het lichaam de calcium makkelijker kan opnemen.

 

> Voedingscentrum.nl [https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/calcium.aspx]

Lees meer over calcium.

 

Gebruikt u ook ijzertabletten? Neem deze niet tegelijk met de calciumtabletten in. Waarschijnlijk remt calcium de opname van ijzer.

 

Blijf op zout letten

Zout heeft ook invloed op de bloeddruk. Vanwege uw nieraandoening hebt u al het advies gekregen om niet meer dan 6 gram zout per dag te gebruiken. Dit advies blijft van kracht. Het is niet nodig om nog minder zout te gaan gebruiken. Tenzij uw arts of diëtist om een andere reden adviseert om dit wel te doen.

 

Afweeronderdrukkende medicijnen en zwangerschap

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Gebruikt uw partner of u afweeronderdrukkende medicijnen? Praat dan met uw arts over uw kinderwens. Doe dit nog voor de bevruchting. Sommige afweeronderdrukkende medicijnen zijn gevaarlijk voor het ongeboren kind. U kunt dan overstappen op andere medicijnen.

 

In het kort

  • Gebruikt u afweeronderdrukkende medicijnen? Bijvoorbeeld na een niertransplantatie?
  • Deze medicijnen kunnen gevaarlijk zijn voor het ongeboren kind.
  • Vraag aan uw arts of u moet overstappen op andere medicijnen.
  • Doe dit ruim van tevoren. Liefst al maanden voor de bevruchting.
  • Dit advies geldt niet alleen voor vrouwen, maar ook voor mannen.

 

Veel mensen met een nieraandoening gebruiken afweeronderdrukkende medicijnen. Bijvoorbeeld:

De medicijnen voorkomen dat de donornier wordt afgestoten.

De medicijnen voorkomen dat het afweersysteem zich tegen het eigen lichaam keert.

 

Van bepaalde afweeronderdrukkende medicijnen is bekend dat ze afwijkingen kunnen veroorzaken bij een ongeboren kind. Ook is er door sommige medicijnen meer kans op een miskraam.

 

Kijk voor de zwangerschap naar de medicijnen

Gebruikt u afweeronderdrukkende medicijnen? Dan is het extra belangrijk dat u met uw arts praat over uw kinderwens. De arts bekijkt of het nodig is om uw medicatie aan te passen. U kunt overstappen op medicijnen die wel veilig zijn.

 

 

Sommige afweeronderdrukkende medicijnen kunnen vruchtbaarheidsproblemen veroorzaken. Ook daarom is het zinvol om met de arts naar uw medicijnen te kijken als u een kinderwens hebt.

 

Overstappen op andere medicijnen

Moet u overstappen op andere medicijnen? Het is het beste als dit ruim van tevoren gebeurt. Liefst 3 tot 6 maanden voor de zwangerschap. Het andere middel is dan helemaal uit uw lichaam verdwenen. Ook kunnen uw arts en u rustig bekijken of het nieuwe medicijn goed werkt bij u, en of u niet te veel last hebt van bijwerkingen.

 

Andere dosis

Soms is overstappen niet nodig, maar wordt alleen de dosis aangepast. Op die manier krijgt u wel het medicijn dat u nodig hebt, maar niet meer dan noodzakelijk is. Van uw arts hoort u wanneer de aanpassing nodig is. Soms is dat van tevoren, soms pas tijdens de zwangerschap. Dat verschilt per medicijn.

 

Aanpassen is niet altijd mogelijk

Soms lukt het niet om de medicatie aan te passen. Bijvoorbeeld als er geen goed alternatief medicijn is. De arts bespreekt dit dan met u. Samen kijkt u welke risico’s er zijn voor u en uw kindje, en hoe u hiermee kunt omgaan.

 

Nog veel onduidelijkheid over medicijnen

Van sommige medicijnen is niet bekend of ze veilig zijn, omdat ze nog maar kort op de markt zijn. De arts bespreekt dit dan ook met u.

 

Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik rond de zwangerschap te vergroten? Meld u dan aan bij Moeders van Morgen. U hoeft alleen maar een paar vragenlijsten in te vullen.

 

> Moedersvanmorgen.nl [https://www.moedersvanmorgen.nl/]

Draag bij aan meer kennis over het gebruik van geneesmiddelen rondom de zwangerschap.

 

Om welke medicijnen gaat het?

