Urine-incontinentie (UI) bij vrouwen

Initiatief: NVOG Aantal modules: 32

Startpagina - Urine-incontinentie (UI) bij vrouwen

Waar gaat deze richtlijn over?

Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor vrouwen met urine-incontinentie (UI). In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

    • De verschillende onderzoeken die ingezet kunnen worden bij vrouwen met UI
    • Het geven van voorlichting aan vrouwen met UI
    • De effectiviteit van verschillende behandelmogelijkheden bij UI (leefstijlinterventies, fysiotherapeutische behandelingen, medicamenteuze behandelingen en operatieve ingrepen)  
    • De mogelijke consequenties van andere, gelijktijdig voorkomende aandoeningen op het verloop bij (onderzoek en behandeling van) UI
    • De mogelijke gevolgen van UI op arbeid
    • Incontinentie-absorptiematerialen en huidverzorging
    • De rol van (continentie)verpleegkundigen bij de zorg aan vrouwen met UI
    • De organisatie van de zorg bij UI
    • De kosteneffectiviteit van de aanbevelingen in deze richtlijn

 

Voor wie is de richtlijn bedoeld?

Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor vrouwen met urine-incontinentie.

 

Voor patiënten

Urine-incontinentie betekent het verliezen van urine op ongewilde momenten. Er zijn twee soorten urineverlies: aandrang-incontinentie (ook wel urge-incontinentie genoemd) en inspannings-incontinentie (ook wel stressincontinentie genoemd). Beide vormen kunnen ook gelijktijdig voorkomen; dit heet gemengde incontinentie. Urine-incontinentie komt bij vrouwen veel voor. Ruim de helft van de volwassen vrouwen is wel eens incontinent voor urine en een kwart van de vrouwen heeft hier aanzienlijk last van.

 

Bij aanverwante informatie is een patiëntenfolder over urine-incontinentie te vinden.

 

Meer informatie over urine-incontinentie bij vrouwen is te vinden op Thuisarts:

http://www.thuisarts.nl/urineverlies-bij-vrouwen

 

Hoe is de richtlijn tot stand gekomen?

Het initiatief voor deze richtlijn is afkomstig van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). De richtlijn is opgesteld door een multidisciplinaire commissie met vertegenwoordigers vanuit de gynaecologen, urologen, huisartsen, fysiotherapeuten, specialisten ouderengeneeskunde, continentieverpleegkundigen en bedrijfsartsen. Bij de ontwikkeling van de richtlijn is tevens de patiëntenvereniging Stichting Bekkenbodem Patiënten (SPB) geraadpleegd. In samenwerking met hen is door middel van een vragenlijst bij patiënten met urine-incontinentie geïnventariseerd wat de knelpunten zijn in de terugkeer naar het werk.

Volgende:
UI Anamnese en lichamelijk onderzoek