Wervelmetastasen - Betrokkenheid revalidatiearts
Uitgangsvraag
Dient in het nazorgtraject voor patiënten met wervelmetastasen een revalidatiearts betrokken te zijn?
Aanbeveling
De werkgroep is van mening dat de revalidatiearts bij patiënten met een spinale metastase betrokken moet zijn, indien er sprake is van neurologische uitval en als de patiënt voldoet aan de criteria zoals die gesteld zijn in de richtlijn Dwarslaesie.
Inclusiecriteria zijn dat de patiënt een revalidatie-indicatie heeft en dat er een levensverwachting is van minimaal 6 maanden tot 1 jaar. Wanneer de levensverwachting langer is dan 1 jaar worden patiënten behandeld volgens het reguliere behandelprogramma voor revalidatie van patiënten met een dwarslaesie. Bij deze groep is het wel van belang de specifieke problemen die zich voordoen bij oncologiepatiënten niet uit het oog te verliezen.
Bij een levensverwachting korter dan 6 maanden kan in overleg met huisarts en patiënt overwogen worden tot een korte periode van poliklinische revalidatie indien de reis van en naar de revalidatieinstelling niet te belastend is voor de patiënt.
De werkgroep is van mening dat voor een goede voortgang van de revalidatie het revalidatieteam moet behandelen volgens een behandelrichtlijn specifiek voor deze patiënten. De patiënt dient bij voorkeur gerevalideerd te worden in een gespecialiseerd dwarslaesiecentrum (NVDG niveau 2).
De werkgroep is van mening dat, indien er geen neurologische uitval is, de revalidatiearts betrokken moet zijn bij de patiënt, als de patiënt voldoet aan de criteria zoals gesteld in de richtlijn Oncologische revalidatie.
Overwegingen
Voor alle patiënten met oncologische aandoeningen geldt dat kanker en de hieraan gerelateerde behandelingen vaak gepaard gaan met restklachten, die uiteindelijk kunnen leiden tot een verminderde kwaliteit van leven op verschillende levensgebieden. De problemen kunnen zich op verschillende gebieden voordoen, zowel fysiek, sociaal, psychisch en spiritueel. Kankergerelateerde vermoeidheid is één van de grootste problemen die met name tijdens en na de behandeling optreedt en bij meer dan 50% van de oncologische patiënten voorkomt [Richtlijn Vermoeidheid bij kanker in de palliatieve fase]. Naast vermoeidheid zijn ook pijn, depressie en angst problemen die mensen kunnen ervaren tijdens of na de behandeling voor kanker. Daarnaast kan nog gedacht worden aan sociale problemen en verminderde arbeidsparticipatie. Deze en andere restverschijnselen na een oncologische behandeling vormen een indicatie voor oncologische revalidatie.
Voor patiënten met een oncologische dwarslaesie is het van belang dat zowel de patiënt als de familie op de hoogte is van de diagnose en prognose van de dwarslaesie en de beperkte levensverwachting. Voor een goede revalidatie moet aanvullende therapie (chemotherapie, radiotherapie, pijnbehandeling) niet beperkend zijn voor het revalidatieprogramma. De patiënt moet over een zodanige fysieke en mentale conditie beschikken dat hij gerevalideerd kan worden en dat de zorg op de dwarslaesieafdeling in het revalidatiecentrum kan worden gegeven.
Onderbouwing
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld :
Laatst geautoriseerd : 20-08-2015
Geplande herbeoordeling :
Methode ontwikkeling
Evidence based