Er zijn verschillende soorten afweeronderdrukkende medicijnen. Gebruik van de volgende middelen wordt u als vrouw afgeraden als u zwanger wilt worden, zwanger bent of borstvoeding geeft:

Dit is een vrij nieuw medicijn. Het is nog niet bekend of dit middel veilig is tijdens de zwangerschap. Gebruik wordt daarom afgeraden.

Over dit middel is nog weinig bekend. Geadviseerd wordt om er 2 maanden voor de start van de zwangerschap mee te stoppen.

Over dit middel is nog weinig bekend. Gebruik wordt afgeraden.

Van dit middel is bekend dat het afwijkingen bij de baby kan veroorzaken. Ook mannen mogen dit middel niet gebruiken als ze vader willen worden.

Over deze middelen is nog weinig bekend. Daarom wordt gebruik afgeraden.

Stop er minstens 3 maanden voor de start van de zwangerschap mee.

Stop er minstens 6 weken voor de start van de zwangerschap mee.

Over dit middel is nog weinig bekend. Geadviseerd wordt om er 2 maanden voor de start van de zwangerschap mee te stoppen.

Stop er minstens 6 maanden voor de start van de zwangerschap mee.

 

Stop nooit zelf met uw medicijnen. Doe dit alleen in overleg met uw arts.

 

Adviezen voor aanstaande vaders

Mannen die vader willen worden, kunnen de meeste middelen waarschijnlijk veilig gebruiken. Uitzonderingen hierop zijn:

 

 

Afweeronderdrukkende medicijnen: onderdrukken ze ook de afweer van de baby?

De afweeronderdrukkende medicijnen hebben soms invloed op het afweersysteem van de baby. Daarom wordt er na de geboorte wat bloed afgenomen bij het kindje. De medewerkers van het ziekenhuislaboratorium onderzoeken dit, en bekijken of uw kindje voldoende witte bloedcellen heeft. Deze zijn belangrijk voor de afweer.

 

Tekort aan witte bloedcellen

Het is mogelijk dat uw kind neutropenie heeft. Dat betekent dat erdan een tekort aan neutrofielen is, een bepaald soort witte bloedcellen. Daardoor is uw kind vatbaarder voor infecties. De behandeling bestaat meestal uit antibiotica. Deze middelen worden gegeven uit voorzorg. Zo kan worden voorkomen dat uw kindje ziek wordt. Na verloop van tijd verdwijnt de neutropenie vaak vanzelf.

 

> Kidsmetpid.nl [http://kidsmetpid.nl/ziektebeelden/neutropenie/]

Lees meer over neutropenie bij kinderen.

 

Acute nierschade tijdens de zwangerschap

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Soms gaan de nieren ineens veel slechter werken tijdens de zwangerschap. Dan hebt u acute nierschade. Dit komt vaker voor bij vrouwen die al een nieraandoening hadden.

 

In het kort

  • Soms gaan de nieren ineens veel slechter werken tijdens de zwangerschap.
  • Dan hebt u acute nierschade.
  • Het risico daarop is groter als u al nierpatiënt bent.
  • Uw arts doet onderzoek naar de oorzaak. De meest voorkomende oorzaak is zwangerschapsvergiftiging.
  • Soms herstellen de nieren zich weer, maar soms ook niet.

 

Normaal gesproken gaan de nieren beter filteren tijdens de zwangerschap. Dit komt doordat het lichaam meer bloed bevat. De nieren moeten dus harder werken om al dat bloed schoon te maken.

 

Maar bij sommige zwangere vrouwen gaan de nieren ineens veel slechter werken. Ook is het mogelijk dat er ineens veel eiwit in de urine zit. U hebt dan acute nierschade.

 

Acute nierschade als u al nierpatiënt was

Er is meer risico op acute nierschade als u voor de zwangerschap al een nieraandoening had. Daarom let uw nefroloog goed op uw nierfunctie tijdens de zwangerschap.

 

De meest voorkomende oorzaak van acute nierschade tijdens de zwangerschap is zwangerschapsvergiftiging (en dan vooral het HELLP-syndroom). Vandaar dat er bij zwangere nierpatiënten veel aandacht is voor het risico op zwangerschapsvergiftiging. Vaak lukt het om zwangerschapsvergiftiging te voorkomen.

 

> Lees ook: Hoge bloeddruk bij zwangerschap en nierschade

 

Voor het eerst nierproblemen tijdens de zwangerschap?

