Overzicht van de aanbevelingen

Overzicht van de aanbevelingen

Onderstaande is een samenvatting van de belangrijkste aanbevelingen uit de multidisciplinaire evidence-based richtlijn Pijn bij Kanker. De richtlijn beperkt zich tot pijn bij patiënten met kanker en is zowel van toepassing op de curatieve fase als op de palliatieve fase. Preventie van pijn bij patiënten met kanker wordt in deze richtlijn niet besproken, omdat hierover onvoldoende gegevens beschikbaar zijn in de literatuur. In deze samenvatting ontbreken het wetenschappelijk bewijs en de overwegingen die tot de aanbevelingen geleid hebben. Lezers van deze samenvatting worden voor deze informatie verwezen naar de volledige richtlijn. Deze samenvatting van aanbevelingen staat niet op zichzelf. Bij medische besluitvorming dient rekening te worden gehouden met de omstandigheden en voorkeuren van de patiënt. Behandeling en procedures met betrekking tot de individuele patiënt berusten op wederzijdse communicatie tussen patiënt, arts en andere zorgverleners. 

Bij de evidence-based herziene modules (2015 en 2019) zijn de aanbevelingen voorzien van een gradering met cijfers en letters om de verhouding tussen de kwaliteit van de evidence en de sterkte van de aanbeveling weer te geven (zie onderstaande tabel).

Deze werkwijze is gebaseerd op de methodiek zoals voorgesteld door de GRADE working group (zie http://www.gradeworkinggroup.org/handbook):

 

Gradering van aanbevelingen

Sterkte van de aanbeveling

Cijfer

Sterke aanbeveling

1

Zwakke aanbeveling

2

Kwaliteit van de evidence

Letter

Hoog

A

Matig

B

Laag

C

Zeer laag

D

 

De modules uit 2008 zijn ontwikkeld met de EBRO methodiek (zie de Algemene inleiding, tabel 1 ‘Indeling van methodologische kwaliteit van individuele studies’ van de NVA-richtlijn). Derhalve zijn de bijbehorende aanbevelingen niet voorzien van een gradering. Consensus-based modules zijn evenmin voorzien van een gradering.

 

Hoofdstuk 2. Diagnostiek van pijn bij patiënten met kanker

Module 2.1: Anamnese (2019)

 

Module 2.2: Pijnmeting (2015)

Leg alle pijnscores vast in het (elektronisch) patiëntendossier (ID).

 

Module 2.3: Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek (2015)

 

Hoofdstuk 3. Integrale benadering

Module 3.1: Multidimensionele benadering van pijn bij kanker (2015).

 

Module 3.2: Voorlichting en educatie (2015)

 

Module 3.3: Therapietrouw (2015)

 

Module 3.4: Zelfmanagement (2015)

 

Module 3.5 Communicatie (2008)

 

Module 3.6: Ondersteunende zorg (2019)

Vraag zo nodig advies bij een consultatieteam voor ondersteunende of palliatieve zorg (via IKNL of eigen ziekenhuis).

 

Module 3.7: Continuïteit en coördinatie van zorg (2019)

 

Hoofdstuk 4. Beleid en behandeling

Module 4.2: Causale behandeling van pijn bij patiënten met kanker

Module 4.2.1: Systemische therapie (2008)

Module 4.2.2: Radiotherapie (2008)

Module 4.2.3: Radionucliden (2008)

Module 4.2.4: Chirurgie (2008)

Submodule: Primaire tumor

Submodule: Metastasen

Module 4.2.5: Bisfosfonaten (2008)

 

Module 4.3: Niet-medicamenteuze behandeling

Module 4.3.1: Multidisciplinaire en multimodale revalidatie (2015)

Module 4.3.2: Warmtetherapie (2019)

Module 4.3.3: Toepassen van koude (2008)

Module 4.3.4: Massage (2019)

Module 4.3.5 Manuele lymfedrainage (2008)

Module 4.3.6 Hydrotherapie (2008)

Module 4.3.7: Oefentherapie (2019)

Module 4.3.8: Ontspanningsoefeningen en geleide verbeelding (2019)

Module 4.3.9: Cognitieve gedragstherapie (2019)

Module 4.3.10 Hypnotherapie (2008)

Module 4.3.11: TENS (2019)

 

Module 4.4: Medicamenteuze behandeling

Module 4.4.2: Algemene aanbevelingen t.a.v. medicamenteuze behandeling van pijn bij patiënten met kanker (2019)

 

Module 4.4.3: Paracetamol (2019)

Bij nociceptieve pijn:

 

Module 4.4.4: NSAID’s (2019)

Bij nociceptieve pijn:

 

Module 4.4.5: Zwak werkende opioïden (2019)

Bij nociceptieve pijn:

 

Module 4.4.6: Sterkwerkende opioïden bij nociceptieve pijn (2015)

 

Module 4.4.7: Doorbraakpijn (2015)

Bij doorbraakpijn bij patiënten met kanker:

 

Module 4.4.8: Toediening, dosering en dosistitratie (2019)

 

Module 4.4.9: Lokale toediening van opioïden (2019)

 

Module 4.4.10: Behandeling van bijwerkingen van opioïden (2019)

Bij patiënten met kanker met bijwerkingen door gebruik van opioïden:

Misselijkheid en braken

Obstipatie

Sedatie

Droge mond

Cognitieve veranderingen, hallucinaties en/of delier

Jeuk

Urineretentie

Myoclonieën

Ademdepressie

 

Module 4.4.11 Opioïdgeïnduceerde hyperalgesie (2019)

Bij patiënten met kanker:

 

Module 4.4.12: Adjuvante analgetica (2015)

 

Module 4.4.13: Geneesmiddeleninteractie met opioïden bij pijn bij kanker (2015)

 

Module 4.5: Invasieve behandeling

Module 4.5.1: Chordotomie (2019)

 

Module 4.5.2: Plexus coeliacusblokkade (2019)

 

Module 4.5.3: Neuraxiale (Intrathecale of epidurale) toediening van opioïden (2019)

 

Module 4.5.4: Plexus hypogastricusblokkade (2019)

 

Module 4.5.5: Lower end blok of zadelblok (2019)

 

Module 4.5.6: Neurolyse perifere zenuw (2019)

 

Module 5: Speciale patiëntengroepen.

Module 5.1: Patiënten met nierfunctiestoornissen (2008)

Medicamenteuze behandeling

Analgetica

Paracetamol

NSAID’s

Opioïden

 Fentanyl

 Hydromorfon, tapentadol, methadon en oxycodon

 Morfine

Co-analgetica

Antidepressiva

 TCA’s

 SNRI’s

Anti-epileptica

 

Module 5.2: Patiënten met leverfunctiestoornissen (2019)

Bij patiënten met een verminderde leverfunctie (Child-Pugh score A-C):

 

Module 5.3: Oudere patiënten (2021)

Algemeen

Behandeling

Niet-medicamenteuze behandeling

Medicamenteuze behandeling

Analgetica
Paracetamol

NSAID’s

 

Opioïden

Co-analgetica

 Antidepressiva

Anti-epileptica

Corticosteroïden

Cannabinoïden

 

Module 5.4: Patiënten in de stervensfase (2019)

Bij patiënten met pijn en kanker in de stervensfase: