Implementatieplan

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:
< 1 jaar,

1 tot 3 jaar of

> 3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

Overige opmerkingen

- Er is sprake van voorlopige PTO indien na het verrichten van basisdiagnostiek geen primaire tumor wordt geïdentificeerd

- Er is sprake van definitieve PTO indien na het verrichten van aanvullende diagnostiek nog steeds geen primaire tumor wordt geïdentificeerd.

- Onder basisdiagnostiek wordt verstaan: lichamelijk onderzoek, laboratoriumonderzoek inclusief tumormarkers, radiologisch onderzoek inclusief CT (hals-)thorax-abdomen met i.v. contrast en histopathologisch onderzoek inclusief immunohistochemisch onderzoek naar de primaire origine van de kanker.

- Voer slechts op indicatie aanvullende diagnostiek uit.

- Bespreek patiënten met een voorlopige PTO in multidisciplinair verband.

- Bewaak de duur van het diagnostisch traject en streef naar afronden van het gehele diagnostische traject binnen 4-6 weken.

<1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn en aanbeveling.

Gebrek aan kennis over het onderwerp PTO/inhoud van deze richtlijn.

Verspreiding van de richtlijn

De behandelaar (zie deelvraag 1d in module Organisatie van diagnostiek en zorg bij PTO).

PTO-team in desbetreffende ziekenhuizen (module Organisatie van diagnostiek en zorg bij PTO).

 

Overweeg bij het afnemen van materiaal voor pathologisch onderzoek aanvullende biopten af te nemen voor vriesmateriaal indien de diagnose voorlopig PTO op basis van CT-(hals-) thorax-abdomen overwogen wordt en er opslagcapaciteit is voor vriesmateriaal voor eventueel latere moleculaire diagnostiek.

 

Vermeld in de aanvraag voor pathologie-onderzoek …:

- Topografische locatie biopt

- Relevante bevindingen bij anamnese en lichamelijk onderzoek

- Relevante bevindingen van eerdere diagnostiek

- Voorgeschiedenis

- Tumor serum markers

<1 jaar

Laag (opslag vries-materiaal)

Opslag mogelijkheden voor vriesmateriaal.

Kennis van de richtlijn en aanbeveling.

Afwezig of te weinig opslagruimte in vriezers.

Verspreiding van de richtlijn

De behandelaar (zie deelvraag 1d in module Organisatie van diagnostiek en zorg bij PTO) en pathologen.

PTO-team in desbetreffende ziekenhuizen (module Organisatie van diagnostiek en zorg bij PTO).

 

Breng vooraf aan iedere vorm van diagnostiek bij iedere patiënt de wensen en algehele klinische conditie in kaart.

- Blijf deze wensen en haalbaarheid evalueren bij alle vervolgstappen van eventuele aanvullende diagnostiek.

- Zie bij patiënten met een performance status van ≥3 bij voorkeur af van verdere diagnostiek en behandeling.

- Bespreek op moment van diagnose ‘voorlopige PTO’ met patiënt wel of geen verdere diagnostiek in te zetten gezien gemiddeld slechte prognose. Daarbij dient inzet van palliatieve zorg en psychosociale begeleiding tijdig besproken te worden en simultaan te worden ingezet naast eventuele diagnostiek.

<1 jaar

Geen

Kennis van de richtlijn en aanbeveling.

Gebrek aan kennis over het onderwerp PTO/inhoud van deze richtlijn.

Verspreiding van de richtlijn

De behandelaar (zie deelvraag 1d in module Organisatie van diagnostiek en zorg bij PTO).

 

1 Barrières kunnen zich bevinden op het niveau van de professional, op het niveau van de organisatie (het ziekenhuis) of op het niveau van het systeem (buiten het ziekenhuis). Denk bijvoorbeeld aan onenigheid in het land met betrekking tot de aanbeveling, onvoldoende motivatie of kennis bij de specialist, onvoldoende faciliteiten of personeel, nodige concentratie van zorg, kosten, slechte samenwerking tussen disciplines, nodige taakherschikking, etc.

2 Denk aan acties die noodzakelijk zijn voor implementatie, maar ook acties die mogelijk zijn om de implementatie te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan controleren aanbeveling tijdens kwaliteitsvisitatie, publicatie van de richtlijn, ontwikkelen van implementatietools, informeren van ziekenhuisbestuurders, regelen van goede vergoeding voor een bepaald type behandeling, maken van samenwerkingsafspraken.

3 Wie de verantwoordelijkheden draagt voor implementatie van de aanbevelingen, zal tevens afhankelijk zijn van het niveau waarop zich barrières bevinden. Barrières op het niveau van de professional zullen vaak opgelost moeten worden door de beroepsvereniging. Barrières op het niveau van de organisatie zullen vaak onder verantwoordelijkheid van de ziekenhuisbestuurders vallen. Bij het oplossen van barrières op het niveau van het systeem zijn ook andere partijen, zoals de NZA en zorgverzekeraars, van belang.