Had u voor de zwangerschap goed werkende nieren, maar krijgt u tijdens de zwangerschap plotseling problemen? Dan wordt onderzoek gedaan naar de oorzaak.

 

De meest voorkomende oorzaak is zwangerschapsvergiftiging. Maar het is ook mogelijk dat u een nierziekte hebt, en dat u nu voor het eerst klachten krijgt. Onderzoek moet duidelijk maken wat er aan de hand is. Het onderzoek bestaat in ieder geval uit urineonderzoek en bloedonderzoek. Soms moet er ook een echo worden gemaakt, of een nierbiopsie. Dit is veilig tijdens de zwangerschap.

 

Hoe gaat het verder?

Als duidelijk is wat de oorzaak is, kan uw arts een behandeling starten. Als de oorzaak een nierziekte is, krijgt u een verwijzing naar een nefroloog (nierarts).

 

Zwangerschapsvergiftiging verdwijnt na de bevalling. Soms is het beter om de bevalling eerder op te wekken. Na de bevalling herstellen de nieren zich vaak weer. Als dit niet binnen enkele weken gebeurt, krijgt u een afspraak bij een nefroloog. Die onderzoekt wat er precies aan de hand is.

 

Zijn uw nieren wel hersteld na zwangerschapsvergiftiging, en wilt u opnieuw zwanger worden? Bespreek dit zo vroeg mogelijk met een nefroloog. Die kan u adviseren en begeleiden.

 

 

Bevalling bij nierschade en na transplantatie

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Voor de bevalling gaat u naar het ziekenhuis. Dit is nodig vanwege uw nieraandoening of donornier. Stel dat er iets misgaat, dan krijgt u (of uw baby) direct goede medische zorg.

 

In het kort

  • U bevalt in het ziekenhuis als u een nieraandoening hebt of getransplanteerd bent.
  • Mochten er problemen ontstaan, dan krijgt u direct de medische zorg die uw baby of u nodig heeft.
  • Van tevoren krijgt u uitleg over wat er gaat gebeuren.
  • Na de bevalling bespreken de artsen met u hoe het verder gaat.

 

Voor de bevalling gaat u naar het ziekenhuis. Dit is het ziekenhuis waar u tijdens de zwangerschap ook onder controle was. Een thuisbevalling is niet mogelijk. Vanwege uw nieraandoening hebt u een medische indicatie, en daarbij hoort een bevalling in het ziekenhuis.

 

In het ziekenhuis kan beter gecontroleerd worden hoe het met uw baby en u gaat. Mochten er problemen ontstaan, dan kan er direct ingegrepen worden. Alle benodigde medische kennis is aanwezig.

 

Natuurlijke bevalling of keizersnede?

Bij nierschade of na een niertransplantatie is het bijna altijd mogelijk om via de natuurlijke weg te bevallen, dus via de vagina. Een keizersnede is meestal niet nodig. De gynaecoloog zal daar alleen voor kiezen als er dringende medische redenen voor zijn.

 

Medisch team bij bevalling

Bij de bevalling is een medisch team aanwezig. Het team bestaat in ieder geval uit een klinisch verloskundige of een arts-assistent en een specialistisch verpleegkundige. Zij werken onder leiding van een gynaecoloog. Die is niet altijd aanwezig bij de bevalling, maar kan wel opgeroepen worden als dat nodig is.

 

Voorbereiding op de bevalling

Van tevoren krijgt u informatie over de gang van zaken rond de bevalling. U hoort bijvoorbeeld op welk moment u naar het ziekenhuis kunt komen, en welke spullen u mee moet nemen. Sommige ziekenhuizen hebben hiervoor ook speciale voorlichtingsbijeenkomsten.

 

Vertel van tevoren wat belangrijk voor u is

Sommige vrouwen bevallen liever niet in het ziekenhuis. Ze voelen zich niet prettig in zo’n medische omgeving, en zijn bang dat er geen rekening wordt gehouden met hun persoonlijke wensen.

 

Bij de bevalling is het juist belangrijk dat u ontspannen bent. Geef het daarom van tevoren aan als u opziet tegen de bevalling in het ziekenhuis. Samen kunt u bespreken waarom dit zo is, en wat eraan gedaan kan worden.

 

Ook kunt u een geboorteplan schrijven. Hierin geeft u aan wat voor u belangrijk is. Bijvoorbeeld wie er bij de bevalling aanwezig moet zijn en of u pijnstilling wilt. Bespreek het geboorteplan van tevoren met uw zorgverleners. Er wordt dan zoveel mogelijk rekening gehouden met uw wensen. Op deverloskundige.nl vindt u een voorbeeld van een geboorteplan.

