UWI bij kinderen

Initiatief: NVK Aantal modules: 21

Startpagina - UWI bij kinderen

Waar gaat deze richtlijn over?

Een urineweginfectie (UWI) is één van de meest voorkomende bacteriële infecties. Bij jonge kinderen is de diagnose niet gemakkelijk te stellen, doordat de klinische presentatie van een UWI vaak aspecifiek is met symptomen als koorts, prikkelbaarheid en braken. Bevestiging van de diagnose door laboratoriumonderzoek vereist het verkrijgen van een niet gecontamineerd urinemonster. Dit is bij niet-zindelijke kinderen vaak een uitdaging. Wanneer de diagnose UWI niet wordt overwogen bij een kind met een UWI of de behandeling met antibiotica voor een UWI wordt uitgesteld, kan dit leiden tot klinische verslechtering en nierschade op de lange termijn.

In de afgelopen drie tot vijf decennia is de diagnostiek, beloop en behandeling van UWIs bij kinderen veranderd door de verbetering van antibiotica, vroegdiagnostiek naar anatomische nierafwijkingen tijdens de zwangerschap en verbeteringen in de zorg. De diagnostiek en behandeling van UWIs bij kinderen is complex en vaak multidisciplinair.

In de richtlijn komen de volgende modules aan bod:

  • Initiële diagnostiek, behandeling en preventie: opvangmethoden van urine, bewaren en transport van urinemonsters, teststrategie bij vermoedens op een UWI, onderzoek na diagnose UWI, test voor het vaststellen van lokalisatie van een UWI, empirische behandeling met antibiotica en effectiviteit (niet-)antibiotische profylaxe;
  • Vesico-ureterale reflux (VUR)/structurele afwijkingen: diagnostiek en behandeling;
  • Lange termijn gevolgen en follow up na een UWI;
  • Voorspellen van lange termijn gevolgen met parenchymafwijkingen;
  • Informatie voor kinderen en ouders/verzorgers na een UWI bij het kind.

 

Voor wie is deze richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor kinderen met UWIs.

 

Voor patiënten

Deze richtlijn gaat over urineweginfecties bij kinderen. Een urineweginfectie wordt door bacteriën veroorzaakt. Een urineweginfectie is niet besmettelijk maar kan af en toe terugkomen. Jonge kinderen kunnen soms een urineweginfectie krijgen als ze een afwijking hebben van de urinewegen, zoals een te nauwe plasbuis. Deze richtlijn beschrijf hoe een urineweginfectie het beste kan worden aangetoond, hoe het behandeld kan worden, wat de gevolgen kunnen zijn en hoe kinderen gecontroleerd kunnen worden na een urineweginfectie.

Meer informatie over een urineweginfectie (waaronder een blaasontsteking) is te vinden op Thuisarts:

https://www.thuisarts.nl/blaasontsteking

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Een multidisciplinaire werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers vanuit de kindergeneeskunde, medische microbiologie, radiologie, urologie, klinische chemie en laboratoriumgeneeskunde, huisartsen en nucleaire geneeskunde, heeft de richtlijn herzien. Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door Stichting Kind en Ziekenhuis als meelezer te betrekken in het richtlijnproces.

 

Toepassen

Bij de richtlijn zijn stroomschema’s ontwikkeld voor beeldvormend onderzoek bij een UWI. Praktische methoden voor urineopvang zijn uitgewerkt in een bijlage.

 

Status van de richtlijn

Uiterlijk in 2024 bepaalt het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde of de modules van deze richtlijn nog actueel zijn.

Volgende:
Epidemiologie