Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor patiënten met wekedelentumoren. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

• Diagnostiek: beeldvormend onderzoek, pathologie
• Risico-inschatting en prognostificatie
• Behandeling van lokale/locoregionale ziekte: chirurgie, (neo)adjuvante radiotherapie
• Behandeling van gemetastaseerde ziekte: eerstelijns-chemotherapie
• Follow-up
• De organisatie van zorg rondom patiënten met wekedelentumoren: verwijzing naar specialistisch centrum, het multidisciplinair overleg en patiëntvoorlichting

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze multidisciplinaire richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners in de tweede lijn die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met wekedelentumoren. Gastro-intestinale stromatumoren (GIST) zijn niet meegenomen in deze richtlijn. Verder zijn er aparte richtlijnen voor bottumoren en zijn wekedelentumoren in het hoofd-halsgebied meegenomen in de richtlijn hoofd-halstumoren.

Voor patiënten

Wekedelentumoren zijn tumoren in de weke delen. Weke delen zijn weefsels die onder de huid, rondom de organen en botten en in de ruimtes daartussen zitten, bijvoorbeeld spierweefsel, vetweefsel, bindweefsel of zenuwweefsel. Er zijn meer dan 50 soorten wekedelentumoren. In de meeste gevallen zijn wekedelentumoren goedaardig. Kwaadaardige wekendelentumoren zijn zeldzaam.

Er zijn verschillende opties voor de behandeling van een wekendelentumor, waaronder een operatie, bestraling, chemotherapie of een combinatie hiervan. Welke behandeling het meest geschikt is hangt af van verschillende factoren.

Voor meer informatie, zie ook:

• https://sarcomen.nl

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de NVvH, NOV, NVDV, NVvR, NVRO, NIV en NVVP. Er werd aandacht besteed aan het patiëntperspectief door inbreng van het Patiëntenplatform Sarcomen ten aanzien van communicatie met de patiënt. Daarnaast is de richtlijn ter commentaar opgestuurd naar de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties en de Patiëntenfederatie Nederland.