 

> Deverloskundige.nl [https://deverloskundige.nl/bevalling/tekstpagina/30/geboorteplan/]

Lees meer over het schrijven van een geboorteplan.

 

De gynaecoloog en nefroloog bespreken de volgende zaken met elkaar en met u:

In het algemeen is het beter om af te wachten tot de weeën vanzelf op gang komen. Maar soms adviseren de artsen hier niet op wachten. Bijvoorbeeld als er een risico is op zwangerschapsvergiftiging, problemen met uw nieren of overlijden van het kindje. Dan is het soms beter om de weeën op te wekken, zodat de bevalling eerder begint.

Er bestaan verschillende manieren om pijn bij de bevalling te bestrijden. Op de website deverloskundige.nl vindt u een overzicht van de mogelijkheden. De bekendste vorm van pijnstilling is wel de ruggenprik. Maar een ruggenprik is niet altijd mogelijk. Tijdens de zwangerschap gebruikt u namelijk acetylsalicylzuur. Dit middel helpt zwangerschapsvergiftiging te voorkomen. Maar door het middel is er meer risico op een bloeding. Een ruggenprik kan dan gevaarlijk zijn. Dat is ook afhankelijk van het moment waarop u gestopt bent met acetylsalicylzuur.

Tijdens de bevalling worden soms medicijnen gebruikt. Bijvoorbeeld om weeën op te wekken of ervoor te zorgen dat de placenta (moederkoek) makkelijker loskomt. Van tevoren bekijken de artsen samen welke medicijnen veilig zijn voor u.

Tijdens de bevalling kunt u veel bloed verliezen. Had u tijdens de zwangerschap last van bloedarmoede? Dan is het bloedverlies misschien gevaarlijk voor u of de baby. Soms is dan een bloedtransfusie nodig. Dit gebeurt meestal pas als de Hb onder de 5.0 zakt. Soms gebeurt het al voor de bevalling, of bij een hogere Hb. Dat is dan uit voorzorg.

U kunt gewoon vaginaal bevallen als u een donornier hebt. De donornier komt hierdoor niet in gevaar. Moet u bevallen via een keizersnede? Dan onderzoekt de gynaecoloog van tevoren op welke plek hij of zij veilig kan snijden.

 

> Deverloskundige.nl [https://deverloskundige.nl/bevalling/tekstpagina/33/pijnbehandeling/]

Lees meer over pijnbehandeling bij de bevalling.

 

Na de bevalling

Na de bevalling blijft u op de kraamafdeling in het ziekenhuis tot u voldoende hersteld bent. Er wordt op uw algehele gezondheid gelet, maar natuurlijk ook op uw nierfunctie. Deze moet stabiel zijn.

 

Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis bespreken de gynaecoloog en de nefroloog de volgende zaken met u:

Meestal kunt u de baby gewoon bij u houden en zelf verzorgen. Maar soms heeft een baby medische zorg nodig. Bijvoorbeeld als hij of zij te vroeg is geboren: voor 37 weken zwangerschap. Of als uw baby een nierafwijking heeft. Uw kindje komt dan onder behandeling bij een kinderarts.

Na ontslag uit het ziekenhuis hebt u extra controles bij de nefroloog. Deze houdt de werking van uw nieren goed in de gaten. Voor u weggaat uit het ziekenhuis, moet er een vervolgafspraak gemaakt zijn.

Ook na ontslag uit het ziekenhuis kunnen er nog problemen ontstaan. Misschien gaat uw nierfunctie ineens snel achteruit of stijgt uw bloeddruk plotseling. De arts legt uit waar u op kunt letten, en wanneer en hoe u contact kunt opnemen.

De artsen kijken opnieuw naar uw medicijnen. Sommige medicijnen kunt u beter niet gebruiken als u borstvoeding geeft. Dan kunt u overstappen op andere medicijnen.

Start na de bevalling met anticonceptie. Hiermee voorkomt u een nieuwe zwangerschap.

 

> Lees ook: Anticonceptie bij nierschade of na transplantatie

 

Anticonceptie bij nierschade of na transplantatie

 

Inleidende tekst (staat op andere pagina):

Bij een nieraandoening of na een niertransplantatie is het belangrijk dat u zich eerst goed voorbereidt op een zwangerschap. Probeer een ongeplande zwangerschap te voorkomen. Dit kan met anticonceptie. Kies een middel dat bij u past en dat betrouwbaar is.

