In de richtlijn Antitrombotisch beleid zijn twee modules herzien en zeven nieuwe modules toegevoegd.

Het gaat onder andere om modules over diagnostiek bij patiënten met een vermoeden op een diepe veneuze trombose of een longembolie en tromboseprofylaxe bij volwassenen en kinderen met een maligniteit.

Meer dan 1 miljoen mensen in Nederland gebruiken een vorm van antistolling of plaatjesaggregatieremming om een trombotische aandoening te voorkomen of te behandelen. Operaties en andere ingrepen komen bij deze patiënten veel voor. Daarbij zijn veel verschillende specialismen betrokken. Omdat vrijwel elke klinisch werkende zorgverlener, zoals een arts, tandarts of verpleegkundige, te maken krijgt met antitrombotische therapie, is het van groot belang dat er een actuele richtlijn Antitrombotisch beleid is.

Inhoud van de wijzigingen

Er zijn zeven nieuwe modules toegevoegd over:

• Diagnostiek bij patiënten met een vermoeden op een diepe veneuze trombose of een longembolie
• Follow-up van patiënten die een diepe veneuze trombose of longembolie hebben gehad
• Tromboseprofylaxe bij volwassenen met een maligniteit
• Behandeling van patiënten met een intermediair-hoog risico longembolie
• Behandeling van patiënten met een buikvenetrombose
• Antitrombotisch beleid bij patiënten die bariatrische chirurgie hebben ondergaan
• Antitrombotisch beleid bij endoscopische ingrepen. Dit betreft een aanvulling op de bestaande module over periprocedureel beleid

Daarnaast zijn twee modules herzien:

• Module Tromboseprofylaxe bij kinderen met een maligniteit: er wordt nu aanbevolen om tromboseprofylaxe in specifieke gevallen te overwegen. Eerder was het: geef niet routinematig tromboseprofylaxe.
• Module Herstarten antistollingstherapie na een bloeding: overwegingen en aanbevelingen zijn verder aangescherpt en er worden concretere handvatten gegeven.

Voor zover relevant, zijn de wijzigingen ook verwerkt in de LTA-Antistollingszorg.

Samenwerking

De richtlijn is herzien op initiatief van de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) in samenwerking met vertegenwoordigers vanuit de orthopeden (NOV), chirurgen (NVvH), kinderartsen (NVK), cardiologen (NVVC), neurologen (NVN), huisartsen (NHG) en mdl-artsen (NVMDL). In de klankbordgroep waren de volgende disciplines vertegenwoordigd: internisten, mdl-artsen, kinderartsen, longartsen, klinisch chemici, intensivisten, klinisch geriaters, gynaecologen, radiologen, (ziekenhuis)apothekers, dermatologen, cardio-thoracaal chirurgen, mka-chirurgen en Stichting Harteraad. Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten heeft het traject begeleid. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

Bekijk de richtlijn