Zwangerschapscholestase

Initiatief: NVOG Aantal modules: 3

Startpagina - Zwangerschapscholestase

Bij aanverwante informatie is de PDF versie van deze richtlijn te vinden.

 

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor patiënten met zwangerschapscholestase. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  • Symptomatologie
  • Epidemiologie en etiologie
  • Diagnostiek
  • Risico’s rondom de geboorte
  • Beleid en interventies
  • Postpartum- en preconceptionele adviezen
  • Anticonceptie

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bestemd voor alle professionals die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met zwangerschapscholestase.

 

Voor patiënten

Zwangerschapscholestase is de medische term voor galstuwing (cholestase) tijdens de zwangerschap. Het treedt voornamelijk op in de tweede helft van de zwangerschap. Het belangrijkste verschijnsel is jeuk. De jeuk kan over het gehele lichaam optreden, maar komt het meest voor op de handpalmen en voetzolen. Daarnaast gaat het gepaard met een verhoogd risico op  vroeggeboorte en complicaties voor het ongeboren kind. Zwangerschapscholestase komt voor bij 0.1 tot 2 procent van alle zwangerschappen. Het is onbekend hoe zwangerschapscholestase ontstaat. Na de bevalling verdwijnen de klachten binnen enkele dagen.

 

Meer informatie: p.m.

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). De richtlijn is opgesteld door een monodisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de gynaecologie.

Volgende:
UDCA bij zwangerschapscholestase