 

In het kort

  • Met anticonceptie kunt u voorkomen dat u zwanger wordt.
  • Kies een anticonceptiemiddel dat bij u past en dat betrouwbaar is.
  • Door uw nieraandoening hebt u meer risico op trombose. Kies daarom een anticonceptiemiddel dat weinig of helemaal geen oestrogeen bevat.
  • Wilt u een persoonlijk advies? Vraag om doorverwijzing naar de gynaecoloog.

 

Wilt u (voorlopig) geen kinderen? Gebruik dan anticonceptie om een zwangerschap te voorkomen. Ook in de volgende situaties:

Door nierschade vermindert de vruchtbaarheid. Sommige mensen denken dat zij daarom geen voorbehoedsmiddelen hoeven te gebruiken. Maar een zwangerschap valt nooit helemaal uit te sluiten.

Na de niertransplantatie gaat het lichaam weer beter functioneren. De vruchtbaarheid neemt dan ook weer toe. Artsen adviseren om minstens een jaar te wachten met zwanger worden. Bij zwangerschap is het soms nodig om over te stappen op andere medicijnen. Het is niet veilig om dat in het eerste jaar al te doen. Ook is het belangrijk dat de donornier stabiel is. Verder heeft uw lichaam tijd nodig om te herstellen, zodat het een zwangerschap aan kan.

Veel vrouwen denken dat ze niet zwanger kunnen worden zolang ze borstvoeding geven. Dit klopt niet. De kans is wel kleiner, maar een zwangerschap is nooit helemaal uit te sluiten. Begin daarom na de bevalling weer met anticonceptie. Overleg wel eerst met de gynaecoloog. Sommige middelen kunnen niet gecombineerd worden met borstvoeding.

 

Bij een nieraandoening of na een niertransplantatie is het belangrijk dat u zich eerst goed voorbereidt op een zwangerschap. Soms is het bijvoorbeeld nodig om over te stappen op andere medicijnen. Als u onverwachts zwanger raakt, is er meer kans op problemen. Probeer een ongeplande zwangerschap dus te voorkomen!

 

Welke voorbehoedsmiddelen kunt u gebruiken als nierpatiënt?

In principe is iedere vorm van anticonceptie geschikt. Kies een voorbehoedmiddel dat bij u past, en dat betrouwbaar en veilig is. Als u bijvoorbeeld erg vergeetachtig bent, kunt u beter geen anticonceptiepil gebruiken die u iedere dag moet innemen. Dan is een prikpil of hormoonhoudend spiraaltje misschien meer geschikt.

 

Op thuisarts.nl staat beschreven waar u allemaal op kunt letten als u een keuze gaat maken. Ook vindt u hier keuzetabellen, die maken het makkelijker om te kiezen.

 

> Thuisarts.nl [https://www.thuisarts.nl/anticonceptie/ik-wil-voorkomen-dat-ik-zwanger-word-wat-kan-ik-kiezen]

Kies een voorbehoedsmiddel dat bij u past.

 

Vraag advies aan de gynaecoloog

Vindt u het lastig om te kiezen? Dan kunt u aan uw nefroloog vragen of die u wil doorverwijzen naar een gynaecoloog (vrouwenarts). Die kan u een advies op maat geven.

 

Houd rekening met het risico op trombose als u de pil gebruikt

Bij chronische nierschade hebt u iets meer risico op trombose. Als u de anticonceptiepil gaat slikken, neemt dat risico nog verder toe. Bespreek dit met uw gynaecoloog of huisarts. Die kan dan een pil voorschrijven waarbij het risico op trombose heel klein is.

 

Dit is een anticonceptiepil waar weinig van het hormoon oestrogeen in zit, en waar ook het hormoon progestageen in zit. De voorkeur gaat uit naar een pil met maximaal 30 mcg ethinylestradiol in combinatie met het progestageen levonorgestrel.

 

Bij een verhoogd risico op trombose

In de volgende situaties hebt u meer risico op trombose, en geldt een ander advies:

 

Kies dan een voorbehoedsmiddel dat alleen progestagenen bevat. U kunt dan kiezen uit de minipil, de prikpil, het hormoonstaafje (ook wel: implantatiestaafje) of het hormoonspiraaltje. De minipil is minder betrouwbaar dan de andere 3 vormen van anticonceptie.