Herziening richtlijnmodule Vaccinaties bij kinderen met JIA
Kinderen met juveniele idiopathische artritis (JIA) hebben door hun aandoening en medicatie een verhoogd risico op complicaties bij infecties.
Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek dat juist deze groep een lagere vaccinatiegraad heeft dan hun gezonde leeftijdsgenoten. De herziene module benadrukt daarom het belang van vaccinaties en geeft duidelijke richtlijnen voor het bespreken en toedienen ervan.
Inhoud van de richtlijnmodule
De herziene richtlijnmodule bevat de nieuwste wetenschappelijke inzichten over de effectiviteit en veiligheid van vaccinaties bij kinderen tot 18 jaar met JIA. Een belangrijke wijziging is dat de vaccinatiestatus voortaan standaard jaarlijks wordt besproken als onderdeel van de JIA-behandeling. Het is de taak van de behandelend arts om ouders en patiënten goed te informeren over de voor- en nadelen van vaccinatie, maar de uiteindelijke keuze blijft bij de ouders en, indien mogelijk, bij het kind zelf.
Daarnaast is het aantal besproken vaccins uitgebreid, onder andere door de komst van nieuwe vaccins binnen en buiten het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Ook zijn er voor verschillende vaccins nieuwe adviezen geformuleerd op basis van de laatste wetenschappelijke kennis over vaccineren bij kinderen die immunosuppressieve medicatie gebruiken.
Belangrijk aandachtspunt
Omdat vaccinaties een gevoelig onderwerp kunnen zijn, is in de richtlijnmodule aandacht besteed aan waarden en voorkeuren van ouders en patiënten, maar ook aan thema’s zoals prikangst, kosten en toegankelijkheid van vaccinaties. Ouders en kinderen hechten vaak veel waarde aan het advies van hun behandelaar. De richtlijn adviseert artsen daarom om eventuele zorgen serieus te nemen en de voordelen van vaccinatie goed toe te lichten.
Samenwerking
De richtlijnmodule is herzien op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK), in samenwerking met onder andere kinderreumatologen (NVKR), internisten, allergologen en klinisch immunologen (NIV/NVAK), reumatologen (NVR), jeugdartsen (AJN) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Ook de Jeugdreumavereniging en Youth-R-Well waren betrokken. Het traject is begeleid door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).